Feiten en context

Door een aantal technische wijzigingen en wijzigingen qua ophalings-/verzamelingsmodaliteiten voor bepaalde afvalfracties is de opmaak van een nieuw politiereglement betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wenselijk.

 

Juridische gronden

        Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikels 2, 40 en 41;

        Nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder artikels 119, 119bis en 135, §2;

        Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna het Materialendecreet genoemd), in het bijzonder afdeling 3 van hoofdstuk 3 huishoudelijke afvalstoffen, artikel 26 tot en met artikel 28;

        Het besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (hierna het VLAREMA genoemd) en latere wijzigingen;

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2016 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Huishoudelijk Afval en Gelijkaardig Bedrijfsafval en latere wijzigingen;

        Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval;

        Besluit van de Interregionale verpakkingscommissie van 20 december 2018 tot erkenning van de vzw Fostplus als organisme voor verpakkingsafval;

        Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24 juni 2013;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 november 2020 houdende vaststelling politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen).

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het lokaal bestuur heeft beheersoverdrachten verleend aan het intergemeentelijke samenwerkingsverband Ecowerf.

 

Er bestaat een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor een aantal afvalstoffen, zoals gedefinieerd in het VLAREMA, artikel 3.1.1.

 

Er bestaat een terugnameplicht voor verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong; dat minstens papier en karton, hol glas en pmd en restplastics van verpakkingen van huishoudelijke oorsprong selectief moeten worden ingezameld.

 

Ter bescherming van het leefmilieu is het noodzakelijk dat het huishoudelijk afval tot een minimum beperkt wordt en het afval maximaal selectief in gezameld wordt conform artikel 4.3.1 van Vlarema. Er moet prioriteit verleend worden aan afvalvoorkoming en hergebruik van afvalstoffen.

Het huishoudelijk afval moet maximaal selectief ingezameld worden met het oog op optimale verwerking.

 

Er wordt gestreefd om de inzameling van het huishoudelijk afval in de gemeenten zo optimaal  mogelijk op elkaar af te stemmen.

 

Het lokaal bestuur wil in overeenstemming met haar gemeentelijke zorgplicht zoals bepaald in artikel

26 van het Materialendecreet, het niet aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de inzamelkanalen en bijgevolg ontwijkgedrag (zoals sluikstorten, sluikstoken, afvaltoerisme naar buurgemeenten, afvaltoerisme naar de werkgever, …) maximaal voorkomen.

 

Inwoners mogen de toegang tot het ondergrondse of bovengrondse brengsysteem voor huisvuil niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen.

 

Door de raad van bestuur van Ecowerf werd eind 2018 de vraag is gesteld naar een onderzoek aangaande de haalbaarheid voor de inzameling van papier en karton in containers.

 

Door de raad van bestuur van EcoWerf is goedkeuring verleend aan de inzameling van papier en karton in minicontainers tijdens de zitting van 9 oktober 2019.

 

Het betreft een uniform inzamelsysteem van papier en karton in gele rolcontainers van 240 liter (een andere maat kan op aanvraag). Het huren en gebruiken van deze container is voor de inwoners optioneel. De inwoner heeft de mogelijkheid om het papier naar het recyclagepark te brengen. De inwoner betaalt het standaard tarief voor de huur van deze container. De containers worden bij ophaling niet gewogen.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt het Politiereglement betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen vast, luidende als volgt:

 

Hoofdstuk I – Algemene bepalingen

 

Afdeling 1 – Definities en toepassingsgebied

 

Artikel 1 

 

§ 1. De definities opgenomen in het Materialendecreet, het VLAREMA en de bijhorende uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing op deze politieverordening.

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huishoudelijke afvalstoffen verstaan: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals gedefinieerd in artikel 3, §1, 17° van het Materialendecreet en bepaald in artikel 4.1.1 van het VLAREMA.

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, hierna vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen genoemd, verstaan: bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding, zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1, 54° van het VLAREMA.

 

§ 2. Deze politieverordening is van toepassing op de inzameling en het beheer van alle huishoudelijke afvalstoffen.

 

Deze politieverordening is tevens van toepassing op de inzameling en het beheer van alle met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen die via een gemeentelijke inzameling worden opgehaald, ingezameld of aangeboden.

 

Artikel 2

 

§ 1. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden bij om het even welke selectieve inzameling aan huis (exclusief het recyclagepark):

 huisvuil;

 grofvuil;

 gashouders, munitie en/of andere ontplofbare voorwerpen;

 krengen van dieren en slachtafval;

 geneesmiddelen;

 niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

 

§ 2. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden op het recyclagepark:

 huisvuil;

 groente- en fruitafval;

 gasflessen, met uitzondering van niet geperforeerde gasflessen voor éénmalig gebruik;

 grond en zand;

 krengen van dieren en slachtafval;

 geneesmiddelen;

 niet-hechtgebonden asbesthoudend afval;

 asbestcement afkomstig van bedrijven;

 munitie;

 radioactieve afvalstoffen;

 niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

 

§ 3. Het is verboden afvalstoffen afkomstig uit andere gemeenten met om het even welke (selectieve) inzameling van huishoudelijke of hiermee gelijkgestelde afvalstoffen of recycleerbare producten mee te geven.

 

§ 4. De visuele controle op de aanbieding van afvalstoffen bij een gemeentelijke inzameling wordt uitgevoerd door het personeel van de gemeente, door haar intergemeentelijk samenwerkingsverband, door de inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of –makelaars die zijn aangesteld door de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband en door de parkwachter op het recyclagepark ingeval van inzameling op het recyclagepark. Degene die de visuele controle uitoefent mag de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op foutieve aanbiedingen en de nodige richtlijnen verstrekken.

 

Artikel 3 

 

§ 1. Alleen de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars, daartoe aangewezen door het college van burgemeester en schepenen of het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf ingeval van beheersoverdracht, zijn gerechtigd om huishoudelijke

afvalstoffen te aanvaarden of in te zamelen.

 

§ 2. Het is voor iedereen verboden om het even welke huishoudelijke afvalstof af te geven of voor inzameling aan te bieden aan andere geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars dan deze daartoe aangewezen bij dit reglement of door het college van burgemeester en schepenen.

 

§3. Dit geldt evenzeer voor inzameling ervan op privaat terrein.

 

Afdeling 2 – Verbranden en sluikstorten van afvalstoffen

 

Artikel 4 

 

Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om afvalstoffen te verbranden, zowel in open lucht als in gebouwen.

 

Artikel 5 

 

§ 1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om het even welke afvalstof te sluikstorten. Onder sluikstorten wordt verstaan het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op niet-reglementaire plaatsen, op niet-reglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten en elke handeling strijdig met deze politieverordening en andere toepasselijke wettelijke bepalingen.

 

§ 2. Het is verboden modder, zand of afvalstoffen die zich voor of nabij de woning bevinden op de straten, in de greppels of in de rioolputten te vegen. Het is tevens verboden via de rioolputten of op enige andere wijze om het even welke afvalstoffen in de riolering te deponeren.

 

§ 3. Met het oog op thuiscomposteren is het voor particulieren toegestaan op eigen privéterrein een stapelplaats aan te leggen voor het composteren van eigen groente-, fruit- en tuinafval. Deze composteerruimte van minder dan 10 m³, niet zichtbaar van op straat, mag geen hinder veroorzaken voor de buurtbewoners.

 

Afdeling 3 – Aanbieding van afvalstoffen

 

Artikel 6

 

§ 1. De huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen)1 dienen aangeboden te worden zoals voorzien in deze verordening. Afvalstoffen die worden aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van deze verordening worden niet aanvaard. Bij de huis-aan-huis-inzameling dient de aanbieder de niet-aanvaarde afvalstoffen dezelfde dag nog terug te nemen. De niet terugname conform dit reglement wordt beschouwd als sluikstorten zoals vermeld in artikel 5.

 

§ 2. Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen wordt uitgevoerd door de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars die van het college van burgemeester en schepenen of van het intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ingeval van beheersoverdracht de toelating kregen afvalstoffen in te zamelen en door de parkwachter in geval van inzameling via het recyclagepark. Deze geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars en de parkwachter mogen de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op de foutieve aanbieding en de nodige richtlijnen verstrekken. Indien wordt vastgesteld dat de wijze van aanbieding niet conform de bepalingen van dit reglement geschiedt, worden de afvalstoffen aanvaard noch meegenomen.

 

Artikel 7  

 

§ 1. De afvalstoffen mogen slechts na 20.00 uur van de dag voorafgaand aan de dag waarop de ophaling van de afvalstoffen zal plaatsvinden buiten geplaatst worden, en moeten ten laatste om 07.00 uur op de dag van de ophaling buiten geplaatst worden. In juli en augustus dient dit om 06.00 te gebeuren.

 

§ 2. De huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) worden in de voorgeschreven recipiënten of wijze aangeboden aan de rand van de openbare weg en vóór het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. De aanbieder die afgelegen van de openbare weg gevestigd is of die langs wegen, plaatsen of stegen gevestigd is die niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dienen de voorgeschreven recipiënten te plaatsen langs de dichtst bij zijn perceel grenzende openbare weg.

 

§ 3. De inwoners die het recipiënt buitenzetten zijn verantwoordelijk voor het eventueel zwerfvuil dat hiervan afkomstig is en staan zelf in voor het opruimen ervan.

 

§ 4. Afval dat wordt aangeboden in door de gemeente of door de intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ter beschikking gestelde containers dient met een gesloten deksel te worden aangeboden. De inzamelaar heeft het recht de container te weigeren indien het deksel niet gesloten is.

 

§ 5. Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel in de uitoefening van hun functie.

 

§ 6. De geledigde recipiënten alsook de geweigerde recipiënten dienen door de aanbieder op de dag van lediging terug te worden verwijderd van de openbare weg

 

Artikel 8

  

§ 1. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen om een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilie-adres geselecteerd worden, hun afval te laten verwijderen via een sorteerstraat. Een sorteerstraat is een combinatie van (ondergrondse) afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, gft, pmd, papier en karton en eventueel glas.

 

§ 2. De sorteerstraat is alleen toegankelijk met een door de gemeente of intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ter beschikking gestelde toegangskaart of eID. Inwoners die door het college toegewezen zijn aan een bepaalde sorteerstraat, mogen hun de fracties die worden ingezameld in de sorteerstraat, niet meer aanbieden via de reguliere huis-aan-huis inzameling. Inwoners die niet door het college toegewezen zijn aan een bepaalde sorteerstraat, mogen hun afval niet in deze sorteerstraat deponeren met uitzondering van de fractie glas.

 

§ 3. De sorteerstraten zijn 24u per dag beschikbaar. De fractie glas mag niet worden aangeboden tussen 22.00 uur en 07.00 uur

 

§ 4. Het deponeren in sorteerstraten van andere afvalstoffen dan de aangeduide fracties is verboden. Het is verboden om naast de sorteerstraten afvalstoffen achter te laten.

 

Afdeling 4 – Afval op standplaatsen

 

Artikel 9

 

De uitbater van een private of openbare vaste of verplaatsbare inrichting aan of langs de openbare weg die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt die buiten de inrichting worden verbruikt (drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een behoorlijke wijze, voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten te voorzien en in te staan voor een correcte verwijdering en verwerking van het afval.

 

Artikel 10 

 

De diverse vrijkomende afvalstoffen dienen gescheiden te worden ingezameld in hun respectievelijke recipiënten. Deze recipiënten dienen voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar opschrift dat aangeeft welke afvalstoffen het betreft.

 

Artikel 11 

 

De opstellingsplaats en het aantal inzamelrecipiënten, alsook de aard van de in te zamelen fracties kunnen door het gemeentebestuur worden bepaald.

 

Artikel 12 

 

De ambulante uitbater dient de recipiënten zelf tijdig te ledigen en het recipiënt, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden.

 

Afdeling 5 – Afval van huisdieren

 

Artikel 13 

 

§ 1. De eigenaars en houders van (huis)dieren zijn verplicht te beletten dat de voetpaden en aanpalende huizen, groene bermen tussen voetpad en rijweg, begraafplaatsen, openbare parken, bossen, tuinen, speelpleinen en andere voor het publiek toegankelijke zones alsmede de fiets- en rijwegen bevuild worden door hun dieren. Enkel op voorziene locaties mogen de dieren zich ontlasten indien deze voorzien zijn op het gemeentelijk grondgebied.

