Gemeenteraad van Tielt-Winge

20 februari 2020

Notulen

 

Aanwezig:

voorzitter:

Agnes Van de Gaer

burgemeester:

Rudi Beeken

schepen:

Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme

raadslid:

Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Tom Werner, Marthe Caeyers, Jo Smekens, Marleen De Vry, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts

algemeen directeur:

Kurt Yskout

 

Verontschuldigd:

raadslid:

Jessy Cobbaert, Filip Broos, Rudi Meeus

 

 

Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Goedkeuring notulen vorige gemeenteraad

 

Conform met het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 21 maart 2019 keurt de gemeenteraad de notulen van de zitting van 16 januari 2020 goed.

 

Bijlagen

         Ontwerpnotulen gemeenteraad van 16 januari 2020 (via Meeting.mobile).

         Audioverslag GR van 16 januari 2020

         Index audioverslag GR van 16 januari 2020

         Agenda gemeenteraad van 20 februari 2020

 

 

Publicatiedatum: 25/05/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Periodieke rapportering GO2019! fase 10-11 (kennisneming)

Motivering

 

Feiten en context

Overeenkomstig het projectuitvoeringsmandaat van GO2019! zoals goedgekeurd door de stuurgroep op 28 augustus 2018, ging GO2019! van start in september 2018.

Sinds de vorige rapportering aan de raad werd uitvoeringsfase 10 (december 2019) afgesloten. De stuurgroep vergaderde op 7 januari 2020 over de afsluiting van fase 10 en de opstart van fase 11 (januari-februari 2020), het verdere mijlpalenplan, alsook over de communicatie-acties en andere relevante aspecten van het project.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Beslissing van de gemeenteraad van 15 maart 2018 houdende goedkeuring van het projectplanningsmandaat voor project “GO2019! Uitwerking, mede-coördinatie, begeleiding en rapportering van een veranderingstraject binnen gemeente en OCMW Tielt-Winge met het oog op integratie van beide organisaties en het coachen van de medewerkers” (hierna 'GO2019!')

         Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 13 maart 2018 houdende goedkeuring van het projectplanningsmandaat van GO2019!

         Beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 12 december 2017 en 10 oktober 2017 houdende goedkeuring en gunning van de opdracht aan de firma a3o voor project

         Beslissing raad voor maatschappelijk welzijn van 14 november 2017 houdende goedkeuring van een gezamenlijke missie-visietekst voor gemeente en OCMW

         Beslissing gemeenteraad van 9 november 2017 houdende goedkeuring van een gezamenlijke missie-visietekst voor gemeente en OCMW

         Beslissing van de gemeenteraad van 19 oktober 2017 houdende goedkeuring van de opdracht  voor project GO2019!

         Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 12 december 2017 houdende  gunning van de opdracht aan de firma a3o voor project GO2019!

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Geen argumentatie.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

20200107_Stuurgroep fase 10-11 presentatie en verslag

 

Besluit:

De gemeenteraad neemt in bijlage kennis van de presentatie aan de stuurgroep en het verslag van het overleg op 7 januari 2020.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Reglement van klachtenbehandeling

Motivering

 

Feiten en context

In het kader van de participatie van de burger bepaalt het DLB (artikels 302-303) dat gemeente en OCMW een systeem van klachtenbehandeling moeten organiseren op ambtelijk niveau, dat maximaal onafhankelijk is van de diensten waarop de klachten betrekking hebben.

 

Het reglement van klachtenbehandeling dat momenteel voor de gemeente wordt toegepast dateert van 11 oktober 2007.

 

In het kader van GO2019! werd beslist om een nieuwe klachtenprocedure vast te leggen (product 9) die geldt voor zowel de gemeente als het OCMW. De werkgroep klantenperspectief/samenleving werkte een ontwerp van klachtenprocedure uit.

 

Juridische gronden

       Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

       Gemeenteraadsbeslissing van 11 oktober 2007.

 

Adviezen

               Positief advies van het Projectteam GO2019! van 31 januari 2020.

               Positief advies van het MAT van 3 februari 2020.

 

Argumentatie

Bij het opstellen van een nieuw reglement van  klachtenbehandeling werd participatie georganiseerd. De schepen bevoegd voor communicatie, de diensten communicatie en milieu werden geraadpleegd en er werd ook gekeken naar good practices in andere gemeenten. Er werd rekening gehouden met de bepalingen in het decreet over het lokaal bestuur.

 

Het huidige reglement dateert van 2007 en is daardoor minstens aan een update toe. Het nieuwe reglement van klachtenbehandeling is van toepassing op zowel de gemeente als op het OCMW (personeel en mandatarissen). In het reglement wordt duidelijk een onderscheid gemaakt tussen een klacht en een melding. Voor meldingen werd een afzonderlijke procedure uitgewerkt.

 

Het ontwerp van reglement werd regelmatig afgetoetst binnen het projectteam GO2019!. Op 31 januari 2020 verleende het projectteam de goedkeuring voor het finale ontwerp. Dit ontwerp werd vervolgens goedgekeurd op het MAT van 3 februari.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

             Reglement van klachtenbehandeling.

             Schematisch overzicht van de procedure.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Het reglement van klachtenbehandeling van de gemeente en OCMW Tielt-Winge, als bijlage bij deze beslissing, wordt goedgekeurd en zal na een jaar geëvalueerd worden met het oog op aanpassing en verbetering van het reglement.

 

Artikel 2

Dit reglement wordt bekend gemaakt conform de bepalingen van het decreet over het  lokaal bestuur, treedt in werking op 1 april 2020 en vervangt van dan af het reglement van 11 oktober 2007.

 

Artikel 3

Dit reglement is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht volgens de bepalingen, zoals voorzien in het decreet over het lokaal bestuur.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Overheidsopdrachten - Mandatering provincie Vlaams-Brabant als opdrachtencentrale - Toetreding raamcontract provincie Vlaams-Brabant voor multifunctionals

Motivering

 

Feiten en context

Door het aflopen van de huidige overeenkomst van het gemeentebestuur met de firma Ricoh voor multifunctionals (copier-printer-scanner) en de integratie van gemeente en OCMW is het noodzakelijk om een nieuwe overeenkomst voor het lokaal bestuur af te sluiten.

De provincie Vlaams-Brabant heeft een raamcontract afgesloten voor multifunctionals (gegund aan de firma Ricoh). Het lokaal bestuur Tielt-Winge kan deelnemen aan dit raamcontract. Het mandateert daartoe de provincie Vlaams-Brabant als opdrachtencentrale.

 

Juridische gronden

         Bestuursdecreet van 7 december 2018.

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

         Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.

         Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen

         Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.

         Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De ICT-dienst en de bevoegde schepen hebben volgende overwegingen bij hun keuze om deel te nemen aan het raamcontract van de provincie Vlaams-Brabant:

- de grote tevredenheid over de huidige toestellen van Ricoh;

- duurzaamheid is een belangrijk aspect in de beleidsdoelstellingen voor 2020-2025; de toetellen van Ricoh houden rekening met kwaliteitsnormen voor duurzaamheid en milieu en presteren zeer goed wat energieverbruik betreft; de standalone printers die (vooral binnen OCMW) nog gebruikt worden in Tielt-Winge, zijn in het kader van duurzaam verbruik van middelen niet meer te verantwoorden;

- de toestellen van Ricoh zijn uitgerust met een badgelezer, die momenteel gebruikt wordt voor individuele toegang van de gebruikers tot de multifunctionals, alsook voor het tijdsregistratiesysteem; er dient geen nieuwe investering te gebeuren in nieuwe badgelezers;

- de marktbevraging door de provincie Vlaams-Brabant biedt het lokaal bestuur garanties voor een optimale kwaliteit-prijsverhouding; de tarieven in het raamcontract van de provincie Vlaams-Brabant liggen lager dan de tarieven in de huidige overeenkomst van Tielt-Winge.

 

Financiële gevolgen

De nodige kredieten zijn voorzien in het budget 2020 van gemeente en OCMW en zullen voorzien worden in het meerjarenplan 2020-2025.

 

Bijlagen

Gunningsdossier provincie Vlaams-Brabant

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Het lokaal bestuur Tielt-Winge zal voor de opdracht 'vernieuwing van de multifunctionals' beroep doen op de opdrachtencentrale van de provincie Vlaams-Brabant, die een raamcontract heeft afgesloten voor huur en onderhoud van multifunctionals en volumeprinters incl. beheerssysteem en integratie met de IT-systemen.

 

Artikel 2

De opdrachten in het kader van dit raamcontract worden binnen de looptijd van het raamcontract rechtstreeks door het lokaal bestuur gegund aan Ricoh zonder de betrokkenheid en aansprakelijkheid van het provinciebestuur Vlaams-Brabant.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van voormelde beslissing.

 

Artikel 4

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de provincie Vlaams-Brabant.

 

Artikel 5

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het Lokaal Bestuur.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Vaststelling van het gezamenlijk organogram en de bijhorende personeelsformatie voor gemeente en OCMW Tielt-Winge

Motivering

 

Feiten en context

De werkgroep HRM heeft in het kader van GO2019! een volledig nieuw en gezamenlijk organogram uitgewerkt voor het lokaal bestuur.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Gemeenteraadsbeslissing van 16 mei 2019 betreffende de vaststelling van het gezamenlijk organogram voor gemeente en OCMW.

         Gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2018 houdende de vaststelling van het gezamenlijk organogram gemeente en OCMW.

         Gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2018 houdende vaststelling addendumnota in transitie naar een gezamenlijk organogram gemeente-OCMW ter verduidelijking van het gemeentelijk organogram - ingevolge het decreet lokaal bestuur met betrekking tot gewijzigde functiebenamingen voor decretale graden en passende functie.

         Gemeenteraadsbeslissing van 19 oktober 2017 tot vaststelling van de  (gemeentelijke) personeelsformatie en organogram.

         Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 januari 2020 betreffende het principieel akkoord over  het organogram.

 

Adviezen

Het gezamenlijk managementteam heeft het nieuwe gezamenlijke organogram en de personeelsformatie gunstig geadviseerd op 13 januari 2020. Daarnaast is er ook een principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen van 28 januari 2020 en werd er een protocol van akkoord met de vakbonden op 4 februari 2020 bekomen (mits de opmerkingen rond de afbouw van het statutair kader en een opschaling van de E-niveau's).

 

Argumentatie

De werkgroep HRM heeft in het kader van GO2019! een nieuw en gezamenlijk organogram en personeelsformatie uitgewerkt voor het lokaal bestuur. Een organogram is de visualisatie van de organisatie (organisatiestructuur) en de personeelsformatie geeft een aanduiding van de gezagsverhoudingen alsook de functies waaraan het lidmaatschap van het managementteam verbonden is.

 

Voor de opmaak van dit volledig nieuwe organogram en de personeelsformatie, zoals verder toegelicht in de bijlage, is rekening gehouden met de gezamenlijke missie en visie van ons lokaal bestuur, de input van beleid en medewerkers, de uitdagingen van professionalisering van het bestuur en het evenwicht tussen beschikbare mensen en middelen. 

 

Daarnaast werd ook rekening gehouden met de organisatiecultuur en werden er enkele accenten gelegd zoals bijvoorbeeld dienstoverschrijdend samenwerken, flexibiliteit, professionalisering, mobiliteit en continuïteit. De winst van een effectieve organisatiecultuur is hoog en creëert op langere termijn stabiliteit. Het leidt tot aantoonbare tevredenheid en hoge kwaliteit van dienstverlening.

 

Financiële gevolgen

De uitvoering van deze beslissing past budgettair binnen het lopende meerjarenplan.

 

Bijlagen

      Bijlage 1: personeelsformatie

      Bijlage 2: organogram

      Bijlage 3: protocol vakbonden

      Bijlage 4: organisatiecultuur

 

Besluit:

15 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Tom Werner, Marthe Caeyers, Jo Smekens, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
2 stemmen tegen: Fons Lemmens en Yvette Duerinckx.
1 onthouding: Marleen De Vry.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt het gezamenlijk organogram en de bijhorende personeelsformatie voor het personeel van het lokaal bestuur Tielt-Winge vast.

 

Artikel 2

Het nieuwe organogram (en bijhorende personeelsformatie) treedt in voege op 1 maart 2020.

 

Artikel 3

Onderhavige beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 330.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Wijziging bijlage arbeidsreglement in het kader van de wijziging uurroosters voor het personeel van het lokaal bestuur Tielt-Winge

Motivering

 

Feiten en context

In het kader van GO2019! heeft de werkgroep HRM een evaluatie gemaakt van de bestaande uurroosters voor de personeelsleden van het lokaal bestuur. Deze evaluatie geeft aanleiding tot de aanpassing van de uurroosters en dit voornamelijk voor het administratieve personeel.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals gewijzigd

         Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel.

         Gemeenteraadsbeslissing van 16 mei 2019 houdende vaststelling rechtspositieregeling met bijlagen voor het personeel van het lokaal bestuur

         Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 januari 2020 met  principieel akkoord over de wijziging uurroosters.

 

Adviezen

Het gezamenlijk managementteam heeft de nieuwe uurroosters gunstig geadviseerd op 13 januari 2020. Daarnaast is er ook een principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen van 28 januari 2020 en werd er een protocol van akkoord met de vakbonden van 4 februari 2020 bekomen (mits evaluatie in het najaar).

 

Argumentatie

De werkgroep HRM heeft, in het kader van GO2019! een evaluatie gemaakt van de bestaande uurroosters binnen het lokaal bestuur. Momenteel zijn er 2 soorten van uurroosters van toepassing binnen het lokaal bestuur. De juridische werkgever OCMW maakt gebruik van vaste uurroosters en de juridische werkgever gemeente maakt gebruik van uurroosters met stam- en glijtijden (voornamelijk voor het administratieve personeel).

 

Naar aanleiding van de invoering/wijziging tijdsregistratie voor het lokaal bestuur was het dan ook de ideale moment om de uurroosters onder de loep te nemen en eventuele aanpassingen door te voeren. Uit een navraag bij collega-besturen blijkt dat niemand nog met vaste uurroosters werkt en dat ze volop proberen in te zetten op een goede werk-privé balans en dit door middel van uurroosters met stam- en glijtijden. Er zijn reeds verschillende besturen die werken met flextijden (volledige glijtijd) en zij hebben hier zeer goede ervaringen mee. Bij de andere besturen zijn de stamtijden voornamelijk afgestemd op de openingsuren of zijn er beperkte stamtijden weliswaar in de voor- en namiddag.

 

Voor de uurroosters betekent dit dat stamtijden enkel behouden zullen blijven tijdens de openingsuren (iedere voormiddag van 9u tot 12u, op dinsdagnamiddag van 14u tot 19u en op woensdagnamiddag van 14u tot 17u). De overige uren zullen glijtijd worden. In totaal betekent dit een verhouding van 23u stamtijd op een uurrooster van 38u (ten opzichte van de vroegere situatie 28u/38u of vaste uurroosters). De standaardtijd zal niet wijzigen per dag. Voor deeltijdse personeelsleden zullen de stam- en glijtijden telkens in verhouding met hun prestaties zijn.

 

De arbeiders (van de afdeling grondgebiedzaken en van de dienst grootkeuken) blijven voorlopig behouden zoals deze op dit moment van toepassing zijn. Voor de diensten die werken met een planning (zoals IBO, groepsopvang Elfenhuisje en de verzorgenden en technisch beambten van de thuisdiensten) is er ook momenteel geen wijziging. Van zodra de nieuwe tijdsregistratie in uitvoering is, zullen er verdere optimalisaties gebeuren.

 

Een wijziging van de uurroosters waarbij personeelsleden een grotere vrijheid hebben om de balans werk/privé te bepalen betekent ook een grotere verantwoordelijkheid van ieder personeelslid en de leidinggevende. In het najaar zal er een evaluatie gebeuren van deze wijziging en zal er eventueel bijsturing mogelijk zijn.

 

De wijziging van de uurroosters betekent dan ook een wijziging van de bijlagen bij het arbeidsreglement.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

        Bijlage 1: Bijlage uurroosters

        Bijlage 2: Protocol vakbond

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt de gewijzigde bijlage, namelijk de bijlage AR uurroosters van het arbeidsreglement, voor het personeel van het lokaal bestuur Tielt-Winge vast.

 

Artikel 2

Deze gewijzigde bijlage treedt in voege van zodra de nieuwe tijdsregistratiesoftware beschikbaar is voor gebruik, voorzien vanaf 1 maart 2020, en vervangt dan de bestaande bijlage bij het arbeidsreglement.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 4

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg.

 

Artikel 5

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door het decreet over het lokaal bestuur, inzonder artikel 330.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Verhoging tweede pensioenpijler voor alle contractuele personeelsleden van het lokaal bestuur Tielt-Winge

Motivering

 

Feiten en context

Naar aanleiding van de gewijzigde pensioenwetgeving en de subsidiëring hiervoor wordt een verhoging van de tweede pensioenpijler voorgesteld voor alle contractuele personeelsleden van het lokaal bestuur Tielt-Winge. Deze verhoging wordt voorgesteld na de pensioenstudie, opgesteld door Belfius.

 

Juridische gronden

         Wet Bacquelaine van 30 maart 2018 betreffende het gemengd pensioen.

         Wet Daerden van 24 oktober 2011 betreffende de oprichting van het gesolidariseerd pensioenfonds.

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Het principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen van 4 februari 2020 betreffende de verhoging van de tweede pensioenpijler voor alle contractuele werknemers.

         Het protocol van akkoord van de vakorganisaties van 4 februari 2020.

 

Adviezen

Het college van burgemeester en schepenen gaat principieel akkoord met de verhoging van de tweede pensioenpijler voor alle contractuele personeelsleden van het lokaal bestuur Tielt-Winge.

 

Argumentatie

Belfius heeft voor het lokaal bestuur van Tielt-Winge een pensioenanalyse opgemaakt met 3 mogelijke scenario's, namelijk

1) vervanging van een statutaire personeelsleden door statutaire personeelsleden,

2) vervanging van statutaire personeelsleden door gedeeltelijk een statutair personeelslid en gedeeltelijk een contractueel personeelslid en

3) vervanging van de statutaire personeelsleden door contractuele personeelsleden,

die de impact tonen van het benoemingsbeleid op de globale kostprijs voor personeel.

 

Er zijn grote verschillen tussen de wettelijke pensioenen van statutairen en contractuelen. Voor de statutairen is de berekeningsbasis het gemiddelde van de geherwaardeerde wedden van de laatste 10 jaar (onbegrensd). Voor de contractuelen is de basis het gemiddelde van de geherwaardeerde lonen van de hele carrière en dit geplafoneerd tot de pensioengrens (57602,62 euro in 2019). De tweede pensioenpijler laat de werkgever toe om een aanvullend pensioen voor de contractuelen te voorzien om het verschil in pensioen tussen de contractuelen en de statutairen te verminderen. Een exponentiële stijging van de statutaire pensioenen wordt verwacht omwille van de volgende redenen: de vergrijzing van de statutaire populatie en de financieringsbasis (= loonmassa statutairen) die erg smal wordt in de toekomst.

 

De wet Daerden heeft de regularisatiebijdrage ingevoerd. Deze bijdrage zou worden geheven bij een laattijdige benoeming van een contractueel ambtenaar tot statutair ambtenaar. Daarnaast was er ook de invoering van de responsabiliseringsbijdrage en de basisbijdrage om de financiering van het gesolidariseerd pensioenfonds in evenwicht te brengen. De respovoet bedraagt momenteel 50% maar zal in de toekomst stijgen van 60% naar 85% . Ook de basisbijdragevoet zal in de toekomst stijgen van 41,5% naar 52,3%. Momenteel genieten wij als bestuur nog een korting van 3% op de basisbijdrage. Deze korting loopt nog tot en met 2021. 7 jaar later kwam hier verandering in door de wet Bacquelaine. Deze wet heeft het gemengd pensioen (in geval van benoeming, tellen de gepresteerde jaren als contractueel mee voor de berekening van het contractueel pensioen) ingevoerd, de afschaffing gedaan van de regularisatiebijdrage en een korting op de responsaibliseringsbijdrage gegeven indien er een link is tussen de 1ste en 2de pijler. De korting is mogelijk en betekent dat 50% van de kost 2de pijler in mindering gebracht zal worden van de responsabiliseringsbijdrag en onder voorwaarden van een minimumpercentage toegepast op de lonen onderworpen aan de RSZ-bijdragen (minimum 2% vanaf 1 januari 2020 en minimum 3% vanaf 1 januari 2021).

 

Er werd ook een tweede simulatie van de pensioenstudie opgevraagd aan Belfius omdat het beleid momenteel reeds enkele keuzes gemaakt heeft in het kader van zijn benoemingen (enkel nog statutaire functies voor de afdelingshoofden en decretale graden). Scenario 1 blijft buiten beschouwing (behoud van alle statutaire functies in de toekomst). In de tweede simulatie werden 2 scenario's opgenomen die verschillend zijn van de eerste simulatie, namelijk een scenario (scenario 2) waarbij rekening werd gehouden met 21% vervangingen van de statutairen (gebaseerd op het aantal VTE die als statutairen blijven) en een scenario (scenario 3) waarbij rekening werd gehouden met 32% vervangingen van de statutairen (gebaseerd op de loonmassa van de statutairen die statutairen blijven). Hieruit blijkt dat de globale kost over 50 jaar 354.587.100 euro bedraagt in scenario 2 en 350.091.503 euro in scenario 3. Aangezien er maar 1 statutair personeelslid zal blijven op de payroll van OCMW, bleef scenario 3 van de eerste simulatie voor OCMW de meest aansluitende simulatie.

 

De algemene vaststelling uit de pensioenanalyse: te snel afbouwen van het aantal statutairen kan

         op korte termijn een verhoging van de globale kost veroorzaken, door een stijging van de responsabiliseringsbijdrage. De pensioenlast stijgt of blijft gelijk, terwijl de statutaire loonmassa daalt;

         op lange termijn een verlaging van de globale kost veroorzaken, te wijten aan een daling van het aantal benoemingen;

 

Meer of evenveel statutairen benoemen, kan:

         op korte termijn een verlaging van de globale kost veroorzaken, door een daling van de responsabiliseringsbijdrage (de loonmassa stijgt);

         op lange termijn een verhoging van de globale kost veroorzaken te wijten aan de pensioenlast van de toekomstige gepensioneerde statutairen.

 

Samengevat:

 

Scenario 3 lijkt - ook in de tweede Belfius simulatie - nog steeds de meest voordelige situatie voor het bestuur ondanks de opstoot van kosten voornamelijk door de verhoging van de 2de pensioenpijler. Deze financiële pieken dienen ingepland te worden omwille van de betaling van voorschotten die hoger liggen dan de werkelijke bijdragen.

 

Uiteindelijk heeft het bestuur geen andere mogelijkheid dan te voldoen aan de verhoging van de tweede pensioenpijler van de contractuelen. De koppeling van deze verhoging aan de vermindering van de responsabiliseringsbijdrage voor de besturen die in het systeem stappen, heeft tot gevolg dat de besturen die niet instappen, de lasten dragen. De kost voor de stimulans wordt immers gedragen door de geresponsabiliseerde lokale en provinciale besturen die geen aanvullend pensioenstelsel hebben dat recht geeft op een vermindering van de responsabiliseringsbijdrage en de kost wordt  onder deze besturen verdeeld pro rata hun responsabiliseringsbijdrage.

 

De verhoging van de tweede pensioenpijler is een onherroepelijke beslissing; men kan de keuze niet herroepen in de toekomst. De verhoging van 1% naar 2% (en 3% in 2021) impliceert uiteraard wel een aanzienlijke verbetering van de arbeidsvoorwaarden voor onze contractuele werknemers.

 

Momenteel zijn er nog zeer veel onduidelijkheden, voornamelijk op het vlak van toekomstige wetgeving maar ook op vlak van de subsidiëring is er geen enkele garantie (nog onduidelijkheid over de toepassing 'wet Jambon', artikels 26-28 van het het Programmadecreet bij de begroting 2020 van 20 december 2019). De aangeboden korting voor de 2de pensioenpijler zal waarschijnlijk maar 5 jaar van toepassing zijn. De simulaties houden hier momenteel geen rekening mee waardoor het zeker koffiedik kijken is over een termijn van 50 jaar.

 

Financiële gevolgen

Op ieder beleidsitem, waar personeelskosten op staan, is het algemeen rekeningnummer 62220200 (tweede pensioenpijler contractueel personeel) voorzien. Het totaal voorziene bedrag is 68144,04 euro. Bij de opmaak van het meerjarenplan werd reeds rekening gehouden met de kost voor de verhoging van deze pijler.

 

Bijlagen

       Pensioenstudie Gemeente - simulatie 1

       Pensioenstudie OCMW

       Pensioenstudie Gemeente - simulatie 2

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad gaat akkoord met de verhoging van de tweede pensioenpijler voor alle contractuele werknemers van 1% naar 2% vanaf 1 januari 2020 en van 2% naar 3% vanaf 1 januari 2021.

 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 3

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de RSZ en Weddecentrale Cipal-Schaubroeck.

 

Artikel 4

Onderhavige beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 330.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Gemeentelijke structuurschets 'Centrum Tielt'

Motivering

 

Feiten en context

Deze structuurschets bevat normen betreffende de oppervlakte en de afmetingen van gebouwen en constructies.

Deze beslissing werd eerder verdaagd door de gemeenteraad van 16 januari 2020.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening

         Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Tielt-Winge (vastgesteld door raadsbeslissing van 26 februari 2009), dat werd goedgekeurd door de bestendige deputatie op 7 mei 2009 (kennisneming door gemeenteraad op 1 juni 2009)

         Beslissing van de gemeenteraad van 20 oktober 2016 houdende vaststelling van de gemeentelijke structuurschets ‘Centrum Sint-Joris-Winge’

         Beslissing van de gemeenteraad van 19 december 2019 houdende kennisneming 'Beleidsnota lokaal bestuur Tielt-Winge 2019-2024'

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Tielt wordt gemarkeerd door een kleine heuvel van 15m hoogte (Berg), waardoor de kerk Onze-Lieve-Vrouw-Tielt vanuit een verre omgeving zichtbaar is en de ligging van het dorp aangeeft. In het ruimtelijk structuurplan staat beschreven dat door de aanwezigheid van winkels, een bankfiliaal, de school en de bibliotheek de centrumsfeer in Tielt sterk aanwezig is tussen het gemeentehuis tot aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk. Aan de rand van dit centrum is een sociaal woonproject in ontwikkeling. Aansluitend hieraan bevinden zich hier voorzieningen met een recreatieve functie, zoals de sporthal met omliggende terreinen en het lokaal van de plaatselijke jeugdbeweging. De kern wordt aan deze zijde tevens omzoomd door het Ralisbos, aan de andere zijde is het Walenbos gelegen. Deze voorzieningen zijn vlot bereikbaar vanaf het centrum.

 

In het kader van kernversterking en verdichtingsprojecten dient de multifunctionele ontwikkeling en de verweving van diverse voorzieningen in het centrum voorop te staan. De klemtoon dient hier te liggen op een aantrekkelijke woonomgeving met het behoud van de eigenheid van het dorp.

 

Tielt-centrum vormt heden, samen met Sint-Joris-Winge, het zwaartepunt voor wonen en voorzieningen in de gemeente. Hier wordt het belangrijkste aanbod aan woonuitbreiding gecreëerd om de vraag vanuit de eigen bevolking op te vangen en om een op doelgroepen gericht beleid (site Solveld) te voeren. Door handel, voorzieningen en openbare diensten te concentreren ter hoogte van het centrum en het verbeteren en verhogen van een gediversifieerd woningaanbod in de kern, vergroot de draagkracht voor de leefbaarheid van de voorzieningen.

 

Enerzijds wordt door middel van een verdichting in het centrum het draagvlak voor voorzieningen verhoogd, anderzijds is het behoud van het landelijk karakter, eigen aan Tielt, belangrijk voor de identiteit van dit hoofddorp. De eigenheid en herkenbaarheid van Tielt wordt bepaald door haar landelijk voorkomen. Niettegenstaande de ontwikkeling van Tielt, wordt gewerkt aan het behouden van deze landelijkheid. Tielt zal de uitdaging aangaan om enerzijds ruimtelijk te ontwikkelen als kern, maar anderzijds het landelijk karakter van de omgeving en het kwalitatieve landschap te laten indringen tot in de kern. Door middel van nieuwe woningtypologieën kan hierop een antwoord gegeven worden.

 

Er is een blijvende vraag naar meergezinswoningen in het centrum Tielt gezien de gunstige ligging in de nabijheid van de gewestweg N2, de nabijheid van de E314, de ligging in de Leuvense rand, de onmiddellijke omgeving van een uitgebreid voorzieningenniveau, rekening houdend met de huidige maatschappelijke evoluties: algemene toename van de bevolking, afname van beschikbare bouwgronden, de toename van prijzen van woningen, stijgende vergrijzing, wijzigingen van gezinssamenstellingen, … waardoor de huidige tendensen neigen naar verdichtingen in de kernen.

 

Het bestuur staat open voor nieuwe woonvormen maar wenst hiervoor een duidelijk kader  te creëren zodat er enerzijds plaatselijk verdicht kan worden maar dat de bestaande kern zijn eigenheid behoudt.

 

Deze structuurschets is specifiek van toepassing op kadastraal gesitueerde percelen te Tielt-Winge, 1e afdeling, sectie B, nummer 536F2, 536G2 en 536Z.

 

Het bestuur  pleegde reeds overleg met het Departement Omgeving omtrent deze stedenbouwkundige voorschriften. Het Departement Omgeving kan instemmen met verdichting op deze locatie vermits deze zich bevindt in de kern van Tielt. Het is wenselijk dat nieuwbouwprojecten voor deze buurt kwalitatief gekaderd worden, zodoende dat het landelijk karakter van de kern behouden blijft.

 

Uit bedoeld overleg met het Departement Omgeving blijkt nog dat een stedenbouwkundig verordening (met formele goedkeuring/advies vanwege de GECORO en Ruimte Vlaanderen) niet vereist is en dat kan worden volstaan met het vaststellen van een gemeentelijke structuurschets voor het centrum van Tielt. Eenzelfde werkwijze werd reeds gehanteerd voor het project Wingerpark in Sint-Joris-Winge, waarvoor een gelijklopende structuurschets werd vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 20 oktober 2016.

 

De volumes in de Sint-Annastraat dienen de bouwlijn van de omliggende omgeving te volgen.

