Gert Van denstorme Marleen De Vry Annelore Wuyts Fons Lemmens Yvette Duerinckx Jan Loddewykx Jo Smekens Frederik Vranken Rudi Beeken Gunther Clinckx Gerry Caluwaerts Germaine Willems Tom Werner Kris Cornelissen Filip Broos Agnes Van de Gaer Manuela Vervoort Raf Alaerts Kurt Yskout Gert Van denstorme Marleen De Vry Annelore Wuyts Fons Lemmens Yvette Duerinckx Jan Loddewykx Jo Smekens Frederik Vranken Rudi Beeken Gunther Clinckx Gerry Caluwaerts Germaine Willems Tom Werner Kris Cornelissen Filip Broos Agnes Van de Gaer Manuela Vervoort Raf Alaerts Raf Alaerts Gerry Caluwaerts Jo Smekens Gert Van denstorme Manuela Vervoort Annelore Wuyts Rudi Beeken Jan Loddewykx Tom Werner Fons Lemmens Filip Broos Kris Cornelissen Frederik Vranken Yvette Duerinckx Agnes Van de Gaer Germaine Willems Gunther Clinckx Marleen De Vry aantal voorstanders: 17 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 1 Goedgekeurd
Gemeenteraad 16 februari 2023
Goedkeuring notulen vorige gemeenteraad
Conform met het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 17 juni 2021, zoals gewijzigd op 17 maart 2022, keurt de gemeenteraad de notulen van de zitting van 19 januari 2023 goed.
Bijlagen
● Ontwerpnotulen gemeenteraad van 19 januari 2023 (via Meeting.mobile).
● Audioverslag GR van 19 januari 2023.
● Index audioverslag GR van 19 januari 2023.
● Agenda gemeenteraad van 16 februari 2023.
" "
Gemeenteraad 16 februari 2023
Kennisneming periodieke rapportering GO2019! fase 24-25 en jaarrapportering (2022) mijlpalenplan stand van zaken (versie 13.1.2023)
Motivering
Feiten en context
Overeenkomstig het projectuitvoeringsmandaat van GO2019!, zoals goedgekeurd door de stuurgroep op 28 augustus 2018, ging GO2019! van start in september 2018.
Sinds de vorige rapportering aan de raad werd uitvoeringsfase 24 (december 2022) afgesloten. De stuurgroep vergaderde op 24 januari 2023 over de afsluiting van fase 24 en de opstart van fase 25, alsook over de communicatie-acties en andere relevante aspecten van het project.
Heden wordt bijkomend ook de tussentijdse jaarrapportering (2022) mijlpalenplan/ stand van zaken, zoals gevraagd door de gemeenteraad van 15 september 2021, ter kennis gebracht van de raad.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Beslissing van de gemeenteraad van 15 maart 2018 houdende goedkeuring van het projectplanningsmandaat voor project “GO2019! Uitwerking, mede-coördinatie, begeleiding en rapportering van een veranderingstraject binnen gemeente en OCMW Tielt-Winge met het oog op integratie van beide organisaties en het coachen van de medewerkers” (hierna 'GO2019!').
● Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 13 maart 2018 houdende goedkeuring van het projectplanningsmandaat van GO2019!
● Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 12 december 2017 en 10 oktober 2017 houdende goedkeuring en gunning van de opdracht aan de firma a3o voor project.
● Beslissing raad voor maatschappelijk welzijn van 14 november 2017 houdende goedkeuring van een gezamenlijke missie-visietekst voor gemeente en OCMW.
● Beslissing gemeenteraad van 9 november 2017 houdende goedkeuring van een gezamenlijke missie-visietekst voor gemeente en OCMW.
● Beslissing van de gemeenteraad van 19 oktober 2017 houdende goedkeuring van de opdracht voor project GO2019!
● Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 12 december 2017 houdende gunning van de opdracht aan de firma a3o voor project GO2019!
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Geen argumentatie.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
● Stuurgroep fase 24-25 presentatie en verslag
● Jaarrapportering (2022) mijlpalenplan stand van zaken (versie 13.1.2023)
Besluit:
De gemeenteraad neemt als bijlage kennis van de presentatie aan de stuurgroep en het verslag van het overleg op 24 januari 2023 en jaarrapportering (2022) mijlpalenplan stand van zaken (versie 13.1.2023)." "
Periodieke rapportering GO2019! fase 24-25 en jaarrapportering (2022) mijlpalenplan stand van zaken (versie 13.1.2023).
Gemeenteraad 16 februari 2023
Kennisneming aanvaarding ABB van aanpassing 1/2022 van meerjarenplan 2020-2025 gemeente en OCMW
Motivering
Feiten en context
Het decreet van 22 december 2017 bepaalt dat gemeente en OCMW minstens 1 keer per jaar het meerjarenplan moeten aanpassen. Dit gebeurt nu voor de derde keer volgens het decreet lokaal bestuur voor de periode 2020-2025.
De aanpassing van het meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels van de nieuwe BBC2020-regelgeving.
De administratie werkt samen met het uitvoerend orgaan het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan uit. De algemeen directeur en financieel directeur stellen het op in overleg met het managementteam.
Het ontwerp van aanpassing 1/2022 van het meerjarenplan 2020-2025 (en de daarbij horende stukken) werden conform artikel 249 §2 van het DLB tijdig (op 17 november 2022) op digitale en beveiligde wijze (via Meeting.mobile) ter beschikking gesteld van de raadsleden door de algemeen directeur.
De gemeente en OCMW hebben samen een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben elk hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft aangepast, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
In een aanpassing van het meerjarenplan moeten minstens de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Indien nodig worden tevens de kredieten van het lopende jaar aangepast.
In deze aanpassing van het meerjarenplan werden alle cijfers van 2022 tot en met 2025 aangepast waarbij de aangepaste kredieten van 2022 en 2023 als krediet worden geautoriseerd.
De ramingen die het bestuur voor het boekjaar 2022 en 2023 in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor exploitatie, investeringen en financiering, omvatten dus ook de kredieten voor dat jaar. Deze kredieten worden afzonderlijk toegewezen per rechtspersoon (gemeente en OCMW apart). De autorisatie van de kredieten gebeurt in het schema M3 van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.
In de aanpassing van het meerjarenplan wordt tevens het resultaat van de laatst vastgestelde jaarrekening (2021) van gemeente en OCMW, verwerkt.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Besluit Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de BBC.
● Ministerieel besluit van 26 juni 2018 betreffende de BBC.
● Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgen de beleids- en beheerscyclus.
● Beslissing gemeenteraad van 17 november 2022 over de goedkeuring van de aanpassing 1/2022 van het meerjarenplan 2020-2025.
Adviezen
Geen advies
Argumentatie
Binnen de tien dagen nadat de gemeente en het OCMW het meerjarenplan hebben vastgesteld op de gemeenteraad en de raad maatschappelijk welzijn van 17 november 2022, werd het beleidsrapport met vermelding van de datum van publicatie op de gemeentelijke webtoepassing geplaatst.
De melding van de bekendmaking en de publicatiedatum van het meerjarenplan werd aan het ABB bezorgd via de module toezicht van het loket voor lokale besturen.
Het dossier werd geregistreerd als 22.0349. Het ABB heeft via mail op 27 december 2022 laten weten dat het nazicht niet heeft geleid tot formele bemerkingen (met de vernietiging van het AMJP en de beslissing tot gevolg), enkel tot een aantal technische opmerkingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
● Mail van het agentschap binnenlands bestuur
● Technische bemerkingen ABB
Besluit:
De gemeenteraad neemt kennis van het antwoord van het agentschap binnenlands bestuur over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld op 17 november 2022." "
De gemeenteraad neemt kennis van het antwoord van het agentschap binnenlands bestuur op de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld op 17 november 2022.
Gert Van denstorme Marleen De Vry Annelore Wuyts Fons Lemmens Yvette Duerinckx Marthe Caeyers Jan Loddewykx Jo Smekens Frederik Vranken Rudi Beeken Gunther Clinckx Gerry Caluwaerts Germaine Willems Tom Werner Kris Cornelissen Filip Broos Agnes Van de Gaer Manuela Vervoort Raf Alaerts Kurt Yskout Gert Van denstorme Marleen De Vry Annelore Wuyts Fons Lemmens Yvette Duerinckx Marthe Caeyers Jan Loddewykx Jo Smekens Frederik Vranken Rudi Beeken Gunther Clinckx Gerry Caluwaerts Germaine Willems Tom Werner Kris Cornelissen Filip Broos Agnes Van de Gaer Manuela Vervoort Raf Alaerts Jan Loddewykx Germaine Willems Rudi Beeken Raf Alaerts Gunther Clinckx Agnes Van de Gaer Kris Cornelissen Manuela Vervoort Gerry Caluwaerts Gert Van denstorme Annelore Wuyts Tom Werner Filip Broos Jo Smekens Yvette Duerinckx Marthe Caeyers Frederik Vranken Fons Lemmens Marleen De Vry aantal voorstanders: 11 , aantal onthouders: 8 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
Gemeenteraad 16 februari 2023
Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant - tweede voorontwerp - adviesverlening
Motivering
Feiten en context
De provincieraad van Vlaams-Brabant keurde op 27 februari 2018 de kernnota goed.
De bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant keurde op 9 mei 2019 selecties en ontwikkelingsperspectieven goed.
Van 1 december 2019 tot en met 14 februari 2020 consulteerde de provincie het publiek over de conceptnota en de kennisgevingsnota.
De bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant keurde op 19 november 2020 het voorontwerp van het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant goed.
De gemeente Tielt-Winge (college van burgemeester en schepenen) bracht op 9 maart 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit.
De gemeenteraad Tielt-Winge bracht op 18 maart 2021 een voorwaardelijk gunstig advies uit.
De bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant stelde eind 2021 een tweede voorontwerp van beleidsplan vast.
