Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze lokale belasting.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen

         Wet 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019

         Gemeenteraadsbeslissing van 5 september 2013 politieverordening betreffende nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 over deze belasting

 

Adviezen

Het belastbaar feit wordt verder verduidelijkt door eraan toe te voegen dat geopend zijn tijdens een deel van de openingsuren tussen 21u en 07u ook zal beschouwd worden als nachtwinkel.

Bij de aangifteplicht wordt eveneens de vaststelling van de belastbare feiten opgenomen.

De procedure van ambtshalve vaststelling wordt verduidelijkt.

 

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen voor de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan 2020-2025.

 

De activiteiten van deze zaken verschillen fundamenteel van deze van de gewone kleinhandel; de openingsuren situeren zich grotendeels tijdens de nachtrust van de meeste omwonenden.

 

Het openhouden van nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie gaat dikwijls gepaard met overlast die kan leiden tot een grotere inspanning van de gemeente.

 

De heffing van een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting is daarom verantwoord.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct-toewijsbare financiële gevolgen. Deze belasting geldt als algemene en verplichte bijdrage van de burger, opgelegd door de gemeenteraad, aan de algemene uitgaven van het lokaal bestuur (en waartegenover geen individueel aanwijsbare tegenprestatie van de overheid staat en/of geheven wordt voor een dienstverlening die het algemeen belang dient) ter uitvoering van het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1 – Aanslagjaren en belastbaar voorwerp of belastbaar feit

§1. Voor een termijn startend op 1 januari 2024 en eindigend op 31 december 2025 (aanslagjaren 2024 t.e.m. 2025) wordt een belasting geheven op nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie.

 

§2. Onder nachtwinkels moet worden verstaan elke winkel die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en tussen 21 uur en 7 uur, of een deel tussen deze openingsuren, open is, zoals bedoeld wordt in artikel 9, 2° van de wet van 10 november 2006 en ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn.

Onder privaat bureau voor telecommunicatie – ook phoneshop genoemd- moet worden verstaan een voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid voor het verlenen van telecommunicatiediensten.

 

Artikel 2 – Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of de rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar de uitbater is van de nachtwinkel of phoneshop.

Wanneer in de loop van het aanslagjaar op dezelfde locatie een nieuwe nachtwinkel of phoneshop wordt geopend is er geen belasting verschuldigd door de nieuwe uitbater voor het resterende deel van dat jaar.

Wordt beschouwd als uitbater de natuurlijke of rechtspersoon op wiens naam de inkomsten van de in de desbetreffende ruimte uitgeoefende activiteit, als hoofdberoep of als bijberoep, belastbaar is in de inkomstenbelastingen, met inbegrip van de vennootschappen in vereffening waarvan de activiteiten beperkt zijn tot de vereffeningsverrichtingen.

 

Artikel 3 – Tarief

Er wordt zowel een openingsbelasting als een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels en bureaus voor telecommunicatie gelegen op het grondgebied van de gemeente.

De éénmalige openingsbelasting wordt vastgesteld op 6.000 euro en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit zoals gedefinieerd in artikel 1.

Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit.

 

De jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1.500 euro per nachtwinkel of phoneshop.

 

De openingsbelasting en de jaarlijks belasting zijn ondeelbaar. Zij zijn verschuldigd voor het ganse kalenderjaar, welke ook de aanvangs- of stopzettingsdatum van de economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar is, de toestand van 1 januari is bepalend.

 

De jaarlijkse belasting gaat in volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting.

 

Artikel 4 - Vrijstellingen

Geen vrijstelling mogelijk.

 

Artikel 5 – Wijze van inning

De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6 – Aangifteplicht

De vaststelling van de belastbare feiten wordt gedaan door de beëdigde, daartoe door het schepencollege speciaal aangewezen ambtenaar van het gemeentebestuur.

De belastingplichtige moet ten laatste voor 1 april van ieder jaar aangifte doen op volgend adres: Gemeentebestuur Tielt-Winge, Kruisstraat 2, 3390 Tielt-Winge.

Om de aangifte te vergemakkelijken zal het gemeentebestuur jaarlijks een aangifteformulier toesturen aan alle gekende belastingplichtigen met de vraag deze tijdig ingevuld en ondertekend terug te bezorgen. Indien de belastingplichtige geen aangifteformulier zou ontvangen, dient hij de aangifte te doen op eigen initiatief.

Elke wijziging of stopzetting van een economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtige onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het gemeentebestuur.

 

Artikel 7 – Procedure van ambtshalve vaststelling

Bij gebrek aan aangifte voor 1 april van ieder jaar, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd op basis van de door het gemeentebestuur gekende gegevens.

 

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Dit betekent dat de belastingplichtige alsnog de kans krijgt om aan te tonen dat hij wel degelijktijdig aangifte gedaan heeft en / of dat zijn aangifte wel degelijk juist, volledig en nauwkeurig was. Indien de aangifte alsnog laattijdig wordt ingediend dan kan het Gemeentebestuur desgewenst en gemotiveerd afzien van de belastingverhoging bij de ambtshalve vestiging (cfr. Artikel 8).

 

De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het aanslagjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.

 

Artikel 8 – Belastingverhoging

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een administratieve boete van 500 euro.

De administratieve geldboete wordt gevestigd en ingevorderd volgens dezelfde regels als die welke van toepassing zijn op de kohierbelasting.

Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

 

Artikel 9 – Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10 – Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gedagtekend, ondertekend (met vermelding van naam, hoedanigheid en adres of zetel van de belastingplichtige) en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

 

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 11 – Regelgeving

Zonder afbreuk te doen aan het huidige decreet, zijn van overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen:

1° de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen;

2° het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet- fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.

 

Artikel 12 - Bekendmaking

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

Het reglement van 21 november 2019 wordt door deze beslissing opgeheven met ingang vanaf 1 januari 2024.

 

Artikel 13 - Uitvoering

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 14 - Toezicht

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur.