Feiten en context

Er is nood aan aanpassing en updating van de diverse subsidiereglementen jeugd, nl.

                     Werkingssubsidies

                     Kadervormingsubsidies

                     Reglement gemeentelijke uitleendienst

                     Start- en projectsubsidies

                     Kampsubsidies

 

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Adviezen

Positief advies jeugdraad 10/2/2021

 

Argumentatie

De reglementen zijn ondertussen achterhaald en hebben aanpassingen en updating nodig.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

                     Verslag jeugdraad

                     Subsidiereglementen:

                         Werkingssubsidies

            Kadervormingsubsidies

            Reglement uitleendienst

            Kampsubsidies

            Project - en startsubsidies

 

Besluit:

12 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
4 stemmen tegen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken en Jo Smekens.
4 onthoudingen: Marleen De Vry, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx en Rudi Meeus.
Artikel 1

§1. De aanpassingen in de reglementen werkingssubsidie, kadervormingsubsidie, uitleendienst, kampsubsidie en project- en startsubsidie worden goedgekeurd.

 

§2. Deze reglementen luiden als volgt:

 

Subsidiereglementen jeugd Tielt-Winge (versie 16.09.2021)

 

A. Subsidiereglement werkingskosten

 

Art. 1:  Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd in het budget.

 

Art. 2: Alleen de organisaties van Tielt-Winge die voldoen aan de doelstellingen opgenomen in het meerjarenplan kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring van de werkingskosten.

 

Art. 3: Erkenning: Om in aanmerking te komen voor een werkingssubsidie moet de vereniging erkend zijn. Om erkend te worden, dient men een aanvraag tot erkenning in voor 1 maart van het jaar waarop de subsidies betrekking hebben. De aanvraag wordt bezorgd aan de jeugddienst. De jeugddienst geeft de aanvrager een bevestiging van goede ontvangst van de aanvraag.

Het college van burgemeester en schepenen beslist of een jeugdwerkinitiatief erkend wordt, na advies van de jeugdraad. 

De erkenning blijft geldig zolang er minstens 1 werkingsverslag werd ingediend in het voorafgaande jaar. Het college van burgemeester en schepenen kan echter, na advies van de jeugdraad, beslissen om een erkenning in te trekken als een jeugdwerkinitiatief een aanvraag tot werkingssubsidies of werkingsverslag niet naar waarheid invult, of door haar activiteiten niet langer voldoen aan de doelstellingen opgenomen in het meerjarenplan.

 

Art. 4:  Aanvraag tot erkenning: Modelformulieren zijn verkrijgbaar op de jeugddienst.

De aanvraag moet volgende gegevens bevatten:

 

1. Identificatie van het jeugdwerkinitiatief :

 Naam van de vereniging

 Adres van de lokalen

Benaming en adres van de federatie waarbij de jeugdorganisatie eventueel is                  aangesloten

2. Naam van de persoon die de aanvraag ondertekent

3. Rekeningnummer van de organisatie waarop het subsidiebedrag mag gestort worden.

4. Lijst met bestuursleden of leiding met vermelding van de naam.

5. Exemplaar van de statuten of als er geen statuten zijn: een omschrijving van de                                      doelstellingen (Voor verenigingen die aangesloten zijn bij een overkoepelende vereniging,                        erkend door de afdeling Jeugdwerk, mogen de overkoepelende statuten bijgevoegd  worden)

6.      Een ledenlijst met vermelding van naam (exclusief leiding) 

 

Art. 5:  Het werkingsverslag jeugdbewegingen: De subsidiëring wordt bepaald aan de hand van een werkingsverslag. Het werkingsverslag moet in de loop van de maand die volgt na het betrokken semester ingediend worden.

 Werkingsverslag

 1ste semester  Activiteiten van

   September tot en met februari  Indienen ten laatste eind maart

 werkingsverslag

 2de semester  Activiteiten van

   Maart tot en met augustus  Indienen ten laatste eind september

 

Het werkingsverslag jeugdhuizen moet binnengebracht worden voor eind september van het werkingsjaar.