 

§ 2. Indien toch uitwerpselen terecht komen op voornoemde plaatsen, zijn de eigenaar of houders van de (huis)dieren verplicht deze uitwerpselen te verwijderen en te deponeren in een straatvuilcontainer of een speciaal voorzien recipiënt voor hondenpoep of moeten zij er voor zorgen dat deze uitwerpselen verwijderd worden en voldoende verpakt en gemengd met huisvuil meegegeven met de gewone huisvuilinzameling.

 

De voormelde verplichtingen ontslaan de aangelanden echter niet van hun eigen verplichtingen inzake het rein houden van de openbare weg.

 

§ 3. De begeleiders van honden zijn verplicht een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier in bezit te hebben. Het zakje dient op verzoek van de politie te worden getoond.

 

§ 4. De bepalingen van artikel 13, § 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op blindengeleide- en assistentiehonden.

 

Afdeling 6 – Reclamedrukwerk en gratis regionale pers

 

Artikel 14 

 

§ 1. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande panden of achter te laten op andere plaatsen, zoals geparkeerde voertuigen of het recyclagepark, dan de brievenbus.

 

§ 2. Door de gemeente wordt een zelfklever ter beschikking gesteld waarop wordt aangegeven dat reclamedrukwerk en/of gratis regionale pers niet gewenst zijn. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in brievenbussen die voorzien zijn van een dergelijke aanduiding.

 

§ 3. Klachten met betrekking tot de niet-naleving van artikel 14, § 1-2 worden bij voorkeur aan de gemeentelijke milieudienst en via mail op het e-mailadres sticker@ovam.be of per post aan de OVAM, dienst ketenbeheer en lokale besturen, Stationsstraat 110 te 2800 Mechelen gemeld.

 

§ 4. Indien de gegevens van de bedeler niet gekend zijn, dan zal de verantwoordelijke uitgever als aansprakelijke worden weerhouden. Is er geen verantwoordelijke uitgever vermeld, dan is het bedrijf waarvoor reclame wordt gemaakt of de organisator van de activiteit waarvoor reclame wordt gemaakt, aansprakelijk.

 

 

Hoofdstuk II – Inzameling van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 15 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval verstaan: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit), die in het voorgeschreven recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval (en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval) of groenafval, pmd en andere verplicht in te zamelen selectieve afvalstoffen.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 16 

 

§ 1. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars toegankelijke straten, wegen en pleinen, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf .

 

§ 2. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval mogen niet worden meegegeven met een inzameling anders dan deze van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 3. Het is verboden voor de verwijdering van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval gebruik te maken van een recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 17 

 

§ 1. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in huisvuilcontainer met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het aangeboden gevulde recipiënt mag niet groter zijn dan

- 15 kg voor een container van 40 liter

- 50 kg voor een container van 120 liter

- 80 kg voor een container van 240 liter

- 80 kg voor een container van 360 liter

- 500 kg voor een container van 1100 liter

 

Een huisvuilzak van 60 liter mag niet meer wegen dan 20 kg.

 

§ 3. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor de veiligheid en/of gezondheid van de ophaler. Scherpe voorwerpen dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van het huisvuil (en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval)¹.

 

§ 4. Er mag geen afval naast de container worden aangeboden. Een uitzondering hierop zijn extra zakken die ten laatste 1 werkdag voor de inzameling bij de intergemeentelijke samenwerking EcoWerf werden aangevraagd. Inwoners die occasioneel te veel huisvuil hebben, kunnen maximum 3 maal per jaar van deze uitzondering gebruik maken. Per keer kunnen maximum 6 extra zakken van maximum 60 liter worden aangevraagd. De zakken moeten toegebonden zijn en moeten makkelijk in de container passen. Bij 40-liter containers kunnen geen extra zakken worden aangevraagd. Indien niet-tijdig aangevraagde zakken naast de container worden geplaatst, wordt dit aanzien als sluikstorten . 

 

Er mag geen afval aan de buitenkant van de zak worden vastgemaakt.

 

Afdeling 4 - Gebruik van de huisvuilcontainer

 

Artikel 18

 

De huisvuilcontainer wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze huisvuilcontainer blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Artikel 19 

 

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de huisvuilcontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de huisvuilcontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies stelt de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe huisvuilcontainer. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 20 

 

De huisvuilcontainer blijft verbonden aan het adres waar hij is afgeleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de huisvuilcontainer mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 21 

 

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen huisvuilcontainer hebben moeten bij de gemeente een huisvuilcontainer aanvragen.

 

Artikel 22 

 

Inwoners mogen een huisvuilcontainer niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen. 

 

 

Hoofdstuk III – Inzameling van grofvuil

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 23 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder grofvuil verstaan: afvalstoffen die door hun omvang, de  aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden en die huis aan huis ingezameld worden alsook de restfractie die overblijft voor verbranden of storten na aanbieding op het recyclagepark, met uitzondering van papier, karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval of groenafval, pmd-afval, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, bouw- en sloopafval, houtafval, metalen gemengd, afvalbanden en andere verplicht selectief in te zamelen afvalstoffen.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 24

 

§ 1. Het grofvuil wordt zesmaal per jaar op aanvraag huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen. Het grofvuil wordt ook ingezameld op het recyclagepark. Herbruikbare goederen kunnen gratis worden aangeboden aan het kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten of op het recyclagepark.

 

§ 2. Voor de inzameling op afroep moet ten minste 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf met vermelding van de in te zamelen materialen. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagd grofvuil wordt aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten.  Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Het grofvuil mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een inzameling, andere dan deze van het grofvuil.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 25 

 

§ 1. Het grofvuil dient aangeboden te worden goed samengebonden in hanteerbare stukken. Het grofvuil mag niet in plastic zakken of andere plastic recipiënten of kartonnen dozen of papieren zakken aangeboden worden.

 

§ 2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet groter zijn dan 30 kg. Het grofvuil mag niet langer zijn dan 2 meter, niet groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³.

 

§ 3. Alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de inzamelaars van de afvalstoffen.

 

§ 4. Het grofvuil moet aangeboden worden in vaste vorm zonder vrije vloeistof en moet verkleinbaar zijn met een breekinstallatie. Recipiënten onder druk, evenals poedervormige materialen die stofexplosies kunnen veroorzaken, worden niet aanvaard.

 

 

Hoofdstuk IV – Selectieve inzameling van glas

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 26 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder glas verstaan: hol glas en vlakglas, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen, kristal, opaal glas, plexiglas, gewapend glas, serreglas, rookglas, spiegelglas, autoruiten,  ander hittebestendig glas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s,...

