Feiten en context

Een duidelijk kader voor het organiseren van muziekactiviteiten op het grondgebied van Tielt-Winge is er momenteel nog niet. De opmaak van een lokaal muziekreglement is wenselijk voor zowel organisatoren als personeelsleden en toezichthouders.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Om ervoor te zorgen dat er weinig tot geen overlast ontstaat door muziekactiviteiten die worden toegelaten is het nodig dat de wetgeving en de bijkomende voorwaarden in een duidelijk reglement worden opgelijst.

 

Het reglement zal dienen als handleiding voor zowel de personeelsleden om een aanvraag te beoordelen als voor de organisatoren van een muziekactiviteiten.

 

Het reglement zal ervoor zorgen dat bij toelating van een categorie 2 het geluidsniveau gecontroleerd kan worden door de politie en door de controlerend toezichthouder.

 

Om een inschatting te maken van de einduren van de muziek werden de reeds aangevraagde evenementen van 2023 bekeken. Het merendeel van de muziekactiviteiten vallen binnen de uren van het voorgestelde reglement of vragen slechts 1 uur meer. De uitgebreidere aanvragen die meer vragen zijn eerder beperkt. Maar het zijn vooral deze waarover achteraf klachten binnenkomen. Het muziekreglement kan deze klachten grotendeels vermijden.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Er zijn geen bijlagen.

 

Besluit:

Artikel 1

Het muziekreglement wordt door de college van burgemeester en schepenen goedgekeurd.

Het reglement luidt als volgt:

 

Muziekreglement

 

Hoofdstuk 1 – definities

Artikel 1

In deze verordening betekent, volgens de definities geluid hoofdstukken 2.2, 4.5,5.32 en 6.7 van VLAREM II:

         Openbare inrichtingen: alle inrichtingen, alsook hun aanhorigheden, die, al dan niet tegen betaling, voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is de toegang voor bepaalde categorieën van personen beperkt, zoals privéclubs, winkels, restaurants, drankgelegenheden, sportmanifestaties, fitnessclubs, …

         Private inrichtingen: woningen en hun aanhorigheden en tuinen, en in het algemeen, alle plaatsen welke niet voor het publiek toegankelijk zijn.

         Bijzondere gelegenheid: een kermis, carnaval, muziekfestival, gemeente-, dorp- of wijkfeest, fuif, markt, sportmanifestatie, beurs, schoolfeest, jaarfeest van een vereniging, huwelijksfeest, jubileum en andere bijzondere feesten en festiviteiten.

         Organisator: een rechtspersoon, een natuurlijk persoon die meerderjarig is of een groepering van natuurlijke personen waarvan er minstens één meerderjarig is en/of rechtspersonen, die een muziekactiviteit organiseren.

         Buurt: alle gebouwen of lokalen die in de onmiddellijke omgeving liggen en waarin zich personen bevinden.

 

Hoofdstuk 2 – algemene bepalingen

Artikel 2

Onverminderd de wetten en besluiten betreffende de bestrijding van de geluidshinder zijn de hiernavolgende bepalingen van toepassing op geluidsactiviteiten met elektronisch versterkte muziek op het grondgebied van de gemeente Tielt-Winge.

 

Artikel 3

§1. Dit reglement is van toepassing op muziekactiviteiten met elektronisch versterkte muziek op private inrichtingen en openbare inrichtingen in open lucht, in een tent of in een lokaal. Dit reglement is niet van toepassing op muziekactiviteiten met elektronische versterkte muziek die ingedeeld zijn onder rubriek 32.1. van VLAREM II.

 

§2. Muziekactiviteiten met elektronisch versterkte muziek waarbij het geluidsniveau ≤ 85dB(A)LAeq,15min is, worden onderverdeeld onder categorie 1. Muziekactiviteiten met elektronisch versterkte muziek waarbij het geluidsniveau > 85 dB(A)LAeq,15min en ≤ 95 dB(A)LAeq,15min is, worden onderverdeeld onder categorie 2. Muziekactiviteiten met elektronisch versterkte muziek waarbij het geluidsniveau > 95 dB(A)LAeq,15min is, zijn niet toegelaten op grondgebied van Tielt-Winge.

