Feiten en context

Het is noodzakelijk om de bepalingen die zijn opgenomen in het bestaande retributiereglement op de invordering van niet-fiscale ontvangsten, ook van toepassing te maken op de invordering van fiscale ontvangsten en aan te passen.

 

De invordering van de retributie of belasting gaat gepaard met kosten welke gemaakt worden voor het verzenden van betalingsherinneringen en aangetekende zendingen. Het is billijk om deze kosten op de nalatige debiteuren te verhalen.

 

Juridische gronden

         De wet van 20 februari 2017 tot wijziging van artikel 298 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat betreft de herinneringsbrieven voor onbetaalde inkomstenbelastingen heeft ook gevolgen voor de invordering van gemeentelijke belastingen.

         Het decreet van 22 december 2017 en latere wijzigingen over het Lokaal Bestuur, met inzonderheid artikel 177.

         Het besluit van de gemeenteraad van 19 april 2012 houdende goedkeuring van de retributie op de invorderingskosten van de niet-fiscale ontvangsten.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het voorstel is om bij de tweede herinnering een algemene kost vast te stellen van 10 euro. Indien nog nodig wordt een aangetekende ingebrekestelling verstuurd, ook hiervoor wordt een algemene kost van 10 euro voorgesteld. De retributie omvat zowel administratie- als verzendkosten.

 

Sinds 2012 werd de gemeenteraadsbeslissing inzake de retributie voor invorderingskosten van niet-fiscale ontvangsten niet meer gewijzigd.

 

Er wordt voor de invordering van zowel fiscale als niet-fiscale ontvangsten hetzelfde tarief aangerekend voor de kosten van de tweede herinnering en de aangetekende ingebrekestelling.

 

Het volledig invorderingsproces wordt opgenomen in het organisatiebeheerssysteem. Als omkadering wordt een deel van de minnelijke fase invorderingsprocedure weergegeven:

Deel van de minnelijke invorderingsprocedure en tarieven bij een fiscale schuldvordering (belastingen):

- Versturen van het aanslagbiljet te betalen binnen twee maanden;
- Versturen van een eerste kosteloze herinnering tot betalen na 21 dagen na vervaldag van de openstaande vordering;

- Versturen van een tweede herinnering tot betalen na 30 dagen na het versturen van de eerste herinnering (dus 51 dagen na vervaldag van de openstaande vordering), in dit laatste geval wordt 10 euro kosten aangerekend;

- Versturen van een aangetekende ingebrekestelling (laatste aanmaning) 20 dagen na het versturen van de tweede herinnering (dus 71 dagen na vervaldag van de openstaande vordering), bijkomend wordt 10 euro kosten aangerekend (totaal 20 euro kosten);

- Opstarten van de gedwongen invorderingsprocedure.

 

Deel van de minnelijke invorderingsprocedure en tarieven bij een niet-fiscale schuldvordering:

- Versturen van een factuur te betalen binnen 30 dagen;

- Versturen van eerste kosteloze herinnering tot betalen na 21 dagen na vervaldag van de openstaande vordering;

- 35 dagen na vervaldag van de openstaande vordering wordt de facturerende dienst gecontacteerd, dit om 10 euro kosten trachten te vermijden;

- Versturen van een tweede herinnering tot betalen na 30 dagen na het versturen van de eerste herinnering (dus 51 dagen na vervaldag van de openstaande vordering),in dit laatste geval wordt 10 euro kosten aangerekend;

- Indien mogelijk wordt telefonisch contact opgenomen met de debiteur of de desbetreffende/facturerende dienst om na te gaan waarom er niet betaald wordt. Hiervoor wordt een periode van 7 dagen voorzien alvorens over te gaan tot de laatste stap van de minnelijke invorderingsprocedure;

- Versturen van een aangetekende ingebrekestelling (laatste aanmaning) 20 dagen na het versturen van de tweede herinnering (dus 71 dagen na vervaldag van de openstaande vordering), bijkomend wordt 10 euro kosten aangerekend, totaal 20 euro kosten;

- Opstarten van de gedwongen invorderingsprocedure.

 

Financiële gevolgen

De opbrengst wordt geraamd op 2.000 euro. De ontvangst wordt voorzien in het exploitatiebudget onder beleidsitem 020000 (fiscaliteit) en een te creëren algemene rekening.

 

Bijlagen

Geen bijlagen

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt het Retributiereglement voor invorderingskosten vast, luidende als volgt:

 

Artikel 1. - Heffingstermijn:

Met ingang van 1 mei 2022 en eindigend op 31 december 2025 wordt een retributie geheven voor de kosten verbonden aan de invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

 

Artikel 2. - Definities:

1. Fiscale schuldvordering: de ontvangsten uit belastingen, inclusief belastingverhogingen.

2. Niet-fiscale schuldvordering voor gemeenten: de ontvangsten uit retributies, huurgelden, schadevergoedingen en terugvorderingen van ten onrechte betaalde bedragen,…

 

Artikel 3. - Tarieven:

- Gratis voor het opmaken en verzenden van het aanslagbiljet of een niet-fiscale vordering en het opmaken en verzenden van een eerste herinnering;

- 10 euro voor het opmaken en verzenden van de tweede herinnering;

- Bijkomend 10 euro voor het opmaken en aangetekend verzenden van de ingebrekestelling.

 

Artikel 4. - Diverse bepalingen:

Bij gedeeltelijke betaling worden eerst de volgens dit retributiereglement aangerekende kosten aangezuiverd en vervolgens de openstaande fiscale of niet-fiscale schuld (hoofdsom).

 

Het tarief zal in voorkomend geval ingevorderd worden via dwangbevel, zoals bepaald in artikel 177 2° DLB, of via gerechtelijke weg.

 

Artikel 2

§1. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking op 1 mei 2022.

 

§2. Het reglement, zoals goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2012, wordt opgeheven door deze beslissing per 1 mei 2022.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het Lokaal Bestuur.