 

§ 2. Hol glas betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen,...

 

§ 3. Vlakglas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen,...

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 27

 

§ 1. Hol glas/vlakglas wordt ingezameld op het recyclagepark. Hol glas wordt ook ingezameld in de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Het gebruik van de containers is uitsluitend voorbehouden aan de inwoners van de gemeente.

 

§ 2. Hol glas/vlakglas mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van glas.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 28

 

Het hol glas dient aangeboden te worden via de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Hol glas dat naar de glascontainer gebracht wordt, dient, afhankelijk van de kleur, in de daartoe voorziene glascontainers te worden gedeponeerd. Hol glas dient bij de aanbieding ontdaan te zijn van deksels, stoppen en omwikkelingen en leeg en voldoende gereinigd te zijn.

 

Artikel 29 

 

§ 1. Het deponeren in glascontainers van andere afvalstoffen dan hol glas is verboden. Het is verboden om naast de glascontainers glas of andere afvalstoffen achter te laten.

 

§ 2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 22.00 uur en 07.00 uur.

 

 

Hoofdstuk V – Selectieve inzameling van papier en karton

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 30 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder papier en karton verstaan: alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken,...

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 31 

 

§ 1. Papier en karton wordt vierwekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Papier en karton wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Papier en karton mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van papier en karton.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 32 

 

§ 1. Het papier en karton dient aangeboden te worden in een huisvuilcontainer met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het aangeboden gevulde recipiënt mag niet groter zijn dan:

- 15 kg voor een container van 40 liter

-  80 kg voor een container van 240 liter

- 500 kg voor een container van 1100 liter

 

§ 3. Er mag geen afval naast de container worden aangeboden.

 

Afdeling 4 - Gebruik van de papiercontainer

 

Artikel 33 

 

De papiercontainer wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze papiercontainer blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het papier en karton.

 

Artikel 34 

 

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de papiercontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de papiercontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van papier en karton.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies stelt de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe papiercontainer. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 35 

 

De papiercontainer blijft verbonden aan het adres waar hij is afgeleverd. In geval van verhuizing is het

de inwoner niet toegestaan om de papiercontainer mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 36 

 

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen papiercontainer hebben moeten bij de gemeente een papiercontainer aanvragen.

 

 

Hoofdstuk VI – Selectieve inzameling van klein gevaarlijk afval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 37 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Klein Gevaarlijk Afval, hierna kga genoemd, verstaan, de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1 van het VLAREMA.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 38 

 

§ 1. Kga wordt ingezameld in een daartoe voorziene inrichting op het recyclagepark, tijdens de openingsuren van het recyclagepark.

 

§ 2. Kga mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van kga.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 39 

 

§ 1. Het kga moet, afzonderlijk van andere afvalstoffen, aangeboden worden  in een daartoe geschikt recipiënt, tenzij het fysisch onmogelijk is. Het aangeboden kga wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusief buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen. Indien nodig brengt de voortbrenger zelf de aanduiding(en) over de aard, de samenstelling en de eventuele gevaren van het kga op de verpakking aan. Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste effecten van het kga te voorkomen.

 

§ 2. Injectienaalden moeten worden aangeboden in een naaldcontainer die voldoet aan de ADR-reglementering.

 

Artikel 40 

 

§ 1. Het kga dat wordt aangeboden op het recyclagepark wordt door de parkwachter in de inrichting aansluitend bij het recyclagepark gedeponeerd. De aanbieder van het kga mag dit niet zelf doen.

 

 

Hoofdstuk VII – Selectieve inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 41 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groente- en fruitafval  verstaan: aardappelschillen, schillen van citrus- of andere vruchten, groente- en fruitresten, doppen van noten, theebladeren, koffiedik en papieren koffiefilters, eieren en eierschalen, vaste zuivelproducten, papier van keukenrol, dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, alsook mest van kleine huisdieren (geen vleeseters). Het tuinafval omvat versnipperd snoeihout, haagscheersel, gazonmaaisel, bladeren, onkruid, resten van groente- en siertuin, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, zaagmeel en schaafkrullen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding. Het Groente-, Fruit- en Tuinafval wordt hierna gft-afval genoemd.

 

§ 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder organisch-biologisch bedrijfsafval verstaan:  groenafval, gft-afval of organisch-biologische bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding;

 

§ 3. Andere afvalstoffen zoals bijvoorbeeld timmerhout, grof ongesnipperd snoeihout, beenderen en dierlijk afval, wegwerpluiers, aarde, zand, saus, olie, vet, gekookte etenswaren, stof uit stofzuiger, as van open haard, houtskool, kunststof, ijzer, metaal, blik, kattenbakvulling, uitwerpselen e.d. worden niet als gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval beschouwd.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 42 

 

§ 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf .

 

§ 2. Gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval mogen niet meegegeven worden met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§3. Verontreinigd gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 43 

 

§ 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in gft-container met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het gevulde aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan

- 15 kg voor een container van 40 liter

- 50 kg voor een container van 120 liter

- 80 kg voor een container van 240 liter

 

Afdeling 4 - Gebruik van de gft-container

 

Artikel 44 

 

De gft-container wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze gft-container blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Artikel 45 

 

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de gft-container. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de gft-container uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies dient de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis te stellen met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe gft-container. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 46 

 

De gft-container blijft verbonden aan het adres waar hij is geleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de gft-container mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 47 

 

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen beschikking hebben over een gft-container kunnen bij de gemeente een gft-container aanvragen.

 

 

Hoofdstuk VIII – Selectieve inzameling van groenafval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 48 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groenafval verstaan: Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Snoeihout : Alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter tot 10 cm), haagscheersel.

 

Gras- en bladafval: Alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuin-onderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

 

Boomstronken: Alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

 

Kerstbomen: Natuurlijke kerstbomen zonder pot, kluit of versiering.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 49 

 

§ 1. Het snoeihout wordt minstens viermaal per jaar huis-aan-huis, met de mogelijkheid op aanvraag, ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Snoeihout wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Voor de inzameling op aanvraag moet ten minsten 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagd snoeihout wordt aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten .  Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Snoeihout mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van snoeihout.

 

§ 4. Verontreinigd groenafval wordt niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

 

§ 5. Gras- en bladafval en boomstronken worden enkel ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 6. Voor kerstbomen wordt een aparte inzameling voorzien. Kerstbomen mogen tevens worden

aangeboden bij de inzameling van snoeihout.

 

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding voor inzameling van snoeihout aan huis

 

Artikel 50 

 

§ 1. Het snoeihout dient aangeboden te worden in bundels samengebonden met natuurtouw.

 

§ 2. Het gewicht van de bundel mag niet groter zijn dan 25 kg.

 

§ 3. Het snoeihout dient samengebonden te worden aangeboden en de takken moeten een lengte hebben van min. 50 cm en max. 2 meter. De maximale diameter per tak is 10 cm.

 

 

Hoofdstuk IX – Selectieve inzameling van pmd

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 51 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder pmd verstaan: afval van plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen, schaaltjes, vlootjes en bakjes, potjes en tubes, folies, zakjes, drank- en conservenblikken, spuitbussen voor voedingsmiddelen of cosmetica, bakjes en schaaltjes, deksels, doppen en drankkartons bestemd voor gebruik door huishoudens of vergelijkbaar bedrijfsmatig gebruik.

 

§ 2. Pmd mag geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 52 

 

§ 1. Pmd wordt tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Pmd wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Pmd mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een andere selectieve inzameling, andere dan deze van pmd.

 

§ 3. Verontreinigde pmd wordt niet aanvaard. De niet-conforme inhoud kan aangeduid worden met een sticker.

 

§ 4. Metalen verpakkingen die via de pmd-inzameling ingezameld worden zijn niet toegelaten bij de fractie metalen gemengd.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 53 

 

§ 1. Pmd dient aangeboden te worden in de blauwe pmd-zak met logo van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf.

 

§ 2. Pmd mag gemengd in het voorgeschreven recipiënt worden aangeboden.

 

§ 3. Het gewicht van één recipiënt mag niet groter zijn dan 10 kg en dient gesloten aangeboden te worden.

 

§ 4. Het maximum volume van de pmd bedraagt 8 liter.

 

§ 5. Er mogen geen verpakkingen aan de buitenkant van de zak worden vastgemaakt.

 

§ 6. Per aansluitpunt mogen per inzameling gemiddeld max. 4 zakken aangeboden worden.

 

 

Hoofdstuk X - Selectieve inzameling van Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (aeea)

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 54 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder aeea verstaan: apparaten die om naar behoren te werken, afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom en die onderworpen zijn aan de aanvaardingsplicht.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 55 

 

§ 1. De aeea worden ingezameld op het recyclagepark. Aeea kan gebracht worden naar of meegegeven worden met de eindverkoper  of door andere inzamelkanalen opgezet door een producent  of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Herbruikbaar aeea kan worden ingezameld door een erkend kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten. Voor heel klein aeea (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zonder buiten buitenafmetingen van meer dan 25 cm) kunnen, indien voldaan wordt aan de toepasselijke voorwaarden van VLAREM en VLAREMA, specifieke inzamelacties opgezet worden, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein.

 

§ 2. Rookdetectoren en gasontladingslampen moeten naar het recyclagepark gebracht worden en onbeschadigd in het daartoe geschikte recipiënt gedeponeerd worden.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 56 

 

§ 1. De aeea mag geen afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte product.

 

§ 2. Alle aeea moet zodanig worden aangeboden dat ze geen gevaar oplevert voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

 

Hoofdstuk XI – Selectieve inzameling van metalen gemengd

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 57 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder metalen gemengd verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane soorten van metalen voorwerpen waarvan de grootte sterk kan verschillen, met uitzondering van kga, metalen verpakkingen die met de pmd-fractie ingezameld worden en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 58 

 

§ 1. De metalen gemengd worden ingezameld via het recyclagepark. De metalen gemengd worden tot zesmaal  per jaar op afroep huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen.

 

§ 2. Voor de inzameling op afroep moet ten minsten 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagde metalen worden aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten. Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Metalen gemengd mogen niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een selectieve inzameling, andere dan deze van metalen gemengd.

 

§ 4. Aanvullend op de bepaling in § 1 mogen gemengde metalen aangeboden worden in de vergunde inrichtingen van verwerkers, inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en –makelaars, op voorwaarde van:

 het naleven van de sorteerverplichting (artikel 4.3.1 van het VLAREMA);

 het rapporteren van de ingezamelde hoeveelheden aan de gemeente.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 59 

 

§ 1. De metalen gemengd moeten aangeboden worden op de afgesproken inzameldag.

 

§ 2. Het gewicht van een afzonderlijk voorwerp mag niet groter zijn dan 30 kg. De voorwerpen mogen niet langer zijn dan 2 meter, groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³.

 

§ 3. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

 

Hoofdstuk XII – Selectieve inzameling van textiel

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 60 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder textielafval verstaan: alle niet verontreinigde kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen, beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen,… die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 61 

 

§ 1. Het textiel wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente of via de huis-aan-huisinzameling langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het textiel wordt eveneens ingezameld op het recyclagepark of de door de OVAM erkende kringloopcentra.

 

§ 2. Alleen de organisaties die vermeld zijn op de door de OVAM gepubliceerde lijst van geregistreerde inzamelaars, handelaars en makelaars van textielafvalstoffen en die toelating hebben van het college van burgemeester en schepenen of door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf ingeval van beheersoverdracht, waarmee ze een overeenkomst afgesloten hebben, zijn gemachtigd textielcontainers te plaatsen op zowel openbaar domein als op privéterrein toegankelijk voor het publiek of mogen huis-aan-huisinzamelingen organiseren.

 

§ 3. Het textiel mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een selectieve inzameling, andere dan deze van het textiel.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 62 

 

§ 1. Het textiel dient bij het deponeren in een container of bij inzameling aan huis in een degelijke en goed gesloten zak verpakt te zijn. Het aangeboden textiel mag niet nat of bevuild zijn.

 

 

Hoofdstuk XIII – Selectieve inzameling van herbruikbare goederen

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 63 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder herbruikbare goederen verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane afvalstoffen die via het kringloopcentrum geschikt kunnen gemaakt worden voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, e.d.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 64 

 

§ 1. Voor de inzameling van herbruikbare goederen kan een beroep gedaan worden op het door de OVAM erkend kringloopcentrum, werkzaam op het grondgebied van de gemeente. Deze gratis inzameling kan gebeuren op afroep. De contactgegevens van het kringloopcentrum zijn terug te vinden via het gemeentelijk informatieblad, de afvalkalender en via de gemeentelijke diensten. Met herbruikbare goederen kan men ook op het recyclagepark en in het kringloopcentrum terecht.