 

§3. De toelating van het college van burgemeester en schepenen voor activiteiten zoals vermeld in artikel 3 §1 en §2 kan enkel verleend worden als het geluidsniveau in de inrichting LAeq,60min ≤100 dB(A) is en de muziekactiviteit gekoppeld is aan een bijzondere gelegenheid. Indien de muziekactiviteit doorgaat in een feestzaal, lokaal of schouwspelzaal moet cumulatief aan de volgende criteria worden voldaan:

a) maximaal 12 gelegenheden per jaar

b) maximaal 2 gelegenheden per maand

c) de sommatie van deze gelegenheden mag zich maximaal over 24 kalenderdagen per jaar spreiden (ingeval een muziekactiviteit avonduren alsook morgenuren van de daarop volgende kalenderdag omvat, worden 2 kalenderdagen geteld)

 

Hoofdstuk 3 – aanvraag en toelating van een muziekactiviteit met elektronisch versterkte muziek

Artikel 4

§1. De aanvraag tot afwijking van de geldende toegelaten geluidsniveaus moet minstens 3 maanden voor de datum van de activiteit worden ingediend bij de dienst milieu.

 

§2. Het aanvraagformulier “evenementenformulier” dient volledig te worden ingevuld. Bij gebrek aan gegevens kan de aanvraag niet behandeld worden.

 

Artikel 5

§1. Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd voor het afleveren van een toelating voor de niet-ingedeelde muziekactiviteiten met elektronisch versterkte muziek en kan mits motivering in functie van de aard van de activiteit bijkomende voorwaarden opleggen aan de organisator.

 

§2. De afgeleverde toelating moet steeds op de plaats van de activiteit getoond kunnen worden aan de politie of de controlerende ambtenaar. Indien de toelating niet voorgelegd kan worden, is dat een inbreuk op de bepalingen van dit reglement en wordt de muziekactiviteit stil gelegd.

 

Artikel 6

Als het college van burgemeester en schepenen toelating verleent voor een muziekactiviteit van categorie 1 zoals vermeld in artikel 3 §2 gelden volgende einduren:

1° elke weekdag tot 1 uur;

2° weekenddagen tot 4 uur;

3° met als uitzonderingen:

         van zondag op maandag tot 2 uur;

         van de dag voor een wettelijke feestdag op een wettelijke feestdag tot 4 uur;

         van een wettelijke feestdag op een weekdag tot 2 uur.

 

Artikel 7

Als het college van burgemeester en schepenen toelating verleent voor een muziekactiviteit van categorie 2 zoals vermeld in artikel 3 §2 gelden volgende einduren:

1° elke weekdag tot 24 uur;

2° weekenddagen tot 3 uur;

3° met als uitzonderingen:

         van zondag op maandag tot 1 uur;

         van de dag voor een wettelijke feestdag op een wettelijke feestdag tot 3 uur;

         van een wettelijke feestdag op een weekdag tot 1 uur.

 

Artikel 8

Het evenement gekoppeld aan de muziekactiviteit moet niet hetzelfde einduur aannemen als de muziekactiviteit. Na het einduur van de muziekactiviteit moeten de standaard omgevingsnormen voor geluid gerespecteerd blijven vermeld in bijlage 2.2.1. (geluid in open lucht) en 2.2.2. (geluid binnenshuis) van VLAREM II. Beide einduren moeten ingevuld worden op het evenementenformulier. Bij de aanvraag mogen de geldende einduren van categorie 1 en 2 gecombineerd worden, zodat er na het einduur van categorie 2 nog een uur na dit einduur muziek mag gespeeld worden van categorie 1.

 

Artikel 9

Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt iedere aanvraag en kan deze, naar gelang de plaatselijke situatie, weigeren of beperken in tijd en/of geluidsniveau.

 

Hoofdstuk 4 – voorwaarden

Artikel 10

Voor elk evenement met elektronisch versterkte muziek, is de organisator verplicht:

         de nodige maatregelen te nemen om de openbare orde, in het bijzonder de openbare rust, niet te verstoren en overlast door geluidshinder te voorkomen;

         de buurtbewoners minimum 1 week op voorhand te verwittigen van de activiteit;

         de bepalingen in de VLAREM wetgeving na te leven;

         de bijzondere voorwaarden na te leven die het college van burgemeester en schepenen oplegt.

 

Artikel 11

§1. Indien het college van burgemeester en schepenen toelating geeft aan een muziekactiviteit met elektronisch versterkte muziek zoals omschreven in artikel 3 §2, meer bepaald in een openbare inrichting of op publiek toegankelijke plaatsen in besloten ruimten worden volgende voorwaarden nageleefd:

         voor muziekactiviteiten van categorie 1 met een maximaal geluidsniveau ≤ 85 dB(A)LAeq,15min (artikel 5.32.2.2bis§2 van titel II van VLAREM):

 1° Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 85 dB(A) niet overschrijden. Bij het meten   van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van de muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

 2° Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de meetplaats, vermeld in artikel 1 van bijlage   5.32.2.2bis van VLAREM II.

