Raad voor maatschappelijk welzijn van Tielt-Winge

15 februari 2024

Notulen

 

Aanwezig:

voorzitter:

Agnes Van de Gaer

voorzitter vast bureau:

Rudi Beeken

lid vast bureau:

Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme

raadslid:

Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Tom Werner, Birgit Berlanger, Frederik Vranken, Jo Smekens, Marleen De Vry, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Filip Broos, Rudi Meeus, Kris Cornelissen

algemeen directeur:

Kurt Yskout

 

Verontschuldigd:

raadslid:

Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts

 

 

Overzicht punten

Raad voor maatschappelijk welzijn 15 februari 2024

 

Goedkeuring notulen vorige raad voor maatschappelijk welzijn

 

Conform met het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn van 17 juni 2021, zoals gewijzigd op 17 maart 2022, op 16 maart 2023 en op 18 januari 2024, keurt de raad de notulen van de zitting van 18 januari 2024 goed.

 

Bijlagen

         Ontwerpnotulen RMW van 18 januari 2024 (via Meeting.mobile).

         Audioverslag RMW van 18 januari 2024.

         Index audioverslag RMW van 18 januari 2024.

         Agenda RMW van 15 februari 2024.

 

" "

Publicatiedatum: 24/04/2024
Overzicht punten

Raad voor maatschappelijk welzijn 15 februari 2024

 

Vaststelling verkozenverklaring lid bijzonder comité voor de sociale dienst, na onderzoek geloofsbrieven

Motivering

 

Feiten en context

Louter toevallig – via postwisseling ‘bevolking’ die de burgemeester moet ondertekenen – (en dus niet via een formeel bericht in die zin) komt de algemeen directeur op 9 januari 2024 te weten dat zetelend lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst (hierna BCSD) de heer Jan Lemmens als inwoner van Tielt-Winge definitief werd uitgeschreven naar Hasselt en bijgevolg niet meer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden (meer in het bijzonder ‘woonachtigheid in de gemeente’) en dus niet langer kan zetelen als BCSD-lid in Tielt-Winge.

 

Voor de voordrachtlijst, gezamenlijk ingediend op 20 december 2018 door fracties SAMEN (nu - sinds naamswijziging fractie op de raad van 15 september 2022 - hernoemd tot Vooruit), Groen en N-VA, figureert echter geen enkele opvolger meer voor het tweede kandidaat-lid; de lijst is dus volledig uitgeput voor kandidaat-lid 2.

 

In dit scenario speelt artikel 95 DLB: het BCSD moet eerst formeel vaststellen dat het lid ophoudt deel uit te maken van het bijzonder comité en dat er geen opvolgers meer zijn.

 

In zitting van 18 januari 2024 stelde het BCSD deze problematiek formeel vast.

 

Verder vervolg van deze procedure is dat – na deze formele vaststelling door het BCSD - de raadsleden van de raad voor maatschappelijk welzijn van de groep van lijsten die het betreffende lid destijds hebben voorgedragen samen een kandidaat-lid en één of meerdere opvolgers (opnieuw) voordragen en dat binnen een termijn van 60 dagen vanaf de vaststelling door het BCSD de aanstelling van de nieuw voorgedragen kandidaat geschiedt.

 

Het DLB vervolgt over de procedure:

 

Die voordrachtsakte wordt uiterlijk acht dagen vóór de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn waarop de geloofsbrieven van het nieuwe lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst en de opvolger of opvolgers zullen worden onderzocht, aan de algemeen directeur bezorgd, die een afschrift van de akte aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn bezorgt. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn gaat na of de voordrachtsakte ontvankelijk is overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 92, derde tot en met zevende lid. In voorkomend geval wordt de kandidaat verkozen verklaard en worden de kandidaat-opvolgers aangesteld in de volgorde van hun voordracht. Een opvolger die op grond van zijn geslacht het lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst dat ontslag genomen heeft, niet kon opvolgen, wordt geacht opvolger te zijn van het nieuw verkozen lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst en neemt een rang in vóór de opvolgers, vermeld op de voordrachtsakte.

 

Als de vervanging, vermeld in het eerste lid, niet kan doorgaan of niet plaatsvindt binnen zestig dagen, wordt met behoud van de toepassing van artikel 92, derde tot en met zevende lid, in de vervanging voorzien bij een geheime stemming in een stemronde waarbij elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn over een stem beschikt en waarbij de kandidaat die de meeste stemmen behaalt, als verkozen wordt verklaard. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat verkozen.

 

Op 23 januari 2024 werden de betrokken fractieleiders van deze problematiek op de hoogte gebracht door de algemeen directeur met verzoek om hem per kerende een nieuwe gezamenlijke akte van voordracht voor één vacant mandaat van lid voor het BCSD te bezorgen.

 

Op 7 februari 2024 ontving de algemeen directeur tijdig de nieuwe gezamenlijke voordrachtslijst voor kandidaat-lid 2.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (hierna DLB), inzonder artikels 87, 88, 91-96 en 100.

         Omzendbrief KB ABB 2018/3 van 26 oktober 2018 betreffende de start van de lokale en provinciale bestuursperiode.

 

Adviezen

Voorafgaand onderzoek door de voorzitter van de geloofsbrieven.

 

Argumentatie

Gelet op het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (hierna DLB), inzonder artikels 87, 88, 91-96 en 100;

 

Gelet op de omzendbrief KB ABB 2018/3 van 26 oktober 2018 betreffende de start van de lokale en provinciale bestuursperiode;

 

Overwegende dat het bijzonder comité voor de sociale dienst ingevolge artikel 87 §1 DLB bestaat uit zes leden, de voorzitter niet inbegrepen;

 

Gelet op de ontvankelijke lijstenverbinding tussen de lijsten N-VA, Groen en SAMEN, zoals ontvangen door de door de algemeen directeur op 11 december 2018;

 

Gelet op de ontvankelijke lijstenverbinding tussen de lijsten Open Vld en CD&V, zoals ontvangen door de door de algemeen directeur op 13 december 2018;

 

Overwegende dat de algemeen directeur op basis van deze gegevens de zetelverdeling in het bijzonder comité voor de sociale dienst bepaalde op basis van artikel 91 §2 laatste lid van het DLB en deze zetelverdeling (drie zetels voor elk van beide lijstenverbindingen) ook algemeen communiceerde (o.m. via de gemeentelijke website);

 

Overwegende dat - ingevolge uitputting voor kandidaat-lid 2 van deze lijst - een nieuwe gezamenlijke akte van voordracht van de kandidaat-leden en opvolgers voor het bijzonder comité voor de sociale dienst door de verkozenen van de verbonden lijsten N-VA, Groen en SAMEN (hernoemd sinds 15 september 2022 tot Vooruit) werd overhandigd aan de algemeen directeur op 7 februari 2024, zijnde dus (meer dan) uiterlijk acht dagen voor huidige vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn (en dus tijdig);

 

Overwegende dat de algemeen directeur hiervan een afschrift op 7 februari 2024  aan de voorzitter van de OCMW-raad heeft bezorgd;

 

Overwegende dat de algemeen directeur het nodige onderzoek heeft verricht naar de wettelijk gestelde voorwaarden inzake de ontvankelijkheid van de voordrachtsakte, dat er hierbij geen opmerkingen werden geformuleerd;

 

Overwegende dat de nieuwe voordrachtakte tijdig ter inzage heeft gelegen bij de algemeen directeur;

 

Overwegende dat de ingediende gezamenlijke akte van voordracht van het kandidaat-lid 2 en opvolgers voldoen aan de decretaal voorziene ontvankelijkheidsvereisten onder meer m.b.t. de ondertekening;

 

Overwegende dat de voorzitter van de OCMW-raad vaststelt dat de gezamenlijke akte van voordracht voldoet aan de voorwaarden van het DLB;

 

Overwegende dat de geloofsbrieven behoorlijk en tijdig werden ingediend, en dat deze ter inzage werden gelegd met respect voor de decretale bepalingen ter zake;

 

Overwegende dat de algemeen directeur stelt dat het aan de raad voor maatschappelijk welzijn exclusief toekomt om de geloofsbrieven te onderzoeken;

 

Overwegende dat er ter zitting door de raadsleden geen bezwaren worden geformuleerd rond deze geloofsbrieven;

 

Overwegende dat uit het onderzoek blijkt dat het kandidaat-lid 2 en zijn respectieve opvolgers voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden;

 

Overwegende dat voorgedragen kandidaat-lid 2 verklaard heeft zich niet in een situatie van onverenigbaarheid te bevinden (artikel 100 juncto artikel 10 van het DLB);

 

Overwegende dat het bijzonder comité voor de sociale dienst dus zal bestaan uit leden van een verschillend geslacht;

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Geen bijlagen (de gezamenlijke voordrachtsakte van 7 februari 2024 ligt ter inzage voor de raadsleden bij de algemeen directeur)

 

Besluit:

Artikel 1

De raad neemt in toepassing van artikel 95 DLB kennis van de ontvankelijke gezamenlijke (N-VA, Groen en Vooruit) akte d.d. 7 februari 2024 van voordracht van een kandidaat-lid 2 (en opvolgers) van het bijzonder comité voor de sociale dienst.

 

Artikel 2

De raad beslist de geloofsbrieven goed te keuren van het volgende kandidaat-lid 2: de heer Eddy Vanderstukken.

 

Artikel 3

Het voorgedragen kandidaat-lid 2, als hierna opgenomen, worden verkozen verklaard als lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst: de heer Eddy Vanderstukken.

 

Artikel 4

Het verkozen verklaard lid zal later conform artikel 96 §1 derde lid DLB worden uitgenodigd om in handen van de voorzitter van de OCMW-raad de decretale eed af te leggen." "

Aanstelling lid BCSD op basis van nieuwe gezamenlijke voordrachtsakte, ingevolge uitputting voor kandidaat-lid 2.

 

Publicatiedatum: 24/04/2024
Overzicht punten

Raad voor maatschappelijk welzijn 15 februari 2024

 

Kennisneming aanvaarding ABB van aanpassing 1/2023 van meerjarenplan 2020-2025 gemeente en OCMW

Motivering

 

Feiten en context

Het decreet van 22 december 2017 bepaalt dat gemeente en OCMW minstens 1 keer per jaar het meerjarenplan moeten aanpassen. Dit gebeurt nu voor de vierde keer volgens het decreet lokaal bestuur voor de periode 2020-2025.

 

De aanpassing van het meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels van de nieuwe BBC2020-regelgeving.

 

De administratie werkt samen met het uitvoerend orgaan het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan uit. De algemeen directeur en financieel directeur stellen het op in overleg met het managementteam.

 

Het ontwerp van aanpassing 1/2023 van het meerjarenplan 2020-2025 (en de daarbij horende stukken) werden conform artikel 249 §2 van het DLB (op 21 december 2023) op digitale en beveiligde wijze (via Meeting.mobile) ter beschikking gesteld van de raadsleden door de algemeen directeur.

 

De gemeente en OCMW hebben samen een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben elk hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft aangepast, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld.

 

In een aanpassing van het meerjarenplan moeten minstens de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Indien nodig worden tevens de kredieten van het lopende jaar aangepast.

 

In deze aanpassing van het meerjarenplan werden alle cijfers van 2023 tot en met 2025 aangepast waarbij de aangepaste kredieten van 2023 en 2024 als krediet worden geautoriseerd.

 

De ramingen die het bestuur voor het boekjaar 2023 en 2024 in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor exploitatie, investeringen en financiering, omvatten dus ook de kredieten voor dat jaar. Deze kredieten worden afzonderlijk toegewezen per rechtspersoon (gemeente en OCMW apart). De autorisatie van de kredieten gebeurt in het schema M3 van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.

 

In de aanpassing van het meerjarenplan wordt tevens het resultaat van de laatst vastgestelde jaarrekening (2022) van gemeente en OCMW, verwerkt.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Besluit Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de BBC

         Ministerieel besluit van 26 juni 2018 betreffende de BBC

         Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgen de beleids- en beheerscyclus

         Beslissing raad maatschappelijk welzijn van 21 december 2023 over de goedkeuring van de aanpassing 1/2023 van het meerjarenplan 2020-2025

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Binnen de tien dagen nadat de gemeente en het OCMW het meerjarenplan hebben vastgesteld op de gemeenteraad en de raad maatschappelijk welzijn van 21 december 2023, werd het beleidsrapport met vermelding van de datum van publicatie op de gemeentelijke webtoepassing geplaatst.

 

De melding van de bekendmaking en de publicatiedatum van het meerjarenplan werd aan het ABB bezorgd via de module toezicht van het loket voor lokale besturen.

 

Het dossier werd geregistreerd als 24.0109. Het ABB heeft via mail op 19 januari 2024 laten weten dat het nazicht niet heeft geleid tot formele bemerkingen (met de vernietiging van het AMJP en de beslissing tot gevolg), enkel tot een aantal technische opmerkingen.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

         Mail van het agentschap binnenlands bestuur

         Technische bemerkingen ABB

 

Besluit:

De raad maatschappelijk welzijn neemt kennis van het antwoord van het agentschap binnenlands bestuur over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld op 21 december 2023." "

De raad maatschappelijk welzijn neemt kennis van het antwoord van het agentschap binnenlands bestuur op de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld op 21 december 2023.

 

Publicatiedatum: 24/04/2024
Overzicht punten

Raad voor maatschappelijk welzijn 15 februari 2024

 

Kennisneming rapportering 2023 van de financieel directeur in uitvoering van artikel 177 van het decreet lokaal bestuur

Motivering

 

Feiten en context

De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid periodiek over de aangelegenheden, zoals bedoeld in artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Dit rapport omvat minstens een overzicht van de voorafgaande krediet en wetmatigheidscontrole, het debiteurenbeheer, thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole alsook de evaluatie van de budgetten en de financiële risico’s.

 

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, inzonder artikel 177.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De rapportering van de financieel directeur luidt als volgt:

 

  1. Voorafgaande controle van de voorgenomen verbintenissen

Voor de periode 1 januari 2023 tot 31 december 2023 werden 47 (41 in 2022) visums afgeleverd voor de gemeente en 3 (5 in 2022) voor het OCMW. Er werden geen negatieve visa afgeleverd. Het drempelbedrag voor het aanvragen van visums is 15.000 euro, er wordt veel gebruik gemaakt van meerjarige raamcontracten.

 

Toelagen en meerwerken worden goed opgevolgd. In geval van investeringssubsidies is altijd een visum nodig voor exploitatiesubsidies als de individuele bedragen hoger liggen dan 15.000 euro.

 

Ook dossiers waarin de gemeente zelf geen bouwheer is, maar de gemeente wel een engagement aangaat voor een bedrag hoger dan het drempelbedrag van 15.000 euro worden voorgelegd voor visum (bijvoorbeeld Aquafin-dossiers). De stand van zaken van de meerwerken wordt door de technische dienst extra-comptabel bijgehouden.

 

Het OCMW heeft slechts enkele visum-plichtige dossiers per jaar. Meestal betreft het raamcontracten, in 2023 was er een enkele investering (opknappen van de doorgangswoning).

 

Het Lokaal Bestuur Tielt-Winge opteerde ervoor een voorafgaandelijk visum niet louter te verstaan als “voorafgaandelijk aan de verbintenis (lees: bestelbon)”, doch “voorafgaandelijk aan de gunning door het schepencollege”. Hierdoor kunnen dossiers dikwijls nog bijgestuurd worden vooraleer ze geagendeerd worden. Concreet betekent dit dat mits nieuwe feiten, deze dossiers opnieuw voor visum worden voorgelegd en alsnog een positief visum verkrijgen.

 

Aan sommige positieve visums werden opmerkingen/ voorwaarden toegevoegd. De meeste opmerkingen betroffen “kleinere tekortkomingen” die aangestipt worden in de afpuntingslijst die deel uitmaakt van het visum. Indien er voorwaarden gekoppeld worden aan het afleveren van een visum, worden deze toegelicht.(Bijvoorbeeld wanneer er een niet-substantieel tekort aan krediet is en geen ARA kan gebeuren, maar de gunning niet uitgesteld kan worden (bijvoorbeeld door de betrokkenheid van externe partners), zal het college in de gunningsbeslissing reeds het engagement nemen extra kredieten te voorzien in de aanpassing van het meerjarenplan)

Inhoudelijke opmerkingen bij negatieve visums worden altijd apart vermeld en tevens bezorgd aan de algemeen directeur. Gezien de onvoorspelbaarheid van sommige prijzen, diende bijvoorbeeld een tweede visum te worden aangevraagd omdat er al een prijsaanpassing gebeurde voor de gunningsdatum.

 

Er dient meer aandacht besteed te worden aan dossiers waarvoor wel visum wordt gevraagd maar die niet onder dagelijks bestuur vallen. In dit geval moeten gunningswijze en – voorwaarden bepaald worden door de gemeenteraad.

Het komt weliswaar zelden voor maar wanneer opdrachten identiek zijn en kort na elkaar worden opgestart is het goed vooraf te bekijken of men deze opdrachten gaat opsplitsen in 2 procedures (en op deze wijze mogelijks in de grijze zone terecht komt van het saucissioneren besproken in artikel 24 laatste lid van het KB van plaatsing) of men het totale project in 1 procedure opneemt, weliswaar opgedeeld in fasen.

 

Het college en de administratie dienen extra waakzaam te zijn voor studieopdrachten, eens deze een positief visum kregen en gegund zijn op basis van een percentage ereloon starten de besprekingen en de ontwerpfase. In verscheidene gevallen werden initieel kleine plannen alsmaar groter tot ze het krediet overschrijden. Het college moet zich bewust zijn van het feit dat wanneer zij de initiële opdracht vergroten, dit verregaande gevolgen heeft voor de kredieten van erelonen en uitvoering van de werken. Niet alle ontwerpen komen tot uitvoering.

 

Indien personeel wordt aangeworven met een contract met looptijd langer dan 1 jaar dient een visums afgeleverd te worden. Voor de periode vanaf 1 januari 2023 tot 31 december 2023 betrof het 14 (20 in 2022) visums, geen enkele was negatief.

 

De richtlijnen en schema’s die ter beschikking zijn sinds 2019 worden vrij goed opgevolgd al durft de tijdsdruk oplopen wanneer verschillende visums door allerlei omstandigheden last-minute worden aangevraagd. Zowel de diensthoofden als het college zijn alert voor het al dan niet aanwezig zijn van een positief visum alvorens over te gaan tot een gunning.

 

In het kader van de continuïteit van dienstverlening zal de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn kennis nemen van de vernieuwde delegatiebeslissing van de financieel directeur van 30 januari 2024.

 

  1. Debiteurenbeheer

Op de gemeenteraad van 19 mei 2022 werden 2 nieuwe procedures voor debiteurenbeheer ter kennis gebracht. Het betreft de invorderingsprocedure voor fiscale en niet-fiscale vorderingen. Op dezelfde dag werden eveneens 2 procedures voor debiteurenbeheer op de Raad voor Maatschappelijk Welzijn gebracht; de terugvordering van maatschappelijke dienstverlening en vorderingen OCMW niet-fiscaal. Elke procedure werd getoetst aan de regelgeving en toepasbaar gemaakt voor de doelgroep van debiteuren waarvoor de procedure bestemd is.

 

De uitrol van de software van i-Controller, specifieke software voor debiteurenopvolging, gebeurde in 2022.

De basisgegevens (cohieren, steun, facturatie, …) worden opgemaakt vanuit het boekhoudpakket New Horizon (NH), ook de financiële verwerking gebeurt in NH. Er is dagelijks gegevensuitwisseling tussen beide pakketten in beide richtingen.

Als betalingspartner werd een samenwerking met POM (kunnen een gestructureerde mededeling opnemen) gegund in het college van 21 december 2021. Niet elke softwareleverancier was klaar om met POM in zee te gaan, daarom werd op het schepencollege van 1 maart 2022 eveneens een overeenkomst afgesloten met betalingsprovider Mollie.

 

Het voordeel van i-Contoller is dat het debiteurenbeheer individueler aangepakt kan worden. In 2023 hebben we echter moeten vaststellen dat alle contactpersonen bij i-Controller verdwenen zijn, zonder al te veel zorg voor de klanten, werd het bedrijf overgelaten. De helpdesk beperkt zich nu tot het beantwoorden van mails door Engelstalige mensen die vaak weinig Nederlands begrijpen. Uiteraard komt dit het verder verfijnen van de software op maat van Tielt-Winge niet ten goede, de debiteurenopvolging was klaar, maar niet het rapporteringsdeel op maat van Tielt-Winge.

Debiteurenbeheer blijft echter, zelfs met softwareondersteuning een arbeidsintensieve bezigheid waar dagelijks aandacht dient aan besteed te worden.

Enkel cijfers ter verduidelijking:

Het OCMW heeft op 30 januari 2024 voor 143.961,83 euro openstaande vorderingen op cliënten. De gemeente 340.851,68 euro. Dit zijn zowel oude als nieuwe openstaande vorderingen op cliënten.

De afbouw van het oude deel van debiteuren verloopt traag, doch systematisch; niet elke debiteur kan immers op dezelfde manier benaderd worden. Soms leidt een trage maar kordate aanpak tot betere resultaten. Een stand van zaken:

 

Debiteuren met aflossingsplan

         Gemeente niet-fiscaal: 58.635,78 euro

         OCMW overige: 9.304,63,78 euro

         OCMW Steun: 26.970,21 euro

 

Debiteuren met aflossingsplan op 01/01/2023

         Gemeente niet-fiscaal: aantal 3

         OCMW Steun: aantal 8

 

Debiteuren met aflossingsplan op 31/12/2023

         Gemeente fiscaal: aantal 2

         Gemeente niet-fiscaal: aantal 22

         OCMW overige: aantal 3

         OCMW Steun: aantal 31

 

Wat niet betekent dat er meer debiteuren aflossingsplannen vragen, maar dat de opvolging van debiteurenbeheer anders wordt aangepakt met als gevolg dat vooral oude invorderingen toch nog in schijven worden terugbetaald.

De samenwerking met de sociale dienst is goed zichtbaar in de cijfers.

 

Debiteuren ter uitbesteding naar gerechtsdeurwaarder

Dossier lopende:

         Gemeente fiscaal: 200 euro (aantal 1)

         Gemeente niet-fiscaal: 550 euro (aantal 1)

 

Dossier afgesloten, succesvol geïnd:

         Gemeente fiscaal: 39.250 euro (aantal 2)

 

Debiteuren in faling

         Gemeente fiscaal: 695,30 euro (aantal 2)

         Gemeente niet-fiscaal: 205,30 euro (aantal 1)

 

Ontlastingen

         Gemeente fiscaal: 9.509,30 euro (aantal 19)

         Gemeente niet-fiscaal: 4.618,64 euro (aantal 95)

 

  1. Thesaurie

De rentevoeten voor beleggingen bleven in 2023 zeer laag in vergelijking met de rentevoeten op leningen.

Belfius Bank, huisbank van de gemeente en het OCMW, rekent vanaf 1 september 2022 niet langer een negatieve rente aan op de tegoeden op de betaal- en spaarrekeningen van zijn professionele klanten.

In 2023 was er een permanente belegging mogelijk van ongeveer 2.000.000,00 euro.

Er werden geen leningen opgenomen en de bestaande leningportefeuille bestaat uit vaste rentevoeten. De grootste uitgaven bij investeringen situeerden zich bij wegenis, maar werden volledig gefinancierd met eigen middelen.

 

Er staan echter een aantal projecten in uitvoeringsfase (de renovatie IBO Houwaart, een nieuwe loods, …) en de verkoop van t’ Jongensschool. De onzekerheid omtrent de opbrengst van de verkoop van patrimonium en de moeilijk te voorspellen realisatietijd van de Aquafin – werken blijven belangrijke factoren.

 

Ook voor 2024 werd geen nieuwe leningopname voorzien, veel investeringen werden immers vooruit geschoven in de tijd. Veel studies bereiken in 2023 hun eindfase, maar zullen binnen deze legislatuur niet meer in uitvoering gaan. Dit resulteert erin dat het Lokaal Bestuur afsluit met een aanzienlijke spaarpot. Bij Belfius is er nog een openstaande schuld van ongeveer 3.000.000 euro en bij BNP-Fortis-Paribas ongeveer 3.780.000 euro. Geen van deze leningen komt op herziening. De schuldherschikking van de Belfius leningen (die van start ging op 6 februari 2017) heeft een pool van saldi van oudere leningen ondergebracht in een vaste structuur met progressieve tranches, allen vervallen in 2029-2031.

 

  1. Liquiditeit

Tijdens de afgelopen periode 2023 had het Lokaal Bestuur Tielt-Winge voldoende liquiditeiten om al haar engagementen te betalen zonder nieuwe leningen op te nemen. Tijdens de tweede helft van het jaar startten ook de doorstortingen van de OV, wat de liquiditeitspositie telkens een boost geeft.

Met de huidige liquiditeit zullen de beleggingen verhoogd worden tot er duidelijkheid komt in de te financieren investeringen.

 

  1. Liquiditeitsprognose

Het Lokaal Bestuur heeft voldoende liquiditeiten om aan al haar verplichtingen te voldoen (cfr liquiditeitenbudget 2024).

Dankzij de doorstortingen van onroerende voorheffing, personenbelasting en gemeentefonds, … kortom de reguliere ontvangsten, zijn er geen grote liquiditeitsschommelingen.

Onder reguliere ontvangsten kan o.a. verstaan worden:

         de driemaandelijkse storting uit het gemeentefonds: 2.505.833 euro op jaarbasis voor gemeente en 217.898 op jaarbasis voor OCMW in 2023.

         de maandelijkse stortingen uit onroerende voorheffing (die pas vanaf juli aanzienlijke voorschotten bedragen): 3.183.125 op jaarbasis voor 2023.

         de maandelijkse voorschotten voor de personenbelasting tijdens de maanden januari tot en met april en september tot en met december. In mei volgt een afrekening, in de periode juni tot en met augustus worden de werkelijk geïnde belastingen doorgestort. Voor 2023 bedraagt de ontvangst uit personenbelasting 5.951.979,94 euro.

 

De nood aan liquiditeiten bij de gemeente wordt deels bepaald door de uitgavenstroom, met name door de vorderingsstaten van grote werken (Aquafin – werken, wegenwerken, …). Tot op heden is het bedrag van de vordering pas gekend na aanrekening, op dat moment is echter een groot deel van de betalingstermijn reeds verstreken. De technische diensten hebben echter te weinig zicht op de uitvoering van sommige werken met externe partners, zodat de eigen gemeentelijke dienst geen prognose kan geven over wanneer en hoeveel liquiditeit nodig zal zijn. Er blijft permanent een aanzienlijke som beschikbaar op de rekening van de gemeente.

In tegenstelling tot de gemeente is bij het OCMW de inkomstenstroom moeilijker te plannen. In 2023 verliep deze sneller dan vorige jaren wat zijn weerslag kende op de liquiditeit en de nood om bijkomende provisie vanuit de gemeente te voorzien.

 

Grote reguliere uitgaven zoals leninglasten, de toelage aan de politiezone, de toelage aan de hulpverleningszone brandweer) en de lonen zijn uiteraard makkelijker incalculeerbaar.

 

Leninglasten bedragen ongeveer 800.000 euro per jaar voor de leningportefeuille bij BNP – Paribas – Fortis. In de lening portefeuille bij Belfius (jaarlijks 420.000 euro) zijn de terug te betalen intresten en aflossingen niet constant, maar betreffen het enkele vaste structuren die een aparte vervaldag hebben. Enkel in de maanden mei en november zijn er geen vervaldagen.

Voor de entiteit OCMW dienen jaarlijks ongeveer 500.000 euro aan leninglasten worden terugbetaald.

 

Vanaf 2020 hebben gemeente en OCMW een geïntegreerde boekhouding, sindsdien voorziet de gemeente het OCMW van voldoende middelen om haar verplichtingen na te komen, maar is dit geen budgettaire transactie meer; in 2023 bedroeg dit 1.400.000 euro.

 

De politiezone (747.011 euro) wordt tweemaandelijks uitbetaald, deze werd verhoogd in 2023 en zal ook stijgen in 2024.

 

De exploitatietoelage (exclusief afrekening) van de brandweer (423.994,2 euro op jaarbasis in 2023) wordt driemaandelijks betaald. De investeringstoelage van 2023 bedroeg 38.984,85 euro.

 

Lonen worden maandelijks betaald (+/- 462.000 euro per maand voor de entiteit “gemeente” en 374.000 euro voor de entiteit OCMW).

 

  1. Beheerscontrole

Een eerste stap in het stroomlijnen van de beheerscontrole tussen gemeente en OCMW werd genomen door de beslissing van het Vast Bureau op 19 mei 2020 door de delegatie budgethouderschap voor dagelijks bestuur op te heffen. Aangezien de wekelijkse vergadering van het Vast Bureau het toelaat de continuïteit in deze materie te garanderen werd beslist het budgethouderschap uitsluitend bij het Vast Bureau te leggen (dit naar analogie met de gemeentelijke werking).

 

Hiermee gepaard, werd een nieuwe aankoopprocedure aan het organisatiebeheerssysteem toegevoegd, de raden namen hiervan kennis op 18 juni 2020.

Samen met deze nieuwe procedures ging het Lokaal Bestuur op 1 juni 2020 van start met een webapplicatie van de boekhouding, iedereen die hier nood aan heeft kreeg toegang. Zo kan iedereen ten allen tijde de door hem gebezigde kredieten consulteren, bestelaanvragen lanceren en evaluaties geven van de acties uit het meerjarenplan voor de semestriële opvolgrapportering.

De opvolging van een bestelaanvraag en bijhorende goedkeuringsprocedure verloopt volledig digitaal via deze applicatie. Ook de goedkeuringsprocedure van de inkomende facturen verloopt volledig digitaal. De procedures worden in het algemeen goed opgevolgd.

 

Een werkpunt voor 2023 was opnieuw het beter opvolgen van bestelbon-aanvragen. Met de nieuwe aankoopprocedures werden een aantal mogelijkheden voorzien om situaties op te vangen waar het niet zinvol is om een bestelbon op te maken. Het resultaat is dat nu soms geen bestelbonnen worden aangevraagd voor aankopen waarvoor dit wel noodzakelijk is om de kredieten te kunnen beheren. In 2022 werden regelmatig mails verstuurd naar betrokkenen om hieraan meer aandacht te besteden, maar het resultaat blijft onvoldoende. In 2023 kreeg ieder diensthoofd de instructies nogmaals toegestuurd, uitgebreid met een schematische voorstelling dat voor een sneller inzicht kan zorgen. Eveneens werd de hele procedure voor het gebruik van BEO herhaald in een verplicht te volgen opleiding die 2 maal werd aangeboden. Het resultaat blijft zwak. Er is echter weinig andere actie mogelijk, de betaling inhouden en een creditnota vragen voor de reeds ontvangen factuur en de hele procedure post factum uitvoeren zou de perceptie over de gemeente als “slechte betaler” onnodig versterken. Er is weinig interesse in het belang van de reservering van kredieten.

 

In het kader van de raamcontracten maakte de externe auditcommissie volgende aanbeveling:” Om het risico te vermijden dat bepaalde noden niet kunnen worden ingevuld als gevolg van onevenwichtige afnames van raamovereenkomsten die gekoppeld zijn aan een algemeen krediet, voorziet de gemeente bijkomende beheersmaatregelen inzake de behoeftebepaling en de opvolging van de afnames.” Deze aanbeveling werd reeds deels verwerkt in het afgeleverde visum door op te nemen dat er geen bestellingen boven krediet mochten gebeuren, ook al was er nog ruimte binnen het raamcontract. Sinds de webapplicatie kan elke bestellende dienst per leverancier het reeds bestelde bedrag raadplegen. Het zou echter nuttig zijn moest elke afname vanuit het raamcontract ook bijgehouden kunnen worden vanuit 3P. Dit is zeker een argument om elke bestellende dienst een licentie van 3P ter beschikking te stellen. Ook de nieuwe rapporteringsverplichtingen bij overheidsopdrachten van beperkte waarde zullen het gebruik van 3P onmisbaar maken voor elke dienst die in aanraking komt met overheidsopdrachten.

 

         Tot de beheerscontrole behoort o.a. de controle op chartale gelden.
In dit kader werden op de gemeenteraad van 18 juni 2020 verschillende maatregelen uitgewerkt binnen het organisatiebeheerssyteem.

De opvolging van de maatregelen in verband met de kassen gebeurt goed, alle diensten rekenen volgens de afgesproken regelmaat hun kassen af via de centrale kas.

 

         De jaarlijkse kwijting en controle ter plaatse met aflevering van PV aan de algemeen directeur werd in 2022 uitgerold. Er werden ook in 2023 geen verschillen vastgesteld.

 

         In het kader van de opmaak budget en meerjarenplan is een aanbeveling van de externe auditcommissie zeker een aanrader om mee te nemen naar de toekomst: “Om te vermijden dat de organisatie onverwacht wordt geconfronteerd met acute uitgaven, ontwikkelt ze een meer gestructureerde werkwijze om behoeften op de korte en lange termijn op te volgen en te valideren.” Een centraal beschikbare lijst met alle kredietnoden werd eerder gebruikt doch met de soepele regels inzake kredietverschuivingen conform BBC 2020 is deze lijst zinloos geworden.

 

         De informatie uit 3P naar beheercontrole blijft beperkt aangezien niet alle diensthoofden alle informatie hierin opslaan. 3P biedt nog tal van mogelijkheden naar opvolging, de info uit de boekhouding zou zeer waardevol kunnen aangevuld worden met aankoopopvolging vanuit 3P.

 

         De diensten IBO, jeugd en sport werken met software van Orca Solutions (Kwandoo). IBO gebruikt het facturatiesysteem zonder QR code, deze wordt wel gebruikt zodra de factuur onbetaald blijft en verdere opvolging gebeurt via de software van i-Controller en de betalingssoftware van POM.

 

         De dienst jeugd en sport gebruikt de module voor online inschrijvingen met voorafbetaling met directe doorverwijzing naar Mollie voor betaling (directe betaling is noodzakelijk voor een inschrijving).

 

         Het Elfenhuisje werkt met de software van Daycare, met een systeem van na-facturatie (de koppeling met POM is operationeel).

 

         Het LDC en bevolking- burgerlijke stand blijven werken met Gantner. Allen moeten verbonden worden met NH (facturen en kasverslagen via XML).

 

  1. Evolutie van de budgetten

Toestand van 1 januari 2023 tot 31 december 2023 – standopgave

 

Deze standopgave geeft een overzicht van de initiële kredieten en de toestand op 31 december 2023. De cijfers zijn pas definitief bij de afsluiting van de jaarrekening 2023.

 

  1. Financiële risico’s

Een beschrijving van de financiële risico’s, die het bestuur loopt en van de middelen waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken.

 

Voor een goede beheersing vormen vooral de significante risico's het uitgangspunt. Het gaat hierbij om risico's die het behalen van de doelstellingen van de instelling ernstig kunnen bedreigen. Een risico is significant als zowel de kans dat dit zich voordoet als de impact hiervan hoog is.

 

De significante financiële risico’s schatten wij in als volgt:

 

  1. Pensioenen vastbenoemd personeel (gemeente en OCMW)

De “hervorming van de pensioenfinanciering van het vast benoemd personeel van de provinciale en lokale besturen” (wet van 24 oktober 2011), met als doel bijkomende financiering van de statutaire pensioenpools, had voor alle lokale besturen een aanzienlijke budgettaire impact. Ten eerste werden de patronale bijdragepercentages verhoogd, en daarnaast werd een responsabiliseringsbijdrage ingevoerd: elk bestuur moet een percentage van het verschil tussen haar pensioenbijdragen en haar pensioenlasten bijpassen.

De evolutie van de bijdragevoet (persoonlijke en patronale) is vanaf 2016 constant en bedraagt 41,5%. Het percentage patronale bijdrage is 7,5%.

Een responsabiliseringsbijdrage is van kracht vanaf 2012 (gefactureerd vanaf 2013) voor een bestuur dat een grotere pensioenlast heeft dan het bedrag van de betaalde basisbijdragen. De hoogte van de geraamde responsabiliseringsbijdrage vormt een belangrijk financieel risico. Er zijn echter 2 maatregelen voorzien door de hogere overheid om deze impact in te perken of in het beste geval te neutraliseren.

Enerzijds kan er een korting op de responsabiliseringsbijdragen worden bekomen van maximaal 50% op de betaalde 2e pensioenpijler, indien het bestuur de bijdragen voor de 2e pensioenpijler voor contractuelen verhoogt van 1% naar 2,5% in 2020 en van 2,5% naar 3% vanaf 2021. De verhoging van de 2e pensioenpijler werd voorzien in het meerjarenplan. We voorzien in het meerjarenplan de uitgaven voor de responsabiliseringsbijdragen zoals deze geraamd werden door de pensioendienst (prognoses juli 2023). De onzekerheid over de maximaal te ontvangen korting op de responsabiliseringsbijdragen vormt een financieel risico. We proberen de impact van dit risico te neutraliseren door op de geraamde bedragen van de pensioendienst geen eigen korting te verrekenen. Dit te meer omdat in een brief dd.26 mei 2023 van de federale pensioendienst werd gemeld dat de korting op de responsabiliseringsbijdrage zal beperkt worden, als noodmaatregel om de lacune in de wet van 30 maart 2018 die leidt tot een onevenwicht tussen de bonussen en de malussen (besturen die genieten van een vermindering en besturen die hiervan niet genieten en aldus moeten bijbetalen) weg te werken. Er zijn ondertussen immers zoveel besturen die genieten van een korting, dat dit niet kan gecompenseerd worden door de extra bijdrage van de besturen die hiervan niet genieten omdat deze besturen nooit meer moeten betalen dan de pensioenlasten van hun bestuur.

Anderzijds voorziet de Vlaamse overheid in zijn programmadecreet een subsidie voor de lokale besturen van 50% van de geraamde responsabiliseringsbijdragen.

 

  1. Inkohiering en inning van personenbelasting en onroerende voorheffing (gemeente)

Gemeenten hebben een autonomie op het vlak van het bepalen van aanslagvoeten voor deze aanvullende belastingen, doch voor de inning ervan zijn zij volledig afhankelijk van de hogere overheid (Vlaams of Federaal). De doorstortingen en het tempo van inkohiering zijn sterk verschillend tussen Vlaanderen en de Federale overheid.

De ontvangsten m.b.t. de onroerende voorheffing bedragen tot 30 juni slechts een fractie van het totaal. Vlaanderen heeft vanaf 2018 de aanslagvoet aangepast van 2,5% naar 3,97%. De gemeentelijke opcentiemen werden verlaagd van 1350 naar 850,13 o.b.v. de gemeenteraadsbeslissing van 19 oktober 2017.

De doorstorting van de personenbelasting werd gewijzigd, de betaaldata en de te ontvangen voorschotten worden bekendgemaakt, wat een liquiditeitsprognose vereenvoudigd heeft. (Voorheen waren er grote schommelingen in het ritme van de doorstorting van de aanvullende personenbelasting). De doorstorting van vaste voorschotten heeft zeer zeker een positieve invloed gehad. Het risico bij deze indirecte belasting ligt in de herramingen die tijdens het jaar gebeuren op basis van het inkohieringsritme. Dit kan, voor een kleine gemeente als Tielt-Winge al snel een verschil uitmaken van enkele honderdduizenden euro, in positief, maar ook in negatief.

 

  1. De toelage voor de brandweerzone (gemeente)

Er is rekening gehouden met de berekeningen van de hulpverleningszone Oost. De HVZ Oost betreft 7 voormalige brandweerdiensten die elk op een andere manier gestructureerd en georganiseerd zijn. Het op elkaar afstemmen van de werking van de verschillende posten om te komen tot een gelijkwaardig hulpverleningsniveau is een niet-evidente taak. De toelage werd aangepast conform de meerjarenplanning van de brandweerzone. Hopelijk wordt deze prognose gehandhaafd.

 

  1. Aquafin – Riobra projecten (gemeente)

Doordat de gemeente zelf geen bouwheer is, is controle op de uitvoering moeilijker. Indien de planning gevolgd blijft, zijn voldoende middelen voorzien. Wanneer projecten vooruitgeschoven worden in de tijd, zijn meestal de financiële gevolgen voor het bestuur positief. De subsidies hiertegenover zijn echter nog niet gerealiseerd. Daarenboven zitten er rioleringswerken aan te komen waar vandaag geen concrete cijfers, noch uitvoeringsdata van bekend zijn. Eén van deze geplande riolerings- en wegenwerken betreft de aanleg van de Kaaskorf. De aanleg van de wegenis wordt voorzien met een verhaalbelasting op de inwoners van de Kaaskorf. Aangezien een verhaalbelasting volgt op de voltooiing van de werken, creëert deze uitgave een groot onevenwicht in de meerjarenplanning aangezien de recuperatie van de gemaakte kosten slechts ten vroegste het jaar na uitvoering kan starten. Hiervoor moet er beroep gedaan worden op een overbruggingskrediet. Het grootste financiële risico zal er echter in bestaan de volledige kost te kunnen recupereren via de verhaalbelasting.

 

  1. Evolutie van rentevoeten en macro- economische factoren (gemeente en OCMW)

De rentevoeten zijn uitzonderlijk laag geweest de voorbije 10 jaar. Het afgelopen jaar is de langetermijnrente behoorlijk gestegen door de hoge inflatie in 2022 en 2023. Bij de laatste schuldherschikking in 2016 werd hierop geanticipeerd en tevens een langere aflossingstermijn vastgelegd. Doordat veel lopende leningen reeds een vaste rentestructuur hebben, is het risico bij rentestijging eerder beperkt.

Voor de nieuwe leningen, voorzien om op te nemen in de komende jaren moeten we echter rekening houden met hogere rentes t.o.v. onze lopende leningen. Een hogere inflatie zoals nu het geval is en lagere groei door een mogelijks aankomende recessie zouden de prognoses van de rentevoeten nog kunnen verstoren in de komende maanden/jaren. Er bestaat dus nog grote onzekerheid over de rente die we uiteindelijk gaan moeten betalen op de nieuwe leningen. Dit vormt een financieel risico.

 

  1. De uitvoering van het nieuwe kerken- en pastorieënplan (gemeente)

Aangezien de 6 kerkfabrieken ontbonden zijn en de installatie van nog één kerkfabriek (Sint Donatus) voltooid is, werden er nieuwe exploitatie- of investeringstoelagen ingeschreven in dit meerjarenplan. Veel zal echter nog afhangen van de uitvoering van het kerken- en pastorieënplan dat goedgekeurd werd op de gemeenteraad van 16 april 2020 en waarbij de overdracht van bepaalde kerkgebouwen en de staat/herbestemming hiervan een financieel risico vormen. De kerken Sint-Mattheüs te Meensel, Sint-Denijs te Houwaart en Sint-Martinus te Tielt worden/zijn gedesaffecteerd en verliezen hun functie als kerk. Er is slechts één pastorie die haar functie behoudt, namelijk de gerestaureerde pastorie van Tielt, zij kraag als naam “pastorie Sint-Donatus” en zal blijven dienst doen als woonst voor een bedienaar van de eredienst en als secretariaat, vergader- en archiefruimte. De pastorieën van Kiezegem en Houwaart worden eigendom van de gemeente, bovenop de pastorie van Sint-Martinus, die reeds tot het gemeentelijk patrimonium behoorde. (De pastoriën van Sint Mattheus, en Sint-Joris blijven eigendom van de kerkfabriek). De uitgaven verbonden aan het onderhoud en herbestemmen van deze gebouwen zijn op dit ogenblik niet gekend en niet voorzien.

Inflatie en energiecrisis (gemeente en OCMW).

Het inschatten van de evolutie van de inflatie is bijzonder moeilijk, maar wel noodzakelijk bij de opmaak / bijsturing van een meerjarenplan. We maken daarbij gebruik van de prognoses van het Planbureau, maar ook die dragen een stuk onzekerheid in zich.

De hoge inflatie die zorgt voor hoge energieprijzen, hogere loonkosten en verhoogde uitgaven in het algemeen door de gestegen prijzen van goederen en diensten, is op zijn minst problematisch te noemen voor de financiële gezondheid van het lokaal bestuur. De hoge inflatie met onzekerheid over de hoogte en duurtijd hiervan en de impact hiervan op alle uitgaven van het bestuur vormen dan ook een substantieel financieel risico. De hogere uitgaven worden immers slechts gedeeltelijk en beperkt gecompenseerd door verhoogde ontvangsten (o.a. inkomstenbelasting, ...).

 

Subsidiebeleid van de hogere overheden (OCMW)

Hogere overheden voorzien nog steeds subsidies voor de ondersteuning van diverse aspecten van onze werking. Maar vooral subsidies voor nieuwe projecten worden steeds vaker “ad hoc” en op projectmatige basis toegekend. Niet zelden komen nieuwe en waardevolle initiatieven na korte tijd weer op de helling te staan omdat de subsidiëring niet structureel is. Het OCMW moet dan op zoek naar alternatieve financieringsbronnen of moet de initiatieven afbouwen of zelfs afschaffen.

 

De vluchtelingencrisis en het opvangbeleid van de federale overheid (OCMW).

In haar opvangbeleid doet de federale overheid in hoge mate een beroep op lokale overheden. Bij een toenemende vluchtelingenstroom worden lokale besturen gestimuleerd om initiatieven te nemen inzake lokale opvang, waarvan de kostprijs zou worden gerecupereerd via de federale subsidies van FEDASIL. Door het opdrogen van de instroom kan de bezettingsgraad en de ermee verbonden subsidiëring in het gedrang komen en het financieel evenwicht voor dat beleidsveld hypothekeren.

 

  1. De evolutie van het aantal te betalen leeflonen (OCMW)

Dit is een economisch-maatschappelijk gegeven waarop wij als lokaal bestuur geen vat hebben. De economische impact van een toename is echter niet gering omdat de tenlastename een verplicht karakter heeft en de subsidiëring vanuit de hogere overheid slechts gedeeltelijk is. Wij zetten als lokaal bestuur maximaal in op activering, maar extra uitgaven per saldo moeten elders in de werking worden gerecupereerd.

 

  1. Realiseren desinvesteringen (gemeente)

Ter financiering van een aantal investeringen zijn er desinvesteringen voorzien. Het betreft de verkoop van gronden en gebouwen van gemeente. Sommige ramingen van de desinvesteringen zijn gebaseerd op een schatting, andere zijn nog niet officieel geschat. Het bedrag van deze ramingen en de realiseerbaarheid van de voorziene verkopen vormen een financieel risico.

In dit kader gaf het managementteam ook volgende bedenkingen mee:

Het managementteam sprak zich uit over het ontwerp van aanpassing 2023/1 meerjarenplan 2020-2025/26 (en afgeleid budget 2024) in zitting van 2 en 19 oktober 2023, alsook over het ontwerp van bovengaande toelichtende nota. Het managementteam merkt op dat tegenover de ingeschreven investeringen (in eigen nieuw of te renoveren onroerend patrimonium), en uiterlijk op het ogenblik van effectieve gunning van de opdracht, er ook specifieke inkomsten moeten worden voorzien in de vorm o.m. van in dezelfde periode effectief gerealiseerde inkomsten uit verkoop van ander onroerend patrimonium (gronden en/of gebouwen) van gemeente of OCMW: deze bedenking bij te realiseren desinvesteringen wordt ook opgenomen als (bijkomend) financieel risico.

Het managementteam benadrukt wel dat het financiële risico (loskoppelen van desinvestering en investering) waarnaar reeds verwezen werd in het vorige advies (zie advies van het managementteam van 2 en 19 oktober 2023) door deze geamendeerde versie versterkt wordt.

Het MAT adviseert het geamendeerde voorstel van AMJP dd. 16 november 2023 positief. Het doet dit enerzijds omdat ondanks de aangebrachte wijziging (de verkoop van de gronden in Houwaart ter financiering van de verbouwing IBO te Houwaart werden uitgesteld in de tijd), er zich budgettair-technisch geen probleem stelt en anderzijds omdat, gelet op de nota van de financieel directeur dd. 9 november 2023, een aangepast meerjarenplan in het algemeen belang de beste keuze is. Het MAT wil in eerste instantie het goed functioneren van het lokaal bestuur niet hypothekeren.

 

Weliswaar betreurt het MAT deze gang van zaken. Uit de collegebeslissing van 22 augustus 2023 blijkt immers consensus over de financiering van de nieuwe IBO te Houwaart. In deze AMJP werd trouwens het uitgavenkrediet om de gronden “verkoop-klaar” te maken verhoogd van 25.000 naar 65.000 euro. Deze voorbereiding is reeds volop in uitvoering, ongeveer 25.000 euro kosten werden reeds gemaakt in functie van voorzieningen voor elektriciteitsnet, drinkwatervoorzieningen, opmetingen, … en de voorbereidingskosten aan de notaris zullen vergoed moeten worden.

Maar het MAT wil vooral een aangepast meerjarenplan opdat de dagelijkse werking van het Lokaal Bestuur Tielt-Winge gegarandeerd blijft.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen directe financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Standopgave 31 december 2023 (menu 8.2.2)

 

Besluit:

De raad maatschappelijk welzijn neemt kennis van de rapportering van 31 december 2023 van de financieel directeur in uitvoering van artikel 177 van het decreet lokaal bestuur." "

De raad maatschappelijk welzijn neemt kennis van de rapportering van 31 december 2023 van de financieel directeur in uitvoering van artikel 177 van het decreet lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 24/04/2024
Overzicht punten

Raad voor maatschappelijk welzijn 15 februari 2024

 

Samenwerkingsovereenkomst Groeipakket

Motivering

 

Feiten en context

Mail verzonden op 5 december 2023 door INFINO Vlaanderen gericht aan het Huis van het Kind.

 

Deze mail bevatte een samenwerkingsovereenkomst tussen het Huis van het Kind en vijf Vlaamse uitbetalingsinstanties van Groeipakket.

 

Het Huis van het Kind van OCMW Tielt-Winge is erkend en gesubsidieerd. De subsidie is niet van die omvang om er de kost van een personeelslid mee te dekken.

 

Gezien het toenemende belang van een Huis van het Kind is er een tijdelijke oplossing uitgewerkt om het Huis van het Kind een gezicht te geven.

 

We plaatsen het adres van het Huis van het Kind op Glabbeeksesteenweg 13-15 (meeste aantal uren open en setting met diensten voor kinderen) en zorgen voor de herkenbaarheid van de locatie met richtingwijzers bordje (zoals aanwezig voor de andere diensten), een banner en/of een vlag. Er is reeds een mailadres aangemaakt en dit mailadres wordt gekoppeld aan de mailbox van de verantwoordelijke van het Elfenhuisje. De vragen kunnen binnenkomen per mail en voorlopig door de verantwoordelijke van het Elfenhuisje worden behandeld of naar de dienst of persoon worden doorgestuurd die de vraag kan beantwoorden.

 

Juridische gronden

         Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW's.

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Adviezen

Het creëren van een voorlopige oplossing voor de communicatie met betrekking tot Het Huis van het Kind werd intern besproken en uitgewerkt.

 

Argumentatie

Bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst heeft als doel om een netwerk op te bouwen met de uitbetalingsinstellingen van het Groeipakket. Door het afsluiten van deze samenwerkingsovereenkomst komen we tot een uitgebreid contactenaanbod op het vlak van de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid en wordt het dienstverleningsaanbod uitgebreid.

 

Deze samenwerkingsovereenkomst werd op het vast bureau van 30 januari 2024 voorgelegd en kreeg een principieel akkoord.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Samenwerkingsovereenkomst zonder fysieke zitdag tussen de uitbetalingsactoren Groeipakket en het Huis van het Kind van Tielt-Winge.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn gaat akkoord met de inhoud van de samenwerkingsovereenkomst tussen de uitbetalingsactoren Groeipakket en het Huis van het Kind Tielt-Winge.

 

Artikel 2

Het Huis van het Kind wordt geadresseerd op Glabbeeksesteenweg 13-15. De nodige herkenningssymbolen worden ter plekke aangebracht.

 

Artikel 3

De communicatie met het Huis van het Kind Tielt-Winge zal mogelijk zijn via het mailadres huisvanhetkind@tielt-winge.be.

 

Artikel 4

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de diverse actoren bij deze samenwerkingsovereenkomst: Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid (VUTG) – afdeling FONS, INFINO VLAANDEREN VZW, KIDSLIFE VZW, MY FAMILY VZW, PARENTIA VLAANDEREN VZW.

 

Artikel 5

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals dit wordt geregeld door de toepasselijke bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur." "

Akkoord met inhoud van samenwerkingsovereenkomst tussen uitbetalingsactoren Groeipakket en Huis van het Kind Tielt-Winge.

 

Publicatiedatum: 24/04/2024
Overzicht punten

Raad voor maatschappelijk welzijn 15 februari 2024

 

Basisregistratie schuldhulpverlening 2023

Motivering

 

Feiten en context

Elke erkende instelling voor schuldbemiddeling moet voor 31 maart een jaarlijkse basisregistratie van het aantal dossiers indienen bij SAM, het Steunpunt Mens en Samenleving.

 

Het jaarverslag schuldbemiddeling bestaat uit de cijfers van de basisregistratie, aangevuld met antwoorden op een aantal vragen en het doorgeven van de personen die effectief aan schuldbemiddeling doen. De basisregistratie geeft een overzicht van het aantal gezinnen in begeleiding naargelang de verstrekte hulpverleningsmodules (budgetbegeleiding, budgetbeheer, schuldbemiddeling en/of collectieve schuldenregeling).

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling.

         Besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van
24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning en subsidiëring van de instellingen voor schuldbemiddeling.

         Ministerieel besluit van 15 januari 2018 betreffende de vaststelling van het model van jaarverslag en het model van basisregistratie voor de erkende instellingen voor schuldbemiddeling.

 

Adviezen

Er zijn geen adviezen.

 

Argumentatie

Alle erkende instellingen voor schuldbemiddeling moeten in het kader van hun erkenning jaarlijks een jaarverslag van het voorafgaande jaar, nu dus dat van 2023, bezorgen bij de Vlaamse overheid tegen ten laatste 31 maart van het volgende jaar.

Het aanleveren van dit jaarverslag maakt deel uit van de erkenningsvoorwaarden van een instelling voor schuldbemiddeling.

Na goedkeuring wordt het document bezorgd wordt aan SAM vzw (Steunpunt Mens en Samenleving vzw) die de gegevens verwerkt. Zij rapporteren aan de Vlaamse Overheid, departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

 

Het vast bureau verleende een principieel akkoord in zitting van 30 januari 2024.

 

Het bijzonder comité voor de sociale dienst nam kennis van jaarverslag 2023 in zitting van 15 februari 2024.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Basisregistratie 2023

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het jaarverslag schuldbemiddeling 2023 goed.

 

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan het Steunpunt Mens en Samenleving vzw.

 

Artikel 3

De beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht zoals geregeld door het decreet over het lokaal bestuur." "

De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het jaarverslag schuldbemiddeling 2023 goed.

 

Publicatiedatum: 24/04/2024