 

§ 2. Het staat het kringloopcentrum vrij om aangeboden herbruikbare goederen te weigeren indien deze niet dienstig zijn voor het kringloopcentrum. In dit geval mogen de door het kringloopcentrum geweigerde herbruikbare goederen meegegeven worden met het huisvuil, het grofvuil of naar het recyclagepark worden gebracht (afhankelijk over welke fractie het gaat).

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 65 

 

§ 1. Voor de inzameling maakt de aanbieder een afspraak met het kringloopcentrum over de aanlevermodaliteiten.

 

§ 2. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen.

 

 

Hoofdstuk XIV – Andere afvalstoffen

 

14.1 Batterijen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 66 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder batterijen en accu’s verstaan: bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit een of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit een of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen. De volgende batterijen vallen niet onder deze definitie: batterijen en accu's in apparatuur die bestemd is om de ruimte ingestuurd te worden, en batterijen en accu's in apparatuur die wordt aangewend in samenhang met de bescherming van wezenlijke belangen in verband met de veiligheid van de lidstaten, wapens, munitie, en oorlogsmateriaal, met uitzondering van producten die niet voor specifieke militaire doeleinden zijn bestemd.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 67 

 

De inzameling van afgedankte batterijen en accu's gebeurt via het recyclagepark en de eindverkopers die daarvoor geschikte recipiënten plaatsen in hun verkoopruimte en via andere inzamelkanalen opgezet door een producent of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht  die daarvoor geschikte recipiënten ter beschikking stellen, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Samen met de afgedankte batterijen en accu's kunnen in deze recipiënten ook afgedankte zaklampen ingezameld worden. 

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 68 

 

§ 1. De batterijen mogen geen afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte product.

 

14.2 Gasflessen (butaan- en propaangasflessen)

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 69 

 

Een gasfles is een vat waarin een gas, in dit geval vloeibaar gemaakt propaan (lpg) of butaan onder druk is of was opgeslagen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 70 

 

§ 1. De inzameling gebeurt via FEBUPRO op wiens website (www.febupro.be) de inzamelpunten terug te vinden zijn.

 

§ 2. De inzameling van niet geperforeerde gasflessen voor éénmalig gebruik en gaspatronen gebeurt ook via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 71 

 

§ 1. De gasflessen moeten onbeschadigd en met gesloten kraan aangeboden worden.

 

§ 2. Het is strikt verboden zonder voorafgaandelijk akkoord van de leverancier de merknaam van gasflessen te verwijderen, ze een andere bestemming te geven, ze onwettig op te slaan of te exporteren.

 

§ 3. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

14.3 Geneesmiddelen

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 72 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder geneesmiddelen verstaan: restanten van geneesmiddelen als vermeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, met uitzondering van artikel 1bis van die wet, die farmaceutische specialiteiten zijn, en die aan een particulier werden verstrekt en waarvan hij zich ontdoet, wil ontdoen of moet ontdoen. Een specialiteit is elk vooraf bereid geneesmiddel dat onder een speciale benaming en in een bijzondere verpakking in de handel wordt gebracht. Lege glazen flessen van geneesmiddelen horen bij het verpakkingsglasafval.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 73 

 

§ 1. De inzameling gebeurt via de apotheek.

 

§ 2. Lege doordrukverpakkingen, verbanden, compressen, pleisters, watten doekjes, incontinentiemateriaal en luiers, teststrookjes en -strips, horen bij het huisvuil.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 74 

 

§ 1. De aanbieder moet het papieren verpakkingsafval en de bijsluiters verwijderen.

 

14.4 Vuurwerk en munitie en andere ontplofbare stoffen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 75 

 

Voor toepassing van deze verordening wordt onder vuurwerk en munitie verstaan : restanten van vuurwerk en munitie als vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement op de springstoffen, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 76 

 

Deze afvalstoffen mogen niet meegegeven worden met het huisafval (omwille van zware veiligheidsrisico's die deze afvalstoffen met zich meebrengen voor de ophalers/verwerkers). Daarnaast is het evenzeer van belang dat dergelijk afval niet wordt achtergelaten als zwerfvuil omwille van de risico's voor o.m. spelende kinderen.

 

Munitie moet steeds worden ingeleverd bij de politie.

 

Vuurwerk en andere ontplofbare stoffen van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong zijn niet toegelaten op het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 77 

 

§ 1. Gescheiden van andere afvalstoffen en bij voorkeur in de originele verpakking om de identificatie te vereenvoudigen.

 

§ 2. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

14.5 Gebruikte frituurvetten en -oliën

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 78 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder gebruikte frituurvetten en -oliën verstaan: alle voor voedingsdoeleinden gebruikte oliën van dierlijke of plantaardige oorsprong afkomstig van huishoudelijk of vergelijkbaar gebruik.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 79 

 

§ 1. De inzameling van gebruikte frituurvetten en -oliën gebeurt via het recyclagepark.

 

§ 2. Aanvullend kan de burger terecht bij eindverkopers die hiervoor de nodige recipiënten ter beschikking stellen in hun verkoopruimte.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 80 

 

§ 1. Het is verboden de gebruikte frituurvetten en –oliën te mengen met andere afvalstoffen of oliën van minerale oorsprong.

 

§ 2. De gebruikte frituurvetten en –oliën biedt men aan in een daartoe geschikte fles, bij voorkeur de oorspronkelijke verpakking of een ander type plastic fles.

 

14.6 Bouw- en sloopafval

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 81 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder bouw- en sloopafval verstaan: materiaal afkomstig van bouw-, infrastructuur-, sloop-, ontmantelings- of renovatiewerken, waaronder zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit), cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

 

Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest, …

 

Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein …, met uitzondering van steenafval.

 

Gips en kalk: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt …

 

Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten …

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 82 

 

§ 1. De inzameling van bouw- en sloopafval gebeurt via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 83 

 

Op het recyclagepark wordt een onderscheid gemaakt tussen steenafval, keramiek, gips en kalk, cellenbeton en asbestcement. Het bouw- en sloopafval dient gesorteerd aangeboden te worden.