 

Het werkingsverslag moet volgende gegevens bevatten:

 

A. Identificatie van het jeugdwerkinitiatief

1. Naam van de vereniging en adres van de lokalen

2. Naam van de persoon die de aanvraag ondertekent

3. Rekeningnummer van de organisatie waarop het subsidiebedrag mag gestort worden

4. Lijst met bestuursleden * of de leiding met vermelding van:

 de naam van de bestuursleden

 voor jeugdbewegingen: aanduiding wie welk brevet heeft met afschrift van de betrokken brevetten basis- of voortgezette vorming

5. Een ledenlijst, *leiding niet inbegrepen, met vermelding van naam

 

*Bij de start van een nieuw werkingsjaar, moeten de volledige bestuurslijst en ledenlijst en de afschriften van vormingsattesten bezorgd worden. Voor de werkingsverslagen van datzelfde jaar volstaat het enkel de wijzigingen en eventuele afschriften van nieuwe attesten toe te voegen.

 

B. Lijst van de activiteiten

Voor elke activiteit moeten volgende gegevens doorgegeven worden:

-  Datum, beginuur en einduur, duur van de activiteit

-          Omschrijving van de aard van de activiteit (jeugdhuizen moeten het uitvoeringsplan met                inbegrip van een financieel plan toevoegen).

- Het aantal deelnemende leden

 

Art. 6:  Toekenning van de punten die de toelage jeugdbewegingen bepalen:

Puntentoekenning: Elk semester wordt er aan elke jeugdbeweging een aantal punten toegekend:

Voor elke activiteit wordt het aantal deelnemers vermenigvuldigd met het aantal uren. Dit levert het aantal punten op voor die activiteit. Het totale aantal punten voor dat semester wordt berekend door de punten voor elke activiteit van dat semester op te tellen.

 

Activiteiten die in aanmerking komen voor subsidiëring

- Ledenactiviteiten die beantwoorden aan de criteria vermeld in de doelstellingen

- Deelname aan activiteiten, georganiseerd door andere organisaties dan de eigen afdeling, voor het aantal deelnemende leden van de eigen vereniging

 

Komen niet in aanmerking voor subsidiëring

- Activiteiten met winst als doel en de voorbereidingsvergaderingen ervan komen niet in

       aanmerking.

- Leidingskringen en bestuursvergaderingen

- De uren tussen 24u00 en 7u00 ‘s ochtends komen niet in aanmerking

- Kampen en weekends komen niet in aanmerking

 

Ter aanmoediging van kadervorming wordt het verkregen aantal punten vermeerderd als er naargelang het aantal leden voldoende begeleiders gevormd zijn. Voor jeugdbewegingen is een gevormd monitor iemand die een attest basisvorming animator in het jeugdwerk bezit.  De vermeerdering wordt als volgt toegepast:

Vanaf aantal leden: Aantal gevormde animatoren per aantal leden

0 tot 20   2 1 0 0 0

21 tot 40  3 2 1 0 0

41 tot 60  5 4 3 2 1

61 tot 80  7 6 5 4 3

81 tot 100  9 8 7 6 5

101 tot 150  11 10 9 8 7

Meer dan 150  13 12 11 10 9

Aantal punten   20 15 10 5 0

De vermeerdering zal steeds gebeuren met hele punten, waarbij de afronding steeds naar boven gebeurt.

 

Aanmoediging tijdig indienen werkingsverslagen: Tegen het einde van elk semester wordt van uit de jeugddienst per e-mail een signaal gegeven aan de jeugdwerkinitiatieven. Jeugdwerkinitiatieven die tijdig, dus voor het einde van de maand volgend op het betrokken semester, hun werkingsverslag indienen, krijgen per werkingsverslag 20 extra punten.

De vermeerdering zal steeds gebeuren met hele punten, waarbij de afronding steeds naar boven gebeurt.

Tijdig ingediend  20 punten

Te laat ingediend 0 punten

 

Online activiteiten organiseren: Er kan enkel en alleen een subsidie voor online activiteiten verkregen worden in uitzonderlijke situaties. Alleen als een fysieke werking helemaal uitgesloten is. In alle andere gevallen kan hier geen beroep worden op gedaan. De vermeerdering wordt als volgt toegepast:

Aantal online activiteitsdagen: Punten

-20    50

+ 20 en - 50   100

+ 50 en -100   150

+ 100 en - 200   200

+ 200     250

 

Art 7: Voorwaarde toekenning van de toelage jeugdhuizen:

Voor het toekennen van de werkingssubsidie leggen de jeugdhuizen de geplande activiteiten eerst voor aan de jeugdraad en de activiteiten moeten vervolgens door de jeugdraad goedgekeurd worden.

 

Art. 8: De berekening van de toelage:

Jeugdhuizen

Op het einde van het jaar wordt het totale subsidiebedrag verdeeld: 400 euro wordt toegekend aan elk van de jeugdhuizen,  het restbedrag aan de jeugdbewegingen.

 

Voor de jeugdhuiswerkingen is er voor elk 400 euro voorzien voor het organiseren van activiteiten die een meerwaarde bieden aan jongeren. Ze krijgen deze som mits zij elk 2 grote activiteiten organiseren die goedgekeurd werden door de jeugdraad.

 

Indien een jeugdhuis niet actief is en geen activiteiten organiseert die voldoen aan de voorwaarden goedgekeurd door de jeugdraad, kan een ander jeugdhuis aanspraak maken op dit budget door extra activiteiten te organiseren in het desbetreffende jaar.

 

Jeugdverenigingen

De som voor jeugdbewegingen wordt evenredig verdeeld over de semesters waarvoor er werkingsverslagen werden ingediend. Dit subsidiebedrag per semester wordt proportioneel verdeeld onder de verschillende jeugdwerkinitiatieven à rato van het aantal behaalde punten. Het totale subsidiebedrag voor een erkende jeugdbeweging is dan de som van de subsidiebedragen per semester voor deze jeugdbeweging.

 

Art. 9:  Betalingstermijn:  De subsidie wordt jaarlijks gestort op het rekeningnummer van het jeugdwerkinitiatief voor 31 december van het werkjaar.

 

Art. 10: Controle: Het lokaal bestuur en de jeugdraad hebben het recht inspectiecontroles te verrichten.

 

Art.  11: Uitzonderlijk subsidiefonds: Wanneer door een andere overheid dan de lokale overheid (de gemeente) een uitzonderlijk subsidiefonds ter beschikking wordt gesteld aan het verenigingsleven, dan zal deze uitzonderlijke subsidie verdeeld worden op basis van de actuele subsidiereglementen.

Met een andere overheid wordt bedoeld de federale overheid, de Vlaamse overheid, de provinciale overheid. Deze uitzonderlijke subsidie is een subsidie die ontstaat naar aanleiding van een uitzonderlijke gebeurtenis of toestand (bijvoorbeeld COVID-19).

 

Art. 12: Voor het werkingsjaar 2020- 2021 moeten de verenigingen geen werkingsverslag indienen wegens het nagenoeg niet kunnen organiseren van activiteiten omwille van de coronapandemie. De subsidies worden uitbetaald op basis van het werkingsjaar 2019 -2020 (dezelfde bedragen worden toegekend).

 

 

Art. 13:  Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en volgende van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en treedt in werking volgens artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Art. 14: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Art. 15: Deze beslissing is onderworpen aan de toepassing van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 en volgende van het decreet over het lokaal bestuur.