 

Deze belangrijke aangelegenheid, inzonder de gemeentelijke ruimtelijke ordening, noopt toch tot een definitieve vaststelling door de gemeenteraad.

 

Dit is geen haalbare kaart  aan de hand van het doorsnee gevoerde stedenbouwkundig beleid dat op de openbare weg geënte woningen, bestaande uit twee bouwlagen met bouwdieptes van 15 meter (gelijkvloers) en 12 meter (verdiep) en eventueel een ruimte onder het dak toelaat. De hoek Rillaarseweg - Sint-Annastraat zou worden dichtgebouwd, wat zorgt voor een afvlakking van het straatbeeld.

 

De openheid primeert als algemeen kenmerk, omwille van deze reden plaatselijk een vierde bouwlaag wordt toegestaan om de niet-bebouwde woonoppervlakte ‘op de grond’ op te vangen in de hoogte. Dit volume mag absoluut niet overschreden worden.

 

Er wordt ook geopteerd om direct, gekoppeld aan de verhoogde bevolkingsdensiteit op dergelijke locatie, voorwaarden inzake afvalverzameling in te schrijven in deze structuurschets.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

           Kerncijfers

           Inplantingsplan

           Schematische voorstelling niveaus

           Volume

           Overzicht oppervlaktes per appartement (zuiver indicatief)

           Nota ontwerp

 

Besluit:

11 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
6 stemmen tegen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Jo Smekens, Marleen De Vry, Fons Lemmens en Yvette Duerinckx.
Artikel 1

De structuurschets ‘Centrum Tielt’ wordt hierbij definitief vastgesteld als volgt:

 

1. Toepassingsgebied en definities

 

1.1 Deze structuurschets is van toepassing op de stedenbouwkundige aanvragen voor een nieuwbouwproject meergezinswoningen op een gedeelte van het gemeentelijk grondgebied, namelijk de kadastraal gesitueerde percelen te Tielt-Winge, 1e afdeling, sectie B, nummers 536F2, 536G2 en 536Z.

 

1.2 In deze structuurschets wordt een “meergezinswoning” begrepen als een gebouw dat meer dan één wooneenheid omvat, met uitzondering van bejaardentehuizen, seniories, serviceflats, verpleeginrichtingen, kloosters, hotels en internaten.

 

1.3 In deze structuurschets wordt de term “bouwlaag” begrepen als de ruimte die bestaat tussen de afgewerkte vloer en het afgewerkte plafond.

 

2. Bouwlagen en bouwhoogte

 

2.1 Een meergezinswoning die wordt vergund binnen de begrenzing waarvan sprake in artikel 1.1, kan ten hoogste drie bouwlagen tellen. Een eventuele vierde bouwlaag kan toegestaan worden op basis van het percentage aan bebouwbare oppervlakte dat niet aangewend wordt, een onbebouwde bestemming behoudt en gecompenseerd wordt aan de hand van deze extra bouwlaag. Dit hoogteaccent dient te worden uitgevoerd in een plat dak. De nokhoogte mag maximaal 14 meter bedragen.

 

2.2 Alle vermelde hoogten worden gerekend vanaf het niveau van de voorliggende straat. (i.e. Rillaarseweg - Sint-Annastraat).

 

2.3 De vloerpas van het gebouw mag niet lager liggen dan het niveau van de voorliggende straat (i.e. Rillaarseweg - Sint-Annastraat), en mag er maximaal 0,50 meter boven liggen.

 

3. Diverse

 

De projectontwikkelaar is verplicht om een systeem van ondergrondse containerterminals van Ecowerf te voorzien in zijn plannen. De kosten voor inrichting van het systeem rusten bij de projectontwikkelaar en Ecowerf.

 

Artikel 2

Deze beslissing wordt onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld in het DLB.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Gratis grondafstand Houwaartsebergweg

Motivering

 

Feiten en context

Het verdient aanbeveling dat de gemeente het hierna vermelde goed gelegen te Tielt-Winge inlijft bij het openbaar domein:

Het kadastraal gesitueerd perceel, omschreven als bouwland, te Tielt-Winge, 2e afdeling, sectie B, nummer 122R, ter plaatse Neringveld, groot 88m².

 

Het perceel maakt deel uit van de wegbedding van buurtweg 38, opgenomen in de Atlas der Buurtwegen van Houwaart.

 

Het bedoelde goed is in eigendom van:

- Maria Nys, wonende te Torteldreef 31, 3140 Keerbergen

- Guy Philippart, wonende te Sperwerslaan 8, 3120 Tremelo

- Maria Philippart, wonende te Panoramalaan 13, 3110 Rotselaar

 

De eigenaars gaven aan geïnteresseerd te zijn in een gratis overdracht aan het gemeentebestuur.

 

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het goed wordt aangewend om blijvend deel uit te maken van het openbaar domein.

 

De burgemeester zal de akte verlijden.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Belofte tot gratis grondafstand.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad gaat akkoord met het principe van gratis grondafstand:

Het kadastraal gesitueerd perceel, omschreven als bouwland, te Tielt-Winge, 2e afdeling, sectie B, nummer 122R, ter plaatse Neringveld, groot 88m².

 

Artikel 2

De algemeen directeur en de eerste schepen worden gemachtigd om de voorliggende belofte tot gratis grondafstand, als bijlage bij deze beslissing,  te ondertekenen.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Gedeeltelijke opheffing gemeenteweg (weg nr. 7 - Oude Leuvensebaan)

Motivering

 

Feiten en context

De Oude Leuvensebaan is opgenomen in de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge als weg nummer 7.

 

Deze weg heeft overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge een variërende breedte van 7 à 10 meter.

 

De weg situeert zich tussen de bestaande resterende bedding van de Oude Leuvensebaan en de Wingerstraat.

 

In de feiten werd de bedding op 5 augustus 1985 door het gemeentebestuur verkocht aan de huidige eigenaar, de heer Ronan Marteaux zonder deze eerst af te schaffen.

 

Juridische gronden

           Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

           Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Overeenkomstig de plannen is de weg dwars gelegen op enkele percelen. De bedding is momenteel bebouwd met een elektriciteitscabine, een werkplaats en wordt voor het overige gebezigd als tuinzone.

 

Het gebruik van deze percelen zou geoptimaliseerd kunnen worden.

 

Overeenkomstig het decreet op de gemeentewegen dient het gemeentebestuur te waken over de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau. De afschaffing van dit gedeelte van buurtweg 7, zoals vervat in het grafisch plan brengt deze doelstelling van het decreet niet in het gedrang. De verbinding tussen de Oude Leuvensebaan en de Wingerstraat blijft bestaan. De andere uitloper van de Oude Leuvensebaan ter hoogte van Oude Leuvensebaan 34 en Oude Leuvensebaan 36 maakt dezelfde verbinding mogelijk op een afstand van ongeveer 25 à 30 meter.

 

Een andere opgelegde doelstelling is de herwaardering en de bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen zowel op recreatief als functioneel vlak. Deze doelstelling wordt evenmin geschonden. De verbinding tussen de Oude Leuvensebaan en de Wingerstraat blijft zoals reeds gesteld behouden. De huidige Oude Leuvensebaan betreft een weg die gekenmerkt wordt door één rijvak en geenzins de allure heeft een drukke hoofdverbindingsweg te zijn.

 

De af te schaffen oppervlakte bedraagt 863 m².

 

Het bedoelde af te schaffen gedeelte van weg 7 situeert zich overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge op de kadastraal gesitueerde percelen te Tielt-Winge, 4e afdeling, sectie B, nummers:

- 330R, in eigendom van de Provinciale Brabantse Energiemaatschappij, met kantoren te Diestsesteenweg 126, 3210 Lubbeek.

- 330S, 331F en 331H, in eigendom van Ronan Marteaux, wonende te Wingerstraat 64, 3390 Tielt-Winge.

 

De eigenaars voegden een gemotiveerde aanvraag toe, waarbij wordt voorgesteld om de bovenvermelde weg deels af te schaffen.

 

Gelet op de bijgevoegde plannen van 6 januari 2020, zoals opgemaakt door Intertopo Landmetersbureau BVBA.

 

Het gemeentebestuur neemt de kosten voor de procedure ten laste. De bedding werd immers al verkocht op 5 augustus 1985 zonder deze voorafgaandelijk aan de verkoop af te schaffen.

 

De opheffing van dit gedeelte van weg 7 overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen staat ten dienste van het algemeen belang. Het is de taak van het gemeentebestuur om rechtszekerheid te bieden nopens de rechtshandelingen die zij stelt. Het is nodig de theoretische toestand in overeenstemming te brengen met de praktische toestand die geldt sinds de verkoop van de bedding op 5 augustus 1985.

 

De wijziging of afschaffing van deze weg is in dit geval een uitzonderingsmaatregel die het wegennetwek niet schaadt. Dezelfde verbinding tussen de Oude Leuvensebaan en de Wingerstraat blijft behouden via de bestaande uitloper van de Oude Leuvensebaan op een afstand van 25 à 30 meter.

 

De verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aangrenzende percelen worden in acht genomen. De bovenvermelde betrokken percelen 330R, 330S en 331H zijn nog steeds toegankelijk langs de Wingerstraat. Het andere perceel 331F wordt ontsloten langs de Oude Leuvensebaan. De gedeeltelijke afschaffing van weg 7 heeft geen invloed op de ontsluiting van de aanpalende percelen.

 

De betrokken bedding bevindt zich te Sint-Joris-Winge ter hoogte van de Wingerstraat en de Oude Leuvensebaan, er zijn geen gemeentegrensoverschrijdende perspectieven die spelen.

 

Het verdient aanbeveling dat het gemeentebestuur de huidige toestand in overeenstemming brengt met de verkoop die plaats vond op 5 augustus 1985. Noch de behoeften van de huidige als de toekomstige generatie komen daarbij in het gedrang. De verbinding tussen de Wingerstraat en de Oude Leuvensebaan blijft bestaan op een afstand van 25 à 30 meter. De betrokken eigenaars dienen volledig te kunnen beschikken over de gronden zoals de gewestplanbestemming dit toelaat.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn ten laste van het gemeentebestuur. De exacte financiële gevolgen zijn nog niet gekend, deze zijn afhankelijk van de te maken kosten naar aanleiding van onder meer het openbaar onderzoek. Deze kosten zullen geboekt worden op rekeningnummer 61420110 (Erelonen en vergoedingen (notaris, landmeter,...)) op het beleidsitem 060000 (Ruimtelijke Planning) van het exploitatiebudget 2020. Het beschikbaar krediet is 20.000 euro op 5 februari 2020.

 

Bijlagen

          Dossier gedeeltelijke afschaffing buurtweg 7.

          Documenten verkoop 5 augustus 1985.

 

Besluit:

15 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Marleen De Vry, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
3 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers en Jo Smekens.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt het ontwerp van grafisch plan tot opheffing van de gemeenteweg, gekend als weg nummer 7 uit de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge, voorlopig vast.

 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het grafisch plan tot opheffing van een gemeenteweg aan een openbaar onderzoek dat minstens binnen een ordetermijn van dertig dagen na de voorlopige vaststelling start.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassing van de bepalingen van bestuurlijk toezicht, zoals opgenomen in het Decreet over het lokaal bestuur.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Principe gedeeltelijke afschaffing gemeenteweg (weg nr. 53 - Molenbeekschenvoetpad)

Motivering

 

Feiten en context

Het Molenbeekschenvoetpad is opgenomen in de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge als weg nummer 53.

 

Deze weg is overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge 1,65 meter breed.

 

De weg situeert zich te tussen de Wingebeek en de Steenheuvelstraat.

 

Een ander gedeelte van deze weg 53 werd afgeschaft door de bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant op 14 november 1963.

 

Juridische gronden

              Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

              Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Overeenkomstig de plannen van de Atlas der Buurtwegen is de weg aangeduid in volle lijnen wat duidt op het openbaar karakter en het eigendomsrecht dat in het bezit is van het gemeentebestuur.

 

Het decreet op de gemeentewegen stelt dat het gemeentebestuur dient te waken over de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau. De afschaffing van dit gedeelte van buurtweg 53, zoals vervat in het grafisch plan brengt deze doelstelling van het decreet niet in het gedrang. De bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant besloot op 14 november 1963 tot de afschaffing van buurtweg 53 voor wat betreft het gedeelte tussen de Steenheuvelstraat en de Halensebaan over een afstand van 463,65 meter.

 

Een andere opgelegde doelstelling is de herwaardering en de bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen zowel op recreatief als functioneel vlak. Deze doelstelling wordt evenmin geschonden. De verbinding tussen buurtwegen 53 en 52 uit de Atlas der Buurtwegen is heden onbestaande, richting de Glabbeeksesteenweg door gebruik als tuinzone met bebouwing van een bijgebouw en richting de Bronstraat door de verdere uitdeining van de bedding van de Wingebeek. Doch is deze bedding niet afgeschaft. Momenteel is de verbinding tussen de Steenheuvelstraat, de Bronstraat en Glabbeeksesteenweg niet in gebruik, waardoor de voorliggende afschaffing geen schade toebrengt aan het huidige wegennet.

 

De af te schaffen oppervlakte bedraagt 131m².

 

Het eigenaar, het gemeentebestuur, voegt een gemotiveerde aavraag toe, waarbij wordt voorgesteld om de bovenvermelde weg deels af te schaffen.

 

Gelet op de bijgevoegde plannen van 5 februari 2020, zoals opgemaakt door Landmetersbureau Intertopo BVBA.

 

Het gemeentebestuur neemt de kosten voor de procedure ten laste. De bedding zal na afschaffing te koop aangeboden worden aan de aanpalend eigenaars, op dit moment zullen de kosten gerecupereerd worden.

 

De opheffing van dit gedeelte van weg 53 overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen schendt het algemeen belang niet. De bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant besloot op 14 november 1963 tot de afschaffing van buurtweg 53 voor wat betreft het gedeelte tussen de Steenheuvelstraat en de Halensebaan over een afstand van 463,65 meter. Gezien deze afschaffing werd goedgekeurd, kan men bezwaarlijk stellen dat de verdere afschaffing van de weg het algemeen belang zou schaden.

 

De wijziging of afschaffing van deze weg is in dit geval een uitzonderingsmaatregel die het wegennetwek niet schaadt. De verbinding tussen buurtwegen 53 en 52 uit de Atlas der Buurtwegen is heden onbestaande, richting de Glabbeeksesteenweg door gebruik als tuinzone met bebouwing van een bijgebouw en richting de Bronstraat door de verdere uitdeining van de bedding van de Wingebeek. Doch is deze bedding niet afgeschaft. Momenteel is de verbinding tussen de Steenheuvelstraat, de Bronstraat en Glabbeeksesteenweg niet in gebruik, waardoor de voorliggende afschaffing geen schade toebrengt aan het huidige wegennet.

 

De verkeersveiligheid en de ontsluiting van de aangrenzende percelen worden in acht genomen.  De gedeeltelijke afschaffing van weg 53 heeft geen invloed op de ontsluiting van de aanpalende percelen.

 

De betrokken bedding bevindt zich te Sint-Joris-Winge ter hoogte van de Steenheuvelstraat, er zijn geen gemeentegrensoverschrijdende perspectieven die spelen.

 

De bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant besloot op 14 november 1963 tot de afschaffing van buurtweg 53 voor wat betreft het gedeelte tussen de Steenheuvelstraat en de Halensebaan over een afstand van 463,65 meter. Destijds werd geoordeeld dat de afschaffing van de weg het algemeen belang niet schaadt. De toenmalige afschaffing van dit wegsegment bracht de belangen van de toenmalige generatie kennelijk niet in het gedrang. Het standpunt nopens de voorliggende afschaffing wordt gesteund in een preadvies namens het provinciebestuur van 1 oktober 2018 aangaande de voorliggende afschaffing. Het is niet aannemelijk dat de belangen van de huidige en toekomstige generatie geschonden worden. De verbinding tussen buurtwegen 53 en 52 uit de Atlas der Buurtwegen is heden onbestaande, richting de Glabbeeksesteenweg door gebruik als tuinzone met bebouwing van een bijgebouw en richting de Bronstraat door de verdere uitdeining van de bedding van de Wingebeek. Doch is deze bedding niet afgeschaft. Momenteel is de verbinding tussen de Steenheuvelstraat, de Bronstraat en Glabbeeksesteenweg niet in gebruik, waardoor de voorliggende afschaffing geen schade toebrengt aan het huidige wegennet.

 

Financiële gevolgen

De financiële gevolgen zijn ten laste van het gemeentebestuur. De exacte financiële gevolgen zijn nog niet gekend, deze zijn afhankelijk van de te maken kosten naar aanleiding van onder meer het openbaar onderzoek. Deze kosten zullen geboekt worden op rekeningnummer 61420110 (Erelonen en vergoedingen (notaris, landmeter,...)) op het beleidsitem 060000 (Ruimtelijke Planning) van het exploitatiebudget 2020. Het beschikbaar krediet is 20.000 euro op 5 februari 2020.

De bedding zal na afschaffing, te koop aangeboden worden aan de aanpalend eigenaars waardoor de kosten kunnen gerecupereerd worden.

 

Bijlagen

         Dossier houdende de gedeeltelijke afschaffing van buurtweg 53 opgenomen in de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge.

         Besluit van de Bestendige Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant van 14 november 1963.

         Preadvies van de provincie Vlaams-Brabant van 1 oktober 2018.

 

Besluit:

14 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
4 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Jo Smekens en Marleen De Vry.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt het ontwerp van grafisch plan tot gedeeltelijk opheffing van de gemeenteweg, gekend als weg nummer 53 uit de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge voorlopig vast.

 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het grafisch plan tot opheffing van een gemeenteweg aan een openbaar onderzoek dat minstens binnen een ordetermijn van dertig dagen na de voorlopige vaststelling start.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassing van de bepalingen van bestuurlijk toezicht, zoals opgenomen in het Decreet over het lokaal bestuur.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Aanpassing huurovereenkomst Natuurpunt

Motivering

 

Feiten en context

De gemeente heeft een huurovereenkomst met Natuurpunt voor het beheren van perceel 6G te Houwaart.

Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu werd aangepast door het besluit van de Vlaamse regering betreffende 'de natuurbeheerplannen en de erkenning van natuurreservaten'. De huidige beheerovereenkomsten dienen geconformeerd te worden aan deze nieuwe wetgeving.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Besluit van de Vlaamse regering betreffende de natuurbeheersplannen en de erkenning van natuurreservaten van 14 juli 2017

         Gemeenteraadsbeslissing van 17 april 2014 betreffende de beheersovereenkomst met Natuurpunt voor het beheren van perceel afdeling 2, sectie A, nr 6G.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De huidige beheersovereenkomst met Natuurpunt dient gewijzigd te worden om conform met de vigerende wetgeving te blijven.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

            Schrijven van Natuurpunt.

            Huurovereenkomst Natuurpunt 2014.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Addendum bij de overeenkomst voor perceel afdeling 2, sectie A, nr. 6G wordt goedgekeurd door de gemeenteraad.

 

Volgende paragraaf wordt toegevoegd aan de overeenkomst van 19 mei 2014:

"De eigenaar geeft toelating aan de huurder, met name Natuurpunt Beheer vzw, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen, om de gronden te laten erkennen als natuurreservaat overeenkomstig het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.  Conform artikel 16quater decies, §2 van het voormelde decreet wordt op deze gronden een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid gevestigd.  Deze luidt als volgt: De erkenning als natuurreservaat vestigt een erfdienstbaarheid tot algemeen nut op het terrein, meer bepaald een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van duurzaam gebruik en langdurig beheer van het terrein als natuurreservaat."

 

Artikel 2

De burgemeester en de algemeen directeur worden gelast namens het gemeentebestuur met de ondertekening van dit addendum.

 

Artikel 3

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan Natuurpunt Beheer vzw, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassing van het bestuurlijk toezicht, zoals blijkt uit het decreet over het lokaal bestuur.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Overeenkomst Fluvius Duurzame gebouwen

Motivering

 

Feiten en context

Ingekomen brief van PBE van 10 januari 2020.

Door de fusionering van Eandis en Infrax biedt PBE een nieuwe kaderovereenkomst aan voor ESCO projecten.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (aangehaald als het Energiedecreet)

         Besluit van de Vlaamse Regering van 2 maart 2007 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik (hierna het ‘REG-besluit’ genoemd), in het bijzonder artikel 10

         Gemeenteraad van 15 maart 2012 - Besluit basispakket ESCO projecten: energie-efficiënte gebouwen

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De gemeente is deelnemer in de opdrachthoudende vereniging “PBE” zijnde de distributienetbeheerder voor elektriciteit en of gas, hierna genoemd: de DNB (distributienetbeheerder) die voor haar grondgebied aangewezen werd door de VREG conform de bepalingen van artikel 4 van het Energiedecreet.

 

Op de DNB rust op grond van die hoedanigheid een openbare dienstverplichting inzake de voortgangscontrole van de energieboekhouding, de ondersteuning en uitvoering van energieaudits, de begeleiding van energiezorgsystemen van het lokale bestuur (hieronder wordt o.m. begrepen de financiële en organisatorische ondersteuning bij de uitvoering van de energiebesparende investeringen) en het aanbieden van formules van derdepartijfinanciering of andere financieringsmechanismen voor de uitvoering van energiebesparende investeringen.

 

De DNB is statutair gemachtigd deze opdrachten uit te voeren voor haar deelnemers en tevens over de nodige knowhow beschikt, om in het kader van haar wettelijke opdracht van het bevorderen van energie-efficiëntie, deze opdracht te verwezenlijken;

 

De DNB voert kosteloos opdrachten uit voor haar deelnemers.

 

De gemeente gaf in 2012 de opdracht aan de DNB om de taken van het basispakket uit te voeren in enkele gemeentelijke gebouwen.

 

De ondertekening van deze kaderovereenkomst verplicht het lokaal bestuur tot geen enkel exclusief engagement.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

           Brief PBE

           Kaderovereenkomst

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Het lokaal bestuur keurt de kaderovereenkomst - Fluvius Duurzame gebouwen, als bijlage bij deze beslissing, goed.

 

Artikel 2

Het college wordt gelast met de verdere uitvoering van deze beslissing.

De burgemeester en de algemeen directeur zullen deze overeenkomst namens het lokaal bestuur ondertekenen.

 

Artikel 3

Een afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan het secretariaat van de DNB per adres : Fluvius - Esco & DLB, Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassing van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Openbare verlichting: wijziging dimschema

Motivering

 

Feiten en context

Tegen 2030 moeten alle lampen van de openbare verlichting worden vervangen door LED lampen.

Hiervoor wordt het toekomstfonds door Fluvius in het leven geroepen om de gemeente te ondersteunen met de financiering.

Om tegen 2030 alles te verLEDden is er een investering nodig van rond de 200.000 euro per jaar.

Het college keurde op 19 november 2019 een planning goed om dit te realiseren.

Bijkomend zijn de LED lampen dimbaar waardoor een extra besparing kan gerealiseerd worden op het energieverbruik.

 

Juridische gronden

           Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

           Gemeenteraadsbeslissing van 16 februari 2017.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Dimming houdt in dat het lichtniveau zakt naar 50% van het oorspronkelijke niveau en dat dit een substantiële energie- en kostenbesparing genereert van zo’n 15%.

Diming vormt een beter alternatief, dan volledige doving van de openbare verlichting (en het daaraan gekoppelde grotere onveiligheidsgevoel).

Het huidige dimschema werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 16 februari 2017 en is de volgende:

tussen middernacht en 5.00 uur ’s ochtends zal de openbare verlichting op basis van dimbare led-techniek met 50% gedimd worden

 

Er wordt voorgesteld, ook door verdere optimalisatie van de LED-technologie en helderheid van deze nieuwe openbare verlichting (zoals ook de visu kan worden vastgesteld in het straatbeeld), om deze aan te passen naar:

tussen 23.00 uur en 5.00 uur ’s ochtends zal de openbare verlichting op basis van dimbare led-techniek met 50% gedimd worden.

 

Het extra uur dimming kan substantieel bijdragen aan energiebesparing (en genereert dus duurzaamheidseffecten) en verlaging van de energiefactuur.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraadsbeslissing van 16 februari 2017 betreffende Openbare verlichting - Dimschema ledverlichting wordt opgeheven door deze beslissing met ingang vanaf 1 maart 2020.

 

Artikel 2

Het dimschema "tussen 23.00 uur en 5.00 uur ’s ochtends zal de openbare verlichting op basis van dimbare led-techniek met 50% gedimd worden" wordt goedgekeurd.

 

Artikel 3

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan Fluvius.

 

Artikel 4.

Deze beslissing is onderworpen aan de bepalingen van het bestuurlijk toezicht, zoals die blijken uit het decreet over het lokaal bestuur.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Aanleg fietspaden Binkomstraat, Attenrodestraat en Heibosstraat - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

Motivering

 

Feiten en context

In het kader van de opdracht “aanleg fietspaden Binkomstraat, Attenrodestraat en Heibosstraat” werd een bestek met nr. 2020/023 opgesteld door afdeling ruimtelijke organisatie en werken door derden.

 

Juridische gronden

         Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

         Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

         De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

         De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 36.

         Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

         Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:

         Perceel 1 (Fietspaden Attenrodestraat en Binkomstraat - uitvoering 2020), raming: € 247.614,65 excl. btw of € 299.613,73 incl. 21% btw;

         Perceel 2 (Fietspaden Heibosstraat - uitvoering 2021), raming: € 59.379,80 excl. btw of € 71.849,56 incl. 21% btw.

 

De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 306.994,45 excl. btw of € 371.463,29 incl. 21% btw.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare procedure.

 

Financiële gevolgen

De uitgave voor deze opdracht is voorzien in 2020 en 2021 op 020000/12 2240 0000.

 

Bijlagen

Bestek.

 

Besluit:

16 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Tom Werner, Marthe Caeyers, Jo Smekens, Marleen De Vry, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
2 stemmen tegen: Fons Lemmens en Yvette Duerinckx.
Artikel 1
Het bestek met nr. 2020/023 en de raming voor de opdracht “aanleg fietspaden Binkomstraat, Attenrodestraat en Heibosstraat”, opgesteld door afdeling ruimtelijke organisatie en werken door derden worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 306.994,45 excl. btw of € 371.463,29 incl. 21% btw.

 

Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.

 

Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering van deze beslissing.

De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.

 

Artikel 4
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in 2020 en 2021 op 020000/12 2240 0000.

 

Artikel 5

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Vaststelling uniform GAS-reglement PZ 5389 Hageland

Motivering

 

Feiten en context

Op de gemeenteraad van 18 mei 2017 werd een algemeen politiereglement op de gemeentelijke administratieve sancties goedgekeurd.

 

Het reglement is intussen geëvalueerd en aangepast door de intergemeentelijke werkgroep in de politiezone.

 

Ook was er door enkele kleinere aanpassingen in de wetgeving van hogerhand bijsturing nodig van dit reglement.

 

De aangepaste versie is op jeugdraad geweest ter advies en is op de politieraad gekomen.

 

Nu ligt de uniforme aangepaste tekst ter goedkeuring bij de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid de artikels 119, 119 bis, 133, 134 en 135;

         Wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties;

         Wet van 24 juni 2013 betreffende gemeentelijke administratieve sancties;

         Diverse uitvoeringsbesluiten van 21 december 2013 m.b.t. de gemeentelijke administratieve sancties;

         Ministeriële omzendbrief van 22 juli 2014 (binnenlandse zaken) waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties;

         Gemeenteraadsbeslissing van 13 oktober 2005 houdende vaststelling van een algemeen politiereglement m.b.t. administratieve sancties;

         Gemeenteraadsbeslissingen van 12 november 2009 en 10 december 2009 houdende wijziging van een algemeen politiereglement m.b.t. administratieve sancties;

         Gemeenteraadsbeslissing van 18 mei 2017 betreffende het algemeen politiereglement op de gemeentelijke administratieve sancties

 

Adviezen

         Positief advies van de jeugdraad van 10 oktober 2019

         Positief advies van de politieraad van 18 december 2019

 

Argumentatie

Het reglement is door de werkgroep geëvalueerd geworden. De grote lijnen werden zeker als positief behouden. Er zijn enkele kleinere wijzigingen doorgevoerd om bij te sturen.

Ook doordat er bepaalde nieuwe wetgeving is bijgekomen (bijvoorbeeld rond huurwetgeving en een nieuw decreet rond vuurwerk) zijn er enkele artikels gewijzigd.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

        Advies jeugdraad

        Advies politiezone

        Integrale tekst uniform GAS-reglement PZ Hageland

 

Besluit:

17 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Tom Werner, Marthe Caeyers, Jo Smekens, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
1 onthouding: Marleen De Vry.
Artikel 1

De gemeenteraad keurt het algemeen politiereglement op de gemeentelijke administratieve sancties goed, luidende als volgt :

 

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN

Art. 1. 

Dit reglement geldt met behoud van de toepassing van andere wetgeving.

Iedereen moet de bevelen van de burgemeester, gegeven krachtens de artikels 133 tot en met 135 van de nieuwe Gemeentewet, naleven.

 

Art. 2. 

§ 1 Voor de toepassing van onderhavig reglement, verstaat men onder «openbare plaats» : - de openbare weg, te weten de wegen en doorgangen die in hoofdorde bestemd zijn voor alle verkeer van personen en voertuigen, met inbegrip van de bermen, voetpaden en de ruimten aangelegd als aanhorigheden van de verkeerswegen en voornamelijk bestemd voor het parkeren van voertuigen. De berm is de ruimte of het gedeelte van de weg dat niet in de rijweg begrepen is; - de parken, openbare tuinen, pleinen en speelterreinen en alle stukken van de openbare plaats, buiten de openbare weg, die open staan voor het verkeer van personen en in hoofdorde bestemd zijn voor wandelen en ontspanning.

§ 2 Onder een «voor het publiek toegankelijke plaats» verstaat men in onderhavig reglement elke plaats waar andere personen dan de beheerder en de personen die er werkzaam zijn toegang hebben ofwel omdat ze geacht worden gewoonlijk toegang te hebben tot die plaats, ofwel omdat ze er toegelaten zijn zonder individueel te zijn uitgenodigd.

§ 3 Met «groene ruimten» wordt bedoeld: openbare plantsoenen, begraafplaatsen, parken, tuinen en alle stukken van de openbare plaats buiten de rijbaan, die openstaan voor het verkeer van personen en in hoofdorde bestemd zijn voor wandelen of ontspanning.