 

Artikel 84 

 

Gebonden asbesthoudende materialen worden verpakt aangeleverd op het recyclagepark in transparante, plastic folie van minimum 100 micron of transparante, plastic zakken van minimum 100 micron. Dit verpakt asbesthoudend afval wordt nadien door de bezoekers voorzichtig gedeponeerd in de hiervoor voorziene asbestzakken.

 

Stofverspreiding moet maximaal voorkomen worden, waartoe de folie en zakken worden afgeplakt met stevige plakband. Op het recyclagepark mag geen enkele bewerking uitgevoerd worden op het asbestafval.

 

14.7 Sloophout

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 85 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder sloophout verstaan:  alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit), met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 86 

 

§ 1. De inzameling van sloophout gebeurt via het recyclagepark.

 

14.8 Geëxpandeerd polystyreen (eps)

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 87 

 

Voor de toepassing van deze verordenig wordt onder geëxpandeerd polystyreen (eps) verstaan: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten …

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 88 

 

§1. De inzameling van eps gebeurt via het recyclagepark.

 

14.9 Harde plastics

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 89 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder harde plastics verstaan:

alle harde kunststoffen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, m.u.v. EPS, thermohardende kunststoffen (o.a. vezelversterkte polyester), geschuimde en samengestelde kunststoffen (o.a. koelboxen en fietshelmen), kunststofverpakkingen die resten van gevaarlijke stoffen bevatten of daarmee zijn verontreinigd en pmd-kunststoffen.

 

§ 2. De aangeboden harde plastics mogen geen verpakkingen van voedingswaren, pmd, verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, plastic blisters en straps, tuinslang, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval) bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 90 

 

§ 1. De inzameling van de harde plastics gebeurt via het recyclagepark.

 

14.10 Kurk

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 91 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder kurk verstaan: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking,…

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 92 

 

§ 1. De inzameling van kurk gebeurt via het recyclagepark.

 

14.11 Autobanden

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 93 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder autobanden verstaan afvalbanden voor personenwagens, 4x4, aanhangwagens en caravans afvalbanden met een maximale velgdiameter van 22 duim. Voor bestelwagens en lichte bedrijfsvoertuigen afvalbanden met een maximale velgdiameter van 17 duim. Voor motoren en scooters afvalbanden met een maximale velgdiameter van 21 duim.

 

§ 2. Banden afkomstig van professionele stromen; silobanden voor het afdekken van veevoeders, elke (brom)fiets-, vrachtwagen-, landbouw-, wegenbouw- en industrieband, banden afkomstig van sluikstorten, binnenbanden, rupsbanden en alle andere niet uit rubber vervaardigde banden behoren niet tot deze categorie.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 94 

 

§ 1. De inzameling van autobanden gebeurt via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 95 

 

§ 1. De autobanden moeten zonder velg worden aangeboden.

 

§ 2. Er mogen maximaal 4 autobanden per aansluitpunt per jaar aanvaard worden.

 

 

Hoofdstuk XV – Het recyclagepark

 

Afdeling 1 - Algemeen

 

Artikel 96 

 

Het recyclagepark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze afvalstoffen.

 

Artikel 97 

 

De intergemeentelijke recyclageparken zijn een netwerk van recyclageparken uitgerust met weegbruggen. Dit netwerk wordt in functie van de uitrol van het Masterplan Recyclageparken jaarlijks uitgebreid binnen het werkingsgebied van EcoWerf.

 

Artikel 98 

 

Aanvullend kan de dienstverlening aangevuld worden met mobiele recyclageparken. De toegang tot deze parken kan door de gemeente worden beperkt tot bepaalde welomschreven doelgroepen (bijv. wijk of woonblok). De ingezamelde fracties zijn vaak beperkter dan op de normale recyclageparken.

 

Artikel 99 

 

§ 1. De parkwachter kan te allen tijde het identiteitsbewijs van de bezoekers opvragen om te verifiëren of de bezoeker een inwoner van de gemeente is, dan wel een onderneming is die op het grondgebied van de gemeente is gevestigd. Indien de bezoeker dit niet kan aantonen, dan kan de toegang tot het recyclagepark ontzegd worden.

 

§ 2. Het recyclagepark is geopend op de door de opdrachthoudende vereniging EcoWerf bepaalde data en openingsuren. Buiten de openingsuren is het recyclagepark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.

 

§ 3. Vrachtwagens en tractoren zijn niet toegelaten op het recyclagepark. De gemeente kan toelating verlenen aan tractoren. Bestelwagens met aanhangwagens mogen niet langer dan 9 m zijn en het brutogewicht van 10 ton niet overschrijden.

 

Afdeling 2 - Gebruik van het recyclagepark

 

Artikel 100 

 

§ 1. Op het recyclagepark mogen de hierna vermelde, vooraf maximaal gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangeboden worden. De afvalstoffen mogen slechts na goedkeuring van de aanwezige parkwachter, enkel in de daartoe voorbestemde en van een duidelijke vermelding voorziene container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd worden.

1. Papier en karton

2. Hol glas (wit en gekleurd glas gescheiden)

3. Bouw- en sloopafval: inert bouwpuin

4. Gebonden asbesthoudend afval

5. Pmd

6. Textiel en lederwaren

7. Oude metalen (metalen gemengd)

8. Groenafval: snoeihout en haagscheersel, gras- en bladafval, boomstronken

9. Houtafval

10. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (aeea)

11. Klein gevaarlijk afval (kga)

12. Grofvuil

13. Herbruikbare goederen

14.   Eps (piepschuim)

15.    Harde plastics

16. Vlak glas

17. Kurk

18. Autobanden

19. Matrassen

 

§ 2. De parkwachter heeft het recht alle maatregelen te nemen voor de controle van de aangeboden afvalstoffen en kan hiertoe de recipiënten laten openen en ledigen. Indien de parkwachter zijn/haar goedkeuring niet geeft aan de verwijdering van de aangeboden afvalstoffen via het recyclagepark, dient de aanbieder deze terug mee te nemen om ze op een andere verantwoorde manier te verwijderen.

 

Artikel 101 

 

Tijdens de openingsuren is het recyclagepark permanent onder toezicht van de parkwachter.

 

Artikel 102 

 

§ 1. Het is de parkwachter toegestaan de aanbrengers van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten indien er zich reeds teveel mensen op het recyclagepark bevinden, evenals in functie van een goede verkeersregeling op het recyclagepark.