 

 

B. Subsidiereglement Kadervorming

 

Art 1:  Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd in het budget worden volgens onderstaande normen subsidies verleend:

 

Art 2: Voorwaarden cursist:

Aan alle jongeren, wonend in Tielt-Winge, die minimum 15 jaar worden in het jaar waarin de cursus plaatsvindt, kan een toelage verleend worden voor het volgen van cursussen die nuttig zijn voor de werking van een jeugdwerkinitiatief. Jongeren die in aanmerking komen, kunnen per cursus slechts in één Vlaamse gemeente kadervormingsubsidies trekken.

 

Art 3: Grabbelpas, swap en/of speelpleinwerking: Jongeren die de cursus animator in het jeugdwerk of hoofdanimator in het jeugdwerk volgen, krijgen het inschrijvingsgeld voor 2/3 terugbetaald met een maximumbedrag van 90 euro op voorwaarde dat zij gedurende twee weken de grabbelpas, swap en/of speelpleinwerking begeleiden. Per jaar wordt per persoon maximum 1 cursus terugbetaald. Jongeren van buiten Tielt-Winge die de cursus volgen met de bedoeling in Tielt-Winge grabbelpas, swap en/of speelpleinwerking te begeleiden, doen eerst een aanvraag voor kadervormingstoelagen in de eigen gemeente.

 

Art 4:  Jongeren die buiten de gemeente wonen maar actief zijn binnen een erkend jeugdwerkinitiatief in Tielt-Winge en in hun eigen gemeente geheel buiten de kadervormingreglementering vallen, kunnen de kosten voor subsidiëring indienen, met een 2/3 terugbetaling van het cursusgeld met een maximum van 60 euro voor een cursus met attest “animator in het jeugdwerk of jeugdhuis” en 50 euro voor een cursus zonder attest, per deelnemer en per jaar. Zij moeten wel een bewijs voorleggen waaruit blijkt dat zij geheel buiten de reglementering van hun gemeente vallen, samen met een kopie van het kadervormingsreglement.

 

Art 5: Voorwaarden cursus: Om voor subsidiëring in aanmerking te komen dient een cursus een minimumduur te hebben van vier uur werkelijke vorming. Indien de kadervorming een cyclisch karakter heeft, moet de werkelijke vormingstijd tenminste acht uur in totaal bedragen en tenminste twee uur per onderdeel. 

De opleiding moet georganiseerd worden door een organisatie die door de afdeling Jeugdwerk van de Vlaamse Gemeenschap erkend wordt als landelijk jeugdwerk. Eventuele uitzonderingen kunnen mits gunstig advies van de jeugdraad ook in aanmerking komen.

 

Art 6: De aanvrager: de aanvraag kan gebeuren door diegene die de kosten voor deelname aan de cursus zal dragen. Dit kan zowel de belanghebbende zelf zijn, als de vereniging waarvan hij lid is voor zover deze de kosten van haar leden voor deelname aan de cursus draagt.

 

Art 7: Procedure

Na het volgen van de cursus wordt het attest van deelname doorgegeven aan de jeugddienst. Het attest van deelname voor de betoelaging moet ingediend worden voor 15 november van het kalenderjaar. De attesten van cursussen gevolgd na 10 november worden meegenomen naar het volgend kalenderjaar.

 

Art 8: De aanvraag moet in elk geval de volgende gegevens bevatten:

 

In te vullen door de aanvrager:

 naam van de vereniging waarvan de cursist lid is of waar hij stage doet

 naam, adres en geboortedatum van de cursist

 naam en adres van de organisatie of persoon die het inschrijvingsbedrag betaald heeft

 bankrekening waarop de subsidie mag gestort worden

 

 

In te vullen door de inrichter van de cursus of attest bijvoegen waarop dezelfde gegevens vermeld staan:

 naam organisatie die cursus inricht

 naam van de cursist

 te behalen attest of brevet

 duur van de cursus

 betaalde deelnameprijs

 plaats en data van cursus

 

Art 9:  De toelage van de tussenkomst voor een cursus met attest “animator in het jeugdwerk of jeugdhuis” bedraagt voor jongeren wonend in Tielt-Winge én werkzaam in een jeugdwerkinitiatief van Tielt-Winge, 2/3 van de kost voor deelname aan de cursus (verplaatsingskosten uitgezonderd) met een maximum van 90 euro  per persoon en per jaar. Jongeren wonend in Tielt-Winge en niet actief in een jeugdwerkinitiatief te Tielt-Winge krijgen een tussenkomst van 2/3 van het cursusgeld met een maximum van 60 euro per persoon per jaar.

 

De toelage van de tussenkomst voor een cursus zonder attest bedraagt voor jongeren wonend in Tielt-Winge én werkzaam in een jeugdwerkinitiatief van Tielt-Winge, 2/3 van de kost voor deelname aan de cursus (verplaatsingskosten uitgezonderd) met een maximum van 75 euro  per persoon en per jaar. Jongeren wonend in Tielt-Winge en niet actief in een jeugdwerkinitiatief krijgen een tussenkomst van 2/3 van het cursusgeld met een maximum van 50 euro.

 

Art 10:  Elke persoon kan maximum één aanvraag per kalenderjaar indienen. Indien één persoon zowel een cursus met attest als een cursus zonder attest heeft gevolgd, is de maximumtoelage van de cursus met attest van kracht.

 

Art 11: Het college van burgemeester en schepenen beslist over de tussenkomst op advies van de jeugddienst.

Bij ontoereikendheid van het budget kan de jeugdraad adviseren een aantal aanvragen in het volgende jaar te behandelen.

Jaarlijks wordt een overzicht van de gevolgde cursussen aan de jeugdraad overhandigd.

 

Art 12:  Wisselwerking verschillende toelagen: Indien het voorziene budget niet is uitgeput op het einde van het jaar kan het overgeheveld worden naar toelagen voor projecten of kampen, indien er voor deze posten een tekort is. Omgekeerd kan een tekort voor kadervorming aangevuld worden met restbedragen voor projecten of kampen. Het uiteindelijk resterende bedrag gaat naar de werkingssubsidies.

 

Art 13:  Uitbetalingstermijn:

De terugbetaling zal gebeuren voor 31 december van het kalenderjaar.

 

Art. 14:  Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en volgende van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en treedt in werking volgens artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Art. 15: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Art. 16: Deze beslissing is onderworpen aan de toepassing van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 en volgende van het decreet over het lokaal bestuur.

 

C. Reglement gemeentelijke uitleendienst

 

Art. 1: Wie kan materiaal ontlenen?

De scholen van Tielt-Winge kunnen gratis materiaal ontlenen. Verenigingen die lid zijn van de jeugdraad kunnen gratis materiaal ontlenen, mits betaling van een waarborg. Alleen verenigingen, aangesloten bij een adviesraad van de gemeente Tielt-Winge, kunnen zich aansluiten bij de uitleendienst. Voor verenigingen aangesloten bij de jeugdraad is dit lidmaatschap gratis. Verenigingen aangesloten bij een andere adviesraad betalen 20 euro per jaar, vanaf de eerste uitlening.

Bij misbruik kan de jeugdraad adviseren het lidmaatschap van de verenigingen op te opheffen. De betreffende verenigingen kunnen in geen geval het betaalde lidgeld terugvorderen of de beslissing van de jeugdraad herroepen.

 

Art. 2: Maximum duurtijd van de ontlening/kostprijs?

De ontlening is beperkt in tijd. De maximum duurtijd van de ontlening bedraagt twee weken. Uitzonderingen moeten schriftelijk of via mail aangevraagd worden. De waarborg voor de kostbare materialen zoals de muziekinstallatie, multimediaprojector, videocamera, soundmixer bedraagt 200 euro. De waarborg voor de andere materialen bedraagt 125 euro. De waarborg wordt betaald bij ontvangst van het materiaal en per aanvraag.

 

Art. 3: Hoe aanvragen?

De aanvraag gebeurt op de daartoe bestemde aanvraagformulieren in tweevoud of per e-mail (1 voor de jeugddienst en 1 voor de aanvrager). De aanvraagformulieren zijn op de jeugddienst (Ralisweg 17, 3390 Tielt-Winge) te verkrijgen of kan je downloaden in het loket op de gemeentelijke website: www.tielt-winge.be.  Ook als het materiaal reeds aangevraagd werd, noteert de dienst jeugd alle volgende aanvragen voor hetzelfde materiaal en dezelfde periode. Indien de eerste aanvraag geannuleerd wordt, kan de dienst jeugd de volgende aanvragers contacteren. Op de aanvraagformulieren wordt steeds de datum en uur ingevuld wanneer de materialen gehaald en ingeleverd worden. Wijzigingen van de gemaakte afspraken op dit formulier mogen slechts aangebracht worden na overleg met de jeugddienst.

 

Art. 4: Wat moet je doen als je het materiaal gaat halen?

De aanvrager moet het aanvraagformulier of e-mail voorleggen bij de inontvangstneming van het materiaal.

Het materiaal wordt door de aanvrager gecontroleerd. De ondertekening voor ontvangst gebeurt door de aanvrager op de formulieren. Namens de uitleendienst wordt het exemplaar ondertekend door de verantwoordelijke. De waarborg wordt contant betaald bij afhaling.

 

Art. 5: Wanneer wordt de waarborg ingehouden?

Bij niet inleveren van het ontleende materiaal op het bepaalde tijdstip wordt het bedrag van de waarborg als schadevergoeding ingehouden, behalve in geval van overmacht te bepalen door de jeugddienst.

Verloren of beschadigd materiaal wordt aangerekend aan vervangingswaarde of herstelwaarde. Deze waarde wordt bepaald door de jeugddienst. Dit bedrag dient binnen de 30 dagen betaald te worden. Het lokaal bestuur zorgt voor vervanging of herstelling van het verloren of beschadigde artikel na advies van de jeugdraad. Is het materiaal één week na het afgesproken tijdstip niet teruggebracht, dan wordt het als verloren beschouwd, behalve in geval van overmacht te bepalen door het college van burgemeester en schepenen na advies van de jeugdraad.

 

Art. 6: Afspraken tussen de aanvrager en de uitleendienst.

De aanvrager verbindt er zich toe:

het ontvangen materiaal goed te beheren

maatregelen te treffen om het materiaal te beschermen tegen de weersomstandigheden;

Het wordt aanbevolen om een verzekering af te sluiten tegen diefstal en brand.

 

Art. 7: Het personeel van Tielt-Winge mag te allen tijde controle uitoefenen over het gebruik van het materiaal. De aanvrager moet dan het aanvraagformulier of de e-mail kunnen voorleggen.

De uitleendienst wijst alle verantwoordelijkheid af voor de eventuele ongevallen die zich zouden voordoen bij misbruik of verkeerd gebruik van het materiaal.

Door het ondertekenen van de aanvraagformulieren en/of e-mail verklaart men kennis genomen te hebben van dit reglement.

 

Art. 8: Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en volgende van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en treedt in werking volgens artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Art. 9: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Art. 10: Deze beslissing is onderworpen aan de toepassing van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 en volgende van het decreet over het lokaal bestuur.

 

D. Subsidiereglement Projecten Jeugdwerk en startende jeugdwerkinitiatieven van Tielt-Winge

 

Art 1: Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd in het budget worden volgens onderstaande normen subsidies verleend.

 

Art 2: Wie kan een aanvraag indienen: jeugdwerkinitiatieven van Tielt-Winge en/of een groep jongeren hoofdzakelijk woonachtig te Tielt-Winge, kunnen een subsidie aanvragen voor de realisatie van een project dat voldoet aan de voorwaarden in art. 3 omschreven of voor het opstarten van een nieuw jeugdwerkinitiatief.

 

Art 3: Projectsubsidies:

 Onder een project wordt verstaan, elke welomschreven jeugdwerkactiviteit:

 met een openbaar karakter

 beperkt in tijd en ruimte

 met goed omlijnde doelstellingen

 in de eerste plaats gericht tot jongeren tussen 6 en 25 jaar van Tielt-Winge en georganiseerd binnen Tielt-Winge

 die binnen het jeugdwerk gesitueerd moet kunnen worden, maar de specifieke werking van de bestaande jeugdorganisaties overschrijdt.

 

 Startsubsidies: Onder een startend jeugdwerkinitiatief wordt verstaan: een startende vereniging

 Die nog niet in aanmerking kan komen voor subsidies voor werkingskosten

 Die ten hoogste éénmaal in de loop van de voorbije twee jaar een aanvraag voor startsubsidie heeft ingediend

 

Art 4: Aanvraag: Om in aanmerking te komen voor een project- of startsubsidie moet een  

          aanvraag ingediend worden op de jeugddienst voor 20 februari van het jaar waarin de

          activiteiten georganiseerd worden. 

 

Art 5: De aanvraag voor projectsubsidies moet de volgende gegevens bevatten:

1. Identificatie van het initiatief:

 Naam en handtekening van de organisator/organisatoren

 Of naam van het jeugdwerkinitiatief en eventueel benaming en adres van de          federatie waarbij de jeugdorganisatie is aangesloten

 naam van de verantwoordelijke

 rekeningnummer waarop het subsidiebedrag mag gestort worden

2. Omschrijving van het project, tijdstip, duur

3. Omschrijving van de doelstellingen van het project

4. Uitvoeringsplan met inbegrip van een financieel plan: overzicht van geplande uitgaven en inkomsten

 

De aanvraag voor startsubsidies moet de volgende gegevens bevatten:

1. Identificatie van het initiatief:

 Naam en adres van de organisatie

 eventueel benaming en adres van de federatie waarbij de jeugdorganisatie is aangesloten

 naam van de verantwoordelijke

 rekeningnummer van de organisatie waarop het subsidiebedrag mag gestort worden

2. Samenstelling van het bestuur, de leiding: naam van de bestuursleden

3. Doelstellingen of statuten van het jeugdwerkinitiatief

4. korte beschrijving van de geplande activiteiten (soort, plaats, tijdstip en frequentie)

 

Art 6: Bepaling van de subsidies

Voor projectsubsidies:

Het totale jaarlijkse budget, bepaald in het meerjarenplan, wordt evenredig gespreid over de ingediende projecten met een maximum van 250 euro per ingediend project. Indien er een aanvraag wordt gedaan voor startsubsidies dan zal het resterende bedrag van het totale jaarlijkse budget evenredig verdeeld worden over de ingediende projecten. Er kan maximum twee jaar een projectsubsidie bekomen worden voor eenzelfde project. Het college van burgemeester en schepenen beslist op advies van de jeugdraad, over een verdeling over de aanvragen.

 

Voor startsubsidies:

Iedere startende vereniging kan éénmalig aanspraak maken op de startsubsidies met een maximum van € 350.

 

Art 7: Uitbetaling van de subsidies

De betaling gebeurt

- voor een project ten laatste 3 maanden na goedkeuring en na het indienen van een gedetailleerde staat van inkomsten en uitgaven,

- voor een startende vereniging ten laatste 3 maanden na de goedkeuring.

De subsidie moet gebruikt worden voor het vermelde doel van het initiatief. Indien niet voldaan wordt aan het vooropgestelde doel kan het college van burgemeester en schepenen op advies van de jeugdraad het uitgekeerde bedrag terugvorderen.

 

Art 8: Het lokaal bestuur en de jeugdraad hebben het recht inspectiecontroles te verrichten.

