Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze retributie.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019;

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 - Belasting weghalen niet-industriële afvalstoffen.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het diversifiëren van de belasting op het huisvuil mag niet leiden tot toename van het sluikstorten.

 

De door dit retributiereglement aangerekende kosten mag nooit leiden tot een schending van het beginsel 'non bis in idem' of dubbele (administratieve) sanctionering voor hetzelfde feit.

 

Voor levering van een in dit reglement bedoelde prestatie of dienst door de gemeente in het individueel belang of voordeel van diegene die gebruik maakt van die dienst of prestatie is een redelijke vergoeding in verhouding tot de kostprijs van de geleverde prestatie of dienst onder de vorm van een retributie aangewezen.

 

Voor het aanslagjaar 2025 gold het reglement 'Belasting weghalen niet-industriële afvalstoffen.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct-toewijsbare financiële gevolgen. Deze retributie geldt als een billijke vergoeding voor levering van een in het reglement bedoelde prestatie of dienst door de gemeente in het individueel belang of voordeel van diegene die gebruik maakt van die dienst of prestatie. De geraamde inkomsten uit deze retributie worden opgenomen in het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Voor een termijn startend op 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031, behoudens tussenkomende wijzigingen goedgekeurd door de gemeenteraad, wordt volgende retributie geheven, luidende als volgt:

 

Retributiereglement op het verwijderen en verwerken van sluikstort voor 2026 t.e.m. 2031 (versie 15.12.2025)

 

Artikel 1 – Duurtijd en belastbaar voorwerp of belastbaar feit

§1. Voor een termijn startend op 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie geheven op het weghalen door het lokaal bestuur van niet-industriële afvalstoffen achtergelaten op niet-reglementaire plaatsen of tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten.

 

§2. Onder het weghalen door het lokaal bestuur van niet-industriële afvalstoffen achtergelaten op niet-reglementaire plaatsen of tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten moet worden verstaand het opruimen van sluikstort.

 

Artikel 2 - Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen achtergelaten heeft. Diegene die daartoe opdracht of toelating gaf en/of de eigenaar van de afvalstoffen zijn ook hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 3 – Tarief

De retributie wordt berekend als volgt:

 

Basiskost per interventie: 250 euro (hieronder valt de administratieve kost, het uitrijden, inzet van één voertuig en twee personeelsleden, inclusief de eerste twee werkuren).

 

         Uurloon arbeiders: 50 euro (na de twee inbegrepen werkuren)

         Uurloon zelfrijdende kraan: 90 euro

         Uurloon klein materiaal: 50 euro

         Uurloon vrachtwagen: 80 euro

         Uurloon bestelwagen: 50 euro.

 

Ieder begonnen halfuur wordt aangerekend als een volledig halfuur.

 

         Afvalverwerkingskosten: volgens kostprijs aangerekend door EcoWerf

         Materiaalonkosten: volgens kostprijs aangerekend door leverancier aan de gemeente

         Onderaanneming (bv. hoogtewerker): volgens kostprijs aangerekend door leverancier aan de gemeente.

 

Artikel 4 – Indexering van de tarieven/ van de retributies voor de periode 2026-2031

  1. De in dit reglement vastgestelde tarieven (met uitzondering van afvalverwerkingskosten, materiaalonkosten en kosten onderaanneming) worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, zoals vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, de inwerkingtreding van het nieuwe tarief wordt bepaald op 1 januari.
  2. De aanvangsindex voor de jaarlijkse herziening wordt vastgelegd op de index van november 2025.
  3. De jaarlijkse aanpassing gebeurt volgens de volgende formule:

 

 

  1. De aldus berekende bedragen worden afgerond op het dichtstbijzijnde 0,1 euro (vanaf 0,05 -> afronding naar boven).
  2. De berekening van de nieuwe tarieven gebeurt in december voorafgaand aan de inwerkingtreding
  3. In geval van jaar- overschrijdende zaalreservaties bij sport of cultuur wordt het tarief toegepast dat geldig is op het moment van de reservatie.

 

Artikel 5 – Betalingsmodaliteiten

De retributie is verschuldigd door de persoon die de aanvraag indiende en moet betaald worden binnen 30 dagen na de factuurdatum.

 

Artikel 2

§1. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking op 1 januari 2026 na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

§2. Het reglement van 21 november 2019 wordt opgeheven door deze beslissing.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.