 

§2. Indien het college van burgemeester en schepenen toelating geeft aan een muziekactiviteit met elektronisch versterkte muziek zoals omschreven in artikel 3 §2, meer bepaald in een openbare inrichting of op publiek toegankelijke plaatsen in besloten ruimten worden volgende voorwaarden nageleefd:

         voor muziekactiviteiten van categorie 2 met een maximaal > 85 dB(A)LAeq,15min en ≤ 95 dB(A):

 1° Het maximaal geluidsniveau mag LAeq,15min 95 dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau, gemeten als LAmax,slow 102 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. Bij het meten van het geluidsniveau wordt zowel het geluid van muziek als het omgevingsgeluid in rekening gebracht.

 2° Het geluidsniveau geldt ter hoogte van de meetplaats, vermeld in artikel 1 van bijlage   5.32.2.2bis van VLAREM II.

 3° Op initiatief en op kosten van de exploitant wordt LAeq,60min continu gemeten en geregistreerd door middel van meetapparatuur die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis van VLAREM II en kan LAeq,15min gemeten worden. Het geluidsniveau is tijdens de muziekactiviteit continu zichtbaar voor en wordt continu bewaakt door de exploitant of door een door hem aangestelde persoon. De geregistreerde gegevens worden ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheid gedurende een periode van ten minste een maand. De verplichting tot het meten en registreren van het geluidsniveau geldt niet als door de exploitant een geluidsbegrenzer gebruikt wordt die zo wordt afgesteld dat de norm, vermeld in het eerste lid, gerespecteerd wordt. De geluidsbegrenzer moet voldoen aan de vereisten, vermeld in artikel 2 van bijlage 5.32.2.2bis van VLAREM II. Als de geluidsnormen overschreden worden, wordt in afwijking van artikel 4.1.5.3 van VLAREM II het maximale geluidsniveau in de inrichting onmiddellijk verlaagd tot een niveau waarbij de geluidsnormen vermeld in bijlage 2.2.1. (geluid in open lucht) en 2.2.2. (geluid binnenshuis) van VLAREM II niet meer overschreden worden.

 4° De exploitant neemt de volgende maatregelen om de bezoekers te beschermen tegen gehoorschade: het kosteloos ter beschikking stellen aan alle bezoekers van gehoorbescherming voor eenmalig gebruik.

 

Artikel 12

Meet- en registratiemethode voor het meten van het geluidsniveau van muziek vermeld in artikel 1 en 2 van bijlage 5.32.2.2bis van VLAREM II:

 

§1. De meetplaats voldoet aan de volgende voorwaarden:

1° de meetplaats bevindt zich op een hoogte tussen 1,5 en 3 meter boven de vloer en op ten minste 0,5 meter van het plafond en de wanden;

2° de meetplaats bevindt zich ter hoogte van de mengtafel, voor zover de mengtafel zich tussen het publiek en centraal tussen de belangrijkste luidsprekers bevindt;

3° als niet voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld in 2°, bevindt de meetplaats zich tussen het publiek en centraal tussen de belangrijkste luidsprekers;

4° de meetplaats is toegankelijk voor de toezichthoudende overheid.

 

§2. De meetketen moet bestaan uit apparatuur die ten minste voldoet aan volgende voorwaarden:

1° de meet- en registratieapparatuur voldoet aan de nauwkeurigheidseisen gesteld voor klasse 2 – meetinstrumenten in de NBN-normen (NBN EN 60651 (1996) of recenter);

2° de meet- en registratieapparatuur moet zo geïnstalleerd worden dat die niet kan gemanipuleerd worden door derden, dit geldt ook voor de meetmicrofoon;

3° de meetmicrofoon van de meet- en registratieapparatuur moet zo geïnstalleerd worden dat hij niet afgeschermd wordt voor het geluid waaraan de bezoekers worden blootgesteld;

4° de meet- en registratieapparatuur moet zo uitgerust zijn dat gedurende de volledige activiteit gemeten kan worden;

5° de meet- en registratieapparatuur kan te allen tijde gecontroleerd worden door de toezichthoudende overheid.

 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 3

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2024.

 

Artikel 4

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur.

 

Artikel 5

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur.