Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze lokale belasting.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals laatst gewijzigd door het decreet van 3 mei 2024

         Wetboek minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019

         Wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging

         Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en lijkbezorging

         Besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2006 tot vaststelling van de wijze van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor uitvaart opgenomen in laatste wilsbeschikking

         Besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 voor organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 reglement contantbelasting opgravingen voor aanslagjaren 2020-2025 (aangepast door gemeenteraadsbeslissing van 20 november 2025 naar aanleiding van een klacht)

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen voor de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan 2026-2031.

 

Een soortgelijk belastingreglement gold voor de periode 2020 t.e.m. 2025 (met technische aanpassing voor opgravings- mét herbegravingsscenario op kosten van de gemeente, aanpassing vrijstellingenregime artikel 4).

 

Financiële gevolgen

Deze belasting geldt als algemene en verplichte bijdrage van de burger, opgelegd door de gemeenteraad, aan de algemene uitgaven van het lokaal bestuur (en waartegenover geen individueel aanwijsbare tegenprestatie van de overheid staat en/of geheven wordt voor een dienstverlening die het algemeen belang dient) ter uitvoering van het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

14 stemmen voor: Katrien Houtmeyers, Jo Smekens, Jan Loddewykx, Bart Willems, Manuela Vervoort, Steve Cleynen, Gert Van denstorme, Ilse Roelants, Filip Charlier, Eric Roskin, Marleen De Vry, Raf Alaerts, Jasper Trompet en Fons Lemmens.
6 onthoudingen: Germaine Willems, Agnes Van de Gaer, Rudi Beeken, Gunther Clinckx, Kris Cornelissen en Tom Craeninckx.
Artikel 1

De gemeenteraad keurt het hierna vermelde belastingreglement opgravingen voor aanslagjaren 2026 tot en met 2031 goed behoudens tussenkomende wijzigingen goedgekeurd door de gemeenteraad:

 

"Contantbelasting voor opgravingen voor aanslagjaren 2026 t.e.m. 2031 (versie 20.11.2025)

 

Artikel 1 – Aanslagjaren

Voor een termijn startend op 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031 (aanslagjaren 2026 t.e.m. 2031) wordt een belasting geheven op opgravingen.

 

Artikel 2 – Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door degene die om de opgraving heeft verzocht, op de dag dat de werken tot opgraving voltooid zijn.

 

Artikel 3 – Tarief

§1. De belasting wordt vastgesteld op 1.000 euro.

 

§2. Wanneer de opgraving de herbegraving op een gemeentelijke begraafplaats van Tielt-Winge inhoudt, wordt bijkomend aan het tarief voor de opgraving, zoals bepaald in §1 van dit artikel 3, het tarief aangerekend zoals bepaald in het geldend gemeentelijk reglement inzake begraafplaatsen en lijkbezorging, alsook in het retributiereglement grafconcessies.

 

Artikel 4 – Vrijstellingen

De belasting is niet verschuldigd wanneer de opgraving (mét eventuele herbegraving) wordt uitgevoerd op bevel van het gerecht of ten gevolge van een bestuurlijke beslissing (omwille van veiligheidsredenen of omwille van herinrichting van de begraafplaats).

 

Artikel 5 – Wijze van inning

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd.

 

Artikel 6 – Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.

 

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 7

De vestiging, de invordering en de geschillenprocedure gebeuren volgens de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 (en latere wijzigingen) betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 2

Dit reglement wordt bekend gemaakt conform de bepalingen van artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking op 1 januari 2026.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur.

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.