 

Art 9: Wisselwerking verschillende toelagen: Indien het voorziene budget niet is uitgeput op het einde van het jaar kan het overgeheveld worden naar toelagen voor kadervorming, of kampen, indien er voor deze posten een tekort is. Omgekeerd kan een tekort voor projectsubsidies aangevuld worden met restbedragen voor kadervorming of kampen. Het uiteindelijk resterende bedrag gaat naar de werkingssubsidies.

 

Art. 10 :  Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en volgende van het      decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en treedt in werking volgens artikel 288      van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Art.  11: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Art. 12: Deze beslissing is onderworpen aan de toepassing van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 en volgende van het decreet over het lokaal bestuur.

 

 

E. Subsidiereglement toelagen kampen

 

Art 1:  Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd in de budget worden volgens onderstaande normen subsidies verleend ter ondersteuning van jeugdkampen.

 

Art. 2 :  Enkel de organisaties van Tielt-Winge die erkend zijn door het college van burgemeester en schepenen na gunstig advies van de jeugdraad, kunnen in aanmerking komen voor subsidiëring van de jeugdkampen.

 

Art 3:  Onder een jeugdkamp wordt verstaan:

- een verblijf van minstens 5 dagen op verplaatsing,

- waaraan leden en bestuursleden deelnemen en

- waarbij activiteiten geprogrammeerd zijn en gedaan worden die binnen het jeugdwerk gesitueerd  moeten kunnen worden

 

Art 4:   Aanvraagprocedure

De aanvragen moeten volledig ingediend worden op de jeugddienst binnen 3 maand na afloop van het kamp.

Modelformulieren zijn verkrijgbaar op de jeugddienst.

De aanvraag moet in elk geval de volgende gegevens bevatten:

 Identificatie van het jeugdwerkinitiatief:

 - Naam van de vereniging

 - Adres van de lokalen

 Naam van de persoon die de aanvraag ondertekent

 Rekeningnummer van de organisatie waarop het subsidiebedrag mag gestort worden.

 Begin- en einddatum van het kamp

 Adres waar het kamp doorgaat

 Aantal deelnemers

 Bijlagen:

 - Deelnemerslijst met vermelding van naam

 - Kopie van de huurovereenkomst

 - Kopie van de uitnodiging of brochure of document met beknopte vermelding van het

                 programma

 

Art 5:  Bepaling van de toelage

Voor kampen met 0 tot 70 deelnemers bedraagt de toelage € 650

Voor kampen met 70 of meer deelnemers wordt € 900 toegekend.

Elk jeugdwerkinitiatief kan maximum 1 maal per jaar in aanmerking komen voor toelagen voor jeugdkampen.

 

Art 6:  Uitbetalingstermijn:

De toelage wordt, na positief advies van de jeugdraad en goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen, op de rekening van het jeugdwerkinitiatief gestort voor 31 december van het jaar waarin het kamp plaatsvond.

 

Art 7: Wisselwerking verschillende toelagen: Indien het voorziene krediet in de budget niet is uitgeput op het einde van het jaar kan dit gebruikt worden om een tekort bij andere toelagen in te vullen. Het uiteindelijk resterende bedrag wordt overgemaakt aan de werkingssubsidies.

Omgekeerd kan, als het budget voor kamptoelagen ontoereikend is kan een restbedrag van kadervorming of projecten overgeheveld worden.

 

 Art. 8 :  Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 en volgende van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en treedt in werking volgens artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Art. 9: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Art. 10: Deze beslissing is onderworpen aan de toepassing van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 en volgende van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Artikel 2  

Deze reglementen worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 en volgende van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en treden in werking volgens artikel 288 van het decreet over het lokaal bestuur.

 

Artikel 3

Deze aangepaste  jeugdsubsidiereglementen vervangen alsdan de vorige subsidiereglementen (vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 17 april 2014) die worden opgeheven.

 

Artikel 4

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 5

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB.