Gemeenteraad 20 februari 2025
Goedkeuring notulen vorige gemeenteraad
Conform met het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 17 juni 2021, zoals gewijzigd op 17 maart 2022, 16 maart 2023 en 18 januari 2024, keurt de gemeenteraad de notulen van de zitting van 16 januari 2025 goed.
Bijlagen
● Ontwerpnotulen gemeenteraad van 16 januari 2025 (via Meeting.mobile).
● Audioverslag GR van 16 januari 2025.
● Index audioverslag GR van 16 januari 2025.
● Mondelinge vragen GR en OR 16 januari 2025
● Agenda gemeenteraad van 20 februari 2025.
" "
Gemeenteraad 20 februari 2025
Kennisneming geldigverklaring verkiezingen leden politieraad
Motivering
Feiten en context
Er dient kennis te worden gegeven aan de gemeenteraad van de beslissing van de deputatie (van 23 januari 2025) betreffende de definitieve vaststelling van de politieraadsleden die op de installatievergadering op 2 januari 2025 werden aangesteld.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus, zoals gewijzigd, inzonder de artikels 12 tot en met 18 ter.
● Koninklijk besluit van 20 december 2000 betreffende de verkiezing in elke gemeenteraad van de leden van de politieraad.
● Beslissing van de deputatie van 23 januari 2025 houdende de geldigverklaring van de verkiezing van de leden van de politieraad door de gemeenteraad van Tielt-Winge op 2 januari 2025.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Ingevolge het schrijven van de gouverneur van 31 januari 2025 betreffende deze aangelegenheid is het nodig om deze beslissing van de deputatie (van 23 januari 2025) ook formeel ter kennis te brengen van de gemeenteraad.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
● Beslissing deputatie van 23 januari 2025.
● Schrijven van de gouverneur van 30 januari 2025.
Besluit:
De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van de deputatie van 23 januari 2025 houdende de geldigverklaring van de verkiezing van de leden van de politieraad door de gemeenteraad van Tielt-Winge op 2 januari 2025." "
De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van de deputatie van 23 januari 2025 houdende de geldigverklaring van de verkiezing van de leden van de politieraad door de gemeenteraad van Tielt-Winge op 2 januari 2025.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Kennisneming aanvaarding ABB van aanpassing 1/2024 van meerjarenplan 2020-2025 gemeente en OCMW
Motivering
Feiten en context
Het decreet van 22 december 2017 bepaalt dat gemeente en OCMW minstens 1 keer per jaar het meerjarenplan moeten aanpassen. Dit gebeurt nu voor de vijfde keer volgens het decreet lokaal bestuur voor de periode 2020-2025.
De aanpassing van het meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels van de nieuwe BBC2020-regelgeving.
De administratie werkt samen met het uitvoerend orgaan het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan uit. De algemeen directeur en financieel directeur stellen het op in overleg met het managementteam.
Het ontwerp van aanpassing 1/2024 van het meerjarenplan 2020-2025 (en de daarbij horende stukken) werden conform artikel 249 §2 van het DLB (op 21 november 2024) op digitale en beveiligde wijze (via Meeting.mobile) ter beschikking gesteld van de raadsleden door de algemeen directeur.
De gemeente en OCMW hebben samen een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben elk hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft aangepast, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld.
In een aanpassing van het meerjarenplan moeten minstens de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Indien nodig worden tevens de kredieten van het lopende jaar aangepast.
In deze aanpassing van het meerjarenplan werden alle cijfers van 2024 tot en met 2026 aangepast waarbij de aangepaste kredieten van 2024 en 2025 als krediet worden geautoriseerd.
De ramingen die het bestuur voor het boekjaar 2024 en 2025 in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor exploitatie, investeringen en financiering, omvatten dus ook de kredieten voor dat jaar. Deze kredieten worden afzonderlijk toegewezen per rechtspersoon (gemeente en OCMW apart). De autorisatie van de kredieten gebeurt in het schema M3 van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.
In de aanpassing van het meerjarenplan wordt tevens het resultaat van de laatst vastgestelde jaarrekening (2023) van gemeente en OCMW, verwerkt.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Besluit Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de BBC.
● Ministerieel besluit van 26 juni 2018 betreffende de BBC.
● Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgen de beleids- en beheerscyclus.
● Beslissing gemeenteraad van 21 november 2024 over de goedkeuring van de aanpassing 1/2024 van het meerjarenplan 2020-2025.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Binnen de tien dagen nadat de gemeente en het OCMW het meerjarenplan hebben vastgesteld op de gemeenteraad en de raad maatschappelijk welzijn van 21 november 2024, werd het beleidsrapport met vermelding van de datum van publicatie op de gemeentelijke webtoepassing geplaatst.
De melding van de bekendmaking en de publicatiedatum van het meerjarenplan werd aan het ABB bezorgd via de module toezicht van het loket voor lokale besturen.
Het dossier werd geregistreerd als LF-MJPBBC-24.0473. Het ABB heeft via mail op 7 januari 2025 laten weten dat het nazicht niet heeft geleid tot formele bemerkingen (met de vernietiging van het AMJP en de beslissing tot gevolg), enkel tot een aantal technische opmerkingen/aanbevelingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Mail van het agentschap binnenlands bestuur
Besluit:
De gemeenteraad neemt kennis van het antwoord van het agentschap binnenlands bestuur over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld op 21 november 2024." "
De gemeenteraad neemt kennis van het antwoord van het agentschap binnenlands bestuur op de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, vastgesteld op 21 november 2024.
bij artikel 2 Raf Alaerts Fons Lemmens Jasper Trompet Gert Van denstorme Bart Willems Filip Charlier Eric Roskin Germaine Willems Tom Craeninckx Kris Cornelissen Jo Smekens Katrien Houtmeyers Gerry Caluwaerts Marleen De Vry Ilse Roelants Jan Loddewykx Kurt Yskout Manuela Vervoort Agnes Van de Gaer Gunther Clinckx Rudi Beeken Steve Cleynen Raf Alaerts Fons Lemmens Jasper Trompet Gert Van denstorme Bart Willems Filip Charlier Eric Roskin Germaine Willems Tom Craeninckx Kris Cornelissen Jo Smekens Katrien Houtmeyers Gerry Caluwaerts Marleen De Vry Ilse Roelants Jan Loddewykx Manuela Vervoort Agnes Van de Gaer Gunther Clinckx Rudi Beeken Steve Cleynen Marleen De Vry Ilse Roelants Steve Cleynen Katrien Houtmeyers Jan Loddewykx Bart Willems Jo Smekens Eric Roskin Fons Lemmens Gert Van denstorme Raf Alaerts Manuela Vervoort Filip Charlier Jasper Trompet Rudi Beeken Gunther Clinckx Kris Cornelissen Germaine Willems Gerry Caluwaerts Tom Craeninckx Agnes Van de Gaer aantal voorstanders: 14 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Gemeenteraad 20 februari 2025
Kennisneming burgemeestersbesluit/verordening burgemeester bij hoogdringendheid ontruiming graven te Tielt OLV uit veiligheidsredenen en bekrachtiging conform artikel 134 §1 NGW
Motivering
Feiten en context
De gemeenteraad neemt kennis van het Burgemeestersbesluit van 3 februari 2025 (verordening conform artikel 134 NGW) omtrent de hoogdringende verwijdering van graven te Tielt OLV (bij afwijking van de gewone regeling van het gemeentelijk (politie)reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging van 21 november 2019) omwille van het wegzakken van het talud en het in gedrang komen van de veiligheid van bezoekers en inwoners.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Nieuwe Gemeentewet, inzonder artikel 134 §1.
● Gemeentelijk (politie)reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging van 21 november 2019
Adviezen
Problematiek is met technische dienst en dienst burgerzaken alsook met de bevoegde schepen en burgemeester besproken.
Argumentatie
Hoogdringende verwijdering van een 25-tal graven op het talud aan de kerk van Onze-Lieve-Vrouw omwille van veiligheidsredenen voor zowel bezoekers als voor de omwonenden is aangewezen.
Een burgemeestersbesluit van 3 februari 2025 (verordening conform artikel 134 NGW) omtrent de hoogdringende verwijdering van graven te Tielt OLV (bij afwijking van de gewone regeling van het gemeentelijk (politie)reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging van 21 november 2019) omwille van het wegzakken van het talud en het in gedrang komen van de veiligheid van bezoekers en inwoners was bijgevolg aangewezen.
Conform artikel 134 §1 NGW dient van dit soort burgemeestersbeslissingen kennis te worden gegeven aan de eerstvolgende zitting van de gemeenteraad en dient de gemeenteraad deze te bekrachtigen op straffe van onmiddellijk verval van de beslissing van de burgemeester.
Actueel blijft de noodsituatie verder duren en is blijvende actie aan de begraafplaats dus vereist.
Financiële gevolgen
De grafdelver kan nog geen prijsofferte opmaken zolang het niet duidelijk is wat met de aangeduide 25 graven en grafzerken dient te gebeuren.
Bijlagen
● Burgemeestersbesluit bij hoogdringendheid van 3 februari 2025
● Reglement op de begraafplaatsen en lijkbezorging gemeenteraad 21 november 2019
● Besluit van de Vlaamse Regering tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria van 14 mei 2004
● Decreet op de begraafplaatsen en lijkbezorging van 16 januari 2004
● Omzendbrief KBB/ABB2024/X over de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten ervan.
● Plan van de begraafplaats en bijhorende foto's van de bedreigde graven
Besluit:
bij artikel 214 stemmen voor: Katrien Houtmeyers, Jo Smekens, Jan Loddewykx, Bart Willems, Manuela Vervoort, Steve Cleynen, Gert Van denstorme, Ilse Roelants, Filip Charlier, Eric Roskin, Marleen De Vry, Raf Alaerts, Jasper Trompet en Fons Lemmens.
7 stemmen tegen: Germaine Willems, Agnes Van de Gaer, Gerry Caluwaerts, Rudi Beeken, Gunther Clinckx, Kris Cornelissen en Tom Craeninckx.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het Burgemeestersbesluit/-verordening van 3 februari 2025 omtrent de hoogdringende verwijdering van graven te Tielt OLV omwille van het wegzakken van het talud en het in gedrang komen van de veiligheid van bezoekers en inwoners. Conform het decreet op de begraafplaatsen en lijkbezorging van 16 januari 2004 kan de burgemeester op basis van artikel 4, maatregelen nemen in het kader van veiligheid en orde op de begraafplaatsen en vervult de gemeente haar opdracht van bekendmaking aan graf en ingang van de begraafplaats. Voor de betrokken graven is een familielid opgezocht waaraan de impact van dit burgemeestersbesluit werd bekendgemaakt.
Artikel 2
De gemeenteraad bekrachtigt conform artikel 134 §1 NGW deze burgemeesterbeslissing/-politieverordening bij hoogdringendheid.
Artikel 3
Deze beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door de toepasselijke bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur." "
De gemeenteraad neemt kennis van het Burgemeestersbesluit/-verordening bij hoogdringendheid van 3 februari 2025 en bekrachtigt deze.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Bekrachtiging van de collegebeslissing van 28 januari 2025 houdende het herstellen van talud kerkhof - Dwingende spoed
Motivering
Feiten en context
In het kader van de opdracht “Herstellen van talud kerkhof” werd een dringende procedure gegund door het college op 28 januari 2025.
Juridische gronden
● Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
● De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
● Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
● Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
● De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
● De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° b) (dwingende spoed als gevolg van gebeurtenissen die voor de aanbestedende overheid onvoorzienbaar waren) en artikel 43.
● Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
● Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
● Collegebeslissing van 28 januari 2025.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
De motivering van de hoogdringendheid van de collegebeslissing van 28 januari 2025 manifesteerde zich als volgt:
Argumentatie voor de toepassing van artikel 42, §1, 1° b) van de Wet overheidsopdrachten
1. Situatieschets
De talud aan het kerkhof is aan het verzakken, en een deel ervan is reeds ingestort. De toestand is kritiek en verslechtert snel, waardoor er een reële dreiging bestaat dat bijkomende instortingen zich zullen voordoen. Dit kan niet alleen verdere schade aan infrastructuur veroorzaken, maar ook ernstige veiligheidsrisico’s met zich meebrengen voor bezoekers, omwonenden en eventuele naburige graven of eigendommen.
2. Noodzaak tot dringende tussenkomst
Gezien de ernst van de situatie is het noodzakelijk om onmiddellijk in te grijpen om verdere verzakkingen te voorkomen. Indien niet tijdig wordt opgetreden, kunnen de gevolgen aanzienlijk verergeren, met mogelijk onomkeerbare schade en verhoogde kosten voor herstelwerken. Bovendien bestaat het risico dat een verdere instorting leidt tot schade aan graven of grafmonumenten, wat extra juridische en ethische implicaties met zich meebrengt.
3. Wettelijk kader: artikel 42, §1, 1° b)
Overeenkomstig artikel 42, §1, 1° b) van de Wet overheidsopdrachten kan een opdracht worden gegund via onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking wanneer dwingende spoed dit vereist. Dit artikel stelt dat dergelijke spoed het gevolg moet zijn van onvoorziene gebeurtenissen die de aanbestedende overheid niet kon voorzien en waardoor de gebruikelijke termijnen voor een klassieke procedure niet kunnen worden nageleefd.
4. Toepassing op de huidige situatie
De instorting van de talud was onvoorzien en is een acuut probleem dat onmiddellijke actie vereist. De progressieve verzakking is onvoorspelbaar en vormt een directe bedreiging voor de veiligheid en stabiliteit van de site. Een reguliere aanbestedingsprocedure met de gebruikelijke termijnen zou onaanvaardbare vertraging veroorzaken, wat de schade zou verergeren en de risico’s zou vergroten.
Daarom is het gerechtvaardigd om een aannemer aan te stellen via de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking, zodat de nodige herstellingswerken zonder uitstel kunnen worden uitgevoerd en verdere schade of onveilige situaties kunnen worden vermeden.
5. Conclusie
Op basis van bovenstaande argumentatie kan de toepassing van artikel 42, §1, 1° b) worden ingeroepen om een aannemer op korte termijn aan te stellen voor de dringende herstelling van de talud. Dit garandeert een snelle en doeltreffende interventie en minimaliseert verdere risico’s en bijkomende kosten.
Gunning:
Er werd 1 offerte ontvangen van DE COSTER DOMINIQUE NV, Grote Baan 572 te 3530 Houthalen-Helchteren (138.958,58 euro excl. btw of 168.139,88 euro incl. 21% btw).
Afdeling grondgebiedzaken stelt voor om, rekening houdende met het voorgaande, de opdracht “Herstellen van talud kerkhof” te gunnen aan de firma met de enige offerte (op basis van de prijs), zijnde DE COSTER DOMINIQUE NV, Grote Baan 572 te 3530 Houthalen-Helchteren tegen de eenheidsprijzen vermeld in de offerte van deze inschrijver.
*****
Deze hoogdringende collegebeslissing (waarvan de gunning niet valt onder de contouren van het dagelijks bestuur, waarvoor het college bevoegd is, maar toebehoort aan de residuaire bevoegdheid van de gemeenteraad) dient heden aan de bekrachtiging door de raad te worden voorgelegd.
Artikel 269 DLB is evenwel niet van toepassing (zoals ook blijkt uit het visum van de wnd. financieel directeur van 30 januari 2025) omdat het nodige (en voldoende) budget globaal wel voorhanden is in het meerjarenplan.
Financiële gevolgen
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in 020000/12 – 2240 0000.
Een aanvraag tot het verkrijgen van het vereiste visum werd ingediend op 30 januari 2025. De waarnemend financieel directeur verleende een visum op 30 januari 2025.
Bijlagen
● Offerte
● Visum FD wnd.
Besluit:
eenparig aangenomen.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van de collegebeslissing van 28 januari 2025 houdende gunning van de dringende opdracht / gunning 'herstellen van talud kerkhof' aan DE COSTER DOMINIQUE NV, Grote Baan 572 te 3530 Houthalen-Helchteren en bekrachtigt deze collegebeslissing bij hoogdringendheid.
Artikel 2
Deze beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht, zoals dit wordt geregeld door de toepasselijke bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur." "
De gemeenteraad neemt kennis van de collegebeslissing van 28 januari 2025 houdende gunning van de dringende opdracht / gunning 'herstellen van talud kerkhof' aan DE COSTER DOMINIQUE NV, Grote Baan 572 te 3530 Houthalen-Helchteren en bekrachtigt deze collegebeslissing bij hoogdringendheid.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Kennisgeving ex artikel 284 DLB vernietiging beslissing definitieve goedkeuring rooilijnplan gedeeltelijke wijziging gemeentewegen 74 en 82
Motivering
Feiten en context
Het college van burgemeester en schepenen nam op 4 februari 2025 kennis van het Ministerieel besluit van 15 januari 2025 betreffende het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Tielt-Winge van 19 september 2024 houdende de definitieve goedkeuring van het rooilijnplan voor de gedeeltelijke wijziging van de gemeentewegen met nrs. 74 en 82.
Aangezien het een vernietiging betreft, dient een formele kennisgeving aan de gemeenteraad te geschieden.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Gemeenteraadsbeslissing van 19 september 2024 houdende de gedeeltelijke wijziging van de gemeentewegen met nrs. 74 en 82.
● Ministerieel besluit betreffende het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Tielt-Winge van 19 september 2024 houdende de definitieve goedkeuring van het rooilijnplan voor de gedeeltelijke wijziging van de gemeentewegen met nrs. 74 en 82.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Havens en Sport, Annick De Ridder, nam op 15 januari 2025 een Ministerieel besluit houdende de vernietiging van de gemeenteraadsbeslissing 19 september 2024.
Deze vernietigingsbeslissing is gesteund op volgende motieven:
Door middel van een beveiligde zending op 6 november 2024 wordt beroep ingediend tegen dit besluit van de gemeenteraad door de vzw Natuurpunt Oost-Brabant en de vzw Natuurpunt Beheer, op grond van artikel 24 van het Decreet Gemeentewegen.
De beroepsindieners menen dat de bestreden beslissing bij de verplaatsing van de gemeenteweg nr. 82 onvoldoende rekening houdt met de toegankelijkheid en de ontsluiting van het kadastraal perceel nr. 91A, doordat de gemeenteweg nr. 82 de enige ontsluitingsweg uitmaakt.
Bovendien menen de beroepsindieners dat de bestreden beslissing bij de afweging van de diverse maatschappelijke activiteiten tevens rekening had moeten houden met het natuurbeheer en -onderhoud van het perceel nr. 91A.
De eerste beroepskritiek is in de gegeven mate gegrond.
Aangezien de eerste beroepskritiek gedeeltelijk gegrond werd bevonden, staat de vernietiging van de bestreden beslissing reeds vast.
*****
Artikel 284 §1 van het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt:
De algemeen directeur vermeldt de intrekking van een besluit, de vernietiging of de niet-goedkeuring van een besluit door een toezichthoudende overheid in de notulen van de gemeenteraad of van het college van burgemeester en schepenen.
De algemeen directeur brengt de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen daarvan op de hoogte op de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.
Deze formele kennisgeving aan de gemeenteraad valt te situeren binnen deze procedure.
De algemeen directeur zal tevens een door het decreet vereiste (volgende) kantmelding ("Kantmelding artikel 284 DLB - besluit vernietigd door het Ministerieel besluit van de Vlaams minister voor mobiliteit en openbare werken van 15 januari 2025") aanbrengen in de definitieve notulen van de gemeenteraad van 19 september 2024 (agendapunt 14), waardoor dit besluit geacht wordt nooit te hebben bestaan.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
MB van 15 januari 2025
Besluit:
De gemeenteraad neemt kennis van het Ministerieel besluit betreffende het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Tielt-Winge van 19 september 2024 houdende de definitieve goedkeuring van het rooilijnplan voor de gedeeltelijke wijziging van de gemeentewegen met nrs. 74 en 82." "
Kennisneming van het Ministerieel besluit betreffende het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad van de gemeente Tielt-Winge van 19 september 2024 houdende de definitieve goedkeuring van het rooilijnplan voor de gedeeltelijke wijziging van de gemeentewegen met nrs. 74 en 82.
over de aldus geamendeerde beslissing Raf Alaerts Fons Lemmens Jasper Trompet Gert Van denstorme Bart Willems Filip Charlier Eric Roskin Germaine Willems Tom Craeninckx Kris Cornelissen Jo Smekens Katrien Houtmeyers Gerry Caluwaerts Marleen De Vry Ilse Roelants Jan Loddewykx Kurt Yskout Manuela Vervoort Agnes Van de Gaer Gunther Clinckx Rudi Beeken Steve Cleynen Raf Alaerts Fons Lemmens Jasper Trompet Gert Van denstorme Bart Willems Filip Charlier Eric Roskin Germaine Willems Tom Craeninckx Kris Cornelissen Jo Smekens Katrien Houtmeyers Gerry Caluwaerts Marleen De Vry Ilse Roelants Jan Loddewykx Manuela Vervoort Agnes Van de Gaer Gunther Clinckx Rudi Beeken Steve Cleynen Eric Roskin Fons Lemmens Gert Van denstorme Jo Smekens Jan Loddewykx Katrien Houtmeyers Jasper Trompet Raf Alaerts Filip Charlier Bart Willems Ilse Roelants Steve Cleynen Manuela Vervoort Marleen De Vry Agnes Van de Gaer Gerry Caluwaerts Gunther Clinckx Germaine Willems Kris Cornelissen Rudi Beeken Tom Craeninckx aantal voorstanders: 14 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Gemeenteraad 20 februari 2025
Zaak der wegen Oude Aarschotsebaan
Motivering
Feiten en context
Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden en het aanleggen van nieuwe wegenis ingediend door Daniël Vranckx, wonende Oude Aarschotsebaan 6, 3390 Tielt-Winge en Jan Bergé, wonende Babelomstraat 7, 3320 Hoegaarden.
De aanvraag omvat het aanleggen van nieuwe wegenis en infrastructuurwerken en het realiseren van 2 loten bestemd voor telkens een eengezinswoning.
In de aanvraag wordt een rooilijnplan voor een nieuwe gemeenteweg voorgesteld. Dit beoogt een terrein gelegen te Tielt-Winge, afdeling 4, sectie B, nummers 166L en 159P3. Het dossier is gekend onder de referentie OMV_2024147706. De Atlas Der Buurtwegen stelt dat er ter plaatse gemeenteweg 8 werd afgeschaft. Dit werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 19 maart 1951. In de aanvraag wordt een nieuw rooilijnplan op een gedeelte van de vroegere bedding van gemeenteweg 8 voorgesteld.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening van 15 mei 2009 en latere wijzigingen.
● Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen.
● Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en latere wijzigingen.
● Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en latere wijzigingen.
Adviezen
Het advies van de omgevingsambtenaar is als volgt:
Artikel 8 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019:
Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat, dient de gemeenteraad te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg.
Artikel 10 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019:
'Bij beslissingen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6.'
Artikel 31 van het decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014:
'Als de vergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft en de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, oordeelt dat de omgevingsvergunning kan worden verleend, neemt de gemeenteraad een beslissing over de zaak van de wegen voor de bevoegde overheid een beslissing neemt over de aanvraag.'
De goedkeuring van deze rooilijn is nodig voor de realisatie van de verkavelingsaanvraag. Alle voorziene loten moeten immers aan een voldoende uitgeruste openbare weg liggen.
Artikel 26 §1 van het Gemeentewegendecreet is niet van toepassing aangezien de vroegere bedding nog steeds in eigendom is van de gemeente.
Het voorliggend rooilijnplan geeft als volgt verdere uitvoering aan artikel 3 en artikel 4 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019:
Het dossier bevat de aanleg van een weg op de bedding van de voormalige weg 8. De Atlas Der Buurtwegen stelt dat er ter plaatse gemeenteweg 8 werd afgeschaft. Dit werd goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 19 maart 1951. In de aanvraag wordt een nieuw rooilijnplan op de vroegere bedding van gemeenteweg 8 voorgesteld. Aangezien de bedding nog steeds aanwezig is, zal er hierdoor geen aanpassing van de feitelijke toestand ter plaatse zijn.
Het decreet op de gemeentewegen stelt dat het gemeentebestuur dient te waken over de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau. De hernieuwing van dit gedeelte van vroegere gemeenteweg 8 brengt deze doelstelling van het decreet niet in het gedrang. Het lokaal bestuur heeft nog steeds de intentie om wandelwegen met elkaar te verbinden om een aangenaam netwerk voor de trage weggebruiker te creëren, er werden in dit opzicht een aantal wandellussen uitgewerkt verder weg gelegen van de Aarschotsesteenweg.
Momenteel is er een onlogische situatie ontstaan waarbij enkele achterliggende percelen worden ontsloten via een privé-perceel van de gemeente.
Daarnaast dient er rekening gehouden worden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad neemt daarbij kennis van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek, en kan in het besluit voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid, zijnde in deze het college van burgemeester en schepenen, in de eventuele vergunning opneemt.
Het dossier werd bij de gemeente Tielt-Winge ingediend op 19 november 2024. Het volledig- en ontvankelijkheidsbewijs werd, na vervollediging van het dossier zoals gevraagd via het omgevingsloket, afgeleverd op 30 december 2024. Over de volledige aanvraag werd een openbaar onderzoek georganiseerd van 7 januari 2025 tot en met 5 februari 2025. Er werden geen bezwaren ingediend.
Het lokaal bestuur dient voor voorliggende beslissing de beleidsrichtlijnen uit artikel 4 van het Decreet houdende Gemeentewegen af te toetsen. De principes uit artikel 4 luiden als volgt:
1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.
Ter plaatse is er reeds de oude bedding van de voormalige weg 8 aanwezig. De grond onder deze weg werd echter nooit overgedragen en betreft nog steeds eigendom van de gemeente Tielt-Winge op het kadasterplan. Dit wil zeggen dat een gedeelte van de oude rooilijn kan hernomen worden als nieuwe rooilijn voor de aanleg van de nieuwe weg.
Volgens de eerste voorwaarde dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste van het algemeen belang te staan. Door de op 19 maart 1951 goedgekeurde afschaffing heeft de weg zijn maatschappelijke meerwaarde en algemeen belang verloren. In het kader van de aanleg van de Aarschotsesteenweg zal vermoedelijk deze beslissing ontstaan zijn. De afschaffing is doorgevoerd voor de gehele doorsteek en had beter bewaard gebleven voor het gedeelte in het landelijk woongebied. Dit zal door de herrealisatie hersteld worden.
Het bedoelde te herrealiseren gedeelte van gemeenteweg 8 situeert zich overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen van Tielt op openbaar domein, in eigendom van de gemeente Tielt-Winge.
Via deze privé-bedding in eigendom van de gemeente worden sommigen percelen nog ontsloten. De gemeenteraad stelt dat de rooilijn dient hersteld te worden zodat het noordelijke perceel kadastraal gekend als afdeling 4, sectie B, nummer 166N ook kan ontsloten worden. Zodoende kan de eigenaar het perceel bereiken zonder over eigendom van de gemeente te moeten passeren.
Op deze manier kan de situatie worden rechtgezet voor de percelen die hier het recht toe hebben aangezien ze zich in het aan te snijden landelijk woongebied bevinden of om hun akkers te betreden.
Het algemeen belang is gediend met de gedeeltelijke herbevestiging van de doodlopende weg vermits op deze manier de conflictsituatie waarbij de private eigendommen worden ontsloten beëindigd wordt. Dit is van toepassing voor het perceel kadastraal gekend als afdeling 4, sectie B nummer 166L, 166N en 159P3. Voor het zuidelijkste perceel werd er op 3 maart 2020 een omgevingsvergunning voor het bouwen van een garage afgeleverd. Voor de percelen oostelijk verder door gelegen, zorgt deze realisatie van een gedeelte van de weg niet voor de mogelijkheid tot ontsluiten. Deze eigenaars kunnen ontsluiten langs de voorliggende Leuvensesteenweg.
De wijziging of afschaffing van deze weg is in dit geval een uitzonderingsmaatregel die het wegennetwerk niet schaadt. Vermits de feitelijke toestand amper wijzigt en er maar een klein gedeelte van buurtweg 8 opnieuw zal worden verwezenlijkt, kan het realiseren van een gedeelte van gemeenteweg 8 uit de Atlas der Buurtwegen van Tielt uitzonderlijk worden toegestaan. Zoals hierboven beschreven, stelt de gemeenteraad dat de rooilijn dient hersteld te worden zodat het perceel kadastraal gekend als afdeling 4, sectie B, nummer 166N ook kan ontsloten worden. Het is niet nodig dat de wegenis hier verder door wordt aangelegd.
Gemeenteweg 8 verandert in de feite niet en zal de verkeersveiligheid bijgevolg niet in het gedrang brengen. De ontsluiting van aanpalende percelen is niet in het gedrang. De conflictsituatie waarbij de private eigendommen worden ontsloten zal beëindigd worden.
Aangezien er in de feite niets veranderd, wordt de ruimtelijke behoefte van de trage weggebruiker niet geschonden.
Argumentatie
De gemeenteraad gaat niet akkoord met het advies van de administratie omwille van de volgende redenen:
In het decreet houdende de gemeentewegen, bepaalt artikel 4: “Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes: 1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienst van het algemeen belang; 2° een wijziging (…) van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd; 3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen; 4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief; 5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.”
Het algemeen belang is in dit dossier niet aanwezig. Er is slechts een belang voor een 3-tal eigenaars, van wie het perceel nu dient te ontsluiten over een privaat stuk grond van de gemeente, over de vroegere bedding van weg nr. 8. Dit kan men slechts zeer bezwaarlijk een algemeen belang noemen. Het verder aanleggen van een nieuwe weg heeft als enige doel een “uitgeruste weg” te creëren, zodoende dat men zou kunnen verkavelen. Het feit alleen dat een stuk van een perceel gelegen is in landelijk woongebied, voortspruitend uit de 50 m-zone vanaf de as van de weg, creëert hier niet noodzakelijk een bouwrecht. Voor dit bouwrecht moeten de percelen grenzen aan een uitgeruste weg, quod non!
Uit het advies van de omgevingsambtenaar (“vermits de feitelijke toestand amper wijzigt en er maar een klein gedeelte van buurtweg 8 opnieuw zal worden verwezenlijkt (…)”) blijkt ook hier duidelijk dat er geen algemeen belang speelt. Het verlengen van de weg met slechts +/- 25 m brengt geen enkele meerwaarde met zich mee voor de gemeenschap.
Bijkomend kan de ontsluiting van de betroffen percelen ook geregeld worden via een erfdienstbaarheid.
*****
Ter zitting wordt de volgende amendering van het besluit voorgesteld vanuit het college : schrapping van de artikels 2 en 3 (wegens niet meer relevant, want gekoppeld aan het oorspronkelijke, niet-weerhouden voorstel vanuit de administratie) luidende:
Artikel 2 - Tegen dit besluit van de gemeenteraad kan binnen de 30 dagen in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. De procedure van dit beroep verloopt volgens artikel 31/1 van het Omgevingsdecreet.
Artikel 3 - Dit besluit van de gemeenteraad is nietig (niet-werkzaam wegens 'zonder voorwerp') wanneer de omgevingsvergunning niet wordt verleend, of wanneer deze in administratief of jurisdictioneel beroep wordt vernietigd, of wanneer het voorwerp van de omgevingsvergunning niet binnen de in de vergunning voorziene of wettelijke termijn wordt gerealiseerd.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
De documenten horende bij het dossier OMV_2024147706.
Besluit:
over de amendering van het besluiteenparig aangenomen.
over de aldus geamendeerde beslissing14 stemmen voor: Katrien Houtmeyers, Jo Smekens, Jan Loddewykx, Bart Willems, Manuela Vervoort, Steve Cleynen, Gert Van denstorme, Ilse Roelants, Filip Charlier, Eric Roskin, Marleen De Vry, Raf Alaerts, Jasper Trompet en Fons Lemmens.
7 stemmen tegen: Germaine Willems, Agnes Van de Gaer, Gerry Caluwaerts, Rudi Beeken, Gunther Clinckx, Kris Cornelissen en Tom Craeninckx.
Artikel 1
De gemeenteraad verklaart zich niet akkoord met de voorliggende zaak van de wegen, met inbegrip van de vaststelling van het rooilijnplan, voor deze gemeenteweg zoals voorgesteld op het plan in de omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummer OMV_2024147706 voor het verkavelen van 2 loten bestemd voor telkens een eengezinswoning.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.
Artikel 3
Deze beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht, zoals dit wordt geregeld door de toepasselijke bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur." "
De gemeenteraad verklaart zich niet akkoord met de voorliggende zaak van de wegen, met inbegrip van de vaststelling van het rooilijnplan, voor deze gemeenteweg zoals voorgesteld op het plan in de omgevingsvergunningsaanvraag met dossiernummer OMV_2024147706 voor het verkavelen van 2 loten bestemd voor telkens een eengezinswoning.
over het weglaten van het punt van de agenda / verdaging sine die Raf Alaerts Fons Lemmens Jasper Trompet Gert Van denstorme Bart Willems Filip Charlier Eric Roskin Germaine Willems Tom Craeninckx Kris Cornelissen Jo Smekens Katrien Houtmeyers Gerry Caluwaerts Marleen De Vry Ilse Roelants Jan Loddewykx Kurt Yskout Manuela Vervoort Agnes Van de Gaer Gunther Clinckx Rudi Beeken Steve Cleynen Raf Alaerts Fons Lemmens Jasper Trompet Gert Van denstorme Bart Willems Filip Charlier Eric Roskin Germaine Willems Tom Craeninckx Kris Cornelissen Jo Smekens Katrien Houtmeyers Gerry Caluwaerts Marleen De Vry Ilse Roelants Jan Loddewykx Manuela Vervoort Agnes Van de Gaer Gunther Clinckx Rudi Beeken Steve Cleynen Jan Loddewykx Katrien Houtmeyers Filip Charlier Bart Willems Gert Van denstorme Ilse Roelants Jasper Trompet Steve Cleynen Manuela Vervoort Raf Alaerts Jo Smekens Eric Roskin Fons Lemmens Marleen De Vry Germaine Willems Agnes Van de Gaer Gunther Clinckx Tom Craeninckx Gerry Caluwaerts Rudi Beeken Kris Cornelissen aantal voorstanders: 14 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Gemeenteraad 20 februari 2025
Definitieve vaststelling rooilijn Houwaartsebergweg - Haldertstraat (weglating van de agenda - verdaging van het agendapunt sine die)
Motivering
De volgende beslissing werd verdaagd sine die:
Feiten en context
De gemeenteraad besloot in zitting van 18 februari 2021 dat de grondstrook gesitueerd tussen Houwaartsebergweg 20 - Haldertstraat 157 - Haldertstraat 159 gedurende de voorbije 30 jaar publiek gebruikt werd.
De gemeenteraad belastte het college van burgemeester en schepenen met de opmaak van een rooilijnplan overeenkomstig de bepalingen van het decreet houdende de gemeentewegen.
Landmetersbureau Intertopo bv, met kantoren te Halensebaan 68, 3290 Diest werd gelast met deze opdracht. Het rooilijnplan met referentie 5913 van 27 september 2024 werd opgesteld door Landmetersbureau Intertopo bv.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.
● Beslissing van de gemeenteraad van 21 september 2023 houdende de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan te Houwaartsebergweg - Haldertstraat.
● Beslissing van de gemeenteraad van 16 november 2023 houdende de definitieve vaststelling van het rooilijnplan te Houwaartsebergweg - Haldertstraat.
● Ministerieel besluit van 26 april 2024 houdende de vernietiging van de beslissing van 16 november 2023 van de gemeenteraad houdende de definitieve vaststelling van het rooilijnplan te Houwaartsebergweg - Haldertstraat.
● Beslissing van de gemeenteraad van 21 november 2024 houdende de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan te Houwaartsebergweg - Haldertstraat.
Adviezen
Het departement Mobiliteit en Openbare Werken bracht geen advies uit tijdens het openbaar onderzoek, aan de adviesvereiste mag worden voorbijgegaan.
De bestendige deputatie van de provincie Vlaams-Brabant bracht geen advies uit tijdens het openbaar onderzoek, aan de adviesvereiste mag worden voorbijgegaan.
De stad Aarschot berichtte op 17 december 2024 het volgende: de stad Aarschot wenst geen advies te formuleren, aangezien het voorgestelde rooilijnplan geen directe impact of interactie heeft met het grondgebied van Aarschot of met eventuele geplande of toekomstige projecten.
De Lijn bracht op 5 december 2024 een gunstig advies uit: geen opmerkingen vanuit De Lijn.
Argumentatie
Uit het ontwerp van rooilijnplan, opgemaakt door landmetersbureau Intertopo bv met kantoor te Halensebaan 68, 3290 Diest van 27 september 2024, blijkt duidelijk de toekomstige rooilijn van de weg.
Gezien het voornemen tot het vaststellen van de rooilijn ter hoogte van deze weg tussen de Houwaartsebergweg en de Haldertstraat uitvoering geeft aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 werd het aan deze artikels getoetst.
Het vaststellen van de rooilijn beoogt de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau. Ter hoogte van de Haldertstraat tot het pand te Haldertstraat 157 is de weg verhard. Verderop betreft het een onverharde weg in gras. Deze weg wordt niet gebruikt voor doorgaand verkeer, enkel de plaatselijke bewoners, ter hoogte van Houwaartsebergweg 20 wordt de weg voornamelijk gebezigd door voetgangers en fietsers.
De vaststelling van de rooilijn staat ten dienste van het algemeen belang. De structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van het gemeentelijk wegennet wordt niet aangetast. Het betreft hier enkel het vastleggen van de bestaande toestand in een rooilijnplan. Hiermee wordt ook de gemeenteraadsbeslissing van 18 februari 2021 verder juridisch verankerd. Het uitzonderlijk karakter van de maatregel is hierdoor tevens gestaafd.
Daarnaast wordt er langs beide zijden van de rooilijn een zone non aedificandi van 50 centimeter ingesteld. De zone non aedificandi betreft een bouwvrije zone.
Er worden geen innames uitgevoerd. De gemeenteweg betreft een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang.
Waardebepaling van de meer-/minwaarde n.a.v. het vastleggen zone non-aedificandi langs de gemeenteweg, tussen Houwaartsebergweg – Haldertstraat, 3390 Tielt-Winge (Houwaart):
● Lot 1. Perceel 340/N/dl - opp. 42,61 m²: 192 euro
● Lot 2. Perceel 572/C/dl – opp. 2,39 m²: 11 euro
● Lot 3. Perceel 341/C/dl – opp. 36,61 m²: 165 euro
● Lot 4. Perceel 344/dl – opp. 54,24 m²: 244 euro
● Lot 5. Perceel 350/dl – opp. 74,36 m²: 335 euro Voorlopige vaststelling rooilijn Houwaartsebergweg - Haldertstraat 10 GR Tielt-Winge 21 november 2024
● Lot 6. Perceel 349/C/dl – opp. 54,52 m²: 245 euro
● Lot 7. Perceel 349/R/dl – opp. 1,99 m²: 9 euro
● Lot 8. Perceel 349/S/dl – opp. 56,84 m²: 256 euro
● Lot 9. Perceel 346/T/dl – opp. 47,02 m²: 212 euro
● Lot 10. Perceel 347/D/dl – opp. 38,06 m²: 171 euro
● Lot 11. Perceel 345/A/dl – opp. 111,41 m²: 501 euro
● Lot 12. Perceel 340/M/dl – opp. 37,79 m²: 170 euro
Het gemeentebestuur vordert geen verwijdering van afspanningen of beplantingen die langer dan 30 jaar ter plaatse staan of voor dergelijke constructies of aanplantingen waarvoor een machtiging door het schepencollege werd afgeleverd.
Het gemeentebestuur zal geen vergoeding uitkeren voor locaties met afspanningen of beplantingen jonger dan 30 jaar waarvoor geen vergunning of machtiging werd afgeleverd.
De gemeenteraad stelde het ontwerp van rooilijn vast op 21 november 2024.
Het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 10 december 2024 tot en met 8 januari 2025. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er bezwaarschriften ingediend. De bezwaarschriften zijn gesteund op de volgende motieven:
Ten eerste wenst de gemeenteraad op te merken dat het bezwaarschrift niet duidelijk aangeeft over welk gedeelte van het voorziene tracé het bezwaar betrekking heeft. Gelet op het gebrek aan deze verduidelijking, neemt de gemeenteraad aan dat het tracé tussen de percelen 340 (Houwaartsebergweg) en de rechterperceelgrens van het perceel 340 m bedoeld wordt.
Tussen deze twee uiterste grenzen kent het tracé een breedte van 1,7 meter ter hoogte van de Houwaartsebergweg, vervolgens een tracé van 1 meter over het perceel 341c en tot slot een tracé van 1,6 meter tot aan de rechterperceelgrens van het perceel 340 m.
De bezwaarindiener meent dat een ‘behoud en onderhoud’ van een breedte van minimaal twee meten nodig is om voldoende ruimte te bieden voor wandelaars, fietsers en het onderhoud. Doch wenst de gemeenteraad erop te wijzen dat een breedte van 1 meter (het smalste stuk) voldoende breed is om de nodige ruimte te bieden voor wandelaars en fietsers.
Door het voorzien van een achteruitbouwstrook in de vorm van een zone non aedificandi van 0,5 m langs weerszijden van de voorziene rooilijn, wordt de zichtbaarheid over de gehele lengte van het tracé gewaarborgd.
Gelet een fietser maximaal een breedte heeft van 0,75 m, resteert er voldoende ruimte. Bovendien wordt de zichtbaarheid zo gegarandeerd met de zone non aedificandi dat fietsers op voldoende afstand even op hoffelijke wijze kunnen wachten vooraleer elkaar te kruisen.
Gelet op de hoogteverschillen is het niet de bedoeling snel kruisend verkeer voor fietsers toe te laten, aangezien de verkeersveiligheid voor wandelaars zo niet gegarandeerd kan worden. Door het wegenisprofiel in te perken tot de bestaande toestand, zoals onder andere uitgesproken in het vonnis van rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023, wordt een beperkter wegenisprofiel gecreëerd dat fietsers zal dwingen om hun snelheid te matigen.
Als zodanig stelt de gemeenteraad vast dat het beperken van de rooilijnbreedte tot de bestaande toestand de verkeersveiligheid ten goede komt doordat de snelheid beperkt wordt, de trage weggebruikers op een hoffelijke wijze met elkaar dienen om te gaan en dit slechts een beperkte lengte van het tracé betreft. Ca. 70 m heeft een breedte van 1 m en ca. 89 m heeft een breedte van 1,6 m, met een resterend tracé van meer dan 380 m met een breedte van meer dan 3,3 m.
Het is de gemeenteraad die overeenkomstig artikel 8 van het Decreet Gemeentewegen op exclusieve wijze beslist over het gemeentelijk wegennet, waarbij zij vaststelt dat de voorziene minimale breedte van 1 m geen negatieve impact heeft op de verkeersveiligheid waardoor er dan ook geen noodzaak aanwezig is om een wegenis te voorzien in een breedte van 2 m.
Het regulariseren van de bestaande toestand is reeds voldoende om de verkeersveiligheid te garanderen.
Zoals reeds toegelicht bij de behandeling van het eerste bezwaarschrift, is de doelstelling van het rooilijnplan om ‘slechts’ de bestaande toestand van de aanwezige gemeenteweg vast te stellen in een rooilijnplan. Dit onverminderd de mogelijkheid om in toepassing van de artikelen 16 e.v. van het Decreet Gemeentewegen een bredere rooilijn aan te nemen. Het betreft in deze een opportuniteits- en beleidskeuze.
Het is de gemeenteraad, ook in dergelijk geval, verplicht om daarbij tevens rekening te houden met de principes en doelstellingen van het Decreet Gemeentewegen, en dan in het bijzonder de artikelen 3 en 4. Waarbij de gemeenteraad gehouden is na te gaan of de gekozen opportuniteits- en beleidskeuze voldoet aan deze principes en doelstellingen.
Zoals reeds toegelicht vormt de beperking van het rooilijnplan tot de bestaande toestand een bewuste keuze, waartoe het beperken van de breedte van het tracé eveneens een bewuste keuze is vanuit de verkeersveiligheid.
De trage verbinding bevindt zich immers op een helling, waardoor zowel de zichtbaarheid als de snelheid van het trage wegverkeer twee belangrijke factoren uitmaken bij het beoordelen of de verkeersveiligheid in het gedrang komt. De zichtbaarheid wordt door de aard van het tracé en de voorziene stroken van de zone non aedificandi van 50 centimeter langs weerszijden gegarandeerd, alsook wordt de daling van de snelheid gegarandeerd door het beperken van de breedte van het wegenisprofiel.
Het smalste punt van tracé heeft een breedte van 1 meter over een lengte van ca. 70 meter. Het overige gedeelte van het tracé is minimaal 1,6 meter breed. Dit betekent dat op het smallere gedeelte geen kruising van trage weggebruikers mogelijk is en fietsers zullen moeten wachten aan hetzij het begin van het tracé hetzij aan een verbreed gedeelte, zodanig op hoffelijke wijze met elkaar omgegaan kan worden.
De overige gedeelten zijn minimaal 1,6 meter hetgeen kruisingen tussen fietsers en wandelaars toelaat, waardoor er zich in zijn totaliteit geen risico voor de verkeersveiligheid stelt. Als zodanig is er dan ook geen risico voor de verkeersveiligheid om de hond te gaan wandelen, met dien verstande dat het steeds aan de eigenaar toekomt op zorgvuldige wijze te gaan wandelen.
Bezwaarschrift 3 (ontvangen 6 januari 2025): behoud breedte 2 meter.
In eerste instantie kan verwezen worden naar de behandeling van het eerste en tweede bezwaarschrift, hetgeen als hernomen beschouwd kan worden.
Wel wenst de gemeenteraad toe te voegen dat de aanwezige keerwand een ‘trechter’ zou veroorzaken in de huidige toestand. Het is de bedoeling van het rooilijnplan om de bestaande toestand vast te leggen, waarbij het beperkte wegenisprofiel fietsers dwingt om de snelheid te minderen en meer rekening te houden met de andere aanwezige trage weggebruikers.
In die optiek is er van een ‘trechter’ geen sprake, doch is het wel zo dat fietsers meer zullen dienen te wachten op het aanwezige trage wegverkeer. Echter is dit een veiligere optie dan de wegenis alsnog te verbreden en aan fietsers de ruimte te bieden om hogere snelheden te ontwikkelen gelet op de aanwezige helling.
Wat de gevraagde verduidelijkingen betreffen:
● Overeenkomstig artikel 13, §1-4 van het Decreet Gemeentewegen werd de mogelijkheid voorzien voor steden en gemeenten om het statuut als gemeenteweg te ‘erkennen’ zonder dat dit eveneens noodzakelijk een grondoverdracht inhield.
Als zodanig omvat voorliggend rooilijnplan dan ook enkel het wegenistracé, wat tot gevolg heeft dat op het tracé zoals weergegeven op het rooilijnplan een openbare erfdienstbaarheid van doorgang komt te rusten. Hetgeen inhoudt dat het perceel ‘belast’ wordt om het openbare verkeer toe te laten cfr. de breedte en het tracé zoals ingetekend op het rooilijnplan.
Daaraan gekoppeld beschikt de gemeenteraad over de mogelijkheid om de gronden in kwestie te verwerven, hetgeen niet aan de orde is. Er wordt niet voorzien in enige eigendomsoverdracht.
● Het vastleggen van de bestaande toestand betekent dat de zone non aedificandi gelegd wordt naast de rooilijn van de openbare weg zoals deze op heden aanwezig is. Voor wat het perceel 341c betreft, betekent dit dat de rooilijn op 1 meter bepaald wordt (cfr. het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023) en daarnaast de zone non aedificandi voorzien wordt.
In essentie komt dit er dus inderdaad op neer dat de zone non aedificandi naast de huidige toestand van de weg voorzien wordt.
● De zone non aedificandi houdt in dat het niet toegelaten is om binnen de voorziene stroken nieuwe constructies op te richten, deze te verbouwen, herbouwen of uit te breiden behoudens de enkele (beperkte) uitzondering zoals voorzien in artikel 4.3.8, §1 VCRO.
Het betreft hoofdzakelijk het uitvoeren van onderhouds-, stabiliteits-, sloop- of aanpassingswerken waarbij niet voorzien wordt in de oprichting van een constructie.
Het bezwaarschrift kan niet weerhouden worden.
De gemeenteraad stelt vast dat de bezwaarindiener in zijn bezwaarschrift stelt dat er ‘bezwaar’ ingesteld wordt tegen het rooilijnplan, doch wordt volledig nagelaten om uiteen te zetten waartegen net een bezwaar ingediend wordt.
Gelet het bezwaar zich ertoe louter beperkt om een ‘bezwaar’ in te stellen zonder verdere verduidelijking gaat de gemeenteraad niet over tot de behandeling hiervan gelet de inhoud te algemeen, vaag en onduidelijk is.
Het bezwaarschrift bevat meerdere elementen:
● Een breedte van 2 meter over de gehele lengte is noodzakelijk;
● De wegenis moet op zijn huidige ligging behouden worden;
● Een zone non aedificandi is volstrekt onnodig;
● Het storende L-profiel en de nieuw aangeplante conifeer op te voetweg moet verwijderd worden;
● De voetweg te bewegcijferen, onderhouden en tijdig/correct in te grijpen bij overlast;
Zoals toegelicht bij de behandeling van de eerste twee bezwaarschriften, dient de gemeenteraad bij de door haar gemaakte opportuniteits- en beleidskeuze na te gaan of de principes en doelstellingen van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen gewaarborgd worden.
Als zodanig werd reeds toegelicht dat het rooilijnplan als doelstelling heeft de bestaande toestand juridisch te verankeren, zodanig een trage verbinding tussen de Houwaartsebergweg en Haldertstraat tot stand komt.
Waarbij het tracé een breedte omvat die de verkeersveiligheid niet in het gedrang brengt, gelet op het snelheidsprofiel dat geminderd zal worden en de zichtbaarheid die voldoende gegarandeerd wordt.
Zoals reeds opgemerkt heeft het rooilijnplan de doelstelling om de bestaande toestand te ‘actualiseren’ in een rooilijnplan, zodanig het juridisch statuut van de wegzate verduidelijkt wordt en de juridische ligging ervan gepreciseerd wordt.
Als uitgangspunt hiervan wordt de bestaande feitelijke toestand genomen dewelke in het rooilijnplan verder afgestemd wordt op de uitspraak van respectievelijk het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023 en 31 maart 1931. De ligging van het tracé werd, zoals blijkt uit het vonnis van 18 oktober 2023, nooit verplaatst waardoor het rooilijnplan ook niet de doelstelling heeft het tracé te wijzigen.
Tot slot werd tevens het opmetingsplan van 10 juni 2000 betrokken bij het opstellen van het rooilijnplan, waardoor geen verplaatsing tot stand komt.
Het Decreet Gemeentewegen stelt uitdrukkelijk in artikel 16, §2, tweede lid dat de gemeenteraad de bevoegdheid heeft om in een rooilijnplan achteruitbouwstroken aan te duiden:
“§ 2. Het gemeentelijk rooilijnplan bevat minstens de volgende elementen:
1° de actuele en toekomstige rooilijn van de gemeenteweg;
2° de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen;
3° de naam van de eigenaars van de getroffen kadastrale percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn.
Een gemeentelijk rooilijnplan kan ook een achteruitbouwstrook vastleggen.”
Het komt bijgevolg exclusief aan de gemeenteraad toe, in toepassing van artikel 8 van het Decreet Gemeentewegen, om te beslissen of een achteruitbouwstrook nodig is of niet. Waarbij rekening gehouden kan worden met alle daartoe dienstige elementen.
De achteruitbouwstrook heeft ook een andere functie dan de rooilijn op zich, aangezien de achteruitbouwstrook de ruimte vaststelt tussen de rooilijn en de bouwlijn van de naastgelegen percelen. (RvVb 28 januari 2014, nr. A/2014/0097.)
De achteruitbouwstrook heeft als doelstelling, zoals tevens voorzien in artikel 4.3.8 VCRO, om de nodige ruimte vrij te houden die nodig is voor de wegenis, hetgeen zich in casu vertaalt naar de noodzaak om voldoende zichtbaarheid te garanderen voor de weggebruikers. Anderzijds wordt deze achteruitbouwstrook ook genoodzaakt door de diverse belemmeringen, afsluitingen en constructies die doorheen de jaren op of naast de trage verbinding geplaatst werden.
Hoewel de gemeenteraad over een beheersbevoegdheid beschikt in artikel 34 van het Decreet Gemeentewegen, alsook beschikt over de nodige handhavingselementen, neemt dit niet weg dat het vestigen van een achteruitbouwstrook (in casu 50 centimeter langs weerszijden) de instandhouding van de trage verbinding garandeert.
Gelet daarop is de zone non aedificandi allesbehalve ‘nutteloos’ en dient zij ertoe om het behoud van de wegenis mogelijk te maken, alsook de nodige zichtbaarheid te bieden voor de weggebruikers met tevens de nodige duidelijkheid voor de aangelanden in hoeverre zij nog constructies mogen oprichten.
Het voorliggende rooilijnplan is tot stand gekomen volgens de procedure vervat in de artikelen 16 e.v. van het Decreet Gemeentewegen, waarbij de beslissing om het rooilijnplan al dan niet goed te keuren berust op artikel 17, §5 van het Decreet Gemeentewegen.
Het voorliggende rooilijnplan omvat enkel als doelstelling om het statuut van de wegenis vast te stellen alsook de nodige duidelijkheid te bieden aangaande de ligging van het tracé en de breedte. Hetgeen, gelet op het verordenend karakter van het rooilijnplan, tevens de functie omvat om de gronden te ‘bestemmen’ als gemeenteweg.
Immers wordt hiertoe enkel de rooilijn vastgesteld zoals gedefinieerd in artikel 2, 9e van het Decreet Gemeentewegen, zonder dat de voorliggende beslissing de uitvoering van enige werkzaamheden bevat.
De gestelde opmerking/bezwaar heeft betrekking op hetzij het beheer van de gemeenteweg (art. 34 Decreet Gemeentewegen), hetzij het handhaven (art. 38 e.v. Decreet Gemeentewegen) van de vrije breedte van het wegenistracé, dewelke noodzaken dat eerst een beslissing over het statuut van de wegenis genomen wordt en de ligging/breedte duidelijk vastgesteld wordt– hetgeen het voorwerp van de voorliggende beslissing uitmaakt.
Als zodanig heeft de gemeenteraad nog geen bevoegdheid om uitspraken te doen over het al dan niet verwijderen van enige aanwezige hindernissen, aangezien eerst het statuut als gemeenteweg vastgesteld dient te worden.
Indien de noodzaak zich voordoet zal de gemeenteraad het nodige doen om de beheersbevoegdheid, dan wel de handhavingsbevoegdheid, uit te oefenen.
Voor de behandeling van dit bezwaar kan verwezen worden naar het punt d) zoals hierboven besproken, aangezien de gemeenteraad voorliggend geen bevoegdheid heeft zich hierover uit te spreken aangezien de voorliggende beslissing in de zin van artikel 17, §5 van het Decreet Gemeentewegen enkel beperkt is tot de al dan niet goedkeuring van het rooilijnplan.
Bezwaarschrift 6 (ontvangen 5 januari 2025): behoud breedte 2 meter.
Voor wat de behandeling van dit bezwaarschrift betreft kan verwezen worden naar de behandeling van de eerste twee bezwaarschriften, alsook de overige bezwaarschriften waar ditzelfde bezwaar opgeworpen werd.
Voor wat de behandeling van dit bezwaarschrift betreft, kan in eerste instantie verwezen worden naar de behandeling van het vijfde bezwaarschrift punt c).
Zoals reeds toegelicht omvat het vaststellen van een achteruitbouwstrook een andere doelstelling en draagwijdte dan het vaststellen van de ‘rooilijnen’ zoals bedoeld in artikel 2, 9e van het Decreet Gemeentewegen. Aangezien de achteruitbouwstrook betrekking heeft op de zone naast de rooilijn tot aan de bouwlijn van de aangrenzende percelen.
Het rooilijnplan omvat deze achteruitbouwstroken omwille van de noodzaak om enerzijds de zichtbaarheid voor de trage weggebruikers te verzekeren en anderzijds om het behoud, de instandhouding en het openbaar karakter van het tracé te vrijwaren door duidelijk te maken dat het oprichten van constructies binnen deze zones niet is toegelaten.
De gemeenteraad kan op exclusieve wijze beslissen (art. 8 Decreet Gemeentewegen) om deze achteruitbouwstroken vast te stellen, dit rekening houdende met de redelijkheid en proportionaliteit van deze stroken bekeken vanuit het licht van de doelstelling ervan.
De achteruitbouwstroken maken een flankerende maatregel uit die genoodzaakt wordt door de talrijke afsluitingen, belemmeringen en constructies die in het verleden op of naast het wegenistracé opgericht werden en een nadelige invloed hadden op het openbaar gebruik van de wegenis.
Deze ‘maatregel’ is geenszins voorzien om een onredelijke last op te leggen aan de inwoners van de gemeente Tielt-Winge langs het voormelde wegenistracé, maar is er wel op gericht om de duidelijkheid en de instandhouding van de trage verbinding en de verbinding naar de Haldertstraat te garanderen.
Bovendien voorziet de voorliggende beslissing eveneens in een compensatie voor deze achteruitbouwstroken, waardoor de aangelanden een correcte vergoeding hiervoor krijgen.
Wat het storende effect van de constructies ter hoogte van de punten 7 en 30 van het rooilijnplan betreffen, merken wij op dat de gemeenteraad hierover geen uitspraak kan doen aangezien deze buiten de voorliggende bevoegdheid van de gemeenteraad ressorteren.
Het bezwaarschrift bevat meerdere elementen:
● Het rooilijnplan zou geen rekening houden met de ligging van een erfdienstbaarheidsweg op het perceel 349s.
● Geen vergoeding voor het stuk van het perceel 349s dat getroffen wordt door de rooilijn;
De gemeenteraad merkt op dat hoewel de bezwaarindiener stelt dat het rooilijnplan hier geen rekening mee houdt, echter niet geduid wordt in welke mate het rooilijnplan onverenigbaar zou zijn met de aanwezigheid van een ‘gemeenschappelijke losweg’ zoals aangeduid op het inplantingsplan dat aangebracht wordt.
Het betreft immers vaststaande rechtspraak dat een beslissing over het al dan niet goedkeuren van een rooilijnplan genomen wordt onder voorbehoud van de aanwezige burgerlijke rechten, waaronder privatieve overeenkomsten en erfdienstbaarheden behoren. (RvS 24 juni 2020, nr. 247.878.)
De gemeenteraad dient het algemeen belang als uitgangspunt te nemen bij het zich uitspreken over wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet, rekening houdende met de doelstellingen en principes van het Decreet Gemeentewegen. (RvS 3 februari 2023, nr. 255.68.)
Bovendien wenst de gemeenteraad eraan te herinneren dat de goedkeuring van het rooilijnplan een openbare erfdienstbaarheid van doorgang met zich meebrengt die per definitie niet betekent dat de aanwezige privatieve erfdienstbaarheid zou komen te verdwijnen, dan wel onuitvoerbaar wordt.
Openbare en privatieve erfdienstbaarheden kunnen immers ‘gecumuleerd’ worden in zoverre zij de bestemming en uitvoering van de openbare erfdienstbaarheid niet in het gedrang brengen. (Cass. 13 december 2002, RW 2002-03, 1384.)
De gemeenteraad wenst erop te wijzen dat hoewel de bezwaarindiener stelt dat het rooilijnplan ‘geen rekening’ houdt met de privatieve erfdienstbaarheid, echter nagelaten wordt toe te lichten in welke mate de vestiging van het rooilijnplan het gebruik van deze erfdienstbaarheid onmogelijk zou maken.
Het komt de gemeenteraad alvast voor dat het voorzien wegenistracé evenzeer door de betrokken aangelanden gebruikt kan worden als losweg, in zoverre er sprake is van een erfdienstbaarheid in deze zin en er geen andersluidende verkeersreglementen van toepassing zijn, zolang het openbaar gebruik van de wegenis niet in het gedrang komt.
Als zodanig kan dit bezwaarpunt niet gevolgd worden.
De gemeenteraad wenst allereerst te benadrukken dat de voorliggende goedkeuring van het rooilijnplan enkel tot gevolg heeft dat er een openbare erfdienstbaarheid van doorgang zal ontstaan over de betrokken gronden gelegen binnen de rooilijnen, zonder een eigendomsoverdracht.
De goedkeuring van een rooilijnplan op zich omvat weliswaar eigendomsbeperkingen, doch omvat op zich niet de overdracht van gronden waardoor er geenszins sprake is van enige ‘onteigening’ dan wel ‘inneming’. (RvS 14 juni 2013, nr. 223.914.)
Wat het gebrek aan enige vergoeding betreft, moet opgemerkt worden dat voorliggend enkel de goedkeuring gehecht wordt aan het rooilijnplan en aldus aan het vestigen van een openbare erfdienstbaarheid over de getroffen gronden waaronder het perceel 349s.
Overeenkomstig het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023, omvattende de verwijzing naar het vonnis van 31 maart 1931, stelt duidelijk dat er een publieke erfdienstbaarheid van doorgang (bruikbaar voor voertuigen) aanwezig is vanaf de Haldertstraat tot aan de percelen 340 m en 344 (zijnde over het perceel 349s).
Ingevolge artikel 85 van het Decreet Gemeentewegen worden alle gemeentelijke wegen die bestaan op 1 september 2019, ook deze die vastgesteld werden per gerechtelijk vonnis, beschouwd als een gemeenteweg in de zin van het voormelde decreet. Als zodanig wordt met de voorliggende goedkeuring van het rooilijnplan, die zich beperkt tot de bestaande toestand, geen beslissing genomen over het ‘bestaan’ van de openbare erfdienstbaarheid.
De gemeenteraad legt deze louter vast per rooilijnplan, waardoor er geen vergoedingsplicht aanwezig is gelet de gronden reeds bezwaard zijn met een openbare erfdienstbaarheid van doorgang.
Volledigheidshalve werd in het besluit van de gemeenteraad van 18 februari 2021 vastgesteld, in toepassing van artikel 13, §1 van het Decreet Gemeentewegen, dat er sprake is van een openbaar publiek gebruik gedurende meer dan dertig jaar tussen Houwaartsebergweg 20 - Haldertstraat 157 - Haldertstraat 159.
Waartoe de parlementaire voorbereidingen bij het Decreet Gemeentewegen nog het volgende toelichten:
“De beslissing van de gemeenteraad om naar aanleiding van een dertigjarig publiek gebruik maatregelen te laten treffen met het oog op de verankering, de vrijwaring en het beheer van de weg, leidt tot de opmaak van een rooilijnplan, waarbij de rechtsbescherming van dit voorstel van decreet geldt.
Het van rechtswege ontstaan van een publiek recht van doorgang op basis van de voormelde beslissing, geeft geen aanleiding tot een vergoedingsplicht, aangezien erfdienstbaarheden van openbaar nut pas compensatieplichtig zijn als ze het normale maatschappelijke risico te boven gaan.Aangezien de eigenaar gedurendedertig jaar of meer een publiek gebruik heeft toegestaan, kan geen sprake zijn van het overschrijden van het normale maatschappelijk risico.” (Voorstel van decreet, 2018-2019, 1847, nr. 1, p. 24-25.)
Uit beide overwegingen, zowel uit het Decreet Gemeentewegen als uit het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Leuven van 31 maart 1931, vloeit voort dat de openbare erfdienstbaarheid van doorgang reeds bestaat, waardoor met de voorliggende goedkeuring van het rooilijnplan geen bijkomende bezwaring van de gronden goedgekeurd wordt.
Een vergoedingsplicht is als zodanig dan ook niet aanwezig.
De gemeenteraad kan in deze volstaan met een verwijzing naar de behandeling van de eerdere bezwaarschriften waar dit bezwaar tevens opgeworpen werd.
Het bezwaarschrift bevat meerdere elementen:
● Het behoud van de wegenis in een breedte van 2 meter;
● Kan de gemeente de handhaving verzekeren?
Het behoudt van de breedte van 2 meter;
De gemeenteraad kan in deze volstaan met een verwijzing naar de behandeling van de eerdere bezwaarschriften waar dit bezwaar tevens opgeworpen werd.
Zoals eerder opgemerkt beschikt de gemeente over diverse bevoegdheden inzake beheer (art. 34 Decreet Gemeentewegen) en handhaving (art. 38 e.v. Decreet Gemeentewegen), dewelke gehanteerd zullen worden wanneer de noodzaak zich hiertoe zou voordoen.
Om deze bevoegdheden echter te kunnen uitoefenen is het echter van belang, zowel voor de weggebruikers als voor de individuen die enige vorm van overlast veroorzaken, dat het statuut van de wegenis vaststaat en de ligging/breedte ervan duidelijk vastgesteld worden in een rooilijnplan.
Hoewel de verbodsbepalingen van het Decreet Gemeentewegen duidelijk zijn, vereisen deze wel dat er duidelijkheid bestaat over de ligging van de wegenis – dewelke met voorliggende beslissing vastgesteld wordt.
Volledigheidshalve wenst de gemeenteraad de verbodsbepaling van artikel 38 van het Decreet Gemeentewegen in herinnering te brengen:
“Het is verboden:
1° een gemeenteweg te wijzigen, te verplaatsen of op te heffen zonder voorafgaand akkoord van de gemeenteraad;
2° een gemeenteweg volledig of gedeeltelijk in te nemen op een wijze die het gewone gebruiksrecht overstijgt;
3° de toegang tot een gemeenteweg of het gebruik en beheer ervan te belemmeren, te hinderen of onmogelijk te maken;
4° op of in gemeentewegen werkzaamheden uit te voeren of gemeentewegen op welke wijze ook te beschadigen zonder voorafgaande toestemming van het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde.”
In voorliggende beslissing kan geen uitspraak gedaan worden over de handhaving, doch wordt wel verzekerd dat indien er de noodzaak zou ontstaan om handhavend op te treden de gemeente dit met de gepaste maatregelen zal doen.
Het bezwaarschrift bevat meerdere elementen:
● Het behoud van de wegenis in een breedte van 2 meter;
● Het wandelen wordt dikwijls bemoeilijkt door geparkeerde wagens;
● De vraag wordt gesteld de wandelweg regelmatig te maaien;
Het behoudt van de breedte van 2 meter;
Voor wat dit bezwaar betreft kan verwezen worden naar de behandeling van de soortgelijke bezwaren in de overige bezwaarschriften.
Wel wenst de gemeenteraad er aan toe te voegen dat het de bedoeling is dat het rooilijnplan zich beperkt tot het vastleggen van de bestaande toestand, waaronder de ligging en breedte van de openbare erfdienstbaarheid zoals vastgelegd in het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023 en respectievelijk 31 maart 1931 en 23 december 1931.
Hoewel de gemeenteraad de bevoegdheid heeft om ingevolge artikel 16 e.v. van het Decreet Gemeentewegen een bredere rooilijn in te tekenen dan de breedtes opgenomen in de voormelde rechterlijke beslissingen, valt dit buiten de opportuniteits- en beleidskeuze om het rooilijnplan te beperken tot de bestaande toestand (zoals vastgelegd in de vermelde vonnissen).
Als zodanig is het aan de gemeenteraad om na te gaan of deze opportuniteits- en beleidskeuze voldoende inpasbaar is in de doelstellingen en principes van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen, hetgeen voorliggend het geval is.
De ontsluiting van de percelen komt niet in gevaar aangezien de bestaande toestand geconformeerd wordt en de verkeersveiligheid komt tevens niet in het gevaar doordat het smalste punt, zijnde 1 meter, nog steeds traag wegverkeer toelaat en fietsers dwingt om een lager snelheidsprofiel aan te nemen. Gelet de resterende breedte minimaal 1,6 meter bedraagt, fietsers de mogelijkheid hebben uit te wijken/hoffelijk te wachten, stelt er zich geen risico voor de verkeersveiligheid.
Gelet daarop is er dan ook geen ‘behoefte’ om een breedte van 2 meter door te trekken over de gehele trage verbinding.
Tot slot wordt opgemerkt dat de zichtbaarheid en de vrije doorgang van de wegenis gegarandeerd wordt door de vestiging van twee stroken non aedificandi langsheen de weerszijden van de verbinding, ten belope van een breedte van 0,5 meter.
Het bezwaar kan niet ingewilligd worden.
Zoals eerder opgemerkt beschikt de gemeente over diverse bevoegdheden inzake beheer (art. 34 Decreet Gemeentewegen) en handhaving (art. 38 e.v. Decreet Gemeentewegen), dewelke gehanteerd zullen worden wanneer de noodzaak zich hiertoe zou voordoen.
De voorliggende beslissing kan zich aldus niet uitspreken over het al dan niet opstarten van een handhavend traject, doch kan enkel meegegeven worden dat de verbodsbepaling van artikel 38 van het Decreet Gemeentewegen duidelijk is en de nodige maatregelen genomen zullen worden indien de toegankelijkheid belemmerd wordt.
Dit uiteraard rekening houdende met de aanwezige verkeersreglementen die van toepassing zijn.
De gemeenteraad heeft overeenkomstig artikel 34 van het Decreet Gemeentewegen de bevoegdheid, en de verplichting, om in te staan voor het beheer en het onderhoud van de gemeentewegen op haar grondgebied.
Dit is voor wat betreft de betrokken verbinding niet anders en dit overeenkomstig de voorschriften van het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 1984 houdende maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen.
Indien hieraan bijkomende handhavende maatregelen getroffen moeten worden, zal de gemeente dit in voorkomend geval ook opnemen.
Het bezwaarschrift bevat meerdere elementen:
● Het nut van de zone non aedificandi wordt in vraag gesteld;
● Een breedte van 2 meter moet behouden blijven voor de wegenis;
● Doorheen de jaren werd de weg afgesloten, belemmerd, … waarom werden deze niet meteen verwijderd?
De gemeenteraad kan volstaan met een verwijzing naar de behandeling van de overige bezwaarschriften waar dit bezwaar reeds opgeworpen en behandeld werd.
Ook wat dit bezwaar betreft kan de gemeenteraad volstaan met een verwijzing naar de behandeling van de overige bezwaarschriften waar dit bezwaar reeds opgeworpen en behandeld werd.
De gemeenteraad doet geen uitspraak waarom er in het verleden wel of niet “tijdig’ ingegrepen werd bij het plaatsen van afsluitingen en/of belemmeringen op het tracé van de betrokken verbinding. Het is niet aan de gemeenteraad om in voorliggende besluitvorming hiervan een analyse te maken.
Wel wenst de gemeenteraad erop te wijzen dat hoewel de verbodsbepalingen van het Decreet Gemeentewegen duidelijk zijn, deze vereisen dat er duidelijkheid bestaat over de ligging van de wegenis – dewelke met voorliggende beslissing vastgesteld wordt.
Volledigheidshalve wenst de gemeenteraad de verbodsbepaling van artikel 38 van het Decreet Gemeentewegen in herinnering te brengen:
“Het is verboden:
1° een gemeenteweg te wijzigen, te verplaatsen of op te heffen zonder voorafgaand akkoord van de gemeenteraad;
2° een gemeenteweg volledig of gedeeltelijk in te nemen op een wijze die het gewone gebruiksrecht overstijgt;
3° de toegang tot een gemeenteweg of het gebruik en beheer ervan te belemmeren, te hinderen of onmogelijk te maken;
4° op of in gemeentewegen werkzaamheden uit te voeren of gemeentewegen op welke wijze ook te beschadigen zonder voorafgaande toestemming van het college van burgemeester en schepenen of zijn gemachtigde.”
In voorliggende beslissing kan geen uitspraak gedaan worden over de handhaving, doch wordt wel verzekerd dat indien er de noodzaak zou ontstaan om handhavend op te treden de gemeente dit met de gepaste maatregelen zal doen.
Het bezwaarschrift bevat meerdere elementen:
● Het behoud van de wegenis in een breedte van 2 meter;
● Kan het verwijderen van conifeer deel uitmaken van de onderhoudswerken?
● Zal opgetreden worden tegen het versperren van de verbinding door geparkeerde wagens?
Wat dit bezwaar betreft, kan de gemeenteraad volstaan met een verwijzing naar de behandeling van de overige bezwaarschriften waar dit bezwaar reeds opgeworpen en behandeld werd.
De gemeenteraad merkt op dat dit bezwaar samenhangt met de eerdere bezwaren die geuit werden over het onderhoud en/of de handhaving van de vrije toegang tot de betrokken verbinding, waardoor verwezen kan worden naar de behandeling van de overige bezwaarschriften.
De gemeenteraad wenst in dit verband te verwijzen naar de behandeling van het bezwaarschrift 11 waar deze kwestie eveneens opgeworpen werd.
De gemeenteraad kan in dit verband enkel maar stellen dat zij van de aan haar toegewezen beheers- en handhavingsbevoegdheden gebruik zal maken wanneer zij dit nodig acht op basis van de concrete omstandigheden van de situatie.
Doch dient er evenzeer rekening gehouden te worden met de geldende verkeersreglementen.
Indien er alsnog een noodzaak aanwezig zou zijn op handhavend op te treden, zullen de nodige maatregelen getroffen worden doch valt een beoordeling hiervan buiten de bevoegdheid die de gemeenteraad heeft op grond van artikel 17, §5 van het Decreet Gemeentewegen.
De gemeenteraad kan in deze volstaan met een verwijzing naar de overige bezwaarschriften waar deze kwestie reeds opgeworpen werd.
Het bezwaarschrift bevat meerdere elementen:
● Het behoud van de breedte van 2 meter.
● Is de grondkering reglementair geplaatst?
● Worden voldoende extra middelen voorzien in de begroting om regelmatig onderhoud aan de voetweg uit te voeren?
● Zal er een parkeerverbod van toepassing zijn op de voetweg?
Wat dit bezwaar betreft, kan de gemeenteraad volstaan met een verwijzing naar de behandeling van de overige bezwaarschriften waar dit bezwaar reeds opgeworpen en behandeld werd.
De voorliggende beslissing heeft artikel 17, §5 van het Decreet Gemeentewegen als bevoegdheidsgrondslag, waarbij enkel uitspraak gedaan wordt over het rooilijnplan en de ligging/breedte van de verbinding die ter goedkeuring voorligt.
De voorliggende beslissing omvat niet de uitvoering van werkzaamheden noch houdt dit een beoordeling in of enige elementen op het terrein op rechtsgeldige wijze geplaatst werden.
Indien na vaststelling van het rooilijnplan zou blijken dat een handhavend optreden nodig is, omdat de vrije doorgang belemmerd wordt, zullen op dat ogenblik de nodige maatregelen genomen worden.
Doch kan de voorliggende gemeenteraadsbeslissing hierop niet vooruitlopen.
De gemeenteraad is er zich van bewust dat de nodige beheers- en onderhoudstaken uitgevoerd zullen moeten worden aan de verbinding, waardoor hiervoor de nodige middelen vrijgemaakt zullen worden.
Zoals eerder opgemerkt omvat de voorliggende beslissing slechts een beslissing in de zin van artikel 17, §5 van het Decreet Gemeentewegen en wordt uitspraak gedaan over de goedkeuring van het rooilijnplan en de ligging/breedte van het wegtracé.
De gemeenteraad heeft niet de bevoegdheid om zich voorliggend uit te spreken over het aannemen van een bijzonder verkeersreglement voor de verbinding, noch kan zij uitspraak doen over de specifieke reglementaire voorschriften die van toepassing zullen zijn.
De gemeenteraad kan alleen meegeven dat de verbodsbepalingen van artikel 38 van het Decreet Gemeentewegen duidelijk zijn, en in voorkomend geval op gepaste wijze ingegrepen zal worden indien dit nodig zou blijken.
De voorliggende beslissing heeft artikel 17, §5 van het Decreet Gemeentewegen als bevoegdheidsgrondslag, waarbij enkel uitspraak gedaan wordt over het rooilijnplan en de ligging/breedte van de verbinding die ter goedkeuring voorligt.
De voorliggende beslissing omvat niet de uitvoering van werkzaamheden noch houdt dit een beoordeling in of enige elementen op het terrein op rechtsgeldige wijze geplaatst werden.
Indien na vaststelling van het rooilijnplan zou blijken dat een handhavend optreden nodig is, omdat de vrije doorgang belemmerd wordt, zullen op dat ogenblik de nodige maatregelen genomen worden.
Doch kan de voorliggende gemeenteraadsbeslissing hierop niet vooruitlopen.
De gemeenteraad neemt akte van het bezwaar dat specifiek de steun uitspreekt voor het rooilijnplan en de doelstelling om de oorspronkelijke functie van de verbinding, zijnde het realiseren van een verbinding tussen de Houwaartsebergweg en de Haldertstraat, te bevestigen en waarborgen.
Het bezwaarschrift bevat meerdere elementen:
● Wat is de reden van de zone non aedificandi ter hoogte van de Haldertstraat en waarom is er een plotse verbreding (+ 4 meter)?
● Wat is de reden dat een ruimere breedte dan 1,6 meter bewerkstelligd wordt?
● Wat zal er gebeuren met de uitgevoerde acties ter hoogte van de Houwaartsebergweg nr. 20 die leiden tot een versmalling van de weg?
● Het heeft geen zin om te bepalen hoe breed een fietser is, aangezien een wegenis van 2 meter meer comfortabel is;
● De zichtbaarheid kan onvoldoende gewaarborgd worden;
● De voorziene situatie zou een verslechtering uitmaken dan de historisch bestaande situatie;
● De vraag wordt gesteld een parkeerverbod in te stellen;
● De vraag wordt gesteld een naambord aan te brengen, het onderhoud uit te voeren, …
Zone non aedificandi ter hoogte van de Haldertstraat en plotse verbreding;
De zone non aedificandi heeft, zoals eerder toegelicht, een andere draagwijdte dan het goedkeuren en vestigen van een rooilijn. Daar waar de rooilijn de bedoeling heeft de grens van de openbare weg en de aangelande eigendommen duidelijk te maken, heeft een achteruitbouwstrook de doelstelling de zone tussen de rooilijn en de bouwlijn vast te stellen. (RvVb 28 januari 2014, nr. A/2014/0097.)
De achteruitbouwstrook heeft als doelstelling, zoals tevens voorzien in artikel 4.3.8 VCRO, om de nodige ruimte vrij te houden die nodig is voor de wegenis, hetgeen zich in casu vertaalt naar de noodzaak om voldoende zichtbaarheid te garanderen voor de weggebruikers. Anderzijds wordt deze achteruitbouwstrook ook genoodzaakt door de diverse belemmeringen, afsluitingen en constructies die doorheen de jaren op of naast de trage verbinding geplaatst werden.
Ter hoogte van de Haldertstraat werd tevens voorzien in een zone non aedificandi vanwege enerzijds een gelijke belasting van de percelen waarlangs de betrokken verbinding loopt en anderzijds de doelstelling om duidelijk te maken dat er net naast de rooilijn geen constructies opgericht mogen worden die mogelijk hinderlijk zijn voor de gemeenteweg.
Het betreft eerder een vorm van ‘bufferwerking’ tussen de openbare weg en de omringende bebouwingen, zodanig de toegankelijkheid en vrije doorgang niet in het gedrang kan komen.
Met de ‘plotse’ verbreding wordt wellicht de verbreding tussen de punten 17-18 en 20-22 bedoeld zoals weergegeven op het rooilijnplan.
Zoals eerder opgemerkt heeft het rooilijnplan de doelstelling om de bestaande toestand te regulariseren in een rooilijnplan, waarbij de bestaande toestand waarin het openbaar gebruik zich voordoet doorslaggevend is geweest bij het opstellen van het rooilijnplan.
Bovendien stelt vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 31 maart 1931 vast dat er vanaf de Haldertstraat, onder de vorm van een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang, een openbare weg loopt (bruikbaar voor voertuigen) tot aan de percelen A340M en A344.
De gemeenteraad wenst evenwel te verduidelijk dat het wegtracé tussen de nummers 6-11 van het rooilijnplan een breedte heeft van 1,60 meter aangevuld met twee stroken van een zone non aedificandi ten belope van 50 centimeter aan weerszijden.
De gemeenteraad meent dat hoewel in de vonnissen van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 31 maart 1931 en 23 december 1931 bevestigen dat er een openbare erfdienstbaarheid aanwezig was voor voetgangers (en fietsers), de bestaande toestand ter hoogte van deze twee punten wel degelijk 1,6 meter bedraagt.
Zoals eerder opgemerkt, werd tevens rekening gehouden met het opmetingsplan van 10 juni 2000 om de bestaande toestand vast te stellen welke de bestaande toestand uitmaakt van de openbare erfdienstbaarheid van doorgang. In die zin werd ter dege onderzocht van de bestaande toestand juist omvatte.
Met de zone non aedificandi wordt echter geen ‘verbreding’ van de weg bewerkstelligd tot een breedte van 2,6 meter, maar wordt wel in zijn totaliteit een strook van 1 meter ‘gevrijwaard’ van het oprichten van constructies waardoor de wegenis mogelijks visueel breder lijkt dan zij werkelijk is.
Echter dienen beide zones van elkaar onderscheiden te worden, aangezien de openbare erfdienstbaarheid van doorgang zich beperkt tot de rooilijnbreedte zoals weergegeven op het rooilijnplan. De zone non aedificandi is er voornamelijk om de zichtbaarheid en de vrije doorgang van de wegenis te waarborgen.
De voorliggende beslissing heeft artikel 17, §5 van het Decreet Gemeentewegen als bevoegdheidsgrondslag, waarbij enkel uitspraak gedaan wordt over het rooilijnplan en de ligging/breedte van de verbinding die ter goedkeuring voorligt.
De voorliggende beslissing omvat niet de uitvoering van werkzaamheden noch houdt dit een beoordeling in of enige elementen op het terrein op rechtsgeldige wijze geplaatst werden.
Indien na vaststelling van het rooilijnplan zou blijken dat een handhavend optreden nodig is, omdat de vrije doorgang belemmerd wordt, zullen op dat ogenblik de nodige maatregelen genomen worden.
Doch kan de voorliggende gemeenteraadsbeslissing hierop niet vooruitlopen.
De gemeenteraad wenst erop te wijzen dat zij ingevolge artikel 8 van het Decreet Gemeentewegen exclusief bevoegd is om zich uit te spreken over het gemeentelijk wegennet, en daarbij opportuniteits- en beleidsoverwegingen kan laten intreden bij de door haar gemaakte keuzes.
Echter sluit dit niet uit de dat de gemaakte keuze dient te voldoen aan de principes en doelstellingen van de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen en deze voldoende in rekening gebracht moeten worden zonder hieraan afbreuk gedaan kan worden.
In de voorgaande behandeling van de bezwaarschriften werd er reeds op gewezen dat de voorziene breedte de verkeersveiligheid ten goede komt doordat dit het snelheidsprofiel van fietsers, en andere ‘mobiele’ trage weggebruikers, naar beneden haalt waardoor er minder kans is op verkeersconflicten.
Niettemin werd daarbij ook aangegeven dat, gelet op de aanwezige helling, een breder wegprofiel ongewenst is vanwege het risico op hogere snelheden en aldus meer verkeersconflicten.
De breedte van een fietser is daartoe geheel relevant aangezien dit uitmaakt welke minimale breedte in het oog gehouden moet worden om te bepalen of het tracé voldoende toegankelijk is en/of er een risico aanwezig is op een afbreuk aan de verkeersveiligheid. Waarbij reeds vastgesteld werd dat er voldoende ruimte aanwezig is om hoffelijk op elkaar te wachten moest dit vereist zijn.
Wat de zichtbaarheid betreft, moet evenwel opgemerkt worden dat de zones non aedificandi als bedoeling hebben om deze te garanderen, waardoor er een beter zicht zal ontstaan op de andere weggebruikers. Waarbij het mogelijk is, zowel vanaf de top van de helling als een de basis ervan, om de weggebruikers van de trage verbinding tijdig op te merken. Dat er aan de Houwaartsebergweg eerst een inrijdende beweging gemaakt moet worden, doet hieraan geen afbreuk.
De bezwaarindiener meent dat deze elementen ‘overbodig’ zijn doordat de wegenis meer comfortabel ingericht kan worden als een wegenis van 2 meter. Nog losstaand van de opmerking dat dit zou ingaan tegen de doelstelling om het snelheidsprofiel lager te houden, wenst de gemeenteraad op te merken dat de artikelen 3 en 4 van het Decreet Gemeentewegen vereisen dat voldoende rekening gehouden wordt met de principes en doelstellingen. (RvVb 23 september 2021, nr. A-2122-0067.)
Geenszins omvat het Decreet Gemeentewegen een ‘verplichting’ om te kiezen voor de meest comfortabele oplossing, noch omvat het Decreet Gemeentewegen een noodzakelijkheidsvereiste. Wat ertoe leidt dat er tegelijkertijd meerdere opties kunnen voorliggen die hieraan beantwoorden, doch zonder dat er een verplichting is om voor een van deze opties te ‘moeten’ kiezen. (RvS 17 februari 2009, nr. 190.584.)
Het volstaat dat de gemeenteraad een keuze maakt en dat deze keuze voldoet aan de vooropgestelde principes en doelstellingen, hetgeen voorliggend ook het geval is.
Zoals eerder opgemerkt omvat de voorliggende beslissing slechts een beslissing in de zin van artikel 17, §5 van het Decreet Gemeentewegen en wordt uitspraak gedaan over de goedkeuring van het rooilijnplan en de ligging/breedte van het wegtracé.
De gemeenteraad heeft niet de bevoegdheid om zich voorliggend uit te spreken over het aannemen van een bijzonder verkeersreglement voor de verbinding, noch kan zij uitspraak doen over de specifieke reglementaire voorschriften die van toepassing zullen zijn.
De gemeenteraad kan alleen meegeven dat de verbodsbepalingen van artikel 38 van het Decreet Gemeentewegen duidelijk zijn, en in voorkomend geval op gepaste wijze ingegrepen zal worden indien dit nodig zou blijken. Hetgeen evenzeer geldt voor het onderhoud en beheer dat uitgevoerd zal worden.
Bezwaarschrift 19 (ontvangen 8 januari 2025).
Het bezwaarschrift bevat meerdere elementen:
● Gebrekkige publicatie en schending openbaar onderzoek doordat de feitelijke voorgaanden niet correct voorgesteld worden, de vernietigingsgronden van het Ministerieel Besluit onvoldoende toegelicht worden, …
● Een ‘grillig’ breedteverloop is niet evenredig met de doelstellingen en principes van het Decreet Gemeentewegen;
● De achteruitbouwstrook wordt vastgelegd zonder verantwoording;
Overeenkomstig artikel 17, §2-§4 van het Decreet Gemeentewegen wordt een openbaar onderzoek georganiseerd waarbij het besluit houdende de voorlopige vaststelling van het rooilijnplan alsook de bijhorende dossierstukken ter inzage gelegd worden.
Conform vaststaande rechtspraak maakt de organisatie van een openbaar onderzoek een substantieel vormvoorschrift uit (RvS 17 mei 2022, nr. 253.775.), waarbij aan het bredere publiek de mogelijkheid geboden wordt om inzage te krijgen in het dossier en met kennis van zaken een bezwaar in te dienen. (RvS 6 oktober 2023, nr. 257.564.)
Om dit mogelijk te maken is vereist dat het betrokken publiek vereist over de nodige informatie, waarbij er een schending van de regels inzake de organisatie van het openbaar onderzoek zal plaatsvinden wanneer het gebrek aan informatie ertoe geleid zou hebben dat niet met kennis van zaken een bezwaar ingediend kon worden. Met die verstande dat het toekomt aan de bezwaarindiener om aan te tonen dat hij hierdoor een nadeel heeft ondervonden. (RvS 3 april 2024, nr. 259.387; RvS 13 juni 2013, nr. 223.859.)
De gemeenteraad wenst in dit verband op te merken dat de bezwaarindiener, hoewel een ‘gebrek aan informatie’ opgeworpen wordt en tevens opgeworpen wordt dat niet alle voorgaanden duidelijk meegedeeld/gepubliceerd zouden zijn, op de hoogte is van alle aangebrachte ‘ontbrekende’ delen van informatie. Met bovendien die vaststelling dat op een tijdige wijze een bezwaar ingediend werd.
Als zodanig toont de bezwaarindiener met het aangebrachte bezwaar niet aan dat hij enige nadeel ondervonden zou hebben, waardoor er geen schending voorligt van de regels inzake het openbaar onderzoek.
Volledigheidshalve wenst de gemeenteraad er echter op te wijzen dat zij geenszins stelt dat zij ‘gebonden’ is aan de uitspraken die door de burgerlijke rechtbanken verricht worden over het bestaan en de draagwijdte van openbare erfdienstbaarheden van doorgang. Immers is zij op grond van artikel 8 en de artikelen 16 e.v. van het Decreet Gemeentewegen exclusief bevoegd zich uit te spreken over het gemeentelijk wegennet, ongeacht enige rechterlijke uitspraken.
Doch wordt voorliggend wel belang gehecht aan o.a. het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023 doordat het rooilijnplan de doelstelling heeft de ‘bestaande’ toestand vast te leggen. Indien een vonnis vervolgens de huidige ligging van een openbare erfdienstbaarheid van doorgang vaststelt, behoort dit eveneens tot de ‘bestaande’ toestand die vastgelegd wordt. Het is dan ook in deze optiek dat de verwijzing naar de rechterlijke uitspraken begrepen moet worden.
De gemeenteraad wenst er in eerste instantie op te wijzen dat het Decreet Gemeentewegen geen verplichting bevat om wanneer rooilijnen vastgesteld worden deze op een ‘uniforme’ wijze vast te stellen. Het Decreet Gemeentewegen vereist dat de vaststelling van rooilijnen beantwoordt aan de principes en doelstellingen van de artikelen 3 en 4, dewelke een ruime discretionaire marge overlaten aan de gemeenteraad. (RvS 6 november 2018, nr. 242.842)
Daarbij valt niet in te zien waarom aan deze doelstellingen en principes enkel tegemoetgekomen zou komen worden met een ‘uniforme’ rooilijnbreedte. Indien uit een variërende rooilijnbreedte zou blijken dat afdoende rekening gehouden wordt met de principes en doelstellingen, en tevens de verkeersveiligheid voldoende gewaarborgd wordt, stelt er zich vanuit het Decreet Gemeentewegen geen probleem dit goed te keuren.
Niettemin stelt de bezwaarindiener dat de voorgaande gemeenteraadsbeslissing, deze van 16 november 2023, vernietigd zou zijn omdat voorzien werd in een rooilijnbreedte van 1 meter. Echter wenst de gemeenteraad erop te wijzen dat het voormelde gemeenteraadsbesluit vernietigd werd omdat niet gemotiveerd werd op welke wijze het versmallen van de wegbreedte (van 1,6 meter naar 1 meter) tegemoet kwam aan de doelstellingen en principes van het Decreet Gemeentewegen. De rooilijnbreedte van 1 meter in se heeft niet geleid tot de vernietiging.
Bovendien wenst de gemeenteraad op te merken dat zij in voorliggend besluit voldoende stilgestaan heeft bij de impact op de verkeersveiligheid. De omstandigheid dat er op het smalste stuk, dit met een breedte van 1 meter, slechts 1 wandelaar of fietser doorgang kan vinden, wordt niet meteen als een nadeel aanzien. Dit verplicht immers aan fietsers om hun snelheid te verlagen en op een hoffelijke wijze met elkaar om te gaan.
De bezwaarindiener verwijst vervolgens naar de omstandigheid dat in veel gevallen niet geduldig gewacht zal worden. Evenwel betreft dit een potentieel onrechtmatige situatie, in die zin dat een fietser bewust een andere wandelaar/fiets in gevaar zou brengen, die niet als uitgangspunt genomen kan of mag worden.
De zichtbaarheid wordt voldoende gewaarborgd, de breedte leidt tot een verlaging van het snelheidsprofiel en er zijn voldoende mogelijkheden/ruimten om even te ‘wachten’ op kruisend verkeer, waardoor er zich naar verkeersveiligheid toe geen risico stelt.
Dat er bovendien een ‘uitzondering’ gecreëerd zou worden ten aanzien van de tragewegeninfrastructuur in het algemeen, doordat afgeweken wordt van de standaard van 1,65 meter, is echter een stelling die er ter zake niet toe doet en bovendien ook niet correct is. In de Atlas der Buurtwegen zijn er immers nog talrijke ‘voetwegen’ (zgn. ‘Sentiers’) opgenomen die sedert het Decreet Gemeentewegen, in het bijzonder artikel 85, thans het statuut als gemeenteweg verkregen hebben. Deze voetwegen werden quasi steeds ingeschreven voor een breedte van 1 meter, waardoor deze breedte geen uitzondering uitmaakt.
Dat tot slot de gemeenteraad in een eerdere visie van het rooilijnplan uitgegaan is van een breedte van 1,6 meter doet geen afbreuk aan de wettigheid van de voorliggende beslissing en de dragende kracht van de motivering.
Wat de doelstelling en draagwijdte van de achteruitbouwstroken betreft, kan volstaan worden met een verwijzing naar de behandeling van het bezwaarschrift 5.
Het bezwaarschrift bevat meerdere elementen:
● Schending van het Decreet Lokaal Bestuur doordat het gemeenteraadsbesluit zoals bezorgd, en zoals gepubliceerd, niet ondertekend werd;
● Schending artikel 27 Decreet Lokaal Bestuur – er is sprake van belangenvermenging;
● Aanstelling landmeter Rudi De Winter is onregelmatig;
● Het gemeenteraadsbesluit van 18 februari 2021 is onwettig;
● De vaststelling van het rooilijnplan is gebaseerd op een foute grondslag;
● De vaststelling van een rooilijnplan is op de betrokken percelen niet van toepassing;
● De zone non aedificandi is onwettig en niet van toepassing;
● Het rooilijnplan bevat een inneming;
● Het rooilijnplan voldoet niet aan artikel 16, §2 van het Decreet Gemeentewegen;
● Het rooilijnplan zou foutieve gegevens bevatten;
● Het schattingsverslag zou ontoereikend zijn;
● De breedtes op het rooilijnplan zij incorrect;
● Het rooilijnplan zou de rooilijn ter hoogte van het perceel 341C foutief ingetekend hebben;
De gemeenteraad wenst er in eerste instantie op te wijzen dat de bevoegdheid/verplichting tot het ondertekenen van gemeenteraadsbesluiten opgenomen is in artikel 277, §1, tweede lid van het Decreet Lokaal Bestuur.
De gemeenteraad wenst er evenwel op te wijzen dat de omstandigheid dat een niet-ondertekende versie van de notulen van het gemeenteraadsbesluit van 21 november 2024 bezorgd werden aan de bezwaarindiener, dan wel gepubliceerd werden op de gemeentelijke website, doet geen afbreuk aan het ‘bestaan’ van de gemeenteraadsbeslissing. Immers bestaan de gemeenteraadsbesluiten vanaf het moment dat zij genomen worden. (RvS 20 september 1994, nr. 49.114.)
Overeenkomstig artikel 277, §1 van het Decreet Lokaal Bestuur is principieel de algemeen directeur verantwoordelijk voor het opstellen van de notulen en het bewaren ervan, waarbij artikel 277, §1, tweede lid vervolgens verduidelijkt dat de notulen zowel door de algemeen directeur als de voorzitter van de gemeenteraad ondertekend moeten worden. Terwijl de notulen voorliggend ondertekend werden door de algemeen directeur en de burgemeester.
De bezwaarindiener geeft reeds zelf aan dat het in deze een substantieel vormvoorschrift betreft, gericht om de authenticiteit en inhoud van de notulen goed te keuren. Waarbij deze voorwaarde niet voor zichzelf maar vanuit het nagestreefde normdoel vervuld moet worden. (RvS 14 augustus 2007, nr. 173.990.)
Voorliggend moet echter opgemerkt worden dat de algemeen directeur, verantwoordelijk voor het opstellen van de notulen, zelf de notulen ondertekend heeft waarmee deze zelf de authenticiteit wenst te geven aan de notulen. Dat het vervolgens de burgemeester is die deze ondertekend heeft en niet de voorzitter van de gemeenteraad doet gaan afbreuk aan de authenticiteit van de notulen – waarover in se geen discussie bestaat.
Gelet de bezwaarindiener niet kan aantonen in welke zin er een ‘nadeel’ opgetreden zou zijn, aangezien de inhoud van de notulen wel degelijk inhoudelijk correct is, dient er opgemerkt te worden dat er zich dan ook geen probleem stelt naar de rechtsgeldigheid van de notulen die bezorgd werden.
Overwegende dat de bezwaarindiener een schending aanbrengt van artikel 27 van het Decreet Lokaal Bestuur doordat een raadslid deelgenomen heeft aan de bespreking van het gemeenteraadsbesluit terwijl er sprake zou zijn van belangenvermenging, waardoor een invloed uitgeoefend werd op de besluitvorming.
Artikel 27 van het Decreet Lokaal Bestuur raakt de openbare orde, aangezien het ten strengste verboden is dat een raadslid deelneemt aan een bespreking van een gemeenteraadsbesluit over een punt waar zij persoonlijke belangen in heeft. (RvS 29 januari 1994, nr. 45.751.)
Artikel 27 van het Decreet Lokaal Bestuur veronderstelt dat er een rechtstreeks persoonlijk belang bestaat in hoofde van het gemeenteraadslid waarvan de belangenvermenging aangebracht wordt. Waarbij de Raad van State dit begrip definieert als “elk belang waarvan het gemeenteraadslid niet met redelijke zekerheid geacht kan worden voldoende afstand te kunnen nemen”. (RvS 4 november 2013, nr. 225.317.).
Dit persoonlijk rechtstreeks belang kan evenwel materieel van aard zijn, zoals een economisch belang, doch kan dit eveneens van morele aard zijn.
De bezwaarindiener laat echter na, behoudens een verwijzing naar het gemeenteraadsbesluit van 18 februari 2021, te duiden noch toe te lichten welke omstandigheden er aanwezig zouden zijn die dienen aan te tonen dat er sprake is van belangenvermenging of het risico daartoe. (RvS 15 juli 2015, nr. 231.960; RvS 24 oktober 2011, nr. 215.968; RvS 12 november 1996, nr. 63.019.)
De bezwaarindiener kan dergelijke omstandigheden niet aantonen, noch omvat de omstandigheid dat het betrokken raadslid zich 4 jaar geleden diende te onthouden de verplichting om ook op heden zich te onthouden van deel te nemen aan de besluitvorming.
Het gemeenteraadsbesluit van 18 februari 2021 had immers ook een andere strekking, aangezien daarin toepassing gemaakt werd van artikel 13 van het Decreet Gemeentewegen – zijnde het vaststellen van een dertigjarig openbaar gebruik met een kosteloze vestiging van een openbare erfdienstbaarheid van doorgang tot gevolg.
Voorliggend betreft het echter een zelfstandige rooilijnprocedure op grond van de artikelen 16 e.v. van het Decreet Gemeentewegen, erop gericht om het statuut van de grondstrook en de ligging/breedte van het wegtracé vast te stellen.
Als zodanig is er geen sprake van enige belangenvermenging of de schijn daartoe.
De bezwaarindiener stelt dat de landmeter Rudi De Winter (Intertopo) niet onafhankelijk en onpartijdig kan optreden in deze kwestie, aangezien hij voorliggend reeds opgetreden heeft in de kwestie van de openbare erfdienstbaarheid van doorgang.
De bezwaarindiener beperkt zich in deze tot de loutere opmerking dat doordat de betrokken landmeter-expert reeds eerder een opmetingsplan heeft opgesteld, dat nadien gecorrigeerd is door de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, ertoe zou leiden dat de landmeter-expert niet langer onpartijdig en onafhankelijk te werk gegaan zou zijn.
De gemeenteraad wenst er evenwel op te wijzen dat ondanks de uiteenzetting van de bezwaarindiener, de landmeter-expert het rooilijnplan geconformeerd heeft aan de bevindingen en vaststellingen van het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023. Waardoor de eerder begane ‘fout’, die evenwel reeds geen ‘fout’ inhield aangezien de landmeter-expert geen uitspraak gedaan heeft over het bestaan en de draagwijdte van de erfdienstbaarheid, niet aanwezig is op het voorliggende rooilijnplan.
Als zodanig kan niet ingezien worden waarom de taak van de landmeter-expert in kwestie niet met de nodige onpartijdigheid en onafhankelijkheid uitgevoerd zou geweest zijn, te meer de bezwaarindiener de kritiek beperkt tot het perceel 341C en, zoals aangestipt, de nodige correcties aangebracht werden.
Volledigheidshalve wenst de gemeenteraad ook op te merken dat de landmeter-expert Geert Menten eveneens meegewerkt heeft aan het opstellen van het rooilijnplan, met bovendien die vaststelling dat blijkt dat rekening gehouden werd met het rooilijnplan zoals opgesteld door landmeetkantoor Van de Velde – Peeters.
Gelet op deze omstandigheden kon de aangestelde landmeter-expert de nodige onpartijdigheid en onafhankelijk het rooilijnplan opstellen, met die opmerkingen dat voorliggend tevens geen discussie (meer) gevoerd wordt over het al dan niet bestaan van een openbare erfdienstbaarheid van doorgang.
Het gemeenteraadsbesluit van 18 februari 2021 is onwettig
De bezwaarindiener hekelt dat in het gemeenteraadsbesluit van 18 november 2024 een verwarring ontstaan zou zijn aangaande de begrippen ‘nietigverklaring’ en ‘onwettigheid’ in hoofde van de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023.
De beslissing van 18 november 2024 stelt, terecht, dat de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023 zich onbevoegd verklaarde in zoverre de nietigverklaring gevorderd werd van het besluit van de gemeenteraad van Tielt-Winge van 18 februari 2021. Hetgeen door de bezwaarindiener herhaald wordt in zijn bezwaarschrift.
Bovendien stelt deze beslissing ook duidelijk dat de beslissing van 18 februari 2021 vooralsnog niet vernietigd werd, hetgeen ook klopt en geenszins ‘ongedaan’ gemaakt wordt doordat de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023 toepassing gemaakt heeft van artikel 159 van de Grondwet.
De ‘buitentoepassing verklaring’ zoals vervat in artikel 159 van de Grondwet heeft enkel tot gevolg dat diegene die zich hierop met succes beroept, geen rekening dient de houden met de besluitvorming die buitentoepassing verklaard wordt – in casu het gemeenteraadsbesluit van 18 februari 2021.
Bovendien moet opgemerkt worden dat de voorliggende procedure een zelfstandige rooilijnprocedure betreft die, hoewel zij volgt op het besluit van 18 februari 2021, een eigen grondslag heeft. Namelijk het vaststellen van een rooilijnplan en het ‘overwegen’ of de opname van de betrokken grondstroken binnen het statuut als ‘gemeenteweg’ wenselijk is.
Geenszins wordt deze procedure ‘onwettig’ doordat het besluit van 18 februari 2021 voor bezwaarindiener buitentoepassing verklaard werd. Immers werd, ten gevolge van het vonnis van 18 oktober 2023, het rooilijnplan aangepast naar de vaststellingen die verricht werden in het verleende vonnis waardoor de bezwaarindiener ook geen ‘schade’ meer ondervindt.
Minstens dient vastgesteld te worden dat voor wat de overige percelen in kwestie betreft de ‘buitentoepassing verklaring’ niet aanwezig is en het besluit van 18 februari 2021 overeind blijft. Hetgeen ook uitdrukkelijk gesteld wordt in het vonnis van 18 oktober 2023 op pagina 29.
Minstens heeft dit voor wat de bezwaarindiener betreft geen gevolg aangezien het rooilijnplan duidelijk aangeeft de doelstelling te hebben de bestaande toestand vast te leggen, dit o.a. conform het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023, waardoor het rooilijnplan nog steeds op geldige wijze aangenomen kan worden.
De bezwaarindiener argumenteert dat doordat de gemeenteraad op 18 februari 2021 toepassing gemaakt heeft van de procedure van artikel 13 van het Decreet Gemeentewegen er een onwettige beslissing genomen zou zijn. Aangezien de aanwezigheid van een openbare erfdienstbaarheid van doorgang reeds werd erkend in de vonnissen van 31 maart 1931 en 23 december 1931, waardoor zij geen bevoegdheid hiertoe zou hebben.
De gemeenteraad wenst er evenwel op te wijzen dat het besluit van 18 februari 2021 nooit vernietigd werd, waardoor dit nog steeds een rechtsgeldige beslissing van de gemeenteraad uitmaakt. Dat er ná het nemen van deze beslissing nog een vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023 tussen is gekomen, doet hieraan geen afbreuk.
Gelet op de reeds verstreken tijdsmogelijkheid om een vernietigingsprocedure aan te vatten tegen het besluit van 18 februari 2021 en hiervan nooit gebruik werd gemaakt, bestaat deze beslissing nog steeds en kan niet ingezien worden waarom deze beslissing niet mede kan dienen als grondslag van de voorliggende procedure.
Te meer daar er tussen het besluit van 18 februari 2021 en het vonnis van 18 oktober 2023 enkele ‘conflictpunten’ uitgeklaard werden, waarmee in de voorliggende procedure rekening gehouden wordt. Hetgeen niet geldt voor de overige percelen in kwestie, aangezien het vonnis van 18 oktober 2023 daarop geen betrekking heeft.
Volledigheidshalve, zoals ook eerder toegelicht, berust de voorliggende procedure op een eigen grondslag, zijnde de artikelen 16 e.v. van het Decreet Gemeentewegen. Waarbij de voorliggende ‘plicht’ tot het aanvatten van een rooilijnplanprocedure zowel voortvloeit uit het besluit van 18 februari 2021 als de vonnissen van 31 maart 1931, 23 december 1931 en 18 oktober 2023.
De bezwaarindiener stelt dat artikel 13, §4 van het Decreet Gemeentewegen slechts geldt in zoverre een inlijving in openbaar domein gebeurt, doch blijkt dit in zijn geheel niet uit de decretale tekst:
“§ 4. Als het dertigjarige gebruik door het publiek is vastgesteld in een uitvoerbare rechterlijkeuitspraak, vloeien de verplichting tot de opmaak van een rooilijnplan en de vestiging van een publiek recht van doorgang rechtstreeks uit die uitspraak voort.”
Waarbij expliciet verwezen wordt naar een dertigjarig publiek ‘gebruik’ en niet een dertigjarig ‘bezit’ zoals voorkomend bij een inlijving in het openbaar domein.
De bezwaarindiener meent dat er geen rooilijnplan opgesteld kan worden voor het perceel 341C doordat het vonnis van 18 oktober 2023 vastgesteld heeft dat de gronden niet in het openbaar domein ingelijfd mogen worden.
De gemeenteraad wenst echter op te merken dat met de goedkeuring van voorliggend rooilijnplan geen enkele overdracht van grond bewerkstelligd wordt of zal worden, aangezien het louter gaat over het vestigen van een openbare erfdienstbaarheid van doorgang. Er zal geen inlijving in openbaar domein plaatsvinden.
Het rooilijnplan heeft als doelstelling om de grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen vast te stellen, zonder dat dit noodzakelijk gepaard gaat met het verwerven van gronden.
Bovendien valt niet in te zien waarom de gemeente Tielt-Winge niet alsnog zou kunnen overgaan tot het inlijven van de gronden in het openbaar domein, doch dit gebaseerd op een andere grondslag van artikel 13, §5 van het Decreet Gemeentewegen.
Aan de gemeente kan immers geen verbod opgelegd worden om gemeentewegen te realiseren, aangezien dit een exclusieve bevoegdheid van de gemeente uitmaakt.
Bovendien moet opgemerkt worden dat de bezwaarindiener meent dat bijkomend openbaar gebruik, zoals fietsers, geweerd moet worden en enkel wandelaars toegelaten zijn. Evenwel maakt dit net een doelstelling uit van het rooilijnplan, dat erin bestaat om een trage verbinding te bestendigen voor zowel wandelaars als fietsers. Hetgeen net de noodzaak aantoont van het rooilijnplan.
Het bezwaar kan niet weerhouden worden.
Voor wat dit onderdeel betreft kan verwezen worden naar de behandeling van de overige bezwaarschriften.
Zoals reeds eerder toegelicht wordt er met de voorliggende besluitvorming geen overdracht van grondstroken beoogd, waardoor er ook geen ‘innames’ zullen gebeuren.
Dat het rooilijnplan de gele zone aanduidt als ‘inneming’ is een materiële vergissing waarmee geen rekening gehouden hoeft te worden. Zoals duidelijk toegelicht in de voorliggende besluitvorming is het enkel de bedoeling een openbare erfdienstbaarheid van doorgang vast te leggen (de rooilijnen), zonder enige vorm van eigendomsoverdracht.
De bezwaarindiener stelt dat op het rooilijnplan enkel een ‘nieuwe rooilijn’ aangeduid wordt, zonder aanduiding van een bestaande rooilijn zoals vereist overeenkomstig artikel 16, §2, 1ste van het Decreet Gemeentewegen.
De gemeenteraad wenst er echter op te wijzen dat het voorliggende rooilijnplan enkel als doelstelling heeft de bestaande toestand in het rooilijnplan op te nemen, wat betekent dat de ‘bestaande rooilijn’ dan ook samenvalt met de nieuwe rooilijn die vastgesteld wordt in het rooilijnplan.
Een afzonderlijke aanduiding is vereist vanuit de duidelijkheid, doch blijkt reeds voldoende uit de besluitvorming dat het een ‘regularisatie’ betreft van de bestaande toestand – waardoor het aanduiden van de bestaande rooilijn net meer onduidelijkheid zou veroorzaken (twee verschillende kleurencoderingen over elkaar heen).
Bovendien stellen de beroepsindieners dat de vermelding van de namen van de getroffen eigenaars niet op het rooilijnplan weergegeven wordt, hetgeen correct is doch niet leidt tot een ongeldigheid van het betrokken rooilijnplan. Dit aangezien de besluitvorming een overzicht bevat van de percelen getroffen door de zone non aedificandi hetgeen in combinatie met het schattingsverslag voldoende inzicht biedt voor de getroffen eigenaars of hun percelen gevat worden of niet.
Bovendien wordt de totale getroffen oppervlakte niet vermeldt, doch worden wel de nodige maataanduidingen weergegeven op het rooilijnplan waardoor dit eenvoudig berekend kan worden. Volledigheidshalve werden deze gegevens, behoudens voor het perceel 341C, opgenomen in de eerdere besluitvorming van 21 september 2023 en 18 november 2023.
Gelet het rooilijnplan ongewijzigd is gebleven, behoudens ter hoogte van het perceel 341C en de zones non aedificandi, is het voor de eigenaars duidelijk in welke mate hun grond getroffen wordt.
Het bezwaar is ongegrond.
Het rooilijnplan werd opgesteld door landmeter-experts Rudi De Winter en Geert Menten, waarbij tevens rekening gehouden werd met het rooilijnplan zoals opgesteld door het Landmeetkantoor Van de Velde – Peeters van 5 augustus 2023.
Gelet op de bijzondere expertise waarover de landmeter-experts beschikken en gelet op de onafhankelijkheid en onpartijdig die zij waarborgen bij het uitvoeren van de opdracht, kan niet aangenomen worden dat het rooilijnplan berust zou zijn op foutieve gegevens.
Bovendien kan inderdaad opgemerkt worden dat de grenspunten 3, 10, 26 en 27 niet weergegeven worden op het rooilijnplan doch kan niet ingezien worden welk nadelig gevolg dit heeft op het rooilijnplan aangezien dit voldoende duidelijk werd opgesteld.
Het bezwaar is ongegrond.
De gemeenteraad dient vast te stellen dat de landmeter-expert in toepassing van artikel 28 van het Decreet Gemeentewegen exclusief bevoegd is om zich uit te spreken over de al dan niet aanwezigheid van een meer- of minwaardevergoeding.
De bezwaarindiener stelt dat de waarde van de weg ‘nihil’ is, doch dient de gemeenteraad erop te wijzen dat het gaat over de waardering van de vestiging van een openbare erfdienstbaarheid van doorgang – niet de actuele grondwaarde zelf bij verwerving.
Overeenkomstig het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven van 18 oktober 2023, omvattende de verwijzing naar het vonnis van 31 maart 1931, stelt duidelijk dat er een publieke erfdienstbaarheid van doorgang aanwezig is ten belope van 1 meter over het perceel 341C.
Ingevolge artikel 85 van het Decreet Gemeentewegen worden alle gemeentelijke wegen die bestaan op 1 september 2019, ook deze die vastgesteld werden per gerechtelijk vonnis, beschouwd als een gemeenteweg in de zin van het voormelde decreet. Als zodanig wordt met de voorliggende goedkeuring van het rooilijnplan, die zich beperkt tot de bestaande toestand, geen beslissing genomen over het ‘bestaan’ van de openbare erfdienstbaarheid.
De gemeenteraad legt deze louter vast per rooilijnplan, waardoor er geen vergoedingsplicht aanwezig is gelet de gronden reeds bezwaard zijn met een openbare erfdienstbaarheid van doorgang.
Volledigheidshalve werd in het besluit van de gemeenteraad van 18 februari 2021 vastgesteld, in toepassing van artikel 13, §1 van het Decreet Gemeentewegen, dat er sprake is van een openbaar publiek gebruik gedurende meer dan dertig jaar tussen Houwaartsebergweg 20 - Haldertstraat 157 - Haldertstraat 159.
Waartoe de parlementaire voorbereidingen bij het Decreet Gemeentewegen nog het volgende toelichten:
“De beslissing van de gemeenteraad om naar aanleiding van een dertigjarig publiek gebruik maatregelen te laten treffen met het oog op de verankering, de vrijwaring en het beheer van de weg, leidt tot de opmaak van een rooilijnplan, waarbij de rechtsbescherming van dit voorstel van decreet geldt.
Het van rechtswege ontstaan van een publiek recht van doorgang op basis van de voormelde beslissing, geeft geen aanleiding tot een vergoedingsplicht, aangezien erfdienstbaarheden van openbaar nut pas compensatieplichtig zijn als ze het normale maatschappelijke risico te boven gaan.Aangezien de eigenaar gedurendedertig jaar of meer een publiek gebruik heeft toegestaan, kan geen sprake zijn van het overschrijden van het normale maatschappelijk risico.” (Voorstel van decreet, 2018-2019, 1847, nr. 1, p. 24-25.)
Uit beide overwegingen, zowel uit het Decreet Gemeentewegen als uit het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Leuven van 31 maart 1931, vloeit voort dat de openbare erfdienstbaarheid van doorgang reeds bestaat, waardoor met de voorliggende goedkeuring van het rooilijnplan geen bijkomende bezwaring van de gronden goedgekeurd wordt.
Een vergoedingsplicht is als zodanig dan ook niet aanwezig.
Wat dit bezwaar betreft kan verwezen worden naar de behandeling van de overige bezwaarschriften waar voldoende toegelicht wordt waarom de breedtes zo gekozen werden.
Het rooilijnplan werd opgesteld door landmeter-experts Rudi De Winter en Geert Menten, waarbij tevens rekening gehouden werd met het rooilijnplan zoals opgesteld door het Landmeetkantoor Van de Velde – Peeters van 5 augustus 2023.
Gelet op de bijzondere expertise waarover de landmeter-experts beschikken en gelet op de onafhankelijkheid en onpartijdig die zij waarborgen bij het uitvoeren van de opdracht, kan niet aangenomen worden dat het rooilijnplan berust zou zijn op foutieve gegevens.
Het bezwaar is ongegrond.
Het bezwaarschrift bevat diverse elementen:
● Het wegenistracé met een breedte van 1,6 meter (excl. de stroken non aedificandi) wordt niet gemotiveerd;
● Uit de beslissing blijkt niet waarom een bredere strook noodzakelijk is;
De gemeenteraad wenst er ten eerste op te wijzen dat zij op exclusieve wijze uitspraak doet over het gemeentelijk wegennet, zoals vervat in artikel 8 van het Decreet Gemeentewegen.
Binnen de zelfstandige rooilijnprocedure, zoals vervat in de artikelen 16 e.v. van het Decreet Gemeentewegen, dient de gemeenteraad overeenkomstig artikel 10 van het zelfde Decreet rekening te houden met de principes en doelstellingen van de artikelen 3 en 4 van vernoemd Decreet. Het volstaat dat hiermee rekening gehouden wordt, zonder dat een expliciete aftoetsing noodzakelijk is. (RvVb 23 september 2021, nr. A-2122-0067.)
De gemeenteraad beschikt echter over een ruime discretionaire marge wanneer zij zich uitspreekt over het gemeentelijk wegennet, waarbij zij hieraan evenzeer opportuniteits- en beleidsoverwegingen aan ten grondslag kan laten liggen.
Zoals eerder toegelicht wordt de beperkte wegenisbreedte van 1 meter ter hoogte van het perceel 341C als verkeersveilig geacht doordat er voldoende ruimte is voor 1 wandelaar of fietsers, hetgeen leidt tot een lager snelheidsprofiel wat op zijn beurt de zichtbaarheid van het wegbeeld bevordert.
Echter houdt dit dan ook in dat fietsers en wandelaars in de mogelijkheid moeten zijn om op hoffelijke wijze het aanwezige wegverkeer doorgang te laten vinden, hetgeen betekent dat er bredere stroken aanwezig moeten zijn die dit mogelijk maken.
De totale verbinding bedoeld voor traag verkeer heeft een lengte van ca. 160 meter, waarvan ca. 70 meter een breedte heeft van 1 meter en ca. 89 meter een breedte heeft van 1,6 meter. Als zodanig beschikt iets meer dan de helft van het tracé over een wegtracé met een breedte van 1,6 meter.
Hoewel de gemeenteraad het tevens verkeersveilig zou achten moest het gehele tracé voorzien worden in een breedte van 1 meter, laat de bestaande toestand toe om een beperkte verbreding te voorzien tot een breedte van 1,6 meter wat toelaat dat trage weggebruikers over dit gedeelte makkelijker elkaar kunnen kruisen en ook makkelijker de weggebruikers van het tracé van 1 meter breed hun ‘weg’ kunnen laten gaan.
Hetgeen de hoffelijkheid, en meteen ook de verkeersveiligheid, bevorderd aangezien het geduld van de trage weggebruikers minder getest zal worden dan indien het gehele tracé een breedte van 1,00 meter zou hebben.
Dit betreft een van de voornaamste redenen waarom een breder tracé voorzien wordt, waarbij wij er eveneens op wijzen dat de bestaande toestand geregulariseerd wordt in een omvattend en duidelijk rooilijnplan wat de rechtszekerheid ten goede komt.
Wat het tracé zelf betreft dat zou lopen over een bestaande keerwand, moet opgemerkt worden dat het rooilijnplan de nodige ruimte dient te voorzien voor zowel de huidige toestand als de toekomstige ligging van de gemeenteweg. De voorliggende beslissing omvat niet de uitvoering van werken, waarover hier dan ook nog geen uitspraken gedaan zullen worden.
Wel dient de gemeenteraad het algemeen belang voor ogen te houden, waarbij het beschikken over de bijkomende ruimte ter hoogte van de keerwand de mogelijkheid toelaat om bij een inrichting van de wegenis een gunstiger tracé in te tekenen.
De gemeenteraad dient het algemeen belang als uitgangspunt te nemen bij het zich uitspreken over wijzigingen aan het gemeentelijk wegennet, rekening houdende met de doelstellingen en principes van het Decreet Gemeentewegen. (RvS 3 februari 2023, nr. 255.68.)
Het betreft immers vaststaande rechtspraak dat een beslissing over het al dan niet goedkeuren van een rooilijnplan genomen wordt onder voorbehoud van de aanwezige burgerlijke rechten, waaronder privatieve overeenkomsten en erfdienstbaarheden behoren. (RvS 24 juni 2020, nr. 247.878.)
Als zodanig kan het bezwaar niet gevolgd worden.
*****
Het college van burgemeester en schepenen wil het dossier bijkomend (laten) bekijken om een potentieel verder uitdijende procedureslag te vermijden, waardoor behandeling en beslissing in dit dossier vandaag niet aan de orde is en het agendapunt alsnog van de agenda dient weggelaten te worden met een verdaging sine die tot gevolg.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
● Ontwerp van rooilijnplan Houwaartsebergweg
● Advies De Lijn
● Advies stad Aarschot
● Diverse bezwaarschriften
Besluit:
over het weglaten van het punt van de agenda / verdaging sine die14 stemmen voor: Katrien Houtmeyers, Jo Smekens, Jan Loddewykx, Bart Willems, Manuela Vervoort, Steve Cleynen, Gert Van denstorme, Ilse Roelants, Filip Charlier, Eric Roskin, Marleen De Vry, Raf Alaerts, Jasper Trompet en Fons Lemmens.
7 stemmen tegen: Germaine Willems, Agnes Van de Gaer, Gerry Caluwaerts, Rudi Beeken, Gunther Clinckx, Kris Cornelissen en Tom Craeninckx.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan van de hierin beschreven weg tussen de Houwaartsebergweg en de Haldertstraat definitief vast.
Artikel 2
Er worden geen innames uitgevoerd. De gemeenteweg betreft een publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang. Langs beide zijden van de rooilijn wordt een zone non aedificandi van 50 centimeter ingesteld.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering (bekendmaking en dergelijke) van deze beslissing.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt aan het publiek op de volgende manieren:
● publicatie van het besluit op de gemeentelijke website gedurende 30 dagen;
● aanplakking van het besluit bij het gemeentehuis en ter plaatse, minstens aan het begin- en eindpunt van het betrokken wegdeel;
● verzending van de bekendmaking ter kennisgeving met een beveiligde zending naar iedereen die in het kader van het openbaar onderzoek een standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend;
● verzending van het besluit en de bijbehorende plannen elektronisch aan de deputatie van de provincie en met een beveiligde zending naar het departement MOW en De Lijn.
Artikel 5
De gemeente publiceert het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het rooilijnplan in het Belgisch Staatsblad en op de gemeentelijke website:
● hetzij na het verlopen van de beroepstermijn, zonder dat er een beroepsprocedure werd opgestart;
● hetzij na het verwerpen van het beroep door de Vlaamse Regering. Het besluit heeft uitwerking 14 dagen na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Artikel 6
Dit besluit is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht overeenkomstig artikels 330 e.v. van het DLB." "
De gemeenteraad stelt het gemeentelijk rooilijnplan van de weg tussen de Houwaartsebergweg en de Haldertstraat definitief vast (verdaging van het agendapunt sine die).
Gemeenteraad 20 februari 2025
Reglement bestrijding Aziatische hoornaar
Motivering
Feiten en context
De bijenpopulaties nemen in héél Europa al verschillende jaren af. Bijen en andere insectenbestuivers zijn immers essentieel voor ons ecosysteem en onze biodiversiteit. Een vermindering van bestuivers betekent dat veel plantensoorten mogelijk zullen verdwijnen, samen met andere organismen die direct of indirect van hen afhankelijk zijn. Daarenboven heeft de vermindering van het aantal en de diversiteit van bestuivers invloed op voedselveiligheid, met mogelijk opbrengstverlies in de landbouwsector. De Aziatische hoornaar is zeer gevaarlijk voor de honingbijen aangezien ze honingbijenkasten binnendringen en volledige nesten leegroven.
Juridische gronden
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Aangezien het lokaal bestuur ervoor gaat instaan om nesten van Aziatische hoornaar te bestrijden wanneer de gunning wordt goedgekeurd op het college is het belangrijk om hiervoor een reglement op te stellen.
Het reglement werd gemaakt in dezelfde filosofie als deze voor de bestrijding van de eikenprocessierups.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Reglement ter bestrijding van de Aziatische hoornaar
Besluit:
eenparig aangenomen.
Artikel 1
Het hierna volgende Reglement ter bestrijding van de Aziatische hoornaar in Tielt-Winge wordt door de gemeenteraad goedgekeurd:
Artikel 1 – Doel
De bijenpopulaties nemen in héél Europa al verschillende jaren af. Bijen en andere insectenbestuivers zijn immers essentieel voor ons ecosysteem en onze biodiversiteit. Een vermindering van bestuivers betekent dat veel plantensoorten mogelijk zullen verdwijnen, samen met andere organismen die direct of indirect van hen afhankelijk zijn. Daarenboven heeft de vermindering van het aantal en de diversiteit van bestuivers invloed op voedselveiligheid, met mogelijk opbrengstverlies in de landbouwsector. De Aziatische hoornaar is zeer gevaarlijk voor de honingbijen aangezien ze honingbijenkasten binnendringen en volledige nesten leegroven.
Artikel 2 – Toepassingsgebied
Het reglement is van toepassing op openbaar en privédomein op het grondgebied van Tielt-Winge.
Artikel 3 – Begunstigden
Dit reglement is van toepassing op alle personen die, in welke juridische hoedanigheid ook, het genot hebben van cultuurgronden, bossen, parken, terreinen of tuinen (hierna ‘beheerders’ genoemd).
Artikel 4 – Meldingsplicht
Iedere beheerder die de aanwezigheid van een nest van de Aziatische hoornaar vaststelt, moet het lokaal bestuur hiervan onmiddellijk in kennis stellen.
Artikel 5 – Algemene voorwaarden
§1 De bestrijding van de Aziatische hoornaar kan uitgevoerd worden indien het een verwijdering van een nest van de Aziatische hoornaar betreft. Nesten van de gewone wesp en van de Europese hoornaar komen niet in aanmerking om verwijderd te worden.
§2 Indien het nest gelegen is op privaat domein wordt er gevraagd aan de beheerder om de bestrijders toelating te verlenen tot het perceel. Door de inkennisstelling door de beheerder, vermeld in artikel 4, ontstaat een vermoeden van toelating en wordt de toelating niet meer bijkomend gevraagd.
Artikel 6 – Bestrijding
De bestrijding van nesten van de Aziatische hoornaar start vanaf maart. Van maart tot en met juli worden embryonale en primaire nesten verwijderd. Vanaf augustus tot en met oktober worden enkel nog secundaire nesten verwijderd.
Artikel 7 – Kostprijs
De verwijdering van een nest wordt uitgevoerd via een bestrijder die aangesteld is door het lokaal bestuur. Het lokaal bestuur draagt de kosten van de bestrijding.
Artikel 8 – Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 maart 2025
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.
Artikel 3
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 maart 2025.
Artikel 4
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 5
Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "
De gemeenteraad keurt het reglement ter bestrijding van de Aziatische hoornaar in Tielt-Winge goed.
Raf Alaerts Fons Lemmens Jasper Trompet Gert Van denstorme Bart Willems Filip Charlier Eric Roskin Germaine Willems Tom Craeninckx Kris Cornelissen Jo Smekens Katrien Houtmeyers Gerry Caluwaerts Marleen De Vry Ilse Roelants Jan Loddewykx Kurt Yskout Manuela Vervoort Agnes Van de Gaer Gunther Clinckx Rudi Beeken Steve Cleynen Raf Alaerts Fons Lemmens Jasper Trompet Gert Van denstorme Bart Willems Filip Charlier Eric Roskin Germaine Willems Tom Craeninckx Kris Cornelissen Jo Smekens Katrien Houtmeyers Gerry Caluwaerts Marleen De Vry Ilse Roelants Jan Loddewykx Manuela Vervoort Agnes Van de Gaer Gunther Clinckx Rudi Beeken Steve Cleynen Gert Van denstorme Bart Willems Ilse Roelants Raf Alaerts Jasper Trompet Katrien Houtmeyers Jan Loddewykx Marleen De Vry Filip Charlier Eric Roskin Manuela Vervoort Fons Lemmens Steve Cleynen Jo Smekens Tom Craeninckx Gunther Clinckx Gerry Caluwaerts Rudi Beeken Germaine Willems Agnes Van de Gaer Kris Cornelissen aantal voorstanders: 14 , aantal onthouders: 0 , aantal tegenstanders: 7 Goedgekeurd
Gemeenteraad 20 februari 2025
Overeenkomst van dading kasseiweg Sint-Denijskerk
Motivering
Feiten en context
De gemeente Tielt-Winge heeft in 2024 de kasseiweg, tussen de Haldertstraat en de voordeur van de Sint-Denijskerk, opnieuw aangelegd.
Deze kasseiweg werd deels en per vergissing aangelegd op het aangrenzende perceel met kadastrale aanduiding 2e afdeling, sectie B, nummer 357G, eigendom van de eigenaars.
Een landmeter werd aangesteld, en diens opmetingen bevestigen dat ongeveer 1,3 meter kassei zich foutief op het perceel van de eigenaars bevindt. Het betrokken deel is aangeduid op bijgevoegd plan opgemaakt door landmeter Nele Van de Velde op 12 september 2023.
De eigenaars hebben aanvankelijk verzocht om de foutief geplaatste kasseien volledig te verwijderen en de oorspronkelijke situatie te herstellen.
Om tot een oplossing te komen werd voorafgaand aan voorliggend ontwerp van dadingsovereenkomst, een compromis van dading getekend.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Burgerlijk Wetboek, inzonder artikels 2044 en volgende.
● Collegebeslissing van 3 december 2024.
● Gemeenteraadsbeslissing van 16 januari 2025 aangaande de compromis.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
De gemaakte fout dient juridisch en praktisch op een correcte manier te worden afgehandeld om toekomstige geschillen te vermijden en de goede verstandhouding met de betrokken eigenaars te behouden.
In onderling overleg werd het volgende overeengekomen:
● De gemeente erkent uitdrukkelijk dat zij een vergissing heeft begaan door bij de heraanleg van de kasseiweg een gedeelte van ongeveer 1,3 meter op het perceel van de eigenaars aan te leggen, zoals aangeduid op bijgevoegd plan van de landmeter.
● De gemeente bevestigt dat de foutieve aanleg geen erfdienstbaarheid, noch verworven recht ten gunste van de gemeente of enige derde partij creëert.
● De eigenaars stemmen ermee in dat de foutief geplaatste kasseien op hun eigendom mogen blijven liggen, onder de voorwaarde dat dit akkoord uitsluitend geldt zolang minstens één van de eigenaars in leven is.
● De gemeente duidt in de kasseiweg met metalen spijkers goed zichtbaar aan waar de grens tussen de verschillende kavels loopt, overeenkomstig het vermeld plan van de landmeter.
● De gemeente bevestigt uitdrukkelijk dat de erfgenamen van de eigenaars of elke andere toekomstige eigenaar van de eigendom aan de Haldertstraat 25, het recht hebben om de gemeente (of haar opvolgers bij fusie) te verzoeken per aangetekend schrijven om de foutief gelegde kasseien te verwijderen. In voorkomend geval zal de gemeente deze kasseien verwijderen op haar eigen kosten en dit binnen de 6 maanden na het verzoek.
● De gemeente verbindt zich ertoe de greppel langs de betonnen afscheidingsplaten aan te vullen en te egaliseren.
De gemeenteraad dient zich nu uit te spreken over het principe en vaststelling van de modaliteiten van deze dadingsovereenkomst.
Financiële gevolgen
Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen.
Bijlagen
● Ontwerp dadingsovereenkomst
● Compromis
Besluit:
14 stemmen voor: Katrien Houtmeyers, Jo Smekens, Jan Loddewykx, Bart Willems, Manuela Vervoort, Steve Cleynen, Gert Van denstorme, Ilse Roelants, Filip Charlier, Eric Roskin, Marleen De Vry, Raf Alaerts, Jasper Trompet en Fons Lemmens.
7 stemmen tegen: Germaine Willems, Agnes Van de Gaer, Gerry Caluwaerts, Rudi Beeken, Gunther Clinckx, Kris Cornelissen en Tom Craeninckx.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de bijgevoegde overeenkomst van dading dienaangaande, als bijlage bij deze beslissing en er integraal deel van uitmakend, goed.
Artikel 2
De burgemeester en algemeen directeur worden gemachtigd om de dadingsovereenkomst te ondertekenen namens het lokaal bestuur.
Artikel 3
Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de heer Paul Van Nerum en mevrouw Leonie Verstraeten.
Artikel 4
Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door de desbetreffende bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur." "
De gemeenteraad keurt de bijgevoegde overeenkomst van dading dienaangaande goed.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Relance en riolering N2 - Samenwerkingsovereenkomst - Verrekening
Motivering
Feiten en context
Er is een samenwerkingsovereenkomst met AWV omtrent de werken op de N2, goedgekeurd op de gemeenteraad van 16 september 2021.
De opdracht voor de werken is gegund aan Colas Noord op het college van 15 februari 2022.
Het gemeentelijk aandeel betreft 18.544,96 euro excl. BTW of 22.439,4 euro incl. BTW (inrichting bushaltes).
De totale gunning voor de opdracht bedraagt 8.084.646,56 euro excl. btw of 9.530.966,44 euro incl. 21% btw.
Juridische gronden
● Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen.
● De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
● Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
● Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
● De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
● De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 143.000 euro niet).
● Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 38/1 (Aanvullende Werken/Leveringen/Diensten).
● Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:
Roosterputten t.h.v. zijstraten.
Tijdens uitvoering wordt herhaaldelijk de problematiek van modderstromen aangehaald, komende van de hoger gelegen akkers. Bij elke regenbui komen er modderstromen uit op de N2, via de aansluitende wegen. Teneinde deze problematiek te ondervangen wordt er overeengekomen dat de respectievelijke lokale besturen slibvanggoten zullen plaatsen op de aansluitende wegen waar deze modderstromen toekomen.
Bijwerken | + | € 39.739,99 |
Totaal excl. btw | = | € 39.739,99 |
Btw | + | € 8.345,40 |
TOTAAL | = | € 48.085,39 |
Voor deze verrekening wordt geen termijnsverlenging toegekend.
Gezien het bedrag van de verrekening meer dan 50% hoger is dan het gunningsbedrag dient dit te worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Financiële gevolgen
De uitgave voor deze opdracht is voorzien op 020000/12-1 2240 0000.
Bijlagen
Meerwerken
Besluit:
eenparig aangenomen.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt verrekening 1 voor een bedrag van 48.085,39 euro inclusief BTW goed.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.
Artikel 3
Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan aannemer COLAS Noord.
Artikel 4
Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals dit wordt geregeld door de toepasselijke bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur." "
De gemeenteraad keurt verrekening 1 goed.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Aanbestedingsbundel erosiebekken Hazelaarsstraat - vaststelling ontwerp, bestek, gunningswijze en raming
Motivering
Feiten en context
Op 16 oktober 2018 werd de opdracht gegund voor het ontwerpen van het rioleringsproject Tolmerenbergweg - Hazelaarsstraat.
Studiebureau Jonckheere heeft het ontwerp en aanbestedingsdossier opgemaakt voor het erosiebekken in de Hazelaarsstraat.
Juridische gronden
● Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad
● De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
● Het Bestuursdecreet van 7 december 2018
● Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht
● De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen
● De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 36
● Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen
● Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Het ontwerp (als bijlage) werd opgesteld in overleg met het gemeentebestuur.
Het aanbestedingsdossier (als bijlage) werd opgesteld door het studiebureau.
De raming bedraagt 99.904,76 euro incl. BTW.
Dit soort opdracht valt niet onder de noemer van het dagelijks bestuur, zodat het aan de bevoegdheid van de raad toekomt om de gunningswijze en gunningsvoorwaarden te bepalen.
Financiële gevolgen
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in 020000/11 2200 0007 en 020000/10 2240 0007.
De subsidie is ingeschreven onder rubriek 020000/11 1500 3000.
Bijlagen
Aanbestedingsdossier
Besluit:
eenparig aangenomen.
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan het ontwerp, de gunningswijze, het bestek en de raming (als bijlagen bij deze beslissing) voor de opdracht “erosiebekken Hazelaarsstraat”, opgesteld door studiebureau Jonckheere. De lastvoorwaarden worden vastgesteld, zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De wijze van gunning betreft een openbare procedure.
Artikel 2
In opdracht van de gemeente zal studiebureau Jonckheere de aanbestedingsprocedure voeren.
Artikel 3
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in 020000/11 2200 0007 en 020000/10 2240 0007. De raming bedraagt 99.904,76 euro incl. BTW.
Artikel 4
Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan studiebureau Jonckheere.
Artikel 5
Onderhavige beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door het decreet over het lokaal bestuur." "
Het aanbestedingsdossier wordt goedgekeurd.
Gemeenteraad 20 februari 2025
VVSG vzw - aanduiding van een vertegenwoordiger die in naam van gemeenteraad zetelt in de gewone en de buitengewone algemene vergadering (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
Bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode 2025-2030 (ingevolge de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024) dienen diverse bestuursorganen opnieuw samengesteld te worden en vertegenwoordigingen/vertegenwoordigers vanuit gemeente en OCMW aangeduid te worden.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Statuten VVSG vzw (goedgekeurd door de algemene vergadering van 21 december 2023).
Adviezen
Er zijn geen adviezen.
Argumentatie
Gelet op het lidmaatschap van het lokaal bestuur bij de VVSG vzw.
Gelet op het schrijven van VVSG vzw van 4 februari 2025 omtrent de vernieuwing van de bestuursorganen.
Overwegende dat het lokaal bestuur 1 raadslid kan afvaardigen voor deelname aan de buitengewone en de gewone algemene jaarvergadering.
Overwegende dat het, wegens de zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024, wenselijk en nodig is een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente aan te stellen.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
● Statuten VVSG vzw
● 20250203 - Hersamenstelling bestuursorganen VVSG - toelichting voor de besturen
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (20 ja voor M. De Vry)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid M. De Vry de zitting bij de behandeling van dit agendapunt.
De gemeenteraad duidt raadslid Marleen De Vry aan om het lokaal bestuur tijdens de duur van de legislatuur te vertegenwoordigen op de gewone en op de buitengewone algemene vergadering van VVSG.
Artikel 2
De afgevaardigde wordt aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, het voorgedragen mandaat loopt vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 3
Onderhavig besluit zal bezorgd worden aan VVSG en betrokkene.
Artikel 4
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Aanduiding afgevaardigde algemene vergadering VVSG vzw.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Ethias nv - aanduiding van een vertegenwoordiger die in naam van het lokaal bestuur zetelt in de buitengewone en gewone algemene jaarvergadering gevolgd door de dag van de collectiviteiten (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
Bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode 2025-2030 (ingevolge de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024) dienen diverse bestuursorganen opnieuw samengesteld te worden en vertegenwoordigingen/vertegenwoordigers vanuit gemeente en OCMW aangeduid te worden.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Statuten Ethias NV (laatste coördinatie op 25 juni 2015).
Adviezen
Er zijn geen adviezen.
Argumentatie
Gelet op het lidmaatschap van het lokaal bestuur bij Ethias.
Overwegende dat het lokaal bestuur 1 (volmacht)stem krijgt van Ethias en er aldus 1 raadslid kan afgevaardigd worden voor deelname aan de buitengewone en de gewone algemene jaarvergadering.
Overwegende dat het, wegens de zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024, wenselijk en nodig is een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente aan te stellen.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Statuten Ethias nv
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (13 ja voor J. Loddewykx ; 6 ja voor K. Cornelissen)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten schepen J. Loddewykx en raadslid K. Cornelissen de zitting bij de behandeling van dit agendapunt.
De gemeenteraad duidt schepen Jan Loddewykx aan om het lokaal bestuur tijdens de duur van de legislatuur te vertegenwoordigen op de buitengewone en de gewone algemene jaarvergadering van Ethias gevolgd door de dag van de collectiviteiten.
Artikel 2
De afgevaardigde wordt aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, het voorgedragen mandaat loopt vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 3
Onderhavig besluit zal bezorgd worden aan Ethias en betrokkene.
Artikel 4
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Aanduiding afgevaardigde algemene vergadering Ethias nv.
Gemeenteraad 20 februari 2025
De Lijn - beslissing tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
Voor De Lijn dient er 1 effectieve vertegenwoordiger en 1 plaatsvervanger voor de algemene vergadering aangesteld te worden.
Dit moeten geen leden van de gemeenteraad zijn.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Statuten van De Lijn (BVR 3 maart 2023).
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Het lokaal bestuur is aandeelhouder van De Lijn en moet een gemeentelijke vertegenwoordiging en een plaatsvervanger aanduiden in de algemene vergadering, dit moeten geen raadsleden zijn.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Geen bijlagen.
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (14 ja voor M. Brebels; 6 ja voor G. Caluwaerts)
Conform artikel 27 § 1 verlaat raadslid G. Caluwaerts de zitting bij der behandeling van dit artikel van het agendapunt.
De heer Marcel Brebels aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger van de algemene vergadering van De Lijn.
Artikel 2 (geheime stemming) (21 ja voor K. Smekens)
De heer Kris Smekens aan te duiden als plaatsvervanger van de algemene vergadering van De Lijn.
Artikel 3
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, de voorgedragen mandaten lopen vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 4
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar De Lijn en betrokkenen.
Artikel 5
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering van De Lijn.
Gemeenteraad 20 februari 2025
VVOG vzw - beslissing tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering en kandidatuur voor het bestuursorgaan (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
Het lokaal bestuur is werkelijk lid van de Vereniging Voor Openbaar Groen. VVOG vzw vraagt nieuwe vertegenwoordigers (schrijven van 21 januari 2025) voor de algemene vergadering en het bestuursorgaan.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Statuten VVOG, goedgekeurd op 1 juli 2024.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Het lokaal bestuur is een werkelijk lid van de VVOG en moet een gemeentelijke vertegenwoordiging aanduiden in de algemene vergadering en een kandidaat-bestuurder.
Voor te dragen mandaten zijn:
Voor de algemene vergadering: 1 effectieve vertegenwoordiger (bij voorkeur een politiek mandataris) en 1 plaatsvervanger.
Voor het bestuursorgaan: 1 kandidaat-bestuurder.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
● Schrijven VVOG
● Statuten VVOG
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (20 ja voor M. De Vry)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid M. De Vry de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Marleen De Vry aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger van de algemene vergadering van VVOG.
Artikel 2 (geheime stemming) (20 ja voor I. Roelants)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid I. Roelants de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Ilse Roelants aan te duiden als plaatsvervanger van de algemene vergadering van VVOG.
Artikel 3 (geheime stemming) (20 ja voor M. Vervoort)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen M. Vervoort de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Schepen Manuela Vervoort aan te duiden als kandidaat-bestuurder van VVOG.
Artikel 4
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, de voorgedragen mandaten lopen vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 5
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar VVOG en betrokkenen.
Artikel 6
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering van VVOG en aanduiden van een kandidaat bestuurder.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Regionaal Landschap Noord-Hageland - beslissing tot vertegenwoordiging in algemene vergadering en kandidaat raad van bestuur (niet-behandeling en verdaging van het agendapunt naar de gemeenteraad van 20 maart 2025)
Motivering
De volgende beslissing wordt verdaagd naar de gemeenteraad van 20 maart 2025:
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Statuten van RLNH
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Het lokaal bestuur is lid van Regionaal Landschap Noord-Hageland.
Regionaal Landschap Noord-Hageland vraagt nieuwe vertegenwoordigers (schrijven van 16 januari 2024) voor de algemene vergadering en het bestuursorgaan (vroegere raad van bestuur).
Voor de algemene vergadering moeten 2 effectieve vertegenwoordigers en 2 plaatsvervangers worden aangeduid.
Voor het bestuursorgaan moet 1 kandidaat-bestuurder (die ook werd voorgedragen als effectieve vertegenwoordiger in de algemene vergadering) worden aangeduid.
De vertegenwoordigers in de algemene vergadering en de plaatsvervangers moeten geen lid zijn van de gemeenteraad.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
*****
Omdat er onduidelijkheid is opgetreden rond de voordrachten voor de kandidaat-bestuurders in hoofde van alle fracties (andere voordrachten dan deze voor de effectieve vertegenwoordigers in de algemene vergadering, wat statutair voorzien is), wordt besloten om alle fracties de kans te bieden om hun voordrachten opnieuw (en correct) in te dienen tegen de gemeenteraad van 20 maart 2025: het agendapunt wordt dus bij unanieme beslissing verdaagd naar de volgende gemeenteraad.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
● Schrijven van RLNH
● Statuten
● Samenstelling algemene vergadering
● Samenstelling bestuursorgaan
Besluit:
niet-behandeling van het agendapunt en verdaging naar de gemeenteraad van 20 maart 2025eenparig aangenomen.
Artikel 1 (geheime stemming)
*** aan te duiden als eerste effectieve vertegenwoordiger van de algemene vergadering van RLNH.
Artikel 2 (geheime stemming)
*** aan te duiden als tweede effectieve vertegenwoordiger van de algemene vergadering van RLNH.
Artikel 3 (geheime stemming)
*** aan te duiden als eerste plaatsvervanger van de algemene vergadering van RLNH.
Artikel 4 (geheime stemming)
*** aan te duiden als tweede plaatsvervanger van de algemene vergadering van RLNH.
Artikel 5 (geheime stemming)
*** aan te duiden als kandidaat-bestuurder van het bestuursorgaan van RLNH.
Artikel 6
De afgevaardigden worden aangeduid voor de bestuursperiode eindigend op 31 december 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 7
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar RLNH en betrokkenen.
Artikel 8
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering en het bestuursorgaan van Regionaal Landschap Noord-Hageland (verdaging naar de gemeenteraad van 20 maart 2025).
Gemeenteraad 20 februari 2025
Zorgraad eerstelijnszone Demerland vzw - aanduiding gemeentelijk vertegenwoordiger voor de cluster 'lokale besturen' (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
Bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode 2025-2030 (ingevolge de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024) dienen diverse bestuursorganen opnieuw samengesteld te worden en vertegenwoordigingen/vertegenwoordigers vanuit gemeente en OCMW aangeduid te worden.
Binnen de eerstelijnszone Demerland zijn 6 zetels in te vullen vanuit de lokale besturen in het kader van hun regiefunctie binnen de cluster lokale besturen.
De gemeente Tielt-Winge kan een mandataris afvaardigen binnen de cluster lokale besturen.
Juridische gronden
● Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders.
● Het besluit van de Vlaamse Regering van 29 juni 2018 tot toekenning van een subsidie aan de initiatiefnemers in een afgebakende zone voor de oprichting van de zorgraden.
● Het besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning en subsidiëring van de zorgraden en houdende inwerkingtreding van het decreet van 26 april 2019 betreffende de organisatie van de eerstelijnszorg, de regionale zorgplatformen en de ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders dat op 17 mei 2019 definitief werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
● Gemeenteraadsbeslissing van 19 september 2019 tot deelname aan de zorgraad eerstelijnszone Demerland vzw.
● Statuten ELZ Demerland vzw (goedgekeurd door de algemene vergadering van 19 december 2024)
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Gelet op het lidmaatschap van het lokaal bestuur bij de ELZ Demerland vzw.
Samenstelling
De Zorgraad bestaat uit een vertegenwoordiging vanuit verschillende clusters:
● Cluster lokale besturen (maximum 6 zetels): gemeenten, OCMW’s en Huis van het Kind
● Cluster welzijn ( maximum 6 zetels): de woonzorgcentra, de diensten voor gezinszorg, de lokale dienstencentra, de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen, de centra voor algemeen welzijnswerk;
● Cluster eerstelijnszorgactoren (maximum 6 zetels): huisartsen, thuisverpleegkundigen, kinesitherapeuten, tandartsen, apothekers, podologen, vroedvrouwen, ergotherapeuten, diëtisten, klinisch psychologen, partners die actief zijn in functie 1 van de netwerken volwassenen artikel 107 en activiteitenprogramma 1 van de netwerken geestelijke gezondheid kinderen en jongeren.
● Verenigingen personen met zorg- en ondersteuningsvraag en vereniging van gebruikers, mantelzorgers en vrijwilligers (maximum 3 zetels)
● Anderen (bv personen met een handicap, ziekenhuis, …): maximum 4
De lokale besturen zetelen in de cluster lokale besturen vanuit hun regierol binnen het lokaal sociaal beleid. Zowel een medewerker van het lokaal bestuur als een mandataris kan zetelen in de Zorgraad. De VVSG beveelt aan om in de vertegenwoordiging rekening te houden met een breed perspectief op lokaal sociaal beleid zodat men linken kan leggen naar andere levensdomeinen naast welzijn en gezondheid zoals wonen, werken, onderwijs en vrije tijd.
De lokale besturen zetelen in de cluster welzijn vanuit hun actorrol (woonzorgcentrum, lokaal dienstencentrum, dienst voor gezinszorg). Voor de invulling van deze cluster zijn afspraken nodig met de andere welzijnsactoren. Alhoewel de sociale diensten van het OCMW niet expliciet zijn opgenomen bij de samenstelling van de cluster welzijn is het toch belangrijk om de link binnen de cluster welzijn te behouden.
Personen die worden afgevaardigd worden geacht de nodige tijd te investeren in de Zorgraad.
In beide clusters is het belangrijk om het eigen bestuur te overstijgen en te spreken namens de cluster of sector waarvoor men vertegenwoordiger is (bijvoorbeeld namens de sector gezinszorg).
Het lokaal bestuur kan deelnemen in de vzw-zorgraad mits hiervoor kandidaten worden voorgedragen na stemming. Om aan te duiden wie de gemeente kan vertegenwoordigen in de zorgraad is artikel 35 van het decreet lokaal bestuur van toepassing. De voordracht van een kandidaat gebeurt na stemming.
Overwegende dat het, wegens de zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024, wenselijk en nodig is een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente aan te stellen.
Heden gaat het specifiek om de aanstelling van een vertegenwoordiger voor de cluster 'lokale besturen'.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen.
Bijlagen
Statuten ELZ Demerland
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (20 ja voor F. Charlier)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid F. Charlier de zitting bij de behandeling van dit agendapunt.
De gemeenteraad beslist om raadslid Filip Charlier, af te vaardigen als vertegenwoordiger van het lokaal bestuur Tielt-Winge binnen de cluster 'lokale besturen' van de vzw Zorgraad eerstelijnszorg Demerland.
Artikel 2
De afgevaardigde wordt aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 3
Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de vzw Zorgraad eerstelijnszorg Demerland en betrokken afgevaardigde.
Artikel 4
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Afvaardiging vertegenwoordiger binnen de cluster lokale besturen zorgraad Demerland.
Gemeenteraad 20 februari 2025
IT-punt - beslissing tot vertegenwoordiging in het beheerscomité (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Raadsbesluit d.d. 24 januari 2019 houdende de principiële beslissing tot toetreding tot de interlokale vereniging ‘IT-punt’ en de goedkeuring van de gecoördineerde statuten d.d. 14 juni 2017 en het huishoudelijk reglement.
● Statuten ILV IT-punt.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Het lokaal bestuur is lid van IT-punt en moet een gemeentelijke vertegenwoordiging aanduiden in het beheerscomité van IT-punt.
Voor het beheerscomité van IT-punt dient 1 effectieve vertegenwoordiger en 1 plaatsvervanger aangeduid te worden. Dit moeten leden van de gemeenteraad zijn.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Statuten ILV IT-punt
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (20 ja voor J. Loddewykx)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen J. Loddewykx de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Schepen Jan Loddewykx aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger van het beheerscomité van IT-punt.
Artikel 2 (geheime stemming) (20 ja voor S. Cleynen)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen S. Cleynen de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Schepen Steve Cleynen aan te duiden als plaatsvervanger van het beheerscomité van IT-punt.
Artikel 3
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, de voorgedragen mandaten lopen vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 4
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar IT-punt en betrokkenen.
Artikel 5
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in het beheerscomité van IT-punt.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Toerisme Vlaams-Brabant vzw - beslissing tot vertegenwoordiging in algemene vergadering en voordracht kandidaat-bestuurder (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
Voor Toerisme Vlaams-Brabant dient er 1 vertegenwoordiger voor de algemene vergadering aangesteld worden en tevens een voordracht van diezelfde persoon als kandidaat-bestuurder.
Dit moet een lid van de gemeenteraad zijn en bij voorkeur de schepen van toerisme.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Lidmaatschap van het lokaal bestuur bij Toerisme Vlaams-Brabant vzw vanaf 15 juni 1999.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Het lokaal bestuur is lid van Toerisme Vlaams-Brabant en moet een gemeentelijke vertegenwoordiging aanduiden in de algemene vergadering en een voordracht doen voor diezelfde persoon als kandidaat-bestuurder.
De vertegenwoordiger moet een lid van de gemeenteraad zijn. Bij voorkeur is dit de schepen van toerisme.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Statuten
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (19 ja voor M. Vervoort ; 1 blanco)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen M. Vervoort de zitting bij de behandeling van dit agendapunt.
Schepen Manuela Vervoort aan te duiden als vertegenwoordiger van de algemene vergadering en voor te dragen als kandidaat-bestuurder van Toerisme Vlaams-Brabant vzw.
Artikel 2
De afgevaardigde wordt aangeduid voor de ganse bestuursperiode, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 3
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar Toerisme Vlaams-Brabant vzw en betrokkene.
Artikel 4
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering van Toerisme Vlaams-Brabant vzw.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Leaderwerking Hageland vzw - aanduiding gemeentelijke vertegenwoordiging in algemene vergadering en Plaatselijke Groep Hageland+ (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Statuten Leader Hageland vzw.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Overwegende dat de gemeente participeert aan Leader.
Overwegende dat het, wegens de zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024, wenselijk en nodig is een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente aan te stellen (betreft gemeenteraadslid).
Gelet op het schrijven van 21 januari 2025 waarbij Leaderwerking Hageland vzw de gemeente uitnodigt een afgevaardigde aan te duiden voor de algemene vergadering en tegelijkertijd ook voor de Plaatselijke Groep.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Schrijven van 21 januari 2025
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (12 ja voor J. Smekens (2025-2027)/J. Trompet (2028-2030); 6 ja voor G. Willems)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat voorzitter J. Smekens de zitting bij de behandeling van dit agendapunt; hij wordt conform artikel 7 §5 DLB vervangen door raadslid R. Beeken (raadslid met de hoogste rangorde en anciënniteit en geen kandidaat voor dit mandaat) als voorzitter van de raad.
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten ook raadsleden G. Willems en J. Trompet de zitting bij de behandeling van dit agendapunt.
Raadslid/voorzitter Jo Smekens wordt aangesteld als vertegenwoordiger van de gemeente bij de vzw Leaderwerking Hageland (algemene vergadering en Plaatselijke Groep Hageland +) voor de periode 2025-2027.
Raadslid Jasper Trompet wordt aangesteld als vertegenwoordiger van de gemeente bij de vzw Leaderwerking Hageland (algemene vergadering en Plaatselijke Groep Hageland +) voor de periode 2028-2030.
Artikel 2
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 3
Afschrift van deze beslissing te verzenden aan Hageland+ vzw en aan betrokkene.
Artikel 4
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Aanduiding vertegenwoordiging Leader Hageland.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Bekkenbestuur Demerbekken - beslissing tot vertegenwoordiging (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
Bekkenbestuur Demerbekken (VMM) vraagt 1 effectieve vertegenwoordiger en 1 plaatsvervanger (schrijven van 8 januari 2025), indien mogelijk binnen de bevoegdheden voor integraal waterbeleid zijn dit bij voorkeur twee personen van verschillend geslacht (n.a.v. het MEP-decreet van 13 juli 2007 houdende bevordering van een meer evenwichtige participatie van vrouwen en mannen in advies- en bestuursorganen van de Vlaamse overheid).
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Decreet van 18 juli 2003 houdende het integraal waterbeleid (gecoördineerd op 15 juni 2018 in het Waterwetboek).
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Het lokaal bestuur maakt deel uit van het bekkenbestuur van het Demerbekken.
Gelet op het schrijven van de provinciegouverneur, voorzitter van het bekkenbestuur van het Demerbekken, van datum 8 januari 2025 m.b.t. de vraag tot afvaardiging van een gemeentelijk mandataris in het bekkenbestuur.
Het bekkenbestuur heeft tot taak:
1° het bekkensecretariaat te organiseren en aan te sturen;
2° het ontwerp van het bekkenspecifieke deel van het stroomgebiedbeheerplan goed te keuren, rekening houdend met het advies dat de bekkenraad daarover heeft uitgebracht en met de resultaten van het openbaar onderzoek, vermeld in artikel 1.6.2.5, binnen een termijn van 90 dagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek en uiterlijk vier maanden voor het begin van de periode waarop het stroomgebiedbeheerplan betrekking heeft;
3° het ontwerp van het bekkenspecifieke deel van een wateruitvoeringsprogramma goed te keuren, rekening houdend met het advies dat de bekkenraad daarover heeft uitgebracht;
4° advies te verlenen over de waterbeleidsnota en de documenten vermeld in artikel 1.6.2.5, § 1; 5° advies te verlenen over het ontwerp van zoneringsplan, vermeld in artikel 9, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen;
6° advies te verlenen over: a) ontwerpen van investeringsprogramma's met een rechtstreekse invloed op de watersystemen; b) ontwerpen van investeringsprogramma's over openbare rioleringen en groot- en kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties;
7° het voorstellen van een adequate bevoegdheidsverdeling van de waterwegen en de onbevaarbare waterlopen om een meer geïntegreerd, logisch samenhangend en efficiënter beheer te realiseren;
8° indien gewenst, de toelichting en/of bespreking van belangrijke projecten of intenties binnen het bekken te agenderen.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
● E-mail bekkenbestuur Demerbekken
● Ontwerpbeslissing gemeenteraad
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (19 ja voor B. Willems; 1 blanco)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen B. Willems de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Schepen Bart Willems aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger van het bekkenbestuur Demerbekken.
Artikel 2 (geheime stemming) (13 ja voor J. Loddewykx; 6 ja voor G. Caluwaerts)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten schepen J. Loddewykx en raadslid G. Caluwaerts de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Schepen Jan Loddewykx aan te duiden als plaatsvervanger van het bekkenbestuur Demerbekken.
Artikel 3
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 4
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar het bekkenbestuur Demerbekken en betrokkenen.
Artikel 5
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in het bekkenbestuur van het Demerbekken.
Gemeenteraad 20 februari 2025
De Watergroep - beslissing tot vertegenwoordiging aandeelhoudersbestuur drinkwaterdienst en algemene vergadering (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
De Watergroep vraagt nieuwe vertegenwoordigers (schrijven van 4 december 2024 van De Watergroep aangaande invulling van de bestuursmandaten) voor de algemene vergadering en het aandeelhoudersbestuur drinkwaterdienst.
Voor aandeelhoudersbestuur drinkwaterdienst: 1 effectieve vertegenwoordiger.
Voor de algemene vergadering: 1 effectieve vertegenwoordiger en 1 plaatsvervanger.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Statuten van de VMW cvba, gewijzigd op 8 december 2017.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Het lokaal bestuur is een vennoot van De Watergroep en moet een gemeentelijke vertegenwoordiging aanduiden in het aandeelhoudersbestuur van de drinkwaterdienst en de algemene vergadering.
De vertegenwoordiger in het aandeelhoudersbestuur van de drinkwaterdienst
● moet een lid van de gemeenteraad zijn. Bij voorkeur is dit iemand met een sterke affiniteit met de activiteiten van De Watergroep, die samen met ons werk wil maken van een duurzame, klimaatrobuuste watervoorziening en een efficiënte dienstverlening waarbij klanten en vennoten centraal staan.
● is de link tussen de gemeente-vennoot en De Watergroep. De vertegenwoordiger neemt actief deel aan de vergaderingen, brengt onderwerpen vanuit de gemeente aan op het aandeelhoudersbestuur en koppelt informatie van het aandeelhoudersbestuur terug naar het gemeentebestuur (beleid en administratie).
De vertegenwoordiger in de algemene vergadering en de plaatsvervanger moeten geen lid zijn van de gemeenteraad.
De vertegenwoordiger in het aandeelhoudersbestuur van de drinkwaterdienst mag dezelfde persoon zijn als de vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
E-mail De Watergroep
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (14 ja voor Y. Duerinckx; 6 ja voor K. Cornelissen)
Conform artikel 27 § 1 DLB verlaat raadslid K. Cornelissen de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Mevrouw Yvette Duerinckx aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger van de algemene vergadering van De Watergroep.
Artikel 2 (geheime stemming) (13 ja voor J. Smekens; 6 ja voor T. Craeninckx)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat voorzitter J. Smekens de zitting bij de behandeling van dit agendapunt; hij wordt conform artikel 7 §5 DLB vervangen door raadslid G. Willems (raadslid met de hoogste rangorde en anciënniteit) als voorzitter van de raad.
Conform artikel 27 § 1 DLB verlaat raadslid T. Craeninckx de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid/voorzitter Jo Smekens aan te duiden als plaatsvervanger van de algemene vergadering van De Watergroep
Artikel 3 (geheime stemming) (13 ja voor F. Lemmens; 6 ja voor R. Beeken)
Conform artikel 27 § 1 DLB verlaten raadslid F. Lemmens en raadslid R. Beeken de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Fons Lemmens aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger van het aandeelhoudersbestuur drinkwaterdienst van De Watergroep.
Artikel 4
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, de voorgedragen mandaten lopen vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 5
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar De Watergroep en betrokkenen.
Artikel 6
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in het aandeelhoudersbestuur drinkwater en de algemene vergadering van De Watergroep.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Intergemeentelijke dienstverlenende vereniging IGO div - beslissing houdende aanduiding gemeentelijk vertegenwoordiger in de algemene vergadering (geheime stemming), raad van bestuur (geheime stemming) en het algemeen comité (geheime stemming) en bepaling mandaat voor de buitengewone algemene vergadering van 21 maart 2025 (gewone stemming)
Motivering
Feiten en context
Bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode 2025-2030 (ingevolge de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024) dienen diverse bestuursorganen opnieuw samengesteld te worden en vertegenwoordigingen/vertegenwoordigers vanuit gemeente en OCMW aangeduid te worden.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Besluit van de gemeenteraad van 8 januari 2004 waarbij werd beslist akkoord te gaan met de oprichting van en deelname aan de dienstverlenende vereniging IGO.
● De oprichting van de dienstverlenende vereniging IGO op 10 maart 2004, die als rechtsopvolger optreedt van de vzw IGO Leuven.
● De oprichting van IGO-W vzw op 27 oktober 1998.
Adviezen
Er zijn geen adviezen.
Argumentatie
Met betrekking tot de mandaten voor IGO div:
Gelet op artikel 447 van het decreet van 22 december 2017 houdende het lokaal bestuur dat bepaalt dat er een onverenigbaarheid bestaat tussen het mandaat van vertegenwoordiger op de algemene vergadering en dat van lid van één van de andere organen;
Gelet op artikel 33 van de statuten van de dienstverlenende vereniging IGO, dat bepaalt dat de algemene vergadering is samengesteld uit vertegenwoordigers van de deelnemers. Voor de gemeenten worden zij rechtstreeks aangewezen door de gemeenteraden uit hun leden, en voor de overige deelnemers door de organen die, krachtens de wettelijke, reglementaire of statutaire bepalingen, bevoegd zijn tot deelneming of toetreding te beslissen. Een deelnemer kan haar vertegenwoordiger voor de volledige legislatuur aanduiden. De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger moet voor elke algemene vergadering door de bevoegde raad van de deelnemer gebeuren;
Gelet op artikel 16 van de statuten van de intergemeentelijke vereniging IGO waarin wordt bepaald dat de vereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur, door de algemene vergadering benoemd en door haar afzetbaar. De raad van bestuur telt 15 leden met volgende verdeling van de mandaten:
● Eén bestuurder voor Aarschot.
● Eén bestuurder voor Tienen.
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Rotselaar/Begijnendijk.
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Tremelo/Keerbergen
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Haacht/Boortmeerbeek
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Herent/Kortenberg
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Tervuren/Huldenberg/ Overijse/Hoeilaart
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Bertem/Oud-Heverlee
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Bierbeek/Boutersem
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Lubbeek/Holsbeek
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Hoegaarden/Landen
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Zoutleeuw/Linter
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Geetbets/Kortenaken/Glabbeek
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Bekkevoort/Tielt-Winge
● Eén bestuurder voor de cluster van gemeenten Diest/Scherpenheuvel-Zichem
Enkel natuurlijke personen kunnen lid zijn van de raad van bestuur. Maximaal twee derden van de leden van de raad van bestuur zijn van hetzelfde geslacht. Indien het totaal van de door de gemeenten voorgedragen kandidaten niet beantwoordt aan deze voorwaarde, worden de voordrachten gerangschikt in volgorde van de datum van voordracht van de gemeenteraad. Voor de kandidaten die voorgedragen worden door meer dan één gemeente, geldt de datum van de voordracht door de gemeenteraad waarvan zij zelf deel uitmaken. De kandidaten die het maximum van twee derden van hetzelfde geslacht overschrijden, en die als laatsten zijn voorgedragen door hun gemeenteraad, worden niet aanvaard. De gemeenten die behoren tot de groep waaruit deze kandidaat is voorgedragen, worden verzocht een kandidaat van het andere geslacht voor te dragen.
Overwegende dat er een bestuurder voor de cluster Tielt-Winge-Bekkevoort dient afgevaardigd te worden voor een periode van zes jaar. In het kader van de clusterwerking voor aanduiding van de bestuurders werden - na onderhandeling - beleidsafspraken gemaakt met de gemeente Bekkevoort: voor de ganse periode van de legislatuur wordt bevestigd dat burgemeester Hans Vandenberg (Bekkevoort) ook (gemeente en OCMW) Tielt-Winge zal vertegenwoordigen in de raad van bestuur en zijn voordracht (voor een periode van 6 jaar) wordt (bij geheime stemming) bevestigd.
Gelet op artikel 18 van de statuten van de intergemeentelijke vereniging IGO waarin wordt bepaald dat iedere deelnemende gemeente het recht heeft, tot lid van de raad van bestuur met raadgevende stem, een gemeenteraadslid aan te duiden, verkozen op de lijst waarvan geen enkele verkozene deel uitmaakt van het college van burgemeester en schepenen, en deze aanduiding voor te leggen aan de algemene vergadering die overgaat tot de samenstelling van de raad van bestuur na algehele vernieuwing van de gemeenteraden. Zoals omschreven in artikel 18 van de statuten bepaalt de algemene vergadering de mandaten op basis van de geldende voorwaarden.
Gelet op artikel 442, §1, 1° van het decreet van 22 december 2017 houdende het lokaal bestuur en gelet op artikel 31 van de statuten van de intergemeentelijke vereniging IGO, kan een algemeen comité opgericht worden dat de verbinding tussen de raad van bestuur en de algemene vergadering vormt. Elke deelnemer heeft 1 lid in het algemeen comité. Voor elke gemeente is de schepen verantwoordelijk voor welzijn/lokaal sociaal beleid, de schepen verantwoordelijk voor omgeving óf een door hen aangeduide vertegenwoordiger, verkozene of ambtenaar, lid. Voor de OCMW’s en andere leden van de vereniging wordt het lid van het algemeen comité bij geheime stemming benoemd door de algemene vergadering op voordracht van de deelnemers. De voorzitter en de ondervoorzitters van de raad van bestuur maken ambtshalve deel uit van het algemeen comité.
Gelet op artikel 21 van de statuten van de intergemeentelijke vereniging IGO waarin wordt bepaald dat het mandaat van bestuurder zes jaar duurt en eindigt na de algemene vergadering die overgaat tot vernieuwing van de raad van bestuur binnen de eerste 3 maanden van het jaar volgend op de algehele vernieuwing van de gemeenteraden.
Met betrekking tot de mandaten voor IGO-W vzw:
Gelet op de samenwerkingsovereenkomst die gesloten werd tussen IGO div en IGO-W vzw waarin de modaliteiten van samenwerking tussen IGO div en IGO-W vzw beschreven worden en waaruit blijkt dat IGO div en IGO-W vzw op financieel, economisch, organisatorisch en bestuurlijk vlak nauw met elkaar verbonden zijn en waarbij IGO-W vzw onder controle van IGO div staat.
Gelet op de statuten van IGO-W vzw waarin bepaald wordt dat de raad van bestuur van IGO-W vzw bestaat uit minstens twee derden van de bestuurders van de kandidaten voorgedragen door IGO div en gelet op de beslissing van de Raad van Bestuur van IGO div van 19 april 2024 om de stemgerechtigde bestuurders van IGO div voor te dragen als leden van de Raad van Bestuur van IGO-W vzw en de mandaten te vernieuwen bij de algehele vernieuwing van de gemeenteraden en de vernieuwing van de bestuursorganen van IGO div.
Gelet op het schrijven van 20 december 2024 aan de gemeente, met o.m. instructies voor het OCMW qua samenstelling van de algemene vergadering vanuit het OCMW.
Gelet op de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 21 maart 2025 van de intergemeentelijke vereniging IGO, die de volgende punten omvat:
1. Welkom
2. Goedkeuring verslagen AV 20/12/2024
3. Goedkeuring code van goed bestuur
4. Goedkeuring deontologische code
5. Benoeming van de leden van de Raad van Bestuur van IGO div
a. Benoeming van de stemgerechtigde bestuurders van de (clusters van) van gemeenten (15 bestuurders)
b. Benoeming van de bestuurders met raadgevende stem (maximaal 5 bestuurders)
c. Benoeming van de deskundigen (maximaal 5 deskundigen)
6. Benoeming van de leden van het Algemeen Comité van IGO div
7. Benoeming van de leden van de leden van de Raad van Bestuur van IGO-W vzw
8. Varia
Overwegende dat het wegens de zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2025, wenselijk en nodig is een nieuwe vertegenwoordiging (effectief en plaatsvervanger) van de gemeente aan te stellen.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen (er waren geen voordrachten voor bestuurder met raadgevende stem).
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
E-mail van IGO van 20 december 2024 met bijlagen.
Besluit:
over artikel 6eenparig aangenomen.
Artikel 1 (geheime stemming) (20 ja voor E. Roskin)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid E. Roskin de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Eric Roskin wordt voorgedragen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de intergemeentelijke vereniging IGO.
Artikel 2 (geheime stemming) (20 ja voor M. Vervoort)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen M. Vervoort de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Schepen Manuela Vervoort wordt voorgedragen als lid van het algemeen comité van de intergemeentelijke vereniging IGO.
Artikel 3 (geheime stemming) (19 ja voor H. Vandenberg; 2 blanco)
Gaat akkoord met de voordracht van Hans Vandenberg (burgemeester en raadslid Bekkevoort) als stemgerechtigd vertegenwoordiger van de cluster van gemeenten Tielt-Winge en Bekkevoort in de raad van bestuur van de intergemeentelijke vereniging IGO voor de periode van 21 maart 2025 tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad.
De vertegenwoordiger die aldus voorgedragen wordt, wordt eveneens voorgedragen als bestuurder van IGO-W vzw.
Artikel 4 (kennisneming)
De gemeenteraad neemt kennis van het feit dat er geen voordrachten als bestuurder met raadgevende stem van de gemeente in de raad van bestuur van de intergemeentelijke vereniging IGO zijn.
Artikel 5
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, de voorgedragen mandaten lopen vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 6 (gewone stemming)
Beslist dus (zie artikel 1) om raadslid Eric Roskin voor te dragen als afgevaardigde voor de buitengewone algemene vergadering van 21 maart 2025. Eric Roskin krijgt het mandaat de agendapunten van de buitengewone algemene vergadering goed te keuren. Raadslid Eric Roskin zal de gemeente van Tielt-Winge vertegenwoordigen voor de hele legislatuur. De vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger moet voor elke algemene vergadering door de gemeenteraad gebeuren.
Artikel 7
Een afschrift van dit besluit wordt overgezonden aan de betrokkenen, aan de gemeente Bekkevoort en aan IGO div.
Artikel 8
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Aanstelling vertegenwoordiging en mandaatbepaling BAV 21 maart 2025.
Gemeenteraad 20 februari 2025
EcoWerf - beslissing tot gemeentelijke vertegenwoordiging (geheime stemming) en bepaling mandaat voor de bijzondere algemene vergadering van 26 maart 2025 (gewone stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
EcoWerf vraagt voordracht van de nieuwe vertegenwoordiging (schrijven van 9 december 2024 van EcoWerf aangaande invulling van de bestuursmandaten) en mandaatbepaling voor de bijzondere algemene vergadering van 26 maart 2025.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Deelname van de gemeente in de opdrachthoudende vereniging EcoWerf, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant.
● Statuten van EcoWerf zoals goedgekeurd door de algemene vergadering van 20 december 2023.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Gelet op de deelname van de gemeente in de opdrachthoudende vereniging EcoWerf, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant.
Gelet op de statuten van EcoWerf (versie 20 december 2023).
Gelet op de uitnodiging van 9 december 2024 voor de bijzondere algemene vergadering van EcoWerf van 26 maart 2025 met bijhorende agenda en bijlagen.
Overwegende dat het, wegens de zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024, wenselijk en nodig is een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente aan te stellen.
Overwegende dat voor de algemene vergaderingen van EcoWerf voor de periode van de nieuwe legislatuur een gemeenteraadslid als vertegenwoordiger van de gemeente moet aangeduid worden, alsook een plaatsvervanger.
Overwegende dat er actueel (nog) geen duidelijkheid is over het lot van de (eventuele hervorming van de) cluster Aarschot-Tielt-Winge-Bekkevoort voor het aanduiden van een bestuurder in de raad van bestuur; dat er bijgevolg moet worden uitgegaan van de geldende statuten die spreken over één (gegarandeerd) bestuurder in de raad van bestuur voor de cluster Aarschot-Tielt-Winge-Bekkevoort; dat er redelijkerwijze dus best wordt uitgegaan van een scenario waarbij de bijzondere algemene vergadering van EcoWerf autonoom de keuze moet maken van eventueel in overtal door een cluster voorgedragen bestuurders; dat veiligheidshalve (en uitgaand van het belang van de gemeente bij een maximale invulling van dergelijke uitvoerde bestuurders in een belangrijke organisatie als EcoWerf met belangrijke praktische impact op de gemeente) de gemeente Tielt-Winge zowel een eigen (rechtstreeks afgevaardigd) kandidaat-effectief bestuurder voor de ganse legislatuur, als een kandidaat-bestuurder met raadgevende stem voor de ganse legislatuur wenst voor te dragen aan de bijzondere algemene vergadering van EcoWerf ; dat wordt uitgegaan van een gelijkaardig scenario als in 2019 waarbij Tielt-Winge deze (rechtstreeks afgevaardigd) bestuurder zal voordragen voor de ganse duur van de bestuursperiode en namens de cluster zal aanduiden als bestuurder.
Overwegende dat de statuten van EcoWerf voorzien (artikel 22) dat bij aanduiding van een rechtstreeks afgevaardigd bestuurder er geen bestuurder met raadgevende stem meer kan worden voorgesteld; dat het actueel onduidelijk is of Tielt-Winge zal beschikken over een rechtstreeks afgevaardigd bestuurder in het bestuursorgaan en de gemeente dus ook wenst over te gaan tot voordracht van een bestuurder met raadgevende stem vanuit de oppositie.
Overwegende dat de gemeente wenst over te gaan tot een effectieve afvaardiging en een plaatsvervanger in het algemeen comité; dat het effectieve lid steeds de schepen van omgeving dient te zijn, de plaatsvervanger moet een mandataris of ambtenaar zijn.
Overwegende dat de agenda voor de bijzondere algemene vergadering van 26 maart 2025 volgende punten bevat:
1. Aanstelling bureau van de bijzondere algemene vergadering
2. Goedkeuring verslag van de buitengewone en bijzondere algemene vergadering van 20 november 2024
3. Benoeming van de bestuurders van EcoWerf voor een periode van zes jaar
4. Benoeming van de bestuurders met raadgevende stem voor een periode van zes jaar
5. Benoeming van de vertegenwoordiger en plaatsvervanger(s) voor het algemeen comité van EcoWerf
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen (er is geen voordracht voor plaatsvervangend vertegenwoordiger voor het algemeen comité).
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Brief EcoWerf 9 december 2024 met bijlagen
Besluit:
over artikel 7eenparig aangenomen.
Artikel 1 (geheime stemming) (20 ja voor S. Cleynen)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen S. Cleynen de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Schepen Steve Cleynen aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger van de algemene vergadering van EcoWerf.
Artikel 2 (geheime stemming) (20 ja voor M. De Vry)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid M. De Vry de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid M. De Vry aan te duiden als plaatsvervanger van de algemene vergadering van EcoWerf.
Artikel 3 (geheime stemming) (20 ja voor E. Roskin)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid E. Roskin de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Eric Roskin aan te stellen en voor te dragen aan de bijzondere algemene vergadering als (rechtstreeks afgevaardigd) bestuurder van EcoWerf, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant voor de ganse bestuursperiode namens de cluster.
Artikel 4 (geheime stemming) (8 ja en 11 neen voor R. Beeken; 1 blanco)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid R. Beeken de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Er wordt geen kandidaat voorgedragen door de gemeenteraad als bestuurder met raadgevende stem.
Artikel 5 (geheime stemming) (16 ja en 2 neen voor M. Vervoort; 2 blanco)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen M. Vervoort de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.§1.
Schepen Manuela Vervoort wordt aangesteld als effectief vertegenwoordiger voor het algemeen comité van EcoWerf, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant.
Artikel 6
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, de voorgedragen mandaten lopen vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 7 (gewone stemming)
Schepen Steve Cleynen, effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering, wordt gemandateerd om alle agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van EcoWerf, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant van 26 maart 2025 goed te keuren.
Artikel 8
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar EcoWerf, gemeente Bekkevoort, stad Aarschot en betrokkenen.
Artikel 9
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering van EcoWerf.
Het mandaat van de vertegenwoordiger inzake de agenda van de bijzondere algemene vergadering van 26 maart 2025 van EcoWerf als volgt vast te stellen: goedkeuring van alle agendapunten van de bijzondere algemene vergadering.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Fluvius OV - beslissing tot vertegenwoordiging algemene vergadering (geheime stemming), (eventueel) kandidaat-bestuurder (geheime stemming) en bepaling mandaat voor de buitengewone algemene vergadering van 26 maart 2025 (gewone stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
Fluvius OV vraagt nieuwe vertegenwoordigers (schrijven van 8 januari 2025) voor de algemene vergadering nl. 1 effectieve vertegenwoordiger en 1 plaatsvervanger (en eventueel een kandidaat-bestuurder). Fluvius OV nodigt de nieuwe vertegenwoordigers uit op de buitengewone algemene vergadering van 26 maart 2025 welke op digitale wijze zal doorgaan, waarvoor het mandaat moet worden bepaald.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Het lokaal bestuur is aangesloten bij Fluvius Opdrachthoudende Vereniging.
● Uitnodiging per aangetekend schrijven van 7 januari 2025 om op digitale wijze deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 26 maart 2025.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is bij Fluvius Opdrachthoudende Vereniging.
Gelet op het feit dat de gemeente per aangetekend schrijven van 7 januari 2025 werd opgeroepen om op digitale wijze deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging op 26 maart 2025.
Gelet op het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente per brief en per mail van 7 januari 2025 overgemaakt werd en digitaal raadpleegbaar zijn op het Extranet.
Gelet op het artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Gelet op het feit dat de vertegenwoordigers voor een algemene vergadering aangeduid kunnen worden voor de volledige duurtijd van de gemeentelijke legislatuur.
Gelet op het feit dat de decretale en statutaire onverenigbaarheden, zoals beschreven in het punt 2 van het documentatiedossier dat aan de deelnemende gemeente overgemaakt werd, ook gelden voor de vertegenwoordigers op de algemene vergadering en dat de vertegenwoordigers niet als kandidaat-lid mogen voorgedragen worden voor de Raad van Bestuur.
Het lokaal bestuur neemt deel in de opdrachthoudende vereniging Fluvius en duidt een effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordiger aan voor de algemene vergadering.
Gelet op het feit dat overeenkomstig artikel 17 van de statuten alle huidige mandaten bij Fluvius Opdrachthoudende Vereniging onmiddellijk vervallen na voornoemde algemene vergadering en dat deze tot een algehele vervanging van de bestuursorganen dient over te gaan.
Gelet op het feit dat overeenkomstig artikel 16 van de statuten de deelnemende gemeenten het recht hebben om maximaal zes bestuurders, namelijk drie namens de deelnemende gemeenten van de provincie Limburg en telkens één namens de deelnemende gemeenten van respectievelijk de provincie Antwerpen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen voor te dragen.
Gelet op het feit dat het totaal aantal door de algemene vergadering te benoemen leden van de raad van bestuur beperkt is tot zes.
Gelet op het feit dat er een aantal decretale en statutaire onverenigbaarheden zijn, zoals beschreven in de nota mandatenwissel die aan de gemeente overgemaakt werd.
Gelet op het artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke Algemene Vergadering.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Brief Fluvius OV
Besluit:
over artikel 4eenparig aangenomen.
Artikel 1 (geheime stemming) (13 ja voor E. Roskin; 6 ja voor G. Willems)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten raadslid E. Roskin en raadslid G. Willems de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Eric Roskin aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger van de algemene vergadering van Fluvius OV.
Artikel 2 (geheime stemming) (13 ja voor J. Smekens; 6 ja voor K. Cornelissen)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat voorzitter J. Smekens de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt; hij wordt conform artikel 7 §5 DLB vervangen door raadslid G. Willems (raadslid met de hoogste rangorde en anciënniteit) als voorzitter van de raad.
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid K. Cornelissen de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid/voorzitter Jo Smekens aan te duiden als plaatsvervanger van de algemene vergadering van Fluvius OV.
Artikel 2bis (geheime stemming) (13 ja voor M. Vervoort; 6 ja voor G. Caluwaerts)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten schepen M. Vervoort en raadslid G. Caluwaerts de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Schepen Manuela Vervoort voor te dragen als kandidaat-bestuurder van Fluvius Opdrachthoudende Vereniging, voor een duur van zes jaar, vanaf de Buitengewone Algemene Vergadering van 26 maart 2025 tot aan de eerste (Buitengewone) Algemene Vergadering in het jaar 2031.
Artikel 3
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, de voorgedragen mandaten lopen vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 4 (gewone stemming)
Raadslid Eric Roskin, effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering, wordt gemandateerd om het enige agendapunt van de buitengewone algemene vergadering (statutaire ontslagnemingen en benoemingen) van Fluvius OV van 26 maart 2025 goed te keuren.
Artikel 5
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar Fluvius en betrokkenen.
Artikel 6
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering van Fluvius OV.
Het mandaat van de vertegenwoordiger inzake de agenda van de buitengewone algemene vergadering van 26 maart 2025 van Fluvius OV als volgt vast te stellen: goedkeuring van alle agendapunten van de buitengewone algemene vergadering.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Fluvius Zenne-Dijle - beslissing tot vertegenwoordiging algemene vergadering (geheime stemming), kandidaat-lid voor het Regionaal bestuurscomité Leuven (geheime stemming) en (eventueel) kandidaat-bestuurder voor de raad van bestuur (geheime stemming) en bepaling mandaat voor de bijzondere algemene vergadering van 24 maart 2025 (gewone stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
Fluvius Zenne-Dijle is ontstaan (januari 2025) uit de fusie van de netbeheerders PBE en Iverlek.
Deze vertegenwoordiging komt bijgevolg in de plaats van PBE.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Statuten Fluvius Zenne-Dijle
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Het lokaal bestuur neemt deel in de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle.
Fluvius Zenne-Dijle is ontstaan (januari 2025) uit de fusie van de netbeheerders PBE en Iverlek.
Deze vertegenwoordiging komt bijgevolg in de plaats van PBE.
Fluvius Zenne-Dijle vraagt om aanduiding van de nieuwe vertegenwoordigers (schrijven van 8 januari 2025) voor de algemene vergadering (het betreft 1 effectieve vertegenwoordiger en 1 plaatsvervanger), een kandidaat-lid voor het Regionaal Bestuurscomité (RBC) Leuven en (eventueel) een kandidaat-bestuurder in de raad van bestuur. Fluvius Zenne-Dijle nodigt de nieuwe vertegenwoordigers uit op de bijzondere algemene vergadering van 24 maart 2025.
De agenda van de bijzondere algemene vergadering van 24 maart 2025 omvat volgend agendapunt:
Hiervoor moet de gemeenteraad het mandaat bepalen.
Gelet op het feit dat overeenkomstig artikel 18 van de statuten alle huidige mandaten bij Fluvius Zenne-Dijle onmiddellijk vervallen na voornoemde algemene vergadering en dat deze tot een algehele vervanging van de bestuursorganen dient over te gaan.
Gelet op het feit dat de gemeente ingedeeld is bij het regionaal bestuurscomité Leuven.
Gelet op het feit dat overeenkomstig artikel 17 punt 2 van de statuten elke gemeente het recht heeft om één (1) kandidaat-lid voor te dragen voor het regionaal bestuurscomité (RBC).
Gelet op het feit dat een kandidaat-bestuurder eveneens dient te worden voorgedragen als kandidaat-lid voor het RBC, maar dat de voordracht van een kandidaat-bestuurder voor de raad van bestuur (die dus dezelfde moet zijn als deze voor het RBC) optioneel is, dat de gemeenteraad hier wel kiest voor dergelijke extra voordracht.
Gelet op het feit dat het om onafhankelijke bestuurders moet gaan in de zin van artikel 1.1.1., §2, 74° van het Energiebesluit en dat er een aantal decretale en statutaire onverenigbaarheden zijn, zoals beschreven in de toelichtingsnota die aan de deelnemende gemeenten overgemaakt werd.
Gelet op het artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Gelet op het feit dat de vertegenwoordigers voor een algemene vergadering aangeduid kunnen worden voor de volledige duurtijd van de gemeentelijke legislatuur, nl. tot einde 2030.
Gelet op het feit dat de decretale en statutaire onverenigbaarheden ook gelden voor de vertegenwoordigers op (buitengewone) algemene vergaderingen en dat de vertegenwoordigers niet als kandidaat-lid mogen voorgedragen worden voor het Regionaal Bestuurscomité (RBC) of voor de Raad van Bestuur.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
● Brief Fluvius Zenne-Dijle
● Statuten Fluvius Zenne-Dijle
Besluit:
over artikel 5eenparig aangenomen.
Artikel 1 (geheime stemming) (13 ja voor S. Cleynen; 6 ja voor G. Willems)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten schepen S. Cleynen en raadslid G. Willems de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Schepen Steve Cleynen aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger van de algemene vergadering van Fluvius Zenne-Dijle.
Artikel 2 (geheime stemming) (13 ja voor J. Smekens; 6 ja voor K. Cornelissen)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat voorzitter J. Smekens de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt; hij wordt conform artikel 7 §5 DLB vervangen door raadslid G. Willems (raadslid met de hoogste rangorde en anciënniteit) als voorzitter van de raad.
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat K. Cornelissen de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid/voorzitter Jo Smekens aan te duiden als plaatsvervanger van de algemene vergadering van Fluvius Zenne-Dijle.
Artikel 3
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, de voorgedragen mandaten lopen vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 4 (geheime stemming) (13 ja voor F. Lemmens; 6 ja voor G. Caluwaerts)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten raadslid F. Lemmens en raadslid G. Caluwaerts de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
§1. Raadslid Fons Lemmens voor te dragen als kandidaat-lid voor het regionaal bestuurscomité Leuven van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle, voor een duur van zes jaar, vanaf de Buitengewone Algemene Vergadering van 24 maart 2025 tot aan de eerste (Buitengewone) Algemene Vergadering in het jaar 2031.
§2. Dezelfde persoon zoals vermeld in §1 tevens voor te dragen als kandidaat-lid voor de raad van bestuur van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne-Dijle, voor een duur van zes jaar, vanaf de Buitengewone Algemene Vergadering van 24 maart 2025 tot aan de eerste (Buitengewone) Algemene Vergadering in het jaar 2031.
Artikel 5 (gewone stemming)
Schepen Steve Cleynen, effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering, wordt gemandateerd om het enige agendapunt van de bijzondere algemene vergadering van Fluvius Zenne-Dijle van 24 maart 2025 goed te keuren.
De vertegenwoordiger(s) van de gemeente die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Zenne Dijle op 24 maart 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen.
Artikel 6
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar Fluvius en betrokkenen.
Artikel 7
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering, RBC Leuven en raad van bestuur van Fluvius Zenne-Dijle en bepaling mandaat van de bijzondere algemene vergadering van 24 maart 2025 van Fluvius Zenne-Dijle.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Riobra - beslissing tot vertegenwoordiging algemene vergadering (geheime stemming), kandidaat-lid voor het Regionaal bestuurscomité Oost (geheime stemming) en (eventueel) kandidaat-bestuurder voor de raad van bestuur (geheime stemming) en bepaling mandaat voor de bijzondere algemene vergadering van 12 maart 2025 (gewone stemming)
Motivering
Feiten en context
De zesjaarlijkse algehele vernieuwing van de gemeenteraad ingevolge de verkiezingen van 13 oktober 2024 noodzaakt het aanstellen van een nieuwe vertegenwoordiging van de gemeente.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Statuten Riobra.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Gelet op het feit dat de gemeente voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Riobra.
Gelet op het feit dat de gemeente per aangetekend schrijven van 7 januari 2025 werd opgeroepen om deel te nemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van Riobra die op 12 maart 2025 plaats heeft.
Gelet op het artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de deelnemende gemeenten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Gelet op het feit dat de vertegenwoordigers voor een algemene vergadering aangeduid kunnen worden voor de volledige duurtijd van de gemeentelijke legislatuur, nl. tot einde 2030.
Gelet op het feit dat de decretale en statutaire onverenigbaarheden, zoals beschreven in het punt 2 van het documentatiedossier dat aan de deelnemende gemeente/stad overgemaakt werd, ook gelden voor de vertegenwoordigers op (buitengewone) algemene vergaderingen en dat de vertegenwoordigers niet als kandidaat-lid mogen voorgedragen worden voor het Regionaal Bestuurscomité (RBC) of voor de Raad van Bestuur.
Gelet op het feit dat overeenkomstig artikel 21 van de statuten alle huidige mandaten bij Riobra onmiddellijk vervallen na voornoemde algemene vergadering en dat deze tot een algehele vervanging van de bestuursorganen dient over te gaan.
Gelet op het feit dat de gemeente ingedeeld is bij het regionaal bestuurscomité Oost.
Gelet op het feit dat overeenkomstig artikel 23 punt 2 van de statuten elke gemeente het recht heeft om één (1) kandidaat-lid voor te dragen voor het regionaal bestuurscomité en het lid met raadgevende stem geen deel uitmaakt van een regionaal bestuurscomité.
Gelet op het feit dat overeenkomstig artikel 15 punt 2 van de statuten de deelnemende gemeenten het recht hebben om maximaal 15 kandidaat-bestuurders voor te dragen.
Gelet op het feit dat een kandidaat-bestuurder eveneens dient te worden voorgedragen als kandidaat-lid voor het RBC.
Gelet op het feit dat een kandidaat-bestuurder eveneens dient te worden voorgedragen als kandidaat-lid voor het RBC, maar dat de voordracht van een kandidaat-bestuurder voor de raad van bestuur (die dus dezelfde moet zijn als deze voor het RBC) optioneel is, dat de gemeenteraad hier wel kiest voor dergelijke extra voordracht.
Gelet op het feit dat er een aantal decretale en statutaire onverenigbaarheden zijn, zoals beschreven in de toelichtingsnota die aan de deelnemende gemeenten overgemaakt werd.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via e-mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
E-mail van 8 januari 2025 van Riobra met bijlagen
Besluit:
over artikel 4eenparig aangenomen.
Artikel 1 (geheime stemming) (13 ja voor E. Roskin; 6 ja voor G. Caluwaerts)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten raadslid E. Roskin en raadslid G. Caluwaerts de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Eric Roskin aan te duiden als effectieve vertegenwoordiger op de (buitengewone) algemene vergaderingen voor de periode van heden tot het einde van de huidige gemeentelijke legislatuur.
Artikel 2 (geheime stemming) (13 ja voor J. Trompet; 6 ja voor G. Clinckx)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten raadslid J. Trompet en raadslid G. Clinckx de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Jasper Trompet aan te duiden als plaatsvervangende vertegenwoordiger op de (buitengewone) algemene vergaderingen voor de periode van heden tot het einde van de huidige gemeentelijke legislatuur.
Artikel 3 (geheime stemming) (13 ja voor M. Vervoort; 6 ja voor G. Caluwaerts)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten schepen M. Vervoort en raadslid G. Caluwaerts de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
§1. Schepen Manuela Vervoort voor te dragen als kandidaat-lid voor het regionaal bestuurscomité Oost van de opdrachthoudende vereniging Riobra, voor een duur van zes jaar, vanaf de Buitengewone Algemene Vergadering van 12 maart 2025 tot aan de eerste (Buitengewone) Algemene Vergadering in het jaar 2031.
§2. Dezelfde persoon zoals vermeld in §1. tevens voor te dragen als kandidaat-lid voor de raad van bestuur van de opdrachthoudende vereniging Riobra, voor een duur van zes jaar, vanaf de Buitengewone Algemene Vergadering van 12 maart 2025 tot aan de eerste (Buitengewone) Algemene Vergadering in het jaar 2031.
Artikel 4 (gewone stemming)
Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra van 12 maart 2025 met als enig agendapunt ‘Statutaire ontslagnemingen / benoemingen’.
De vertegenwoordiger(s) van de gemeente die zal deelnemen aan de Buitengewone Algemene Vergadering van de opdrachthoudende vereniging Riobra op 12 maart 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden), op te dragen zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen.
Artikel 5
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennis hiervan te geven aan de opdrachthoudende vereniging Riobra, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e-mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
Artikel 6
Afschrift van deze beslissing te verzenden naar Riobra en betrokkenen.
Artikel 7
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Beslissing tot vertegenwoordiging in de algemene vergadering, RBC Oost en raad van bestuur van Riobra en bepaling mandaat van de bijzondere algemene vergadering van 12 maart 2025 van Riobra.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Creadiv NV - aanduiding van vertegenwoordiging in de algemene vergadering (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
Bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode 2025-2030 (ingevolge de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024) dienen diverse bestuursorganen opnieuw samengesteld te worden en vertegenwoordigingen/vertegenwoordigers vanuit de gemeente aangeduid te worden.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Statuten van Creadiv NV.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Gelet op de deelneming van de gemeente in de naamloze vennootschap CREADIV.
Gelet op het afgelopen mandaat van de huidige effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de NV CREADIV dat toegekend was voor de volledige legislatuur 2019-2024.
Overwegende dat derhalve een beslissing tot aanduiding van de vertegenwoordigers (één effectieve en één plaatsvervanger) in de algemene vergadering van CREADIV NV, noodzakelijk is.
Overwegende dat de nieuwe aanduiding gelding zal hebben tot het einde van de lopende legislatuur op 31 december 2030, behoudens ontslag of intrekking van het mandaat.
Overwegende dat er geen specifieke hoedanigheid vereist is voor deze vertegenwoordigers en dus ook niet de hoedanigheid van gemeenteraadslid, maar dat - met het oog op een goede doorstroming van informatie naar het college - het toch aangewezen is dat de vertegenwoordigers lid zijn van de gemeenteraad.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12 uur schriftelijk (of via mail) voorgedragen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Gecoördineerde statuten.
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (13 ja voor J. Trompet; 7 ja voor S. Van Krunkelveldt)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid J. Trompet de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Jasper Trompet aan te duiden als effectief vertegenwoordiger op de algemene vergadering van Creadiv.
Artikel 2 (geheime stemming) (13 ja voor F. Charlier; 7 ja voor Marie-Anne De Mol)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid F. Charlier de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Filip Charlier aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger op de algemene vergadering van Creadiv.
Artikel 3
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, de voorgedragen mandaten lopen vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormeld besluit.
Artikel 5
Kennis te geven van onderhavige beslissing aan CREADIV NV, Diestsesteenweg 126 te 3210 Lubbeek en betrokkenen.
Artikel 6
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassing van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Aanduiden gemeentelijke vertegenwoordiging algemene vergadering creadiv nv.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Vertegenwoordiging IGS Hofheide - beslissing houdende aanduiding vertegenwoordiger en plaatsvervanger in de algemene vergadering (geheime stemming), raad van bestuur (geheime stemming), bestuurder met raadgevende stem (geheime stemming) en bepaling mandaat voor de bijzondere algemene vergadering van 26 maart 2025 (gewone stemming)
Motivering
Feiten en context
Bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode 2025-2030 (ingevolge de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024) dienen diverse bestuursorganen opnieuw samengesteld te worden en vertegenwoordigingen/vertegenwoordigers vanuit de gemeente aangeduid te worden.
Juridische gronden
● Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.
● Gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2019 tot aanduiding van de gemeentelijke vertegenwoordiger.
● Statuten van IGS Hofheide (versie 26 maart 2019).
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Gelet op de deelname van de gemeente in de opdrachthoudende vereniging voor crematoriumbeheer in het arrondissement Leuven ‘Hofheide’.
Gelet op de statuten van de IGS Hofheide zoals een laatste maal gecoördineerd goedgekeurd door de algemene vergadering van 26 maart 2019.
Gelet op de uitnodigingsbrief van 30 januari 2025 voor de bijzondere algemene vergadering van 26 maart 2025 met volgende agenda:
1. Goedkeuring van het verslag van de buitengewone algemene vergadering van 20 november 2024
2. Kennisname voordrachten bestuurders en bestuurder met raadgevende stem
3. Benoeming van de bestuurders en bestuurder met raadgevende stem
4. Bepaling presentiegelden bestuurders
Aangezien voor de algemene vergaderingen van de IGS Hofheide voor de periode van de nieuwe legislatuur een vertegenwoordiger van de gemeente moet aangeduid worden, alsook een plaatsvervanger.
Aangezien er een bestuurder voor de gemeente dient afgevaardigd te worden conform de clusters opgenomen in de gecoördineerde statuten van 26 maart 2019.
Overwegende dat er een (rechtstreeks afgevaardigd) bestuurder (in de raad van bestuur) voor de cluster Tielt-Winge/Scherpenheuvel-Zichem dient afgevaardigd te worden voor een periode van zes jaar; dat hierover werd onderhandeld door het beleid met de gemeente Scherpenheuvel-Zichem met als gevolg dat de gemeente Tielt-Winge deze (rechtstreeks afgevaardigd) bestuurder zal voordragen voor de tweede helft van de legislatuur (periode 2028-2030) voor de cluster en voor de eerste helft van de legislatuur (periode 2025-2027) de voordracht door de gemeente Scherpenheuvel-Zichem van Melina Vranckx (raadslid Scherpenheuvel-Zichem) voor de cluster (bij geheime stemming) bevestigt.
Aangezien de statuten van de IGS Hofheide voorzien in de aanstelling van een bestuurslid met raadgevende stem en deze dient voorgesteld te worden.
Gelet op artikel 436 DLB inzake de eventuele onverenigbaarheden tussen het mandaat van bestuurder en andere welbepaalde ambten, functies of mandaten;
Overwegende dat er ook een mandaat moet worden bepaald voor de agendapunten van de bijzondere algemene vergadering van 26 maart 2025.
Gelet op de bij het gemeentesecretariaat tot 18 februari 2025 te 12.00 uur schriftelijk (of via mail) voorgedragen kandidaatstellingen (er zijn geen voordrachten voor bestuurder met raadgevende stem).
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
● E-mail van IGS Hofheide van 30 januari met bijlagen.
● Statuten
Besluit:
over artikel 6eenparig aangenomen.
Artikel 1 (geheime stemming) (13 ja voor S. Cleynen; 5 ja voor A. Van de Gaer)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten schepen S. Cleynen en raadslid A. Van de Gaer de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Schepen Steve Cleynen wordt voorgedragen als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van IGS Hofheide.
Artikel 2 (geheime stemming) (13 ja voor J. Smekens; 5 ja voor K. Cornelissen)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat voorzitter J. Smekens de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt; hij wordt conform artikel 7 §5 DLB vervangen door raadslid G. Willems (raadslid met de hoogste rangorde en anciënniteit) als voorzitter van de raad.
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid K. Cornelissen de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid/voorzitter Jo Smekens wordt voorgedragen als plaatsvervanger in de algemene vergadering van IGS Hofheide.
Artikel 3 (geheime stemming) (18 ja voor F. Lemmens; 1 blanco)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat raadslid F. Lemmens de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Raadslid Fons Lemmens wordt voorgedragen als stemgerechtigd vertegenwoordiger van de gemeente/cluster van gemeenten Tielt-Winge en Scherpenheuvel-Zichem in de raad van bestuur van de intergemeentelijke vereniging Hofheide voor de periode van 1 januari 2028 tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad.
Artikel 3bis (geheime stemming) (19 ja en 1 neen voor M. Vranckx)
Gaat akkoord met de voordracht van mevrouw Melina Vranckx (gemeenteraadslid Scherpenheuvel-Zichem) als stemgerechtigd vertegenwoordiger van de cluster van gemeenten Tielt-Winge en Scherpenheuvel-Zichem in de raad van bestuur van de intergemeentelijke vereniging IGSH voor de periode van 26 maart 2025 tot 31 december 2027.
Artikel 4 (kennisneming)
De gemeenteraad neemt kennis dat er geen voordrachten zijn voor bestuurder met raadgevende stem in de raad van bestuur van IGS Hofheide.
Artikel 5
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de bestuursperiode, de voorgedragen mandaten lopen vanaf de aanstelling tot de algemene vergadering volgend op de vernieuwing van de gemeenteraad in 2030, behoudens andersluidende raadsbeslissing.
Artikel 6 (gewone stemming)
De gemeenteraad stelt het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger inzake de agenda van de bijzondere algemene vergadering van IGS Hofheide op 26 maart 2025 als volgt vast: goedkeuring van alle agendapunten van de algemene vergadering.
Artikel 7
Een afschrift van dit besluit wordt overgezonden aan de betrokkenen, stad Scherpenheuvel-Zichem en aan IGS Hofheide.
Artikel 8
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Aanstelling vertegenwoordiging en mandaatbepaling BAV 26 maart 2025.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Gemeentelijke vertegenwoordiging bij het beheerscomité van de interlokale vereniging Hartje Hageland (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
Bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode 2025-2030 (ingevolge de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024) dienen diverse bestuursorganen opnieuw samengesteld te worden en vertegenwoordigingen/vertegenwoordigers vanuit de gemeente aangeduid te worden.
Juridische gronden
● Het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
● Het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 houdende het lokaal woonbeleid. Dit besluit regelt tevens de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid.
● De gemeenteraadbeslissing van 17 december 2020 betreffende de oprichting van de interlokale vereniging met statutaire draagkracht ‘Hartje Hageland’.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Via deelname aan de intergemeentelijke vereniging 'Hartje Hageland' verklaart de gemeenteraad zich akkoord met het afvaardigen van leden voor het beheerscomité.
De statuten van ‘Hartje Hageland’ vermelden dat elke deelnemende gemeente één stemgerechtigde afvaardigde voor het beheerscomité moet aanduiden. Deze afgevaardigden moeten steeds burgemeester, schepen of gemeenteraadslid zijn, bij voorkeur de schepen bevoegd voor het beleidsdomein wonen of ruimtelijke ordening.
De deelnemende gemeente dient eveneens een plaatsvervangende afgevaardigde aan te duiden, die de effectieve afgevaardigde vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
Daarnaast kan elke deelnemende gemeente één kandidaat afvaardigen met adviserende stem. Het is wenselijk dat deze afgevaardigden gemeenteraadslid zijn, maar dit is niet noodzakelijk.
Alle mandaten vallen in principe samen met de duur van de gemeentelijke zittingsperiode.
Bij voorkeur worden om praktisch-organisatorische redenen voor IGS Hartje Hageland en IGS Hartje Hageland West dezelfde kandidaten voorgedragen.
Gelet op de tot 18 februari 2025 te 12 uur bij het gemeentesecretariaat schriftelijk (of via mail) binnen gekomen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Geen bijlagen.
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (18 ja en 1 neen voor M. Vervoort; 1 blanco)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen M. Vervoort de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Wordt aangeduid als effectief lid in het beheerscomité (tevens stuurgroep) IGS Hartje Hageland: schepen Manuela Vervoort.
Artikel 2 (geheime stemming) (18 ja en 1 neen voor B. Willems; 1 blanco)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen B. Willems de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Wordt aangeduid als plaatsvervangend lid in het beheerscomité (tevens stuurgroep) IGS Hartje Hageland: schepen Bart Willems.
Artikel 3 (geheime stemming) (13 ja voor F. Lemmens; 6 ja voor A. Van de Gaer)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten raadslid F. Lemmens en raadslid A. Van de Gaer de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Wordt aangeduid als afgevaardigde met raadgevende stem IGS Hartje Hageland: raadslid Fons Lemmens.
Artikel 4
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de huidige gemeentelijke zittingsperiode.
Artikel 5
Onderhavig besluit zal bezorgd worden aan IGS Hartje Hageland en betrokkenen.
Artikel 6
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Aanduiding van de gemeentelijke vertegenwoordiging in de interlokale vereniging Hartje Hageland.
Gemeenteraad 20 februari 2025
Gemeentelijke vertegenwoordiging bij het beheerscomité van de interlokale vereniging Hartje Hageland WEST (geheime stemming)
Motivering
Feiten en context
Bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode 2025-2030 (ingevolge de lokale verkiezingen van 13 oktober 2024) dienen diverse bestuursorganen opnieuw samengesteld te worden en vertegenwoordigingen/vertegenwoordigers vanuit de gemeente aangeduid te worden.
Juridische gronden
● Het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;
● Het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 november 2018 houdende het lokaal woonbeleid. Dit besluit regelt tevens de subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid.
● De gemeenteraadbeslissing van 20 juni 2019 houdende de oprichting van de interlokale vereniging met statutaire draagkracht ‘Hartje Hageland WEST’.
● De gemeenteraadbeslissingen van 17 december 2020 en 20 mei 2021 houdende wijzigingen van de statuten van de interlokale vereniging met statutaire draagkracht ‘Hartje Hageland WEST’.
Adviezen
Geen adviezen.
Argumentatie
Via deelname aan de intergemeentelijke vereniging ‘Hartje Hageland WEST’ verklaart de gemeenteraad zich akkoord met het afvaardigen van leden voor het beheerscomité.
Door de wijziging van de statuten van Hartje Hageland WEST zal er een nieuwe afgevaardigden moeten aangeduid worden.
De huidige statuten bepalen dat elke deelnemende gemeente één stemgerechtigde afvaardigde voor het beheerscomité-stuurgroep moet aanduiden. Deze afgevaardigde moet steeds burgemeester, schepen of gemeenteraadslid zijn, bij voorkeur de schepen bevoegd voor het beleidsdomein wonen of ruimtelijke ordening.
De deelnemende gemeente duidt eveneens een plaatsvervangende afgevaardigde aan, die de effectieve afgevaardigde vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering.
Daarnaast kan elke deelnemende gemeente één kandidaat afvaardigen met adviserende stem. Het is wenselijk dat deze afgevaardigden gemeenteraadslid zijn, maar dit is niet noodzakelijk.
Alle mandaten vallen samen met de duur van de gemeentelijke zittingsperiode (legislatuur).
Bij voorkeur worden om praktisch-organisatorische redenen voor IGS Hartje Hageland en IGS Hartje Hageland West dezelfde kandidaten voorgedragen.
Gelet op de tot 18 februari 2025 te 12 uur bij het gemeentesecretariaat schriftelijk (of via mail) binnen gekomen kandidaatstellingen.
Financiële gevolgen
Er zijn geen financiële gevolgen.
Bijlagen
Geen bijlagen.
Besluit:
Artikel 1 (geheime stemming) (19 ja en 1 neen voor M. Vervoort)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen M. Vervoort de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Wordt aangeduid als effectief lid in het beheerscomité (tevens stuurgroep) IGS Hartje Hageland WEST: schepen Manuela Vervoort.
Artikel 2 (geheime stemming) (19 ja en 1 neen voor B. Willems)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaat schepen B. Willems de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Wordt aangeduid als plaatsvervangend lid in het beheerscomité (tevens stuurgroep) IGS Hartje Hageland WEST: schepen Bart Willems.
Artikel 3 (geheime stemming) (13 ja voor F. Lemmens; 5 ja voor A. Van de Gaer; 1 blanco)
Conform artikel 27 §1 DLB verlaten raadslid F. Lemmens en raadslid A. Van de Gaer de zitting bij de behandeling van dit artikel van het agendapunt.
Wordt aangeduid als afgevaardigde met raadgevende stem IGS Hartje Hageland WEST: raadslid Fons Lemmens.
Artikel 4
De afgevaardigden worden aangeduid voor de ganse duur van de huidige gemeentelijke zittingsperiode.
Artikel 5
Onderhavig besluit zal bezorgd worden aan IGS Hartje Hageland WEST en betrokkenen.
Artikel 6
Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikels 330 e.v. van het DLB." "
Aanduiding van de gemeentelijke vertegenwoordiging in de interlokale verenging Hartje Hageland WEST.
Publicatie LBLOD
De applicatie "Meeting.burger" helpt lokale besturen bij het aanmaken, annoteren en publiceren van agenda's, besluiten en notulen volgens het principe van gelinkte open data.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, wordt er een expliciete "bundel" van het document opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker. Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie werd uitgevoerd.
Al deze gegevens staan op een aparte publicatie omgeving die beveiligd toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.