De provincieraad van Vlaams-Brabant heeft het ontwerp van provinciaal Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant goedgekeurd in zitting van 11 oktober 2022.
Er wordt een openbaar onderzoek georganiseerd van 1 december 2022 tot en met 1 maart 2023.
De gemeenteraad dient een finaal advies te verlenen over dit ontwerp van beleidsplan ruimte Vlaams-Brabant.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Artikel 2.1.8. tot en met artikel 2.1.10. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
● Het besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van nadere regels voor de opmaak, de vaststelling en de herziening van ruimtelijke beleidsplannen en tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering in het kader van de regeling van de ruimtelijke beleidsplanning van 30 maart 2018.
● Collegebeslissingen van 23 december 2019, 9 maart 2021 en 8 maart 2022.
● Gemeenteraadsbeslissingen van 18 maart 2021 en 17 maart 2022.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
De provincie Vlaams-Brabant wenst in het nieuwe beleid te focussen op drie sporen:
● Ruimtelijke ontwikkelingen sturen binnen een performant mobiliteitsnetwerk
● Het uitwerken van een ruimtelijk-economische agenda
● De ruimtelijke vertaling van het provinciaal klimaatplan
Hiertoe wordt het beleidsplan, opgebouwd uit een strategische visie (uitdagingen, missie en basisprincipes) en een set van 7 beleidskaders (6 thematische vertalingen, selecties en ontwikkelingsperspectieven) opgesteld.
Het provinciaal ruimtelijk beleid moet een transitie naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling faciliteren. Duurzaam omgaan met de beschikbare ruimte is noodzakelijk zodat ook de toekomstige generaties hun ruimtelijke behoeften nog kunnen vervullen.
Strategische visie
De volgende uitdagingen worden opgenomen in het ontwerp:
● Klimaatverandering en energiebehoefte
● Demografie
● Ecosystemen en hun diensten onder druk
● Mobiliteit
● Economische ontwikkeling
Missie
● Samenhang
● Partnerschappen
● Samenwerkingsplatform
Basisprincipes
● Efficiënt ruimtegebruik
● Nabijheid en bereikbaarheid sturen ruimtelijke ontwikkelingen
● Fysische systemen als basis, een geïntegreerde benadering van de ruimte
Strategieën
● Hoogdynamische corridors
● Robuust openruimtenetwerk
● Productief landschap
● Netwerk van levendige kernen
● Internationale groeipolen
● Ruimte voor energie
Beleidskaders
Thematische vertaling
● Mobiliteit
● Wonen
● Voorzieningen
● Economie
● Open ruimte
● Energie
Selecties en ontwikkelingsperspectieven
● Knooppunten in het mobiliteitsnetwerk – harde ruggengraat voor ontwikkeling
Selectie van:
○ Stedelijke gebieden
○ Hoogdynamische woonkernen: Vervoerskern en kerndorpen
○ Kerndorpen
○ Landelijke dorpskernen
○ Woongebieden buiten de kernen
○ Economische knooppunten
○ Vlaamse Werven
Sint-Joris-Winge werd geselecteerd als hoogdynamische woonkern - vervoerskern
Kernen met een goed voorzieningenniveau en/of ontsloten door hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) zijn hoogdynamische woonkernen.
Buiten de stedelijke kernen zijn het deze hoogdynamische woonkernen64 die hoofdzakelijk de dynamiek (wonen, bedrijvigheid, voorzieningen) dienen op te vangen.
Het wonen dient er prioritair te worden gestimuleerd met aandacht voor de differentiatie van het woningaanbod:
● Leegstaande gebouwen en onbebouwde percelen binnen woongebied aan een uitgeruste weg kunnen worden (her)ontwikkelend.
● Niet-uitgeruste woongebieden (binnengebieden) kunnen ontwikkeld worden.
● Woonuitbreidings- en reservegebieden kunnen worden aangesneden via een principieel akkoord van de deputatie indien dit gebeurt met minimum 50% sociale koop- en/of huurwoningen en indien de gemeenteraad daarover een gunstig advies verleent.
● Bijkomende nieuwe zoneringen zijn mogelijk binnen de ruimtebalans. Binnen de ruimtebalans kunnen ruimtelijk verantwoorde verplaatsingen van zoneringen ondersteund worden, met name door het schrappen van woonzoneringen (woon-, woonuitbreidings- en reservegebieden) ten voordele van beter bereikbare zoneringen.
In de woonkernen wordt een algemene verdichting van het woonweefsel vooropgesteld:
● Er geldt een minimale woondichtheid van 25 woningen/ha voor nieuwe woonontwikkelingen.
● Meergezinswoningen zijn in principe toegelaten en ook wenselijk. Ook gemeenschappelijke woonvormen (cohousing-projecten, woongroepen, assistentiewoningen, …) kunnen hier ondersteund worden.
● Er wordt gestreefd naar een algemene verdichting van het bestaande woonweefsel in deze kernen. Deze verdichting kan op verschillende wijzen gerealiseerd worden: door vernieuwbouw met hogere woondichtheden, door het opsplitsen van eengezinswoningen naar meergezinswoningen, door het verhogen van het aantal bouwlagen, door het hergebruik van leegstaande panden voor woningen.
Zowel lokale als bovenlokale voorzieningen (gericht op regionale behoeften) kunnen worden ingepast in deze kernen. Een bundeling van functies wordt nagestreefd, gekoppeld aan een optimale bereikbaarheid.
Er wordt gestreefd naar een maximale verweving van de economische activiteiten. Enkel indien het niet-verweefbare bedrijvigheid betreft, wordt clustering op een bedrijvenzone vooropgesteld. Bijkomende bedrijvenzones kunnen worden ingepland gekoppeld aan het HOV-knooppunt indien er onvoldoende ruimte is op de reeds bestaande bedrijvenzones in de regio. De provincie gaat immers niet langer uit van een lokaal bedrijventerrein per gemeente. Ze stimuleert samenwerking tussen gemeenten om – indien nodig – gezamenlijke, bedrijventerreinen te realiseren op de ruimtelijk meest geschikte locaties.
De groenblauwe dooradering en de uitbouw van kwalitatieve publieke ruimte binnen deze kernen dient versterkt te worden ter verbetering van de leefbaarheid en sluit zoveel mogelijk aan bij de groene en open ruimte buiten de kern.
Tielt werd geselecteerd als hoogdynamische woonkern - kerndorp
Kernen dewelke niet gelegen zijn langs een HOV-stamlijn kunnen echter wel een goed voorzieningenniveau kennen. Kernen met een hoog voorzieningenniveau en een beperkte knooppuntwaarde werden geselecteerd als een Hoogdynamische woonkern – Kerndorp.
Kerndorpen zijn kernen met een relatief hoog voorzieningenniveau ten opzichte van de omliggende dorpen. In deze dorpen is de beoogde verdichting van het woonweefsel algemeen binnen het woongebied zoals in de hoog-dynamische woonkernen. Hier geldt omwille van het behoud van het landelijk karakter van deze dorpskernen echter een lagere minimale woondichtheid voor nieuwe woonontwikkelingen (minimaal 15 woningen/ha). De woontypologieën moeten zich inpassen in het bestaande woonweefsel.
Meergezinswoningen zijn in principe toegelaten.
Er wordt gestreefd naar een algemene verdichting van het bestaande woonweefsel binnen het woongebied in deze kernen (door opdeling bestaande woningen, door vernieuwbouw met hogere woondichtheden, door reconversie leegstaande panden, …).
Het woningaanbod dient te groeien:
● Leegstaande gebouwen en onbebouwde percelen binnen woongebied aan een uitgeruste weg kunnen worden (her)ontwikkelend.
● Niet-uitgeruste woongebieden (binnengebieden) kunnen aangesneden worden. Er geldt geen verkavelingstop.
● Woonuitbreidings- en reservegebieden kunnen worden aangesneden via een principieel akkoord van de deputatie indien dit gebeurt met minimum 50% sociale koop- en/of huurwoningen en indien de gemeenteraad daarover een gunstig advies verleent.
● Bijkomende nieuwe zoneringen zijn niet wenselijk. Binnen de ruimtebalans kunnen verschuivingen van woonzones ruimtelijk wel verantwoord zijn. Het schrappen van woonzoneringen (woon-, woonuitbreidingsen reservegebieden) ten voordele van meer kernversterkende zoneringen wordt daarom ondersteund.
Zowel lokale als bovenlokale voorzieningen (gericht op regionale behoeften) kunnen worden ingepast in deze kerndorpen. Bestaande bedrijvigheid wordt verweven als het kan maar kan geherlokaliseerd worden naar een bedrijvenzone als het moet. Inplantingen van bijkomende bedrijvenzones moet in de eerste plaats overwogen worden aansluitend bij hoog-dynamische woonkernen. Indien dit niet mogelijk is kan ook een inplanting aansluitend bij de kerndorpen in overweging worden genomen. Ook herlokalisaties van bestaande niet-verweefbare bedrijvigheid kunnen overwogen worden aansluitend bij de kerndorpen.
De groenblauwe dooradering en de uitbouw van kwalitatieve publieke ruimte binnen deze kernen dient versterkt te worden ter verbetering van de leefbaarheid en sluit zoveel mogelijk aan bij de groen en open ruimte buiten de kern.
Houwaart, Kraasbeek en Meensel-Kiezegem: geselecteerd als landelijke dorpskernen:
In de landelijke dorpskernen (geselecteerde kernen buiten de hoogdynamische woonkernen) wordt een selectieve verdichting vooropgesteld die het landelijk karakter van deze kernen vrijwaart. Deze kernen zijn immers vaak bepalend voor de identiteit van het landelijk gebied. Een te sterke verdichting zou deze identiteit ondergraven.
Het voorzieningenniveau is in veel van deze kernen vaak ook te beperkt om een significante aangroei van het woningbestand te verantwoorden. Deze groei zou ook ten koste gaan van de groei in de steden en de hoogdynamische woonkernen.
Er wordt hier dus niet gestreefd naar algemene verdichting van het woonweefsel omdat het behoud van het landelijk karakter primeert. Een selectieve verdichting nabij de centra van deze kernen kan wel ondersteund worden. In deze kernen zal het aanduiden van verdichtingslocaties in de centra samen moeten gaan met initiatieven voor behoud van het landelijk karakter van het woonweefsel én een beperking van het bijkomende woonaanbod buiten de verdichtingszones. Er wordt niet gestreefd naar een algemene verdichting maar naar het inpassen van de groei in het bestaande woonweefsel. De regie om deze selectieve verdichting vorm te geven ligt bij de gemeente. De ruimtelijke ordening van de kern dient te worden bepaald door de gemeente.
Het woningaanbod kan in een landelijke dorpskern verder groeien met aandacht voor het behoud van het specifiek landelijk karakter van de kern. In deze eerder landelijke woongebieden gaat de prioritaire aandacht naar de leefbaarheid en de woonkwaliteit in de kern. Het wonen dient te worden gestimuleerd met aandacht voor de differentiatie van het woningaanbod:
● Leegstaande gebouwen en onbebouwde percelen binnen woongebied aan een uitgeruste weg kunnen worden (her)ontwikkelend.
● Niet-uitgeruste woongebieden (binnengebieden) kunnen in principe echter niet zomaar ontwikkeld worden. De gemeenteraad heeft de unieke bevoegdheid om verkavelingen van deze binnengebieden niet langer toe te staan door niet-goedkeuring van bijkomende wegenis. In deze kernen bepleit de provincie een verkavelingsstop voor de binnengebieden om de regie in handen te leggen van de gemeentebesturen. Indien de gemeente gemotiveerd heeft beslist over de ruimtelijke ordening van de kern kunnen specifieke binnengebieden wel aangeduid worden als verdichtingslocaties. Deze beslissing moet worden bekrachtigd in een gemeenteraadsbesluit. De ontwikkeling van deze specifieke binnengebieden kan dan gebeuren in combinatie met een beperking van het bijkomende woonaanbod buiten de verdichtingszones én met het oog op een realisatie van andere maatschappelijke meerwaarde. Het realiseren van maatschappelijke meerwaarde kan door het opleggen van stedenbouwkundige lasten (ad hoc of structureel verankerd in een verordenend instrument) binnen het vergunningenbeleid.
● Woonuitbreidings- en reservegebieden kunnen worden aangesneden via een principieel akkoord van de deputatie indien dit gebeurt met minimum 50% sociale koop- en/of huurwoningen en indien de gemeenteraad daarover een gunstig advies verleent.
● Bijkomende nieuwe zoneringen zijn niet wenselijk. Binnen de ruimtebalans kunnen verschuivingen van woonzones ruimtelijk verantwoord zijn. Het schrappen van woonzoneringen
(woon-, woonuitbreidingsen reservegebieden) ten voordele van meer kernversterkende zoneringen wordt ondersteund.
Er wordt in de dorpskernen gestreefd naar een gepaste en duidelijk lagere groei dan in de hoogdynamische woonkernen. Dit neemt niet weg dat ook in deze kernen een selectieve verdichting wenselijk en noodzakelijk is:
● Nieuwe woonontwikkelingen moeten ingepast worden in het bestaande woonweefsel: de bestaande schaal van de kern en de woondichtheid van de omgeving is dus richtinggevend voor woonontwikkelingen. Hier geldt daarom geen minimale woondichtheid.
● Meergezinswoningen en opdeling van ééngezinswoningen zijn in principe niet toegelaten zolang de gemeente niet heeft beslist over de ordening van de kern. Ontwikkeling van of opdelingen naar meergezinswoningen in het centrum van deze kernen is evenwel mogelijk:
○ ter realisatie van het bindend sociaal objectief of –
○ indien in ruil woongebied geschrapt of alleszins niet ontwikkeld wordt (via een bindende overeenkomst) op plekken die ruimtelijk minder verantwoord zijn (gelegen in woongebieden buiten de kernen) of –
○ aanduiden van verdichtingslocaties in combinatie met een beperking van het bijkomende woonaanbod buiten de verdichtingszones.
○ Ook op specifieke sites binnen de kernen waar er duidelijk een andere maatschappelijke meerwaarde gerealiseerd kan worden (bijvoorbeeld behoud historisch erfgoed of reconversie van verwaarloosde gebouwen) kan een ontwikkeling of opdeling van bestaande woningen overwogen worden (via een ruimtelijke uitvoeringsplan). Ook een invulling met gemeenschappelijke woonvormen (cohousingprojecten, woongroepen, assistentiewoningen, …) is voor deze sites mogelijk.
○ Er wordt gestreefd naar een selectieve verdichting van het bestaande woonweefsel in deze kernen. Deze verdichting kan op verschillende wijzen gerealiseerd worden: door vernieuwbouw met hogere woondichtheden, door het opsplitsen van eengezinswoningen naar meergezinswoningen, door het verhogen van het aantal bouwlagen, door het hergebruik van leegstaande panden voor woningen.
