Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze lokale belasting.

 

Juridische gronden

         Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;

         Het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, artikel 464/1;

         Het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

         Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

         Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, inzonderheid Hoofdstuk III, artikel 15, betreffende de mogelijkheid om gemeentelijke opcentiemen te heffen;

         De Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, artikelen 2.6.4.0.2 en 3.1.0.0.4;

         Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 houdende uitvoering van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013;

         De gecoördineerde omzendbrief gemeentefiscaliteit KB/ABB 2019/2;

         Gemeenteraadsbeslissing van 18 november 2019 over deze belasting.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het Vlaams Gewest heft een heffing op leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten.

 

Gemeenten kunnen op deze gewestelijke heffing opcentiemen vestigen. Dit verhoogt het uiteindelijke aanslagbedrag, waardoor bijkomende financiële middelen worden gegenereerd en er een extra stimulans ontstaat voor eigenaars om leegstand en verwaarlozing aan te pakken.

 

De inning van de gewestelijke heffing én de gemeentelijke opcentiemen gebeurt door het Agentschap Vlaamse Belastingdienst (VLABEL).

 

Leegstaande en verwaarloosde bedrijfsgebouwen vormen een visuele en maatschappelijke hinder in de gemeente. Zij verkommeren vaak jarenlang, trekken zwerfvuil, sluikstort, vandalisme en overlast aan, en nemen ruimte in die beter benut kan worden. De heffing en de opcentiemen passen binnen een beleid dat inzet op een kwalitatieve en duurzame ruimtelijke ordening en op het activeren van bestaande bedrijventerreinen.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct-toewijsbare financiële gevolgen. Deze belasting geldt als algemene en verplichte bijdrage van de burger, opgelegd door de gemeenteraad, aan de algemene uitgaven van het lokaal bestuur (en waartegenover geen individueel aanwijsbare tegenprestatie van de overheid staat en/of geheven wordt voor een dienstverlening die het algemeen belang dient) ter uitvoering van het meerjarenplan 2026 - 2031.

 

De ontvangsten van deze belasting worden ingeschreven in het exploitatiebudget onder beleidsitem 002000 (fiscaliteit) en algemene rekening 73760000 (belasting op leegstand/ verkrotting van bedrijfsruimten).

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Het gewijzigde belastingreglement opcentiemen op de door het Vlaams gewest geheven heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt door de gemeenteraad goedgekeurd voor de aanslagjaren 2026 t.e.m. 2031, behoudens tussenkomende wijzigingen, luidende als volgt:

 

Belastingreglement opcentiemen op de door het Vlaams gewest geheven heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten voor de aanslagjaren 2026 t.e.m. 2031, (versie 20.11.2025)

 

Artikel 1 – Aanslagjaren en belastbaar voorwerp of belastbaar feit

Voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 worden door de gemeente Tielt-Winge 100 opcentiemen gevestigd op de door het Vlaams Gewest geheven heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten.

 

Artikel 2 - Inning

De gemeente doet een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de vestiging en de inning van deze opcentiemen.

 

Artikel 2

§1. Een afschrift van dit reglement wordt uiterlijk op 1 maart 2026 overgemaakt aan het Agentschap Vlaamse Belastingdienst via het Loket voor Lokale Besturen, module “Toezicht”.

 

§2. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

§3. Het reglement van 21 november 2019 wordt opgeheven door deze beslissing met ingang vanaf het aanslagjaar 2026.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.