Gemeenteraad van Tielt-Winge

18 november 2021

Notulen

 

Aanwezig:

voorzitter:

Agnes Van de Gaer

burgemeester:

Rudi Beeken

schepen:

Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme

raadslid:

Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken, Jo Smekens, Marleen De Vry, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts

algemeen directeur:

Kurt Yskout

 

Verontschuldigd:

raadslid:

Filip Broos, Rudi Meeus

 

 

Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Goedkeuring notulen vorige gemeenteraad

 

Conform met het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van 17 juni 2021 keurt de gemeenteraad de notulen van de zitting van  21 oktober 2021 goed.

 

Bijlagen

         Ontwerpnotulen gemeenteraad van 21 oktober 2021 (via Meeting.mobile).

         Audioverslag GR van 21 oktober 2021.

         Index audioverslag GR van 21 oktober 2021.

         Agenda gemeenteraad van 18 november 2021.

 

" "

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Kennisneming definitieve vaststelling door de gouverneur van de jaarrekening gemeente 2020

Motivering

 

Feiten en context

In haar schrijven van 19 oktober 2021 bezorgde het Agentschap Binnenlands Bestuur het goedkeuringsbesluit van 14 oktober 2021 van de gouverneur m.b.t. de jaarrekening 2020 van de gemeente Tielt-Winge (goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 mei 2021).

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Besluit Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de BBC

         Ministerieel besluit van 26 juni 2018 betreffende de BBC

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Uit het onderzoek van de jaarrekening blijkt niet dat ze onjuist of onvolledig is of dat ze geen waar en

getrouw beeld geeft van de financiële toestand, mits een aantal technische bemerkingen (niet-leidend tot vernietiging).

 

Met toepassing van artikel 332 §1 van het DLB worden alle besluiten van de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht van de raad op diens eerstvolgende zitting.

 

Financiële gevolgen

Geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Schrijven van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 19 oktober 2021 met goedkeuringsbesluit van de gouverneur.

 

Besluit:

De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van 14 oktober 2021 betreffende de definitieve vaststelling van de jaarrekening 2020 van de gemeente Tielt-Winge." "

De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van 14 oktober 2021 betreffende de definitieve vaststelling van de jaarrekening 2020 van de gemeente Tielt-Winge.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025 - aanpassing

Motivering

 

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze lokale belasting.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

         Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals gewijzigd, inzonderheid titel VIII, de artikelen 465 tot en met 470bis.

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019.

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 houdende aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting voor aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen voor de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan 2020-2025.

 

Een soortgelijke belasting gold voor de vorige jaren van het lopende meerjarenplan. Door het DifTar- systeem voor huisvuil in te voeren, meent het bestuur, op basis van simulaties, de aanslagvoet van de personenbelasting 'compenserend' voor de burger te kunnen verlagen van 8,5% naar 7,9% (zie gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2020 houdende principiële goedkeuring invoering DifTar).

 

Financiële gevolgen

De gevolgen van deze belastingverlaging zullen niet volledig budget-neutraal zijn en zullen bijgevolg goed opgevolgd moeten worden in de komende periode (aanslagjaren 2022-2025).

 

Deze belasting geldt als algemene en verplichte bijdrage van de burger, opgelegd door de gemeenteraad, aan de algemene uitgaven van het lokaal bestuur (en waartegenover geen individueel aanwijsbare tegenprestatie van de overheid staat en/of geheven wordt voor een dienstverlening die het algemeen belang dient) ter uitvoering van het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Voor een termijn startend op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025 (aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025), behoudens tussenkomende wijzigingen goedgekeurd door de gemeenteraad, wordt een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting geheven, ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het jaar dat zijn naam geeft aan dat aanslagjaar.

 

Artikel 2

De belasting wordt vastgesteld op 7,9 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

 

Artikel 3

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.

 

Artikel 4

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het  lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

De gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 wordt door deze beslissing opgeheven met ingang vanaf aanslagjaar 2022.

 

Artikel 5

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de FOD Financiën.

 

Artikel 6

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Het belastingsreglement aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting is goedgekeurd voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken voor 2022 tot en met 2025 - aanpassing

Motivering

 

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze retributie. Er zijn enkele aanpassingen vereist voor enkele administratieve stukken van de sector burgerzaken.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019

         Gemeenteraadsbeslissing van 19 november 2020 over deze retributie

         Omzendbrief FOD Binnenlandse zaken van 29 oktober 2021 betreffende de indexering van het tarief van de elektronische identiteitsdocumenten vanaf 1 januari 2022

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Voor levering van een in dit reglement bedoelde prestatie of dienst door de gemeente in het individueel belang of voordeel van diegene die gebruik maakt van die dienst of prestatie is een redelijke vergoeding in verhouding tot de kostprijs van de geleverde prestatie of dienst onder de vorm van een retributie aangewezen.

 

Er moet voor de in dit retributiereglement vooropgestelde tarieven rekening worden gehouden met de economische realiteit en de daadwerkelijke kostprijs voor het afleveren van deze administratieve stukken (gekoppeld aan tarieven die worden opgelegd door andere overheidsinstanties en eigen administratieve (verwerkings)kosten en tijdsbesteding).

 

Dit retributiereglement geldt voor de afgifte van administratieve stukken en dus niet voor attesten die de burger zelf via digitale toepassing (als 'Mijn Dossier') kosteloos thuis kan downloaden, zonder enige tussenkomst van de gemeentelijke diensten.

 

Er is bovendien heel wat federale en Vlaamse regelgeving die een invloed heeft op de aflevering van administratieve stukken en de daaraan gekoppelde retributie.

 

Er zijn recente aanpassingen (29/10/2021), opgelegd door de FOD Binnenlandse zaken ingevolge (jaarlijkse) indexatie tarieven voor de uitreiking van elektronische identiteitskaarten.

 

Het betreft in concreto aanpassingen in de tarieven voor:

         Biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels (A, B, C, D, H kaarten) voor vreemdelingen

         Elektronische kaarten en verblijfsdocumenten voor vreemdelingen andere dan onder  punt 2 (EU, EU+, F, F+ kaarten)

         Elektronische identiteitskaarten voor Belgen - gewone procedure

         KIDS-ID, de elektronische identiteitskaart voor Belgische kinderen - gewone procedure

 

Een soortgelijk retributiereglement gold al voor het aanslagjaar 2021. Het is actueel dus nodig om een aantal technische aanpassingen door te voeren aan dit retributiereglement.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct-toewijsbare financiële gevolgen. Deze retributie geldt als een billijke vergoeding voor levering van een in het reglement bedoelde prestatie of dienst door de gemeente in het individueel belang of voordeel van diegene die gebruik maakt van die dienst of prestatie. De geraamde inkomsten uit deze retributie worden opgenomen in het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Omzendbrief FOD Binnenlandse zaken van 29 oktober 2021 betreffende de indexering van het tarief van de elektronische identiteitsdocumenten.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Het hierna volgende retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken wordt door de gemeenteraad goedgekeurd voor de periode 2022 t.e.m. 2025, behoudens tussenkomende wijzigingen goedgekeurd door de gemeenteraad:

 

"Retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken voor 2022 t.e.m. 2025 (versie 18/11/2021)

 

Artikel 1 – Duurtijd en belastbaar voorwerp of belastbaar feit

Voor een termijn startend op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025, behoudens tussenkomende wijzigingen goedgekeurd door de gemeenteraad,  wordt een retributie geheven op de afgifte van administratieve stukken.

 

De retributie valt ten laste van de personen of instellingen aan wie deze stukken door de gemeente op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.

 

Artikel 2 – Tarief

De retributie wordt bepaald als volgt:

 

A. Verblijfsdocumenten voor vreemdelingen

1. Niet-elektronische kaarten:

 voor een immatriculatieattest: 10,80 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

 voor een duplicaat: 10,80 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

 identiteitsbewijzen voor vreemde kinderen onder de 12 jaar: 2 euro waarvan 2 euro gemeentetaks

 voor een duplicaat identiteitsbewijs voor vreemde kinderen  onder de 12 jaar: 2 euro waarvan 2 euro gemeentetaks

 

2. Biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels (A, B, C, D, H kaarten) voor vreemdelingen: (vanaf 2022)

 gewone procedure: 27,20 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

 spoedprocedure met levering in de gemeente : 111,90 euro, waarvan 10 euro gemeentetaks

 

3. Elektronische kaarten en verblijfsdocumenten voor vreemdelingen andere dan onder 

punt 2 (EU, EU+, F, F+ kaarten): (vanaf 2022)

 gewone procedure: 26,70 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

 voor een duplicaat: 26,70 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

 spoedprocedure met levering in de gemeente : 111,90 euro, waarvan 10 euro gemeentetaks

 

B. Elektronische identiteitskaarten voor Belgen

• Gewone procedure: (vanaf 2022)

 voor een eerste kaart: 26,70 euro, waarvan 10 euro gemeentetaks

 voor een duplicaat: 26,70 euro, waarvan 10 euro gemeentetaks

• Spoedprocedure met levering in de gemeente : 111,90 euro, waarvan 10 euro gemeentetaks

• Extreme spoedprocedure met gecentraliseerde levering in Brussel : 144,10 euro, waarvan 10 euro gemeentetaks

 

C. KIDS-ID, de elektronische identiteitskaart voor Belgische kinderen

• Gewone procedure: (vanaf 2022)

 voor een eerste kaart: 10 euro, waarvan 3,30 euro gemeentetaks

 voor een duplicaat: 10 euro, waarvan 3,30 euro gemeentetaks

• Spoedprocedure:

• voor een identiteitskaart afgeleverd volgens de spoedprocedure met levering in de gemeente: 101,90 euro, waarvan 10 euro gemeentetaks

• voor een identiteitskaart afgeleverd volgens de extreme spoedprocedure met gecentraliseerde levering : 134,40 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

 

D. Herdruk pukcode

• voor alle geactiveerde elektronische identiteitskaarten: 10 euro gemeentetaks

 

E. Belgisch biometrisch paspoort (reispas) en reisdocumenten voor vluchtelingen, vreemdelingen en staatlozen

Reisdocumenten Belgen

• Gewone procedure

• voor personen onder 18 jaar: 45 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

• voor personen boven 18 jaar: 75 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

• Spoedprocedure

• voor personen onder 18 jaar: 220 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

• voor personen boven 18 jaar: 250 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

• Paspoorten van 64 bladzijden

• voor personen onder 18 jaar: 220 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

• voor personen boven 18 jaar: 250 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

• Superdringende procedure van 32 of 64 bladzijden

• voor personen onder 18 jaar: 280 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

• voor personen boven 18 jaar: 310 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

 

Reisdocumenten erkende vluchtelingen en erkende staatlozen

• Gewone procedure

• voor personen onder 18 jaar: 45 euro waarvan 4 euro gemeentetaks

• voor personen boven 18 jaar: 75 euro waarvan 14 euro gemeentetaks

• Dringende procedure

• voor personen onder 18 jaar: 220 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

• voor personen boven 18 jaar: 250 euro waarvan 20 euro gemeentetaks

• Superdringende procedure van 32 of 64 bladzijden

• voor personen onder 18 jaar: 280 euro waarvan 10 euro gemeentetaks

• voor personen boven 18 jaar: 310 euro waarvan 20 euro gemeentetaks

 

F. Omgevingsvergunningen en natuurvergunningen

 

F1.

 

Stedenbouw

Milieu

Socio- economisch

Melding

60

60

-

Vereenvoudigde procedure

60

-

100(*)

Gewone procedure

180

500

250(**)

500(***)

Gewone procedure met openbaar onderzoek met publicatie

180

1.250

-

 

(*) bij beperkte uitbreidings- of verhuisprojecten voor een bestaande reeds socio-economisch vergunde handelsvestiging

(**) voor een handelsvestiging tussen 400 en 1000 m²

(***) voor een handelsvestiging van meer dan 1000 m²

 

F2. Voor het afleveren van een stedenbouwkundig attest: 60 euro.

 

F3. Voor natuurvergunningen / vergunningen voor wijziging van vegetatie en kleine landschapselementen: 60 euro

 

F4. Bij de aflevering van een geïntegreerde omgevingsvergunning, die meerdere aspecten van deze titel F omvat, dienen de in deze titel aangehaalde retributies te worden opgeteld.

 

F5. Voor het afleveren van een stedenbouwkundig uittreksel 120 euro voor 1 perceel of aangrenzende percelen.

 

G. Muziekvergunningen

         vergunning muziekactiviteit met elektronisch versterkte muziek van categorie 2, > 85 dB(A)L(Aeq, 15 min) en ≤ 95 dB(A)L(Aeq, 15 min): 50 euro

 

H. Vergunning bewegwijzering

         Afleveren vergunning voor bewegwijzering: 150 euro

 

I. Conformiteitattesten

         voor conformiteitsattesten van een woning: 62,50 euro per woning

         voor conformiteitattesten van een studenten(kamer): 12,50 euro per kamer, met een minimum van 62,50 euro en een maximum van 1.250,00 euro

Het bedrag is verschuldigd door de aanvrager van het conformiteitsattest.

 

J. Rijbewijzen

         voor een rijbewijs (inclusief de rijbewijzen van groep 2): 26,00 euro, waarvan 6,00 euro gemeentetaks

         vernieuwing van het rijbewijs met rijgeschiktheidsattest van groep 1 (artikel 61 van het KB van 23 maart 1998) en ook van de categorie G en waarvan deze categorieën beperkt zijn in de tijd door een rijgeschiktheidsattest van groep 1, geeft geen aanleiding tot het betalen van een federale vergoeding bij de afgifte van een nieuw rijgeschiktheidsattest van groep 1 dat deze categorieën opnieuw beperkt. Deze bepaling is enkel van toepassing in geval van vernieuwing en niet voor de afgifte van het eerste rijbewijs waarvan de categorieën, door een rijgeschiktheidsattest van groep 1 zijn beperkt: gemeentetaks: 0 euro

         voor een voorlopig rijbewijs: 26 euro, waarvan 6,00 euro gemeentetaks

         voor een internationaal rijbewijs: 26 euro, waarvan 10,00 euro gemeentetaks

 

K. Burgerlijke stand en bevolking – diverse documenten

         voor eensluidende afschriften en uittreksels van de akten ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand (geboorte, huwelijk, wettelijke samenwoonst, echtscheiding, erkenning, afstamming, adoptie): 0 euro

         voor een administratieve bevolkingslijst: het tarief aangerekend door het Rijksregister met een minimum van 5 euro

         voor een adresaanvraag: 5 euro

         voor het wettigen van een handtekening: een eerste exemplaar 1,50 euro; per identiek bijkomend exemplaar dat gelijktijdig wordt afgeleverd: 0,50 euro

         voor het eensluidend verklaren van afschriften: een eerste exemplaar 1,50 euro; per identiek bijkomend exemplaar dat gelijktijdig wordt afgeleverd 0,50 euro

         afsluiten van een huwelijk: 150 euro huwelijk tijdens de werkuren van het administratief gemeentepersoneel of direct aansluitend op de werkuren;  200 euro in alle andere gevallen

         duplicaat trouwboekje: 50 euro

         opmaak dossier/registratie wettelijk samenwonen: 60 euro

         afgifte slachtbewijs: 30 euro

         overige attesten of documenten: een eerste exemplaar 5 euro; per identiek bijkomend exemplaar dat gelijktijdig wordt afgeleverd: 0,50 euro

         betekening op verzoek van ambtenaar der burgerlijke stand van eenzijdige verklaring beëindiging wettelijke samenwoning : tarief aangerekend door de gerechtsdeurwaarder

         afschrift of uittreksel in kader van stamboomonderzoek uitgevoerd door de burger zelf: 5 euro”

 

L. Openbaarheid van bestuursdocumenten en hergebruik van overheidsinformatie

voor papieren afschriften

         0,13 euro per exemplaar, ongeacht of het een recto-verso betreft

 

Artikel 3 – Vrijstellingen

Van de retributie wordt vrijgesteld:

 

a. De stukken die krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsbepaling kosteloos door het gemeentebestuur dienen te worden afgegeven.

 

b. De stukken, die aan behoeftige personen worden afgegeven :

de behoeftigheid wordt vastgesteld door elk overtuigend bewijsstuk;

 

c. De machtiging met betrekking tot godsdienstige of politieke demonstraties;

 

d. De stukken die als dusdanig reeds het voorwerp zijn van de heffing van een belasting of retributie ten behoeve van de gemeente krachtens een wet, een decreet of een andere overheidsbepaling;

 

e. De mededeling door de politie aan de verzekeringsmaatschappijen van de inlichtingen omtrent het gevolg dat gegeven werd ter zake van verkeersongevallen en op de openbare weg;

 

f. Geldig verklaring van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de N.M.B.S., De Lijn en op de  openbare autobusdiensten;

 

g. Afgifte van nationaliteitsbewijzen aan kandidaten bij gemeenteraadsverkiezingen;

 

h. Bescheiden nodig bij sollicitatie. Deze vrijstelling geldt voor:

         de al dan niet uitkeringsgerechtigde werklozen;

         pas afgestudeerden;

         laatstejaars studenten;

         leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs;

         werkzoekenden van wie het enig inkomen het bestaansminimum is;

 

i. Stukken afgegeven aan de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmee gelijkgestelde instellingen alsook de instellingen van openbaar nut;

 

j. Stukken afgegeven voor vrijwilligerswerk

 

Artikel 4 – Betalingsmodaliteiten

De retributie wordt contant geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

Artikel 5

De retributie wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het belastbare stuk.

 

De aan de retributie onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot het bekomen van één of ander stuk indienen moeten op het ogenblik van hun aanvraag het bedrag van de retributie in bewaring geven indien dit document niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgegeven worden.

 

Bij verzending of verzoek tot verzending van de stukken zullen alle verzendingskosten teruggevorderd worden, zelfs als de afgifte kosteloos is.

 

Artikel 6

De personen of instellingen die weigeren de in artikel 2 vastgestelde retributie te betalen, moeten het bedrag van de retributie in bewaring geven in handen van de algemeen directeur, tot dat de bevoegde overheid over hun bezwaar beschikt heeft. De algemeen directeur geeft hiervoor een kosteloos ontvangstbewijs af.

 

Artikel 2

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het  lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Het (gewijzigde) retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken is goedgekeurd voor 2022 t.e.m. 2025.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Retributiereglement 2022 - initiatief voor buitenschoolse opvang Sjoko-Tof

Motivering

 

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze retributie.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Subsidiebesluit buitenschoolse kinderopvang van 16 mei 2014

         Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de voorwaarden voor erkenning en attest van toezicht en het kwaliteitsbeleid voor buitenschoolse groepsopvang.

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019

         Gemeenteraadsbeslissing van 19 november 2020 over deze retributie (2021), zoals aangepast op 18 maart 2021.

 

Adviezen

Dit reglement is tot stand gekomen door een samenwerking van de coördinator Sjoko-Tof, de administratief deskundige van de afdeling en het afdelingshoofd.

 

Argumentatie

Het is gebruikelijk dat gezinnen betalen voor de opvang voor hun kind in functie van het aantal uren/dagen gebruik van deze dienstverlening. Het tarief wordt berekend op het aantal aanwezige uren met de nodige afwijkingen (sociaal tarief, gelijktijdige opvang van meerdere kinderen uit hetzelfde gezin) en vrijstellingen (personeel). Er worden ook extra kosten aangerekend bij het te vroeg brengen of te laat afhalen van kinderen en voor het niet annuleren van inschrijvingen zonder verwittiging.

 

Voor levering van een in dit reglement bedoelde prestatie of dienst door de gemeente in het individueel belang of voordeel van diegene die gebruik maakt van die dienst of prestatie is een redelijke vergoeding in verhouding tot de kostprijs van de geleverde prestatie of dienst onder de vorm van een retributie aangewezen.

 

Een soortgelijk retributiereglement gold voor 2021. Beperkte technische aanpassingen gebeurden in functie van het werken met de nieuwe software en de ervaringen op het vlak van facturatie tijdens de voorbije maanden en het invoeren van een boete systeem. Met betrekking tot het sociaal tarief werden de inkomensgrenzen opgetrokken (geïndexeerd) en geconformeerd aan het OMNIO-statuut.

 

Er wordt ter zitting via een amendement een aanpassing gedaan aan artikel 5 van het reglement, luidende als volgt: kosteloze annulatie wegens ziekte of overmacht is evenwel nog mogelijk binnen de periode van 5 kalenderdagen voor aanvang van de activiteit, mits voorlegging van een medisch attest of doktersattest.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen. Deze retributie geldt als een billijke vergoeding voor levering van een in het reglement bedoelde prestatie of dienst door de gemeente in het individueel belang of voordeel van diegene die gebruik maakt van die dienst of prestatie. De geraamde inkomsten uit deze retributie worden opgenomen in het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Retributiereglement initiatief voor buitenschoolse opvang Sjoko-Tof 2022

 

Besluit:

over amendemering artikel 5 van het reglementeenparig aangenomen.
 

 

over het geamendeerde agendapunteenparig aangenomen.
Artikel 1

Het retributiereglement 2022 voor het initiatief buitenschoolse opvang wordt door de gemeenteraad goedgekeurd, luidende als volgt:

 

INITIATIEF VOOR BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG (IBO) SJOKO-TOF  - Retributiereglement 2022 (versie 18.11.2021)

 

Artikel 1 - TEMPORELE WERKING en DEFINITIE

Voor de periode lopende vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 geldt dit retributiereglement.

 

Onder retributie van het initiatief buitenschoolse kinderopvang moet worden verstaan de tarieven die gezinnen dienen te betalen voor buitenschoolse kinderopvang.

Deze tarieven zijn gekoppeld aan de verblijfsduur van het kind in de opvanglocatie. Onder bepaalde voorwaarden kunnen er extra kosten aangerekend worden. De retributie is verschuldigd door de ouder(s) op wiens naam het kind werd ingeschreven en in wiens naam een account werd aangemaakt in het registratieprogramma.

 

Artikel 2 - DOELGROEP & OPENINGSUREN

De buitenschoolse kinderopvang is toegankelijk voor alle kinderen van 2,5 jaar tot en met 13 jaar. Openingsuren tijdens schooldagen: van 7.00u tot 8.30u en van einde school tot 19.00u

Openingsuren tijdens schoolvrije dagen: doorlopend open van 7.00u tot 18.00u

 

Artikel 3 - TARIEF

 voor- en na opvang tijdens schooldagen: 1 euro per begonnen halfuur   

 voor- en na opvang bij externe activiteiten tijdens vakantiedagen en schoolvrije dagen: per begonnen halfuur 1 euro

 opvang tijdens vakantiedagen en schoolvrije dagen:

- minder dan 3 uur:   4,5 euro

- tussen 3 uur en 6 uur:   6 euro

- langer dan 6 uur:    12 euro

 opvang op woensdagnamiddag:

- minder dan 2 uur:    1 euro per begonnen halfuur

- tussen 2 en 3 uur    4,5 euro        

- tussen 3 uur en 6 uur    6 euro

- langer dan 6 uur    12 euro                                                                                                       

Er is een toegestane vermindering van:

 25% bij gelijktijdige opvang van meerdere kinderen uit hetzelfde gezin

 50% bij gezinnen die genieten van het sociaal tarief.

- Dit wil zeggen gezinnen waarvan het bruto belastbaar gezinsinkomen lager of gelijk is aan 20.763,88 euro vermeerderd met 3.843,96 euro per persoon ten laste. Deze inkomensgrens is vastgelegd op 1/9/2021 (inkomensgrenzen voor verhoogde tegemoetkoming - RIZIV) en wordt aangepast aan de evolutie van de welvaart en het spilindexcijfer van de consumptieprijzen.

- Personen die in schuldbemiddeling zijn en hiervan een attest kunnen voorleggen

- Personen met een plotse daling van het inkomen. Elke aanvraag wordt individueel behandeld

Beide kortingen kunnen gecumuleerd worden. 

 100% voor opvang van kinderen van personeelsleden van het lokaal bestuur tijdens woensdagnamiddagen, schoolvrije dagen en vakantiedagen.

 

Artikel 4 - BOETE

De buitenschoolse kinderopvang heeft openingsuren die moeten gerespecteerd worden. Indien de openingsuren niet gerespecteerd worden, worden er automatisch boetes toegekend.

Tijdens schooldagen: het te vroeg brengen (voor 7.00u) of het te laat afhalen (na 19.00u) van de kinderen: per begonnen kwartier 2 euro boete.

Tijdens vakantiedagen en schoolvrije dagen: het te vroeg brengen (voor 7.00u) of het te laat afhalen (na 18.00u) van de kinderen: per begonnen kwartier 2 euro.

 

Artikel 5 - ANNULATIE

Tijdens vakantiedagen en schoolvrije dagen wordt er gewerkt met voorinschrijvingen. Wanneer het kind niet opdaagt op een activiteit waarvoor het is ingeschreven, kunnen er annuleringskosten worden aangerekend:

 Niet opdagen zonder verwittiging: 10 euro

 Niet opdagen met niet-tijdige verwittiging (korter dan 5 kalenderdagen): 5 euro

Wanneer er tijdig verwittigd wordt (minstens 5 kalenderdagen voor aanvang activiteit), worden er geen annuleringskosten aangerekend.

 

Kosteloze annulatie wegens ziekte of overmacht is evenwel nog mogelijk binnen de periode van 5 kalenderdagen voor aanvang van de activiteit, mits voorlegging van een medisch attest of doktersattest.

 

Artikel 6 - BETALINGSMODALITEITEN

De betaling van de verschuldigde retributie gebeurt per factuur welke via mail of per post wordt bezorgd. De betalingstermijn bedraagt 30 dagen.

 

Artikel 2

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het  lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Het retributiereglement initiatief buitenschoolse opvang Sjoko-Tof is goedgekeurd voor 2022.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Intrekking van het reglement voor kohierbelasting op geldautomaten voor aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025

Motivering

 

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordde destijds (2019) de instelling en heffing van deze lokale belasting.

 

Doch aangezien meer en meer bankautomaten verdwijnen door een gewijzigde visie van de banken over cash geld (en het eerder beperkte financiële effect van deze belasting), is het niet langer opportuun om de aanwezigheid van bankautomaten (of indirect daarbij horende financiële dienstverlening/bankkantoren) in de gemeente nog extra te ontmoedigen door een gemeentebelasting.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 over de belasting op geldautomaten voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen voor de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan 2020-2025.

 

De aanwezigheid van geldautomaten (die cash geld - kunnen- bevatten) op het grondgebied van de gemeente kan aanleiding geven tot verhoogde veiligheidsrisico's. Dit kan leiden tot bijkomende inspanningen van de politiediensten, met de daaruit voor de gemeente voortvloeiende kosten. Aangezien dit puur financieel bekeken eerder een kleine opbrengst genereerde voor de gemeente en de banken zelf meer en meer het aantal geldautomaten (en voor de burgers nuttige en nabije financiële dienstverlening) afbouwen, heeft het verder ontmoedigen door de heffing van een gemeentebelasting weinig zin.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen aan de uitgaven van het lokaal bestuur. De algemene ontvangst wordt geschrapt uit de aanpassing van het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Het belastingreglement op geldautomaten, goedgekeurd op de gemeenteraad van 21 november 2019, wordt ingetrokken voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025.

 

Artikel 2

Deze beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

De intrekking van het belastingreglement op geldautomaten voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025 wordt goedgekeurd.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Aanpassing 1/2021 van meerjarenplan 2020-2025 gemeente en OCMW

Motivering

 

Feiten en context

Het decreet van 22 december 2017 bepaalt dat gemeente en OCMW minstens 1 keer per jaar het meerjarenplan moeten aanpassen. Dit gebeurt nu voor de tweede keer volgens het decreet lokaal bestuur voor de periode 2020-2025.

 

De aanpassing van het meerjarenplan wordt opgemaakt volgens de regels van de nieuwe BBC2020-regelgeving.

 

De administratie werkt samen met het uitvoerend orgaan het ontwerp van de aanpassing van het  meerjarenplan uit. De algemeen directeur en financieel directeur stellen het op in overleg met het managementteam.

 

Het ontwerp van aanpassing 1/2021 van het meerjarenplan 2020-2025 (en de daarbij horende stukken) werden conform artikel 249 §2 van het DLB tijdig (op 3 november 2021) op digitale en beveiligde wijze (via Meeting.mobile) ter beschikking gesteld van de raadsleden door de algemeen directeur.

 

De gemeente en OCMW hebben samen een geïntegreerd meerjarenplan maar hebben elk hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft aangepast, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld.

 

De raad voor maatschappelijk welzijn stelde in zitting van heden al eerder zijn eigen deel van aanpassing 1/2021 van het meerjarenplan vast.

 

In een aanpassing van het meerjarenplan moeten minstens de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Indien nodig worden tevens de kredieten van het lopende jaar aangepast.

In deze aanpassing van het meerjarenplan worden alle cijfers van 2021 tot en met 2025 aangepast waarbij de aangepaste kredieten van 2021 en 2022 als krediet worden geautoriseerd.

De ramingen die het bestuur voor het boekjaar 2021 en 2022 in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 inschrijft voor exploitatie, investeringen en financiering, omvatten dus ook de kredieten voor dat jaar. Deze kredieten worden afzonderlijk toegewezen per rechtspersoon (gemeente en OCMW apart). De autorisatie van de kredieten gebeurt in het schema M3 van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025.

In de aanpassing van het meerjarenplan wordt tevens het resultaat van de laatst vastgestelde jaarrekening (2020) van gemeente en OCMW, verwerkt.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Besluit Vlaamse regering van 30 maart 2018 betreffende de BBC.

