Feiten en context

De invordering van ontvangsten uit gefactureerde diensten (thuisdiensten, kinderopvang, …), huurgelden, schadevergoedingen en terugvorderingen van ten onrechte betaalde bedragen, … gaat gepaard met kosten welke gemaakt worden voor het verzenden van betalingsherinneringen en aangetekende zendingen. Het is billijk om deze kosten op de nalatige debiteuren te verhalen.

 

Juridische gronden

         Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur.

         Het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 12 december 2017 houdende goedkeuring van het proces debiteurenbeheer.

 

Adviezen

Geen adviezen

 

Argumentatie

Het voorstel is om bij de tweede herinnering een algemene kost vast te stellen van 10 euro. Indien nog nodig wordt een aangetekende ingebrekestelling verstuurd, ook hiervoor wordt een algemene kost van 10 euro voorgesteld. Deze invorderingskosten omvatten zowel administratie- als verzendkosten.

 

Er wordt voor de kosten van de tweede herinnering en de aangetekende ingebrekestelling eenzelfde tarief aangerekend.

 

Het volledig invorderingsproces wordt opgenomen in het organisatiebeheerssysteem. Als omkadering wordt een deel van de minnelijke fase van de invorderingsprocedure weergegeven:

Deel van de minnelijke fase van de invorderingsprocedure en tarieven bij algemene vorderingen:

         Versturen van een factuur te betalen binnen 30 dagen;

         Versturen van eerste kosteloze herinnering tot betalen na 21 dagen na vervaldag van de openstaande vordering, voor de facturen van thuisdiensten zal daags voordien een controle gebeuren door de desbetreffende thuisdiensten met het oog op eventuele overlijdens van cliënteel of langdurige ziekenhuisopnames;

         35 dagen na vervaldag van de openstaande vordering wordt de facturerende dienst gecontacteerd, dit om 10 euro kosten trachten te vermijden;

         Versturen van een tweede herinnering tot betalen na 30 dagen na het versturen van de eerste herinnering (dus 51 dagen na vervaldag van de openstaande vordering), in dit laatste geval wordt 10 euro kosten aangerekend;

         Indien mogelijk wordt telefonisch contact opgenomen met de debiteur of de desbetreffende/facturerende dienst om na te gaan waarom er niet betaald wordt. Hiervoor wordt een periode van 7 dagen voorzien alvorens over te gaan tot de laatste stap van de minnelijke invorderingsprocedure;

         Versturen van een aangetekende ingebrekestelling (laatste aanmaning) 20 dagen na het versturen van de tweede herinnering (dus 71 dagen na vervaldag van de openstaande vordering), bijkomend wordt 10 euro kosten aangerekend, totaal 20 euro kosten;

         Opstarten van de gedwongen invorderingsprocedure.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 2.000 euro. De ontvangst wordt voorzien in het exploitatiebudget onder het beleidsitem waarop de oorspronkelijke vordering werd voorzien en een te creëren algemene rekening.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn stelt het Tariefreglement voor invorderingskosten vast, luidende als volgt:

 

Artikel 1. - Heffingstermijn

Met ingang van 1 mei 2022 en eindigend op 31 december 2025 worden invorderingskosten aangerekend verbonden aan algemene vorderingen met vervaldag

 

Artikel 2. - Definitie

Algemene vorderingen met vervaldag (of niet-fiscale vorderingen): de ontvangsten uit gefactureerde diensten (thuisdiensten, kinderopvang, …), huurgelden, schadevergoedingen en terugvorderingen van ten onrechte betaalde bedragen, … kortom alle vorderingen, behalve de vorderingen van terugvorderbare steun (vorderingen ontstaan vanuit de werking van de sociale dienst).

 

Artikel 3. - Tarieven

         Gratis voor het opmaken en verzenden van algemene vorderingen en het opmaken en verzenden van een eerste herinnering;

         10 euro voor het opmaken en verzenden van de tweede herinnering;

         Bijkomend 10 euro voor het opmaken en aangetekend verzenden van de ingebrekestelling.

 

Artikel 4. - Diverse bepalingen

Bij gedeeltelijke betaling worden eerst de volgens dit reglement aangerekende kosten aangezuiverd en vervolgens de openstaande schuld (hoofdsom).

 

Het tarief zal in voorkomend geval ingevorderd worden via dwangbevel, zoals bepaald in artikel 177 2° DLB, of via gerechtelijke weg.

 

Artikel 2

§1. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking op 1 mei 2022.

 

§2. Het reglement/proces, zoals goedgekeurd bij raadsbeslissing van 12 december 2017, wordt (gedeeltelijk, voor wat betreft de tarifering) opgeheven door deze beslissing per 1 mei 2022.

 

Artikel 3

Het vast bureau wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het Lokaal Bestuur.