 

Art. 3. 

§1. De in onderhavig reglement beoogde vergunningen worden voorafgaandelijk en herroepbaar afgegeven, in de vorm van een persoonlijke en onoverdraagbare titel, die de gemeente niet aansprakelijk stelt.

Ze kunnen op ieder moment ingetrokken worden door de burgemeester wanneer het algemeen belang het vereist.

Ze kunnen ook geschorst of ingetrokken worden door de burgemeester wanneer de houder een overtreding begaat tegen onderhavig reglement, overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. 

§2. De begunstigden moeten zich strikt houden aan de voorschriften van de vergunningsakte en erover waken dat diens voorwerp geen schade kan berokkenen aan anderen, noch de openbare veiligheid, rust of netheid en gezondheid in het gedrang kan brengen.

De gemeente is niet aansprakelijk voor de schade die kan voortvloeien uit de - al dan niet foutieve – uitoefening van de bij de vergunning beoogde activiteit.

 

Art. 3 bis.

Wanneer de openbare veiligheid, netheid, gezondheid of rust in het gedrang komen door situaties waarvan de oorzaak bij privaat domein ligt, kan de burgemeester de nodige besluiten nemen.

De eigenaars, huurders bezetters of zij die er op een of andere manier verantwoordelijk voor zijn, moeten zich schikken naar de besluiten van de burgemeester.

In geval van weigering of vertraging in de uitvoering van de bij voornoemde besluiten voorgeschreven maatregelen, alsook indien het onmogelijk is ze aan betrokkenen te betekenen, kan de burgemeester er ambtshalve toe doen overgaan, op risico van de in gebreke blijvende partijen die de kosten hoofdelijk moeten dragen.

 

 

Art. 4. 

De persoon die de voorschriften van de bepalingen van onderhavig reglement niet naleeft, is burgerlijk aansprakelijk voor de schade die daaruit kan voortvloeien.

De gemeente is niet aansprakelijk voor de schade die zou voortvloeien uit de niet-naleving door een derde van de bij dit reglement voorgeschreven bepalingen.

 

Art. 5. 

Ieder die zich op de openbare plaats bevindt of in een voor het publiek toegankelijke plaats, moet zich onmiddellijk schikken naar de verzoeken of bevelen van de politie met het oog op:

1.de vrijwaring van de openbare veiligheid, rust, netheid of gezondheid;

2.de vereenvoudiging van de taken van de hulpdiensten en de bijstand aan personen in gevaar.

3.het doen naleven van de wetten, decreten, reglementen en besluiten.

Deze verplichting is tevens van toepassing op personen die zich in een privaat domein bevinden, wanneer de politie of een gemachtigde ambtenaar er is binnengegaan op verzoek van de bewoners of in geval van brand, overstroming of hulpoproep.

 

Art. 6

De overtreder is gehouden de overtreding onmiddellijk te doen ophouden. Wanneer hij dat niet doet kan de gemeente zich het recht voorbehouden dit te doen op kosten en op risico van de overtreder. Het stelsel van de administratieve sancties doet geen afbreuk aan de toepassing van een herstelbelasting en/of aan het vorderen van de door de gemeente gemaakte kosten voor rekening van de overtreder.

  

HOOFDSTUK II - DE OPENBARE NETHEID EN GEZONDHEID

Afdeling 1. Netheid van de openbare plaats

Art. 7. 

Het is verboden ieder voorwerp of de openbare plaats te bevuilen op gelijk welke manier, door eigen toedoen of door toedoen van de personen, dieren of zaken waarop men toezicht of waarover men zeggenschap heeft, zoals:

1)Ieder voorwerp van algemeen nut of ieder voorwerp voor de versiering van de openbare plaats;

2)Ieder onderdeel van het straatmeubilair; 

3)galerijen en doorgangen op privaat domein die voor het publiek toegankelijk zijn;

4)openbare gebouwen en private domeinen;

5)voertuigen van derden.

De verantwoordelijken zijn eveneens verplicht de openbare wegen gelegen in de omgeving van de werkplaatsen waar geladen en gelost wordt in staat van volledige reinheid te houden.

Aan vervoer dat schade of bevuiling aan de openbare weg veroorzaakt, kan een bepaalde reisweg worden opgelegd door de burgemeester. De vervoerders blijven verantwoordelijk voor eventuele schade aan de weg en eveneens voor het reinigen ervan.

Iedereen die een openbare plaats bevuilt, is gehouden deze onmiddellijk te reinigen.

 

Art. 8. 

Het is verboden te urineren of uitwerpselen achter te laten op openbare plaatsen, parken, galerijen en andere voor het publiek toegankelijke plaatsen, elders dan in de daartoe bestemde plaatsen.

 

Afdeling 2. Voetpaden, bermen en onderhoud van eigendommen

Art. 9. 

De trottoirs van al dan niet bewoonde gebouwen en terreinen dienen te worden onderhouden en proper gehouden. Deze verplichtingen berusten:

1.voor bewoonde gebouwen: op de eigenaar, de mede-eigenaars, vruchtgebruikers, huurders of gebruikers van het gebouw of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen;

2.voor gebouwen zonder woonfunctie: op de conciërges, portiers, bewakers of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen;

3.voor leegstaande gebouwen of onbebouwde terreinen: op iedere houder van een reëel recht op het goed met name eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularis van een gebruiksrecht, recht van bewoning, erfdienstbaarheid of huurders.

4.Voor flatgebouwen: op de personen die speciaal belast zijn met het dagelijks onderhoud ervan of deze aangeduid door een binnenhuisreglement. Bij gebreke hiervan of indien deze persoon in gebreke blijft, rust de verplichting op de bewoners van de gelijkvloerse verdieping en eerst op diegenen die aan de straatkant wonen. Indien er geen bewoners zijn op de gelijkvloerse verdieping valt de verplichting op de bewoners van de eerste verdieping, enzovoort.

Deze verplichtingen omvatten onder andere de verwijdering van onkruid en wilde begroeiing. Voetpaden en bermen mogen enkel schoongemaakt worden op de meest aangewezen tijdstippen om de veilige en gemakkelijke doorgang en de openbare rust niet in het gedrang te brengen.

 

Art. 10. 

De goede staat van bebouwde en onbebouwde terreinen moet op ieder moment verzekerd zijn zodat er geen hinder of last veroorzaakt wordt.

Het is verboden afval, puin of niet voor de grond bestemde goederen op de voormelde gronden te deponeren.

Deze verplichting rust op iedere houder van een reëel recht op bovenvermelde braakgronden, terreinen of eigendommen, zoals eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularis van een gebruiksrecht, recht van bewoning, erfdienstbaarheid of huurders.

 

Afdeling 3. Wateroppervlakten, waterwegen, kanaliseringen

Art. 11. 

Het is verboden de leidingen of grachten bestemd voor de werking van fonteinen of voor de afvoer van regen- of afvalwater te versperren of enig voorwerp in te gooien waardoor ze kunnen verstoppen of bevuilen.

 

Art. 12. 

Behoudens vergunning is het verboden om de riolen in de openbare plaats te ontstoppen, schoon te maken, te herstellen of er aansluitingen op aan te brengen.

Het verbod is niet van toepassing op de vrijmaking van kolken als de minste vertraging de aangrenzende eigendommen schade zou kunnen berokkenen en voor zover er niets wordt gedemonteerd of uitgegraven.

 

Art. 13. 

Het is verboden te baden in rivieren, kanalen, vijvers, bekkens, fonteinen gelegen in openbare plaatsen, groene ruimten of monumenten of deze te bevuilen of er dieren in te laten baden of te wassen of er eender wat in onder te dompelen.

 

Afdeling 4. Verwijdering van bepaalde afvalstoffen

Art. 14. 

Het is verboden zwerfvuil te veroorzaken. Zwerfvuil is klein afval dat bewust of onbewust op een daarvoor niet bestemde plaats achterlaten dat ontstaat (door o.a. consumptie) buitenshuis, bv. sigarettenpeuken, kauwgom, etensresten, blikjes, flesjes, papiertjes, zakdoeken,....

 

Afdeling 5. Onderhoud en schoonmaak van voertuigen

Art. 15. 

Het is verboden in de openbare plaats het onderhoud, de smering, olieverversing of herstelling van voertuigen of stukken van deze voertuigen te doen, met uitzondering van het depanneren vlak na het zich voordoen van het defect voor zover het gaat om zeer beperkte interventies teneinde het voertuig in staat te stellen zijn weg voort te zetten of weggesleept te worden.

Het wassen en schoonmaken van voertuigen, met uitzondering van voertuigen voor het al dan niet bezoldigd goederenvervoer of gezamenlijk vervoer van personen, is toegelaten in de openbare plaats op tijdstippen van de dag die het best verenigbaar zijn met de veilige en gemakkelijke doorgang en de openbare rust. Het mag in geen geval tussen 22 uur en 7 uur gebeuren.

De producten en het gereedschap voor het herstellen of het wassen van het voertuig moeten zorgvuldig verzameld worden zodat de doorgang van de voetgangers en de weggebruikers niet wordt gehinderd.

 

Afdeling 6. Vuur, rook- en geurhinder

Art. 16. 

Het is verboden vuur te maken op de openbare plaatsen, in weiden en in bossen. Het is verboden de buurt te storen met rook, geuren of uitwasemingen van welke bron dan ook, alsook met stof of projectielen van allerlei aard.

Onverminderd de toepassing van het veldwetboek en het bosdecreet is de vernietiging door verbranding in open lucht van welke afvalstoffen ook verboden, behoudens wanneer het gaat om de uitzonderingen zoals bepaald in art. 6.11.1. VLAREM II.

 

Art. 16 bis. 

Behoudens vergunning, verleend door de burgemeester, is het verboden om kampvuren te houden. De verleende vergunning vermeldt de specifieke voorwaarden waaraan moet voldaan worden. Deze vergunning moet op de plaats van het evenement aanwezig zijn en op vraag van politie of brandweer getoond worden.

 

Art. 17. 

Het verbranden van hout of ander toegelaten brandbaar materiaal (zie art. 16) in (hout)kachels en open haarden is verboden bij windstilstand en mist. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor het verbranden in kachels en open haarden voor verwarming van ruimten die niet over een centrale verwarming of olie- of gasgestookte decentrale verwarming beschikken.

Het is verboden de buurt te storen met rook, geuren of uitwasemingen van welke bron dan ook, alsook met stof of projectielen van allerlei aard.

 

Art. 18. 

§1 Het is verboden goederen op te slaan, die van aard zijn geurhinder of luchtverontreiniging te veroorzaken.

§2 Indien men activiteiten uitvoert waarbij rook, stof, geuren, dampen, giftige of bijtende gassen die buren kunnen hinderen of de lucht kunnen verontreinigen ontstaan, is men ertoe gehouden alle mogelijke maatregelen te treffen om de hinder naar de omwonenden te vermijden of zoveel mogelijk te beperken.

§3 Iedereen is ertoe gehouden zijn aalput, beerput en/of septische put op regelmatige basis te doen ruimen. Men is ertoe gehouden alle mogelijke maatregelen te treffen om bij het ruimen geurhinder te vermijden of zoveel mogelijk te beperken. De ruiming mag niet gebeuren op zon- en wettelijke feestdagen.

§4 De eigenaars van een mest-, afval-, composthoop, compostvat e.d. zijn ertoe gehouden alle mogelijke maatregelen te nemen om geurhinder te vermijden.

 

Afdeling 7: Vuurwerk

Art. 19. 

§1 Het is verboden om vuurwerk af te steken, carbuurkanonnen af te vuren, voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen of andere zaken te laten ontploffen en wensballonnen op te laten.

§2.1 Enkel voor geluidsarm vuurwerk kan aan personen of ondernemingen, houder van een certificaat of vergunning ter zake, door de burgemeester een vergunning worden afgeleverd.

§2.2 In afwijking van §2.1 kan de burgemeester occasioneel, in een met reden omklede beslissing, toelating verlenen tot het afsteken van knallend vuurwerk; dit ook aan personen die geen houder zijn van een certificaat of vergunning.

§3 Eveneens kan door de burgemeester, ter gelegenheid van een huwelijk of ander feest, vergunning worden verleend voor het lossen van kanonschoten of ander feestgeschut.

§4 Aanvragen voor de onder §2 en §3 vermelde vergunningen dienen minstens 15 dagen vooraf te worden aangevraagd.  De verleende vergunning vermeldt de specifieke voorwaarden waaraan moet voldaan worden. Deze vergunning moet op de plaats van het evenement aanwezig zijn en op vraag van politie of brandweer getoond worden.

§5 Zelfs mits het bekomen van een vergunning en zich te houden aan de voorwaarden daarvan, geschiedt de activiteit nog steeds op risico van de aanvrager. De burgemeester kan bovendien op grond van veiligheidsredenen, weersomstandigheden of het handhaven van de openbare orde, een verleende toelating op elk ogenblik intrekken zonder dat zulks aanleiding kan geven tot het betalen van een schadevergoeding of anderszins.

§6 Bij gebreke van vergunning of wanneer de opgelegde voorwaarden geschonden worden, kan de politie de activiteiten vermeld in de vorige paragrafen onmiddellijk stilleggen en de gebruikte materialen in beslag nemen. De vernietiging van de materialen zal geschieden op kosten van de overtreder.

 

Afdeling 8. Overnachting en kamperen

Art. 20. 

Behoudens vergunning door de burgemeester is het verboden op de openbare plaats langer dan 24 uur achtereen te verblijven of te slapen in een tent, wagen, een caravan of een daartoe ingericht voertuig, of er te kamperen.

Het is eveneens verboden meer dan 24 uur achtereen op een privaat domein te verblijven in een mobiel onderkomen zoals een woon- en aanhangwagen, een caravan of een mobilhome, behoudens vergunning.

 

Afdeling 9. Aanplakking

Art. 21. 

Aanplakbrieven, plakkaten, opschriften, affiches, zelfklevers of spandoeken mogen slechts op de openbare plaats aangebracht worden, op die plaatsen aangeduid door de gemeentelijke overheid. De aanplakkers moeten in het bezit zijn van een toelating tot aanplakken, afgeleverd door de burgemeester en dienen deze toelating bij zich te hebben. Zij moet vertoond worden op verzoek van de politie of de gemachtigde ambtenaar. Voor het aanbrengen van een aanplakbiljet of soortgelijk opschrift, moet vooraf een exemplaar voorgelegd worden aan de bevoegde dienst van het gemeentebestuur en moeten de plaatsen waar het aanbrengen ervan beoogd wordt, medegedeeld worden.

De bepalingen van huidig artikel zijn niet van toepassing op:

1)de aanplakbiljetten die betrekking hebben op openbare verkopen, de verkoop en het verhuren van gebouwen, de voorstellingen, de concerten, vermakelijkheden en allerhande vergaderingen, voor zover hun oppervlakte geen 2 m² overschrijdt en dat zij geplaatst zijn op het gebouw waar de gebeurtenis plaatsvindt, tijdens de maand die eraan voorafgaat;

2)de aanplakbiljetten aangeplakt door de Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de gemeenten, de autonome provinciebedrijven, de autonome gemeentebedrijven, de polders en wateringen en de openbare instellingen; de plakbrieven van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, de plakbrieven van de door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, de Vlaamse Landmaatschappij erkende maatschappijen, de plakbrieven van het Woningfonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België, het Vlaamse Woningfonds van de Grote Gezinnen; de plakbrieven van het Europese Centrum voor Vermiste en Seksueel Uitgebuite Kinderen – België – Stichting naar Belgisch recht, en die van de verenigingen die actief zijn bij de opsporing van verdwenen kinderen of in strijd tegen de seksuele uitbuiting van kinderen, wanneer zij handelen in overleg met of op verzoek van het genoemde centrum;

3)de plakbrieven in kieszaken

4)de plakbrieven van de bedienaars der erediensten erkend door de Staat, betreffende de oefeningen, plechtigheden en diensten van de eredienst;

 

De affiches e.a. die niet conform werden aangebracht, dienen op het eerste politiebevel verwijderd te worden. 

Bij de overtreding van dit artikel is in eerste instantie de aanbrenger van de aanplakbrieven, plakkaten, opschriften, zelfklevers, affiches of spandoeken verantwoordelijk. Indien de aanbrenger niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk voor het niet reglementair aanbrengen van het affiche en dergelijke of het niet reglementair plaatsen van het plakkaat of spandoek.

 

Art. 22. 

Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes aan te brengen of te plaatsen op de openbare plaats op bomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten en andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden of op andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheden voor aanplakking zijn bestemd, tenzij hiervoor schriftelijke vergunning van de burgemeester werd gegeven voor wat betreft de openbare plaats, of van de eigenaar of de gebruiker, voor zover de eigenaar ook zijn akkoord schriftelijk en vooraf heeft gegeven.

Bij de overtreding van dit artikel is in eerste instantie de aanbrenger van de opschriften en dergelijke verantwoordelijk. Indien de aanbrenger niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk voor het niet reglementair aanbrengen ervan.

 

Art. 23. 

Voor het verstrijken van de datum van het aangekondigde evenement is het verboden wettig aangebrachte aanplakbiljetten af te trekken, te scheuren, te overplakken of op enigerlei wijze onleesbaar te maken.

   

HOOFDSTUK III - DE OPENBARE VEILIGHEID EN VLOTTE DOORGANG

Afdeling 1. Samenscholingen, betogingen, optochten

Art. 24. 

Samenscholingen, optochten, betogingen en alle andere manifestaties op de openbare weg zijn enkel toegelaten mits voorafgaande schriftelijke kennisgeving aan de burgemeester.

Onder manifestatie verstaat men een georganiseerde samenscholing met als doel een overtuiging of een eis kenbaar te maken.

 

Art. 25. 

Elke kennisgeving van samenscholingen, betogingen, en optochten moet schriftelijk geschieden, ten minste 10 werkdagen vóór de voorziene datum van de betoging, samenscholing of optocht. Deze kennisgeving moet volgende inlichtingen bevatten:

-de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en)

-het voorwerp van het evenement

-de datum en het tijdstip voor de bijeenkomst

-de geplande route

-de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van het evenement en in voorkomend geval de ontbinding van de optocht

-of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van het evenement

-de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen

-de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen

De burgemeester kan bepaalde voorwaarden opleggen of bij gewichtige redenen (zoals gevaar om wanordelijkheden te verwekken, openbare rust te verstoren, een gevaar of belemmering van het verkeer inhouden,…) kan hij de samenkomst, optocht, betoging of andere manifestatie verbieden. Het dragen of voorhanden hebben van enig voorwerp dat gebruikt kan worden om te slaan, te steken of te verwonden, evenals het dragen van helmen of schilden, is gedurende hogervermelde manifestaties verboden.

Elke persoon die deelneemt aan een samenscholing op de openbare weg dient zich te schikken naar de bevelen van de politie.

Het is verboden de openbare weg te versperren of te belemmeren zodat het vrije verkeer van het publiek gehinderd wordt.

Kwaadwillige samenscholingen kunnen verboden worden door de overheid, wanneer deze gericht zijn op een verstoring van de openbare orde en risico’s voor de gemeenschap in haar geheel kunnen meebrengen.

 

Afdeling 2. Hinderlijke of gevaarlijke activiteiten in openbare plaatsen

Art. 26. 

Het is verboden in openbare plaatsen, in voor het publiek toegankelijke plaatsen en in private domeinen, behoudens vergunning van de bevoegde overheid, over te gaan tot een activiteit die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang kan brengen, zoals:

1) gooien, stoten of lanceren van een voorwerp dat iemand kan hinderen of bevuilen of dat andermans eigendom kan beschadigen of vernielen. Deze bepaling is niet van toepassing op de

sportdisciplines en spelen die in de daarvoor voorziene installaties worden verricht;

2) klimmen op afsluitingen, in bomen, op palen, constructies of allerhande installaties;

3) gewelddadige of lawaaierige spelen of oefeningen doen;

4) allerhande werken verrichten;

5) artistieke prestaties leveren;

6) kansspelen of loterijen organiseren

 

Art. 27. 

§1 Het gebruik van vogelschrikkanonnen of soortgelijke toestellen voor het verjagen van vogels bij het beschermen van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt is enkel toegestaan na schriftelijke vergunning van de burgemeester.

De aanvraag wordt gemotiveerd en moet toelaten de mogelijke hinder van de installatie te beoordelen.

§2 Het gebruik van hagelkanonnen ter bescherming van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt is enkel toegestaan na schriftelijke vergunning van de burgemeester. De aanvraag wordt gemotiveerd en moet toelaten de mogelijke hinder van de installatie te beoordelen.

§3 De kanonnen of toestellen, vernoemd in §1 mogen enkel opgesteld worden op meer dan 300 meter van de dichtstbij gelegen woning, begraafplaats of woonzorgcentrum en 200 m van de openbare weg.

De opening van het kanon dient steeds in de meest gunstige richting te worden geplaatst ten aanzien van de hindergevoelige plaatsen.

Het is verboden deze toestellen te laten werken buiten de periode toegestaan in de vergunning. De ontploffingen moeten beperkt worden tot het aantal knallen bepaald in de vergunning. Het gebruik van deze toestellen kan maximaal voor een duur van 3 weken na elkaar worden toegestaan. Verder gebruik vereist het indienen van een nieuwe aanvraag.

De vergunning kan worden geschorst of ingetrokken indien overmatige hinder wordt vastgesteld of de bepalingen van dit artikel worden overtreden.

 

Art. 28. 

Voor de toepassing worden in dit artikel de werkzaamheden bedoeld die buiten de openbare weg uitgevoerd worden en die de weg kunnen bevuilen of de veiligheid of de gemakkelijkheid van doorgang kunnen belemmeren.

De burgemeester kan de nodige veiligheidsmaatregelen voorschrijven.

Werkzaamheden die stof of afval op de openbare weg of de omringende eigendommen kunnen verspreiden mogen pas aangevat worden nadat er schermen of zeil/banner/spandoek aangebracht zijn.

De bouwheer is verplicht de burgemeester minstens 24 uur voor het begin van de werkzaamheden op de hoogte te brengen van de aanvang.

Indien de weg door de werkzaamheden wordt bevuild, moet de uitvoerder van de werken hem onverwijld opnieuw schoonmaken.

 

Art. 29.

Voorwerpen die door hun val of door ongezonde uitwasemingen kunnen schaden, mogen niet op een openbare plaats geworpen, geplaatst of achtergelaten worden.

 

Art. 30. 

Het is verboden voor ieder persoon die op de openbare plaats een activiteit uitoefent, ongeacht of hij hiervoor een toelating heeft gekregen:

1)de toegang tot openbare of private gebouwen of bouwwerken te belemmeren;

2)vergezeld te zijn van een agressief dier;

3)zich dreigend op te stellen;

4)de doorgang van voorbijgangers te verhinderen;

5)deze activiteit op de rijweg uit te oefenen behoudens in uitzonderlijke gevallen zoals vb. een autoloze zondag.

 

Art. 31. 

Behoudens toelating van de bevoegde overheid is het verboden in openbare plaatsen:

1)inzamelingen en inzamelingen door middel van verkoop te houden;

2)te zorgen voor vermakelijkheden zoals fuiven, bals, tentoonstellingen, spektakels of feestelijke verlichting.

 

Art. 32. 

Onverminderd de andere bij onderhavig reglement voorziene bepalingen mag niemand, ook niet tijdelijk, goederen op de openbare plaats uitstallen zonder toelating van de bevoegde overheid.

 

Art. 33. 

Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester reclame te maken, drukwerken of om het even welke tekeningen uit te delen in openbare plaatsen of er een bedrijf of beroep uit te oefenen. Deze bepaling is niet van toepassing op geschriften, drukwerk in verband met verkiezingen, politiek, filosofie, met religieus karakter. De personen die optreden als omroeper, verkoper of verdeler van kranten, publicaties, tekeningen, gravures, advertenties en reclame en allerhande drukwerken in straten en andere openbare plaatsen, mogen zonder toelating geen materiaal gebruiken voor de uitoefening van die activiteit, behalve voor wat betreft de voor de gemeente voorbehouden standplaats op de openbare markt.

De verdelers van kranten, documenten, tekeningen, gravures, advertenties en drukwerken zorgen ervoor dat wat er door het publiek op de grond wordt gegooid, opgeraapt wordt. 

Het is verboden voor omroepers, verkopers of verdelers van kranten, documenten, drukwerken of reclame:

1) reclame of drukwerk op voertuigen te bevestigen, behoudens toelating van de burgemeester,

2) voorbijgangers aan te klampen, te volgen of lastig te vallen.

3) stapels kranten, documenten, enz. achter te laten op de openbare plaats of op de drempel van deuren en vensterbanken van gebouwen.

4) reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande panden, op het recyclagepark     of op andere plaatsen dan de brievenbus, tenzij mits toelating van de burgemeester.

5) reclamedrukwerk te deponeren in een brievenbus met een sticker die aangeeft  geen reclamedrukwerk maar wel gratis regionale pers te willen ontvangen.

6) Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te deponeren in een brievenbus met een sticker die aangeeft geen  reclamedrukwerk en gratis regionale pers ter willen ontvangen.

 

Voor de gevallen dat een vergunning vereist is, kan de burgemeester de administratieve schorsing of de administratieve intrekking van de toelating uitspreken als diens houder de daaraan verbonden voorwaarden niet naleeft of als hij een bepaling van onderhavig artikel schendt.

Indien de overtreder van deze bepalingen geen vergunning heeft moet hij, de zaken onmiddellijk reinigen of wegnemen, zo niet houdt de gemeente zich het recht voor het te doen op kosten en op risico van de overtreder.

 

Art. 34. 

Het is verboden op welke manier dan ook ieder concert, spektakel, vermakelijkheden en bijeenkomsten op de openbare plaats, toegelaten door de gemeentelijke overheid, te storen. Het is verboden voor het publiek van zalen voor spektakels, feesten, concerten of sport in de gemeente:

1)zich op de scène, piste of terrein te begeven zonder daar vanwege de artiesten, sportlui of organisatoren een uitnodiging of toelating voor te hebben gekregen, alsook zich toegang te verschaffen tot de private delen van het etablissement of degene die voor de artiesten of sportlui voorbehouden zijn;

2)voorwerpen op de balkons en leuningen te plaatsen of eraan te bevestigen die door hun val of op enige andere manier het publiek, de acteurs of de sportbeoefenaars kunnen storen.

3) De stabiliteit en/of veiligheid van de installaties of plaatsen in gevaar te brengen door hun gedrag.

 

Afdeling 3. Privatieve ingebruikname van de openbare plaats

Art. 35. 

Behoudens vergunning van de bevoegde overheid en onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake stedenbouw is het volgende verboden:

1.Iedere privatieve bezetting van de openbare plaats op het niveau van de begane grond, alsook erboven of eronder, zoals een vastgehecht, opgehangen, geplaatst of achtergelaten voorwerp, dat schade kan berokkenen aan de veiligheid of het gemak van doorgang.

2.De installatie op hoge delen van gebouwen of tegen de gevels van huizen, van voorwerpen die gevaar kunnen veroorzaken door hun val, ook al steken ze niet uit over de openbare plaats.

 

Zijn vrijgesteld van deze bepaling: de voorwerpen die geplaatst werden op vensterbanken en vastgehouden worden door een stevig bevestigde en niet uitstekende voorziening.

Onverminderd de bepalingen van het verkeersreglement mag geen enkel voorwerp, zelfs gedeeltelijk, de voorwerpen van openbaar nut waarvan de zichtbaarheid volledig moet verzekerd zijn, verbergen. Geen enkel voorwerp mag dus, ook al was dat maar gedeeltelijk, de deuren of ramen van gebouwen langs de openbare weg verbergen.

De voorwerpen die in strijd met onderhavig artikel zijn geplaatst, vastgehecht of opgehangen, dienen op het eerste politieverzoek of van een gemachtigde ambtenaar verwijderd te worden. Zo niet zal daar ambtshalve toe worden overgegaan op kosten en risico van de overtreder.

De burgemeester kan de administratieve schorsing of de administratieve intrekking van de vergunning uitspreken als diens houder de daaraan verbonden voorwaarden niet naleeft.

 

Art. 36. 

Behoudens vergunning van de burgemeester is het verboden terrassen, stoelen, banken, tafels, windschermen, uitstalramen, of reclameborden en dergelijke te plaatsen onder gelijk welke vorm en koopwaren op de openbare plaats uit te stallen.

De voorwerpen die in strijd met dit artikel geplaatst of uitgestald zijn, dienen op het eerste verzoek van de politie of van een gemachtigd ambtenaar verwijderd te worden, zoniet kan ambtshalve worden overgegaan tot de verwijdering ervan, op kosten en risico van de overtreder.

Onverminderd de bepalingen inzake stedenbouw, kan de burgemeester de administratieve intrekking of de administratieve schorsing bevelen van de vergunningen die het verleend had aan de uitbater indien deze laatste de voorwaarden niet respecteert die gesteld werden bij de toekenning van de voormelde toelating.

 

Art. 37. 

Onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake stedenbouw is het verboden spandoeken, wimpels, vlaggen of antennes en parabolen op voorgevels van gebouwen of over de openbare weg te hangen zonder vergunning van de bevoegde overheid.

Deze bepaling is niet van toepassing in geval van een vlaggenversiering en spandoeken waarvoor een algemene toelating of een vergunning van de gemeente verkregen werd.

 

Art. 38. 

Zonder vergunning van de bevoegde gemeentelijke overheid mogen op de openbare plaats geen laad- of hijstoestellen, containers of ander bouwwerfmateriaal geplaatst worden.

 

Art. 39. 

Bomen en beplantingen op private domeinen moeten zodanig gesnoeid worden dat geen enkele tak die over de openbare weg hangt:

-Op minder dan 4,5m van de grond boven de openbare weg hangt;

-Op minder dan 2,5m van de grond boven de gelijkgrondse berm of boven het voetpad/fietspad hangt;

-Het normaal uitzicht op de openbare weg in de nabijheid van bochten of kruispunten belemmert;

- De voldoende zichtbaarheid van verkeerstekens in het gedrang brengt.

Indien bijzondere veiligheidsredenen dat vereisen, kan de politie andere afmetingen opleggen en de voorgeschreven werken dienen binnen de gestelde termijn na de desbetreffende betekening verricht te worden. Indien er aan onderhavige bepaling geen gevolg wordt gegeven, zullen de werken door de wegbeheerder verricht worden op kosten en risico van de in gebreke blijvende partij.

 

Art. 40. 

Het is verboden lange of omvangrijke voorwerpen van de binnenkant van een gebouw op de openbare weg te laten uitsteken zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om de veiligheid van de voorbijgangers te waarborgen.

Dezelfde voorzorgsmaatregelen dienen in acht te worden genomen bij het openen van buitenzonneblinden, beweegbare luiken of zonnegordijnen die op de gelijkvloerse verdieping geplaatst zijn indien het gebouw zich bevindt langs de rooilijn die aan de openbare weg grenst. Wanneer de buitenzonneblinden of beweegbare luiken open zijn, dienen ze met pallen of haken op hun plaats te worden gehouden.

De pallen en haken moeten steeds stevig vastgemaakt zijn zodanig dat ze de voorbijgangers niet kunnen verwonden of de veiligheid niet in het gedrang kunnen brengen.

 

Afdeling 4. Het gebruik van gevels van gebouwen

Art. 41. 

Iedere eigenaar van een gebouw is verplicht het door de gemeente toegekende huisnummer goed zichtbaar aan de straatkant aan te brengen. In flatgebouwen moet elk appartement op de ingangsdeur een nummer dragen dat overeenstemt met het nummer van de brievenbus.

Het is verboden op welke manier dan ook de toegekende huisnummers en straatnaamborden te verbergen, af te rukken, te beschadigen of te doen verdwijnen.

In geval van wijziging van nummer dient het oude nummer met een zwarte streep te worden doorstreept en mag het maximaal twee jaar behouden blijven vanaf de betekening ter zake door het bestuur.

Als werken aan het gebouw de verwijdering van het huisnummer vereisen, dient dit nummer ten laatste acht dagen na de beëindiging van de werken te worden hersteld.

 

Art. 42. 

Eigenaars, vruchtgebruikers, huurders, bewoners of om het even welke verantwoordelijken van een gebouw, dienen, zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling teweegbrengt, op de gevel of topgevel van hun gebouw, ook wanneer dit zich buiten de rooilijn bevindt, en in dit geval eventueel langs de straatkant, het aanbrengen toe te staan van:

1° een plaat met de aanduiding van de straatnaam van het gebouw;

2° alle verkeerstekens.

3° alsook tekens, uitrustingen, en houders van leidingen die van belang zijn voor de openbare veiligheid.

 

Art. 43. 

De eigenaars, huurders, bewoners of verantwoordelijken van een gebouw moeten zich ervan verzekeren dat het gebouw, inclusief de installaties en apparaten waarmee het uitgerust is, zich in perfecte staat bevindt van bewaring, onderhoud en werking, teneinde de openbare veiligheid niet in het gedrang te brengen.

 

Afdeling 5. Algemene maatregelen inzake openbare veiligheid

Art. 44. 

De eigenaar is verplicht gepaste maatregelen te nemen om de toegang tot de onbezette gebouwen te verhinderen.

De afsluitingen, schutsels, omheiningen die verankerd zijn in de grond en niet-bebouwde terreinen begrenzen, evenals deze welke bevestigd zijn aan gebouwen, moeten stevig vastgemaakt zijn opdat ze, zelfs door krachtige windstoten, niet kunnen wegwaaien of vallen. De stabiliteit en verankering moeten regelmatig nagekeken worden.

 

Art. 45. 

Enkel de daartoe bevoegde personen mogen kranen van leidingen of kanaliseringen, schakelaars van de openbare verlichting, openbare uurwerken, signalisatieapparaten, alsook uitrustingen voor telecommunicatie die zich bevinden op of onder de openbare weg of in openbare gebouwen bedienen.

 

Afdeling 6. Brandpreventie

Art. 46. 

Alle handelingen die de toegang tot, de signalisatie of het gebruik van de watervoorraden voor het blussen van branden hinderen, zijn verboden.

 

Art. 47. 

Onverminderd de wettelijke bepalingen die van kracht zijn, is het verboden op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn, gelijk welke voorwerpen te plaatsen, te bevestigen of op te hangen die de doorgang in de trappen, uitgangen of nooduitgangen alsook in de gangen die erheen leiden, hinderen of die op gelijk welke wijze hun breedte of hoogte beperken.

 

Afdeling 7. Bijzondere bepalingen die in acht dienen te worden genomen bij sneeuw of vrieskou, ijs, ijzel

Art. 48. 

De voetpaden en trottoirs moeten vrij of slipvrij gemaakt worden over twee derde van hun breedte, met een minimum van 1,50 m. 

Deze verplichting berust op de (mede-)eigenaars, huurders of (vrucht)gebruikers.

De sneeuw moet aan de rand van het voetpad opgehoopt worden en mag niet op de rijweg gegooid worden. De rioolkolken en straatgoten moeten vrij blijven.

 

Art. 49. 

Het is verboden op de openbare weg:

1)water te gieten of te laten vloeien bij vriesweer;

2)glijbanen aan te leggen;

3)sneeuw of ijs te storten dat afkomstig is van private domeinen.

 

Art. 50. 

Het is verboden zich op het ijs te begeven van kanalen, vijvers, beken, grachten, waterbekkens en waterlopen, zonder toelating van de bevoegde overheid.

 

Afdeling 8. Ontspanningsactiviteiten en –plaatsen

Art. 51. 

De toestellen ter beschikking gesteld van het publiek op gemeentelijke speelterreinen of speeltuinen moeten zo gebruikt worden dat de openbare veiligheid en rust niet in het gedrang komen.

De plaatsen die voor welbepaalde spelen of sporten voorbehouden zijn, mogen niet gebruikt worden voor andere spelen of sporten of voor andere doeleinden.

Kinderen onder de 7 jaar dienen vergezeld te zijn van een van hun ouders of de persoon aan wiens hoede ze werden toevertrouwd.

 

HOOFSTUK IV - DE OPENBARE RUST

Afdeling 1. Hinderlijke activiteiten

Art. 52. 

Het is verboden tijdens erediensten in de omgeving van plaatsen welke bestemd zijn of gewoonlijk dienen voor de eredienst, gerucht te maken of daden te stellen die storend zouden zijn voor de uitoefening van de religieuze diensten of de bijwoning ervan.

 

Afdeling 2. Geluidsoverlast

Art. 53. 

Zonder voorafgaandelijke vergunning van de burgemeester is het verboden elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren die hoorbaar is buiten het voertuig. De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen wordt begaan, worden verondersteld door de bestuurder te zijn begaan, tot bewijs van het tegendeel.

 

Art. 54. 

Behoudens vergunning van de burgemeester zijn op de openbare plaats verboden:

1)stem, instrumentale of muzikale uitvoeringen die de openbare rust verstoren

2)kermisparades en –muziek

3)Geluid voortbrengende middelen te gebruiken voor verkiezingspropaganda, het maken van reclame of om de aandacht te trekken op de verkoop van een product of het verlenen van een commerciële dienst. In deze toelating kunnen bijzondere voorwaarden worden opgelegd.

 

Art. 55. 

Het is verboden in de openbare plaats, uitgezonderd de zones waar het door de burgemeester toegelaten is, bezig te zijn met op afstand bestuurde luchtvaartuigen, vaartuigen of voertuigen waarvan het voortgebrachte geluid de openbare rust verstoort.

 

 

 

HOOFDSTUK V - DE GROENE RUIMTEN

Art. 56. 

De openingsuren van de openbare parken en tuinen worden aangeplakt op een of meerdere ingangen ervan.

Indien de openingsuren ontbreken zijn de parken en tuinen toegankelijk op eigen risico van de bezoekers van zonsondergang tot –opgang, net als bij stormweer.

De bevoegde overheid kan indien nodig de openingsuren aanpassen of de sluiting bevelen.

 

Art. 57. 

Niemand mag zich toegang verschaffen tot openbare parken en tuinen buiten de openingsuren of bij sluiting.

 

Art. 58. 

Niemand mag in de groene ruimten overgaan tot activiteiten die de gebruikers kunnen hinderen of de rust van de plaats of van de bezoekers kunnen verstoren.

 

Art. 59. 

Behoudens door de bevoegde overheid afgegeven toelating mag geen enkel motorvoertuig in groene ruimten circuleren.

 

Art. 60. 

Het is verboden vuur te maken in groene ruimten, behoudens toelating van de burgemeester.

 

Art. 61. 

Het is verboden in groene ruimten reclameborden of –affiches te plaatsen of andere commerciële reclamemiddelen te gebruiken zonder toelating van de burgemeester.

 

HOOFDSTUK VI - DIEREN

Art. 62. 

De eigenaars, bezitters of bewakers van honden en andere dieren moeten deze aangelijnd laten rondlopen op een openbare plaats.

Deze verplichting geldt niet voor honden die gebruikt worden tijdens de jacht, die een kudde begeleiden, die voor reddingsoperaties ingezet worden en voor politiehonden.

De bewaking dient zodanig te zijn dat de begeleider de hond elk ogenblik kan beletten om personen of dieren te intimideren of lastig te vallen, voertuigen te bespringen of private domeinen te betreden. Het is verboden honden te laten begeleiden door personen die de hond niet onder controle kunnen houden.

 

Art. 63. 

De begeleiders van honden zijn verplicht:

1)te beletten dat hun hond de parken en plantsoenen, de speelpleinen (indien toegelaten), de recreatiecentra, andere voor publiek toegankelijke plaatsen, evenals de voet- en de fietspaden, de rijwegen, de wandelpaden en de bermen bevuilt;

2)in het bezit te zijn van voldoende zakjes voor het opruimen van de hondenpoep; 

3)op de hiervoor vermelde plaatsen, de uitwerpselen van hun hond onmiddellijk te verwijderen; 4) de hond gebruik te laten maken van de aanwezige hondentoiletten.

Indien de overtreder de uitwerpselen niet verwijdert, worden de kosten voor het opruimen en reinigen door de gemeente aan de overtreder aangerekend.

 

Art. 64. 

Honden of andere dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken voor de omwonenden door aanhoudend geblaf, geschreeuw of gekrijs, of een ander aanhoudend geluid.

Onverminderd de toepassing van artikel 135 van de nieuwe gemeentewet kan de burgemeester een passende maatregel nemen zoals laten overgaan tot de inbeslagname van het dier en het te laten plaatsen in een dierenasiel, of te verplichten tot het dragen van een muilkorf, zo de eigenaar of de houder van het dier na een eerste waarschuwing geen passende maatregelen zou genomen hebben en de abnormale hinder zou aanhouden waarbij de openbare rust wordt verstoord. Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar of de houder van het dier.

 

Art. 65. 

Uitgezonderd de door de burgemeester afgeleverde vergunningen, is het verboden op de openbare plaats eender welke materie voor de voeding van zwervende dieren of duiven achter te laten, te deponeren of te werpen, met uitzondering van voedsel voor vogels bij vriesweer.

 

Art. 66. 

Onbewaakte loslopende dieren aangetroffen op openbare plaatsen, worden door de bevoegde personen of in opdracht van de bevoegde personen, gevangen en overgebracht naar het dierenasiel of andere geschikte locaties, onverminderd de bepalingen van artikel 30 van de wet op het politieambt en de wet op het dierenwelzijn.

Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar of de houder van het dier.

 

Art. 67. 

Het doden of verwonden van dieren die aan een ander toebehoren, veroorzaakt door het laten rondzwerven van zijn dier, is verboden.

 

HOOFDSTUK VII - AMBULANTE HANDEL EN MARKTEN

Art. 68. 

Ambulante activiteiten uitgeoefend op andere plaatsen dan op de openbare markten, openbare weg of ten huize van de consument vallen onder toepassing van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en organisatie van openbare markten.

 

Art. 69. 

Personen die hun beroep uitoefenen op de overeenkomstig de bepalingen van voorgaande ingenomen staanplaatsen, mogen er hun aanwezigheid niet aankondigen door geroepen of gesproken boodschappen of met andere middelen op een wijze die de openbare orde of rust verstoort. In geval van overtreding van onderhavig artikel kan de burgemeester de toegekende vergunning intrekken of schorsen.

 

Art. 70.

De handelaars die hun activiteit met behulp van een voertuig uitoefenen, mogen de openbare veiligheid en de vlotte doorgang, de openbare rust, netheid en gezondheid niet in het gedrang brengen.

Onverminderd artikel 33 van het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemene regeling van de politie op het wegverkeer, mogen deze handelaars, om het cliënteel van hun komst te verwittigen, geen gebruik maken van geluidsmiddelen die de openbare rust kunnen verstoren.

 

Art. 71.  Het is verboden

1)een kermis te organiseren of zich als foorkramer te vestigen op een voor het publiek toegankelijk privaat terrein zonder toelating van de bevoegde overheid;

2)een kermisattractie te installeren of de installatie ervan op te slaan buiten de voorziene plaatsen en data voor iedere kermis of foor, alsook in de gevallen dat de overheid de intrekking van de concessie of de vergunning beveelt;

3)voor de uitbaters hun voertuigen elders te plaatsen dan op de door het bestuur aangeduide plaatsen.

De kermisattracties en de voertuigen geplaatst in overtreding met onderhavige bepaling moeten verplaatst worden bij het eerste politiebevel. Bij ontstentenis zal het bestuur ertoe overgaan op kosten en risico van de overtreder.

 

Art. 72. 

De openbare markten worden alleen door het gemeentebestuur ingericht en toegelaten. De specifieke regelgeving inzake de organisatie van de openbare markten wordt door de gemeente vastgelegd in een marktreglement.

 

Art. 73. 

Na het sluiten van de verkoop mogen gesloten kramen niet op de openbare weg achtergelaten worden.

Ten laatste 2 uur na het sluiten van de verkoop moet de marktkramer het marktplein verlaten hebben met zijn goederen, kramen en voertuigen. 

 

HOOFDSTUK VIII - BIJZONDERE BEPALINGEN UIT HET STRAFWETBOEK

Art. 74. 

Onderstaande gedragingen, zoals beschreven in het strafwetboek, kunnen bestraft worden met de respectievelijke straffen bepaald in het strafwetboek of met een administratieve geldboete van maximum 350 euro.

Vernielen of beschadigen van goederen van openbaar nut (vb. grafstenen, monumenten, standbeelden, kunstvoorwerpen) (art. 526 Sw);

Kwaadwillig vernielen of omhakken van bomen of vernielen van enten ( art. 537 Sw );

Opzettelijk beschadigen of vernielen van roerende goederen (art. 559,1 Sw);

Nachtlawaai of nachtrumoer (art. 561,1° Sw)

Beschadigen van landelijke of stedelijke afsluiting (art. 563, 2 Sw);

Feitelijkheden of lichte gewelddaden (art. 563,3 Sw).

 

Art. 74 bis.

Het is verboden om iemand die drager is van het openbaar gezag of van de openbare macht of die met een openbare hoedanigheid is bekleed, door woorden te beledigen in zijn hoedanigheid of wegens zijn bediening, en dit in een van de omstandigheden in artikel 444 SWB bepaald, zijnde:

hetzij in openbare bijeenkomsten of plaatsen;

hetzij in tegenwoordigheid van verscheidene personen, in een plaats die niet openbaar is, maar toegankelijk voor een aantal personen die het recht hebben er te vergaderen of ze te bezoeken;

hetzij om het even welke plaats, in tegenwoordigheid van de beledigde en voor getuigen;

hetzij door geschriften, al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden, die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld worden;

hetzij tenslotte door geschriften, die niet openbaar gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden (art. 448 SWB).