Enkel lokale voorzieningen (gericht op lokale behoeften) kunnen worden ingepast in deze kernen. Bestaande bedrijvigheid wordt verweven als het kan maar kan geherlokaliseerd naar een bedrijvenzone als het moet. Inplantingen van bijkomende bedrijvenzones kan enkel overwogen worden aansluitend bij de stedelijke kernen en de woonkernen.
De groenblauwe dooradering en de uitbouw van kwalitatieve publieke ruimte binnen deze kernen dient versterkt te worden ter verbetering van de leefbaarheid en sluit zoveel mogelijk aan bij de groene en open ruimte buiten de kern.
Vanuit het subsidiariteitsprincipe zijn de gemeenten het best geplaatst om de ontwikkelingsopties die gekoppeld zijn aan deze selecties ook in de praktijk te brengen. Op basis van de knooppuntwaarde en het voorzieningenniveau werd samen met de gemeentebesturen gekeken welke beleidscategorie van toepassing was voor de verschillende kernen. De kernenselectie werd uitvoerig besproken met de gemeenten tijdens verschillende overlegmomenten en werd waar nodig bijgestuurd.
De provincie wenst via het Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant een kader aan te reiken om gemeenten te ondersteunen in de uitwerking van de visie inzake woonontwikkelingen. De gemeente is vrij om de vooropgestelde verdichting selectiever in te vullen en in te zetten op de versterking van het landelijke karakter van de kern. De gemeenten kan de perspectieven voor de eigen kernen verder verfijnen.
● Robuust openruimtenetwerk – zachte ruggengraat voor ontwikkeling
● Aaneengesloten landbouwgebieden
Geselecteerd: Aaneengesloten landbouwgebied Hageland.
● Robuuste natuurgebieden
Geselecteerd:
○ Structurerende rivier- en beekvallei: Vallei van de Winge en Hagelandse vallei (Motte en Wingevallei)
○ Structurerend boscomplex: Walenbos
○ Robuuste natuurverbindingen: Vallei van de Grote Motte (verbinding tussen Walenbos en Demervallei)
De gemeenteraad dient nu een finaal advies te verlenen over dit ontwerp van beleidsplan ruimte Vlaams-Brabant.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Het beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant vastgesteld door de provincieraad van de provincie Vlaams-Brabant op 11 oktober 2022.
Besluit:
11 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
8 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken, Jo Smekens, Marleen De Vry, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx en Filip Broos.
Artikel 1
De gemeenteraad van Tielt-Winge verleent een gunstig advies over het ontwerp van het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant.
Artikel 2
Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de provincie Vlaams-Brabant.
Artikel 3
Onderhavige beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door het decreet over het lokaal bestuur." "
De gemeenteraad verleent een gunstig advies over het ontwerp van het provinciaal beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant.
Gemeenteraad 16 februari 2023
Algemeen Nood- en Interventieplan Tielt-Winge
Motivering
Feiten en context
Het Algemeen Nood- en Interventieplan van de gemeente Tielt-Winge werd geactualiseerd en in de voorziene ICMS-structuur (nationaal veiligheidsportaal 'Incident & Crisis Management System') ingebracht. De aangepaste versie werd aan de gemeentelijke veiligheidscel voorgelegd en ter goedkeuring overgemaakt aan de gouverneur.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● KB van 22 mei 2019 betreffende de lokale noodplanning.
Adviezen
● Positief advies van de veiligheidscel van 13 september 2022;
● Positief advies van de gouverneur van 31 januari 2023.
Argumentatie
Het Algemeen Nood- en Interventieplan van de gemeente Tielt-Winge werd geëvalueerd en aangepast.
● Goedkeuring door de gemeentelijke veiligheidscel: 13 september 2022;
● Goedkeuring door gouverneur Jan Spooren: 31 januari 2023.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
ANIP met bijlagen
Besluit:
eenparig aangenomen.
Artikel 1
Het Algemeen Nood- en Interventieplan van de gemeente Tielt-Winge versie 31.01.2023 (als bijlage, die integraal deel uitmaakt van deze beslissing) wordt aanvaard.
Artikel 2
Een uittreksel van deze beslissing zal worden overgemaakt aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant.
Artikel 3
Onderhavige beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door het decreet over het lokaal bestuur." "
Goedkeuring van het Algemeen Nood- en Interventieplan van de gemeente Tielt-Winge versie 31.01.2023.
Gemeenteraad 16 februari 2023
Nieuwe samenwerkingsnota in het kader van Bewegen Op Verwijzing inclusief vraag tot cofinanciering
Motivering
Feiten en context
Bewegen Op Verwijzing startte in 2016, na goedkeuring van de Vlaamse regering in 2015. De gemeenten uit de Eerstelijnszone Demerland stapten midden 2017 in. Ondertussen zijn reeds meer dan 400 deelnemers uit onze regio succesvol gecoacht naar een actiever leven.
Voor de uitvoering van het project Bewegen Op Verwijzing is er een werkingsbudget nodig. Het betreft een cofinanciering:
● De Vlaamse overheid financiert voor ongeveer 90% de coachingssessies en ongeveer 10% wordt door de deelnemer betaald. Zoals eerder overeengekomen, passen de lokale besturen bij voor het persoonlijke aandeel van deelnemers met recht op verhoogde tegemoetkoming (VT), zodat deelname voor deze personen gratis is.
● In 2016-2020 en 2021-2022 betaalde de Vlaamse overheid een incentive uit, die vanaf 2023 wegvalt. Via de BOV stuurgroep Demerland ijveren we dat lokale besturen elk een steentje bijdragen om de huidige positieve werking te blijven garanderen.
● Op 10 november besliste de Vlaamse regering om 'Bewegen Op Verwijzing' te verlengen tot eind 2025. Vanaf 2026 zou het de bedoeling zijn om, na een positieve evaluatie van het project, middelen voor Bewegen Op Verwijzing te bestendigen via de partnerorganisatie “gezonde voeding, voldoende lichaamsbeweging, beperken van sedentair gedrag en ondervoeding bij ouderen”, in analogie met de terugbetaling voor rookstopondersteuning.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Adviezen
Karen Opdencamp van LOGO is de vraag tot cofinanciering komen toelichten.
Argumentatie
De éénmalige incentive vanuit de overheid is ondertussen besteed. Het Agentschap Zorg en Gezondheid meldde dat er geen nieuwe incentive verwacht wordt de komende jaren. Om de huidige werking te kunnen blijven garanderen wordt aan de gemeenten gevraagd om jaarlijks 0,04 euro per inwoner te financieren. Dit bedrag wordt ingezet voor algemene werkingskosten, coördinatie, promotie, aankoop materialen enz. De werkingsmiddelen worden à rato het aantal inwoners verder verdeeld onder de deelnemende gemeenten.
Gemeenten in ELZ Demerland | aantal inwoners in 2022 | budget (jaarlijks) voor 2023-2024-2025 |
Bekkevoort | 6.459 | 258,36 € |
Begijnendijk | 10.390 | 415,60 € |
Tielt-Winge | 11.037 | 441,48 € |
Scherpenheuvel-Zichem | 23.375 | 935,00 € |
Diest | 24.516 | 980,64 € |
Aarschot | 30.594 | 1.223,76 € |
TOTAAL | 106.371 | 4.254,84 € |
Voor de coach is een vergoeding voorzien van 60 euro/uur (incl. alle werkingskosten).
De Vlaamse regering beslist in 2023 of een verhoging naar 67 euro/uur haalbaar is.
De deelnemerskost blijft wel hetzelfde.
De Vlaamse subsidiëring dekt een groot deel van deze vergoeding (zie schema). Het remgeld van de deelnemer bedraagt 20 euro per uur en 4 euro per uur voor mensen met VT-statuut (resp. 4 en 2 euro per deelnemer per uur voor een groepssessie).
| Individuele coaching | Bijdrage deelnemer |
Personen met VT | 56 € / uur | 4 € / uur |
Persoon zonder VT | 40 € / uur | 20 € / uur |
De financiële bijdrage die gevraagd wordt heeft als doel het project Bewegen Op Verwijzing verder te zetten en het werkingsbudget via cofinanciering te garanderen.
Deze beslissing wordt gevolgd door het ondertekenen van de samenwerkingsnota en het voorzien van een jaarlijks werkingsbudget in 2023-2024-2025.
De coach(es) begeleidt(en) de minst actieve inwoners uit onze gemeente naar een actievere levensstijl.
Financiële gevolgen
Budgetjaar | Budgetsleutel | Geraamde uitgaven per kalenderjaar | Beschikbaar budget |
2023-2024-2025 | 098500/61690900 098500/60001000 | € 441,48 incl. btw voor lokaal bestuur Tielt-Winge | € 1.000 per kalenderjaar voor gemeente en € 1.000 per kalenderjaar voor OCMW |
Bijlagen
Samenwerkingsnota 2023 en volledige dossier
Besluit:
eenparig aangenomen.
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om de engagementen van het lokaal bestuur project bewegen op verwijzing, in de vorm van een samenwerkingsnota met ELZ Demerland, vzw, op te nemen en keurt deze samenwerkingsnota (als bijlage bij deze beslissing en er integraal deel van uitmakend) goed.
De gemeenteraad besluit om het jaarlijks werkingsbudget voor het project 'Bewegen op Verwijzing' te ondersteunen via een cofinanciering van 0,04 euro/inwoner of 441,48 euro in totaal per kalenderjaar.Dit bedrag zal worden opgenomen in de begrotingsvoorstellen 2023-2024-2025
Artikel 2
Het lokaal bestuur engageert zich voor:
○ ter beschikking stellen van goed bereikbare en vlot toegankelijke lokalen
○ voorziet voor de periode van 2023-2024-2025 een werkingsbudget ten bedrage van 0,04 euro per inwoner
○ de jaarlijkse financiële ondersteuning wordt, na ondertekening, telkens ten laatste in maart 2023, maart 2024 en maart 2025, van deze samenwerkingsovereenkomst overgemaakt aan de trekker, op dit rekeningnummer: BE20 9733 8935 0556
○ promotie bij inwoners via gemeenteblaadje, flyers, website, …
○ participatie aan BOV overleg = stuurgroep (max 4x/jaar)
○ denkt en werkt mee om kwetsbare inwoners te bereiken
○ het in kaart brengen van het laagdrempelig beweegaanbod en indien nodig een extra aanbod creëren
Het project biedt:
○ een lokale trekker (in de regio ELZ Demerland) = Pascale Berghmans (aangesteld door het Vlaams instituut Gezond Leven)
○ (een) Bewegen Op Verwijzing-coach(es), voorzien van de nodige competenties én informeren de betrokken ambtenaar op regelmatige basis
○ communicatiemateriaal (affiches, flyers, teksten voor op de website enz.)
○ communicatie naar de huisartsen
○ gezondere inwoners: fitter, socialer… bereik personen met een VT,…
○ evaluatieresultaten
Artikel 3
De samenwerkingsnota waarin de cofinanciering is opgenomen kreeg een principieel akkoord op het college van burgemeester en schepenen van 31 januari 2023.
Artikel 4
Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan ELZ Demerland.
Artikel 5
Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door de toepasselijke bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur." "
Cofinanciering project 'Bewegen op verwijzing' voor kalenderjaren 2023-2024-2025.
Gert Van denstorme Marleen De Vry Annelore Wuyts Fons Lemmens Yvette Duerinckx Marthe Caeyers Jan Loddewykx Jo Smekens Frederik Vranken Rudi Beeken Gunther Clinckx Gerry Caluwaerts Germaine Willems Tom Werner Kris Cornelissen Filip Broos Agnes Van de Gaer Manuela Vervoort Raf Alaerts Kurt Yskout Gert Van denstorme Marleen De Vry Annelore Wuyts Fons Lemmens Yvette Duerinckx Marthe Caeyers Jan Loddewykx Jo Smekens Frederik Vranken Rudi Beeken Gunther Clinckx Gerry Caluwaerts Germaine Willems Tom Werner Kris Cornelissen Filip Broos Agnes Van de Gaer Manuela Vervoort Raf Alaerts Marthe Caeyers Frederik Vranken Jo Smekens Tom Werner Raf Alaerts Yvette Duerinckx Gerry Caluwaerts Filip Broos Gunther Clinckx Fons Lemmens Manuela Vervoort Annelore Wuyts Rudi Beeken Agnes Van de Gaer Germaine Willems Kris Cornelissen Gert Van denstorme Jan Loddewykx Marleen De Vry aantal voorstanders: 4 , aantal onthouders: 1 , aantal tegenstanders: 14 Verworpen
Gemeenteraad 16 februari 2023
Voorstel van motie - schepen van dierenwelzijn (verworpen)
Motivering
Conform artikel 21 van het decreet over het lokaal bestuur werd door raadslid Tom Werner namens fractie N-VA volgend agendapunt aan de dagorde van de gemeenteraad van 16 februari 2023 toegevoegd, luidende als volgt:
Feiten en context
Vlaanderen is sinds 2014 bevoegd voor het Vlaamse dierenwelzijnsbeleid. Ook op gemeentelijk niveau wint Dierenwelzijn als bevoegdheid aan belang. Vlaanderen telt vandaag ruim 250 schepenen van Dierenwelzijn.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Dierenwelzijnswet van 14 augustus 1986
● Oproep van Vlaams minister van Dierenwelzijn Weyts naar aanleiding van Werelddierendag op 4 oktober 2022
● Voorstel van raadslid Tom Werner, namens de N-VA fractie
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Begin oktober 2022 riep Vlaams minister van Dierenwelzijn Weyts de gemeenten die nog geen schepen van Dierenwelzijn hadden op om een schepen van Dierenwelzijn aan te duiden. Een schepen van Dierenwelzijn is immers een belangrijke schakel in het dierenwelzijnsbeleid, als aanspreekpunt en partner voor burgers, organisaties en de verschillende bestuursniveaus en overheidsinstanties. In Oost-Brabant is Tielt-Winge de enige gemeente die nog geen volwaardige schepen van Dierenwelzijn heeft.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Voorstel van motie
Besluit:
4 stemmen voor: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken en Jo Smekens.
14 stemmen tegen: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Filip Broos, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
1 onthouding: Marleen De Vry.
Artikel 1
De gemeenteraad van Tielt-Winge vraagt het College van Burgemeester en Schepenen om formeel de titel ‘Schepen van Dierenwelzijn’ en de daarbij horende bevoegdheid toe te wijzen aan een lid binnen haar huidige rangen.
Artikel 2
De gemeenteraad vraagt het College van Burgemeester en Schepenen tevens om de aanduiding van de ‘Schepen van Dierenwelzijn’ ter kennisname voor te leggen aan de gemeenteraad." "
Aanduiding schepen van dierenwelzijn (verworpen).
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.