 

§ 2. Kinderen jonger dan 12 jaar dienen vergezeld te zijn door een volwassen begeleider.

 

§ 3. Het is verboden dieren te laten rondlopen op het recyclagepark.

 

Artikel 103 

 

§ 1. De afvalstoffen dienen gesorteerd te worden aangeboden, teneinde de verblijfsduur van de bezoekers op het terrein te beperken. De snelheid van de voertuigen is beperkt tot 5 km/uur. De motor dient stilgelegd te worden bij het lossen van de afvalstoffen. De bezoekers en de ophalers zijn ertoe gehouden de aanwijzingen van de parkwachter te volgen.

 

§ 2. Eens de afvalstoffen in de daartoe voorziene container worden gevoegd, mogen deze afvalstoffen niet meer opnieuw door een bezoeker van het recyclagepark worden meegenomen.

 

§ 3. Bezoekers met gebonden asbestafval dienen deze zelf voorzichtig te deponeren in de hiervoor voorziene asbestzakken. Stofverspreiding moet maximaal voorkomen worden. Er mag op het recyclagepark geen enkele bewerking op het asbestafval worden uitgevoerd.

Het aanleveren van gebonden asbestafval kan onderworpen zijn aan een online reservatiesysteem. Indien dit systeem actief is kan enkel met reservatie het asbestafval aangeleverd worden.

 

Artikel 104 

 

§ 1. De gebruikers van het recyclagepark moeten de omgeving van de containers en de overige ruimte van het terrein steeds rein houden. Zij kunnen door de parkwachter verzocht worden het door hen bevuilde terrein te reinigen.

 

§ 2. Tijdens de sluitingsuren van het recyclagepark is het verboden om afval voor de toegangspoorten te deponeren of over de omheining op het recyclagepark te gooien. Dergelijke handelingen worden gelijkgesteld met sluikstorten.

 

Artikel 105 

 

§ 1. Op het recyclagepark is het verboden te roken (uitgezonderd in de aangeduide rokerszone) of om op enige andere wijze vuur te maken. Het is verboden om enige beschadiging aan te brengen aan de omheining, containers, gebouwen, beplantingen of uitrusting.

 

§ 2. Het publiek betreedt het recyclagepark op eigen verantwoordelijkheid. De gemeente of intergemeentelijke samenwerking is niet aansprakelijk voor eventuele beschadiging van persoonlijke goederen, diefstal of lichamelijke letsels.

 

 

Hoofdstuk XVI – Gebruik van een gehuurde afzetcontainer

 

Artikel 106 

 

De inwoner die naast de reguliere inzameling zich wil ontdoen van afvalstoffen via een afzetcontainer, dient hiervoor steeds toelating te vragen aan het college van burgemeester en schepenen. Het is de inwoner zelf die deze toelating moet aanvragen. Deze aanvraag kan niet overgedragen worden aan de containerfirma die de container plaatst. De toelating kan gepaard gaan met een tijdelijk parkeerverbod.

 

Artikel 107 

 

Indien de afzetcontainer op de openbare weg geplaatst wordt, moet de betrokken container voorzien zijn van rode en witte strepen aan de voor- en achterkant en dit over minstens 1 vierkante meter per kant. Een verkeersbord met symbool D1 moet voorzien worden boven de container en een oranjegeel knipperlicht dient aangebracht te worden boven dit verkeersbord.

 

Artikel 108 

 

De toelating moet toegekend zijn, alvorens de afzetcontainer door de containerfirma mag geleverd worden. De termijnen (begin- en einddatum) van deze toelating moeten gerespecteerd worden. Indien de container niet is verwijderd tegen de dag zoals bepaald in de toelatingsbeslissing dan zal de gemeente de inwoner die de aanvraag heeft ingediend hiervoor aansprakelijk stellen.

 

 

Hoofdstuk XVII – Handhaving en Strafbepalingen

 

Artikel 109 

 

§ 1. Wanneer afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of op een plaats in strijd met deze verordening kan de burgemeester jegens de overtreder de onmiddellijke opruiming van de in artikel 5, § 1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de overtreder bezorgd. De overtreder beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de overtreder weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen.

 

§ 2. Indien geen overtreder kan aangeduid worden, kan de burgemeester jegens de eigenaar van het perceel waarop afvalstoffen werden achtergelaten in strijd met deze verordening de onmiddellijke verwijdering van de in artikel 5,§ 1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de eigenaar bezorgd. De eigenaar beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de eigenaar weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de eigenaar, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen.

 

§ 3. Indien alsnog een overtreding wordt vastgelegd, kan de in artikel 7, § 3 bedoelde eigenaar de kosten van de verwijdering van de in artikel 5, § 1. bedoelde afvalstoffen verhalen op de overtreder.

 

§ 4. Ongeacht artikel 7, § 2 en 3 is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen, wanneer de afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of een plaats in strijd met deze politieverordening of met andere wettelijke bepalingen.

 

§ 5. Naar aanleiding van een ambtshalve verwijdering, overeenkomstig artikel 7, § 2, § 3 en § 5, kan de burgemeester gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te achterhalen.

 

Artikel 110 

 

§ 1. In geval van overtreding van dit reglement kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken. De politie is bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in dit politiereglement.

 

§ 2. De inbreuken op deze verordening worden gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 119bis van de Gemeentewet, voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen niet in andere straffen voorzien.

 

Overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 kunnen volgende administratieve sancties worden opgelegd:

 

1° een administratieve geldboete die maximaal 175 euro of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is;

 

2° de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;

 

3° de administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;

 

4° de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

 

§ 4. De administratieve sanctie is proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten die haar verantwoorden en in functie van de eventuele herhaling. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

 

De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen, geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.

 

 

Artikel 2

Deze verordening zal bekend gemaakt worden overeenkomstig de artikels 286, 287 en 288 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Artikel 3

§1. Dit reglement treedt in werking op 1 februari 2022.

 

§2. De gemeenteraadsbeslissing van 19 november 2020 houdende vaststelling politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) wordt opgeheven bij de inwerkingtreding van deze beslissing.

 

Artikel 4

Een afschrift van deze verordening wordt conform artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet, dadelijk toegezonden aan De Deputatie, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank. Ter kennisgeving zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan OVAM.

 

Artikel 5

Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan EcoWerf.

 

Artikel 6

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door de bepalingen van het Decreet over het Lokaal bestuur.