  

HOOFDSTUK IX - DIVERSE BEPALINGEN

Art. 75. 

Elke tentoonstelling, verspreiding en handel in boeken, audiovisuele middelen en om het even welk ander voorwerp, dat bewust het nazisme, het fascisme of om het even welke ideologie die in strijd is met de Universele Verklaring van de Rechten der Mens verheerlijkt, zijn verboden

 

Art. 75 bis.

Het is verboden te parkeren op de parkeerplaatsen, voorbehouden voor het opladen van de batterij van elektrische voertuigen, om andere redenen dan het opladen van die voertuigen. Nadat het voertuig is opgeladen, dient het binnen de 30 minuten te worden verwijderd van de desbetreffende parkeerplaats.

 

Art. 75 ter.

Als een goed dat bestemd is voor bewoning in de ruime betekenis, wordt verhuurd, wordt in elke officiële of publieke mededeling minstens het bedrag van de gevraagde huurprijs en van de kosten en lasten vermeld.

 

Als de verhuurder of zijn gevolmachtigde de verplichting, vermeld in het eerste lid, niet naleeft, kan de gemeente diegene die de officiële of publieke mededeling doet, een administratieve boete van 50 tot 350 euro opleggen.

 

De gemeente kan de inbreuken op de verplichting, vermeld in het eerste lid, vaststellen, vervolgen en bestraffen. De bevoegde gemeente is die waar het goed zich bevindt.

  

HOOFDSTUK X - SANCTIES, PROCEDURE EN SLOTBEPALINGEN

Art. 76. 

In geval van overtreding van deze verordening kan de politie de overtreder aanmanen om de niet reglementaire toestand ongedaan te maken. De politie is bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in dit politiereglement.

Inbreuken die uitsluitend bestraft worden met een administratieve sanctie, kunnen eveneens vastgesteld worden door ambtenaren zoals bepaald in art. 21 van de wet van 24 juni 2013.

 

Art. 77. 

§1 Voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen of reglementen niet in andere straffen voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van deze verordening gestraft worden met een administratieve sanctie, overeenkomstig de wet van 24 juni 2013:

1° een administratieve geldboete die maximaal 175 of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is;

2° de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning; 3° de administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning; 4° de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

 

§2 Alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete, zoals bedoeld in § 1, 1°, kunnen worden opgelegd:

1° de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de gemeenschap (collectiviteit);

2° de lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren. 

 

§3 Een procedure van ouderlijke betrokkenheid kan worden voorzien voorafgaand aan het aanbod tot bemiddeling, tot gemeenschapsdienst of desgevallend, de oplegging van een administratieve geldboete.

 

Art. 78. 

De opgelegde administratieve geldboete kan niet hoger zijn dan het wettelijke voorziene maximum van 350 euro. Minderjarigen die de volle leeftijd van 16 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten kunnen gestraft worden met een administratieve geldboete van maximum 175 euro.

De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De bij dit reglement voorgeschreven administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijke voorziene maximum mag overschrijden.

Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

 

Art. 79.

Wanneer een overtreding van een bepaling is begaan met een motorvoertuig wordt bij afwezigheid van de bestuurder de administratieve geldboete ten laste gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig.

De houder van de kentekenplaat mag met alle middelen aantonen wie op het ogenblik van de feiten met het voertuig reed. Zo de door de houder van de kentekenplaat aangeduide persoon de inbreuk niet afdoend weerlegt of ontkent, wordt de administratieve geldboete hem ten laste gelegd. 

 

Art. 80.

Onderhavige verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur en de wet van 24 juni 2013, meer specifiek art. 15 met betrekking tot minderjarigen.

 

Art. 81. 

Een afschrift van deze verordening zal conform art. 119 NGW worden toegezonden aan de deputatie van de provincieraad, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan de griffie van de politierechtbank.

 

Art. 82. 

De huidige verordening vervangt de politieverordeningen en –besluiten die zijn opgesomd in de bijlage bij dit reglement.

 

Art. 83

Huidige verordening treedt in werking op 1 maart 2020.

 

Artikel 2

Deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Artikel 3

§1. Een afschrift van deze verordening zal conform artikel 119 NGW worden toegezonden aan de deputatie van de provincieraad, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van Leuven en aan de griffie van de politierechtbank van Leuven.

 

§2. Een afschrift van deze beslissing zal worden bezorgd aan de Politiezone 5389 Hageland.

 

§3. Een afschrift van deze beslissing zal tevens worden bezorgd aan de aangewezen sanctionerend ambtenaar en de griffie van het vredegerecht van Diest.

 

Artikel 4

De huidige verordening vervangt vanaf 1 maart 2020 het algemeen politiereglement m.b.t. administratieve sancties van 18 mei 2017.

 

Artikel 5

Deze beslissing is onderworpen aan het aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld in artikels 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.

Publicatiedatum: 23/04/2020
Overzicht punten

Gemeenteraad 20 februari 2020

 

Interlokale Vereniging ART - oprichting, toetreding, goedkeuring overeenkomst (gewone stemming) en aanduiding vertegenwoordigers in het beheerscomité (geheime stemming)

Motivering

 

Feiten en context

De huidige overeenkomst tussen de stad Tienen en het lokaal bestuur Tielt-Winge in verband met de organisatie van het deeltijds kunstonderwijs dateert inmiddels al van 11 februari 2010.

Tielt-Winge is een van de zes gemeenten die deeltijds kunstonderwijs aanbieden vanuit de inrichtende academie ART Tienen. De academie ART regio Tienen wenst over te gaan tot de oprichting van een interlokale vereniging waardoor alle afspraken binnen alle deelnemende gemeenten op dezelfde wijze geregeld worden.

 

Juridische gronden

              Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

              Decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs van 9 maart 2018

 

Adviezen

Advies van de administratie:

Deelname aan deze nieuw op te richten ILV betekent een jaarlijkse verhoging van het budget tegenover wat nu jaarlijks voorzien wordt met ongeveer 15.000 euro.

Anderzijds is het zo dat het filiaal Tielt-Winge dat het levenslicht zag in 1971 uitgroeide tot een bruisende kunstacademie. Waar er in 1971, 117 leerlingen (velen uit nieuwsgierigheid en heel wat volwassenen) zich inschreven zijn er dat inmiddels meer dan 400, wat maakt dat Tielt-Winge de vestiging is met het hoogst aantal leerlingen.

 

Mede rekening houdend met de accentlijnen die het beleid heeft bepaald (beleidsnota blz. 9) adviseert de administratie om (onder voorbehoud van goedkeuring door de overige deelnemende LB's) deze overeenkomst te onderschrijven. Omdat er sterk wordt geloofd in de kwaliteit, het succes en mogelijks de verdere uitbouw en groei van het DKO in onze gemeente is het een mogelijke beleidskeuze om een bepaald percentage van het werkingsbudget cultuur over te hevelen naar DKO om dit mooie, succesvolle aanbod te kunnen blijven garanderen.

 

Indien er - als alternatief - zou aan gedacht worden om een overstap te maken naar Aarschot (Hagelandse Academie voor Muziek en Woord / Beeldende Kunst) is het belangrijk om te weten dat daar geen afdeling dans wordt ingericht.

 

Aansluiten - op zeer korte termijn - bij een nieuwe academie betekent ook de eerste jaren heel wat uren ten laste nemen van het lokaal bestuur vermits het hier de opstart betreft van een nieuw filiaal in een andere hoofdschool, wat eveneens een enorme (niet realistische) meerkost zou inhouden en komt (minstens in opstartfase) de facto neer om het zelf inrichten van DKO in onze gemeente (ook dit laatste scenario lijkt niet haalbaar).

 

Welke piste het beleid ook zou volgen, het zal steeds een substantiële meerkost met zich mee brengen om blijvend DKO aan te bieden in de gemeente. Alternatief voor het beleid is om het succesverhaal DKO in de gemeente stop te zetten, maar dit lijkt niet te stroken met de intenties van de beleidsnota, noch met het positieve aanbod/verhaal van DKO voor onze inwoners en de verwachtingen van onze artistieke kinderen, jeugd en volwassenen.

 

Argumentatie

Het deeltijds kunstonderwijs in Vlaanderen werd grondig hervormd en op 9 maart 2018 werd het nieuwe decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs goedgekeurd. Door de hervorming zijn de huidige overeenkomsten op het vlak van het deeltijds kunstonderwijs met de gemeentebesturen waar de Academie Regio Tienen vestigingsplaatsen heeft, achterhaald. Daarnaast kende de Academie Regio Tienen het laatste decennium een enorme groei en telt vandaag ruim 3.000 inschrijvingen. Het voeren van een uniform beleid zoals de Vlaamse Overheid vraagt van officiële onderwijsinstellingen werd bemoeilijkt door de verschillende inhoud van de samenwerkingsovereenkomsten.

 

Het is dus aangewezen om de samenwerking tussen de stad Tienen als schoolbestuur van de Academie Regio Tienen en alle deelnemende gemeenten te stroomlijnen door middel van de oprichting van een Interlokale Vereniging, conform de artikelen 392 t.e.m. 395 van het decreet over het lokaal bestuur. Conform artikel 392 van voornoemd decreet kunnen twee of meer gemeenten een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid vormen om, zonder beheersoverdracht, een welbepaald project van gemeentelijk belang te verwezenlijken.

 

De Interlokale Vereniging (IV) Academie Regio Tienen heeft als doelstelling om binnen de krijtlijnen van de onderwijsregelgeving de organisatie van de ART, met inbegrip van haar vestigingsplaatsen, optimaal af te stemmen op de lokale noden en deze vorm van onderwijs zo toegankelijk en bereikbaar mogelijk aan te bieden in de deelnemende gemeenten. Tevens is de oprichting van een IV de beste garantie om ook in de toekomst te voldoen aan alle kwaliteitsverwachtingen die geformuleerd werden in het referentiekader onderwijskwaliteit en een uniform beleid te kunnen voeren over alle vestigingen heen.

 

De oprichting moet zorgen voor een billijke en correcte verdeling van de algemene kosten (en opbrengsten) en moet de Academie Regio Tienen toelaten een veel efficiënter financieel beleid te voeren waarbij de deelnemende gemeenten ook beroep kunnen doen op overheidsopdrachten/gunningen die het schoolbestuur heeft afgesloten.

 

Alle vestigingsplaatsen maken hierbij pedagogisch en administratief deel uit van de Academie Regio Tienen met als schoolbestuur het stadsbestuur van de Stad Tienen.

 

De hoofdvestigingsplaats van de academie is gevestigd op het adres Grote Markt 3, te 3300 Tienen. De zetel van de ‘Interlokale Vereniging Academie Regio Tienen’ wordt gevestigd op het stadhuis van Tienen, Grote Markt 27 te 3300 Tienen.

 

De interlokale vereniging wordt opgericht voor onbepaalde duur, ingaand op 1 maart 2020.

 

Er wordt een beheerscomité opgericht. Door elke gemeenteraad wordt een lid van het college van burgemeester en schepenen afgevaardigd (per definitie de bevoegde schepen voor DKO), alsmede een vervangend lid aangewezen onder de gemeenteraadsleden, de burgemeester en de schepenen met hetzelfde mandaat ingeval van afwezigheid van het effectief lid.

 

Alle verdere praktische en juridische bepalingen, modaliteiten en voorwaarden staan in de bijgevoegde overeenkomst met statutaire draagkracht betreffende de IV Academie Regio Tienen.

 

De huidige overeenkomsten met de gemeenten Kortenaken, Boutersem, Hoegaarden, Lubbeek, Glabbeek en Tielt-Winge met betrekking tot de op hun grondgebied opgerichte vestigingsplaatsen, worden opgeheven.

 

Het beleid houdt bij zijn beslissing rekening met het advies van de administratie en de budgettaire impact. Er zal dus een nood zijn aan een aanpassing van het meerjarenplan wat betreft de middelen voor het aanbieden van DKO in onze gemeente.

 

Op het gemeentesecretariaat kwamen tegen uiterlijk 19/2/2020 om 12.00 uur de kandidaturen van de raadsleden binnen voor de vacature van plaatsvervangend lid in het beheerscomité van de Interlokale Vereniging ‘Academie Regio Tienen’: het betreft de kandidaturen van A. Van de Gaer (Open Vld) en M. De Vry (Groen).

 

Financiële gevolgen

Toetreding tot de ILV impliceert een jaarlijks te voorzien budget van:

 

8.277,90 euro (investeringen op eigen budget)

1.400,00 euro (exploitatie op eigen budget)

9.820,00 euro (specifieke bijdrage aan ILV voor de werking)

9.648,00 euro (bijdrage aan ILV voor loon directie - exclusief bijdrage in eindejaarstoelage en vakantiegeld)

 

- 5000,00 euro (toelage hogere overheid)

 

24.145,90 euro totale uitgaven te voorzien (exclusief onze jaarlijkse budgetten inzake personeel en patrimonium op beleidsitem DKO).

 

Bijlagen

            Ontwerpovereenkomst interlokale vereniging ART

            Budget

            Overeenkomst 2010 ART

 

Besluit:

eenparig.
 

(geheime stemming over artikel 4 / effectief lid : Germaine Willems)aangenomen na geheime stemming: 15 stemmen voor
 

(geheime stemming over artikel 4 / plaatsvervangend lid : Agnes Van de Gaer)aangenomen na geheime stemming: 10 stemmen voor;  4 stemmen tegen;  1 stem ongeldig
 

(geheime stemming over artikel 4 / plaatsvervangend lid : Marleen De Vry)verworpen na geheime stemming: 4 stemmen voor;  10 stemmen tegen;  1 stem ongeldig
Artikel 1

De overeenkomst zoals gevoegd in bijlage, betreffende de oprichting van de Interlokale Vereniging ‘Academie Regio Tienen’, die ingaat op 1 maart 2020, wordt goedgekeurd, onder voorbehoud van goedkeuring door de andere partners.

 

Tielt-Winge zal hierdoor toetreden tot de Interlokale Vereniging ‘Academie Regio Tienen’.

 

Artikel 2

De overeenkomst tussen het schoolbestuur en het gemeentebestuur van Tielt-Winge met betrekking tot het filiaal Tielt-Winge, goedgekeurd in de gemeenteraad in zijn zitting van 11 februari 2010, wordt met ingang van 1 maart 2020 opgeheven.

 

Artikel 3

De burgemeester en de algemeen directeur worden gemachtigd de overeenkomst, waarvan sprake in artikel 1, te ondertekenen.

 

Artikel 4 (geheime stemming)

Conform artikel 7 §5 lid 3 van het DLB vervangt burgemeester R. Beeken, gemeenteraadslid (zonder belangenconflict ex artikel 27 §1 van het DLB) met de hoogste rang, de voorzitter bij de stemming over dit artikel.

 

Mevrouw Germaine Willems,  schepen met als bevoegdheid deeltijds kunstonderwijs, als effectief lid, en mevrouw Agnes Van de Gaer, raadslid-voorzitter, als plaatsvervangend lid, worden gemachtigd zitting te nemen in het beheerscomité van de Interlokale Vereniging ‘Academie Regio Tienen’.

 

Artikel 5

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de stad Tienen.

 

Artikel 6

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit het decreet over het lokaal bestuur.

Publicatiedatum: 23/04/2020