         Ministerieel besluit van 26 juni 2018 betreffende de BBC.

         Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgen de beleids- en beheerscyclus.

 

Adviezen

Positief advies van het managementteam van 4 en 11 oktober 2021.

 

Argumentatie

Het meerjarenplan geeft de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties weer voor het extern en intern te voeren beleid. Verder bevat het eveneens de financiële vertaling hiervan en de weergave hoe het bestuur het financieel evenwicht zal bewaren. Het meerjarenplan van gemeente en OCMW vormt een geïntegreerd geheel. De kredieten (op een hoog niveau vastgesteld) zijn gekoppeld aan doelstellingen, actieplannen en acties.

 

Het vaststellen van de beleidsrapporten (waaronder de aanpassing van het meerjarenplan) behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de raad. Met de vaststelling van (aanpassing van) het meerjarenplan geeft de raad toestemming aan het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau om de opgenomen uitgaven en ontvangsten te verrichten.

 

De aanpassing 1/2021 van het meerjarenplan 2020-2025 voldoet aan de evenwichtsvoorwaarden gesteld in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief en de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 is minstens gelijk aan nul.

 

De gemeenteraad dient zich apart uit te spreken over het gedeelte gemeente (artikel 1) en de globaliteit (artikel 2): er zijn bijgevolg 2 stemmingen aan de orde.

 

Financiële gevolgen

De financiële implicaties volgen uit de bijgevoegde beleidsrapporten.

 

Bijlagen

         AMJP1-2021 van 2020-2025

         Documentatie_Omgevingsanalyse

         Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage1

         Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage2

         Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage3

         Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage4

         Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage5

         Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage6

         Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage7

         Documentatie_Overzicht_alle_beleidsdoelstellingen-actieplannen-acties

         Documentatie_Overzicht_werkings-investeringssubsidies

         Documentatie_Overzicht_Beleidsdomeinen-beleidsvelden-beleidsitems

         Documentatie_Overzicht_verbonden_entiteiten

         Documentatie_Personeelsinzet

         Documentatie_Opbrengst_belastingsoort

         Documentatie_detail_AMJP1-2021

 

Besluit:

over artikel 112 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
2 stemmen tegen: Fons Lemmens en Yvette Duerinckx.
5 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken, Jo Smekens en Marleen De Vry.
 

 

over artikel 212 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
2 stemmen tegen: Fons Lemmens en Yvette Duerinckx.
5 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken, Jo Smekens en Marleen De Vry.
Artikel 1 (gewone stemming)

De gemeenteraad keurt zijn deel van de aanpassing 1/2021 van het meerjarenplan 2020-2025 van gemeente en OCMW goed.

 

Artikel 2 (gewone stemming)

De gemeenteraad keurt het deel van de aanpassing 1/2021 van het meerjarenplan 2020-2025, dat door de raad van maatschappelijk welzijn heden al werd vastgesteld, goed, waardoor tevens de aanpassing 1/2021 van het meerjarenplan 2020-2025 in zijn geheel wordt vastgesteld.

 

Artikel 3

De aanpassing 1/2021 van het meerjarenplan 2020-2025 voldoet aan de evenwichtsvoorwaarden gesteld in het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Het geraamde beschikbaar budgettair resultaat is in geen enkel jaar negatief en de geraamde autofinancieringsmarge voor 2025 is minstens gelijk aan nul.

 

Artikel 4

Dit dossier is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, geregeld door het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017." "

De gemeenteraad keurt de aanpassing 1/2021 van het meerjarenplan 2020-2025 goed.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Punt bijlagen/links Documentatie_Overzicht_alle_beleidsdoelstellingen-actieplannen-acties.pdf Download
Documentatie_detail_AMJP1-2021.xlsx Download
Documentatie_Opbrengst_belastingsoort.pdf Download
Documentatie_Overzicht_werkings-investeringssubsidies.pdf Download
Documentatie_Personeelsinzet.pdf Download
Documentatie_Omgevingsanalyse publiceerbaar burger.pdf Download
Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage7.pdf Download
Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage6.pdf Download
Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage5.pdf Download
Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage4.pdf Download
Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage3.xlsx Download
Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage2.pdf Download
Documentatie_Omgevingsanalyse_bijlage1.pdf Download
Documentatie_Overzicht_verbonden_entiteiten.pdf Download
Documentatie_Overzicht_Beleidsdomeinen-beleidsvelden-beleidsitems.pdf Download
AMJP1-2021 van 2020-2025.pdf Download
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Kennisneming jaarverslag 2020 - Jeugdhuis Den Uitlaat

Motivering

 

Feiten en context

Er wordt jaarlijks kennis genomen van het jaarverslag van Jeugdhuis Den Uitlaat

 

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Jeugdhuis Den Uitlaat is niet onderworpen aan gemeentelijke controle maar omdat het lokaal bestuur jaarlijks een subsidie voor het jeugdhuis voorziet en het jeugdhuis (sinds 1997) in gemeentelijke gebouwen gevestigd is, geeft het jaarverslag aan de gemeenteraad een mooi overzicht van de werking en wordt dit dus jaarlijks ter kennisname voorgelegd.

 

Het is een kwestie van transparantie dat dit verslag jaarlijks voorgelegd wordt, ook om alles in de juiste perspectieven te kunnen plaatsen.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Jaarverslag 2020 Jeugdhuis Den Uitlaat

 

Besluit:

De gemeenteraad neemt kennis van het jaarverslag 2020 van Jeugdhuis Den Uitlaat" "

Kennisneming van het jaarverslag 2020 van Jeugdhuis Den Uitlaat

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Kennisneming evaluatieverslag grabbelpas en swappas 2021

Motivering

 

Feiten en context

Jaarlijks wordt een evaluatieverslag van de grabbelpas en swappas ter kennisneming voorgelegd aan de gemeenteraad.

 

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Traditioneel agendeert de dienst jeugd en sport jaarlijks een evaluatieverslag op de agenda van de gemeenteraad. Het is een kwestie van transparantie dat dit evaluatieverslag jaarlijks voorgelegd wordt, ook om alles in de juiste perspectieven te kunnen plaatsen.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Evaluatieverslag Grabbel- en swappas 2021.

 

Besluit:

De gemeenteraad neemt kennis van het evaluatieverslag van de grabbel- en swappas 2021." "

De gemeenteraad neemt kennis van het evaluatieverslag van de grabbel- en swappas 2021.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Kennisneming evaluatieverslag sportweken 2021

Motivering

 

Feiten en context

Evaluatieverslag sportweken 2021

 

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Traditioneel agendeert de dienst jeugd en sport jaarlijks een evaluatieverslag op de agenda van de gemeenteraad. Het is een kwestie van transparantie dat dit evaluatieverslag jaarlijks voorgelegd wordt, ook om alles in de juiste perspectieven te kunnen plaatsen.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Evaluatieverslag sportweken 2021.

 

Besluit:

De gemeenteraad neemt kennis van het evaluatieverslag sportweken 2021." "

De gemeenteraad neemt kennis van het evaluatieverslag sportweken 2021.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Toelagereglement UCI-rit 2022

Motivering

 

Feiten en context

Ieder jaar organiseert Cycling team Tilt een UCI-rit voor internationale dames-elites. Hiervoor dient er een toelagereglement goedgekeurd te worden.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het gemeentebestuur acht het opportuun om financieel tussen te komen in de organisatie van de UCI-rit voor internationale dames-elite (gepland op 27 februari 2022) van Cycling team Tilt via een toelage.

 

Het toelagereglement is hetzelfde als dat voor de vorige editie(s).

 

Financiële gevolgen

Budgetjaar

Budgetsleutel

Geraamde uitgaven

Beschikbaar budget op datum van

2022

64902500

€ 1.000

€ 1.000

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

15 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Marleen De Vry, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
4 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken en Jo Smekens.
Artikel 1

§1. Aan Cycling team Tilt, sportvereniging die lid is van de gemeentelijke sportraad, wordt een toelage van 1.000 euro ter beschikking gesteld voor de UCI-rit voor internationale dames-elite.

 

§2. Om aanspraak te kunnen maken dient de vereniging een aanvraag binnen te brengen met volgende gegevens:

         Naam, motivatie, adres, rekeningnummer en handtekening van de volmachthouder en voorzitter van Cycling TeamTilt.

 

Artikel 2

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het  lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Goedkeuring toelagereglement UCI-rit 2022.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Toelagereglement 2022 - Onderhoud sportinfrastructuur

Motivering

 

Feiten en context

Elk jaar zijn er sportverenigingen die buitenterreinen huren die geen gemeentelijke eigendom zijn.

Het betreft de verenigingen die zelf hun terreinen onderhouden en hiervoor een toelage ontvangen.

Hiervoor dient er een toelagereglement goedgekeurd te worden.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Gemeenteraadsbeslissing van 19 november 2020

         Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het lokaal bestuur acht het opportuun om de verenigingen te steunen in het onderhoud van de sportinfrastructuur die geen eigendom is van het lokaal bestuur en dit via een toelage.

 

Een soortgelijk toelagereglement was van kracht in 2021.

 

Financiële gevolgen

Budgetjaar

Budgetsleutel

Geraamde uitgaven

Beschikbaar budget op datum van 1 okt. 2021

2022

64902500/074000

€ 1.115,52 incl. btw

€ 18.723,60

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

§1. Voor de sportverenigingen die lid zijn van de gemeentelijke sportraad en die beschikken over (een) sportveld(en), wordt er voor 2022 een bedrag van 371,84 euro voorzien per veld. Het betreft hier buitenterreinen van het soort waarvan het lokaal bestuur geen of onvoldoende aanbod heeft.

 

§2. De toelage wordt niet verleend wanneer het terrein gemeentelijke eigendom is, tenzij de gebruiker tijdens het ganse betreffende jaar het terrein huurt en hiervoor een vergoeding aan het lokaal bestuur betaalt.

 

§3. De toelage dient aangewend te worden voor het onderhoud van de desbetreffende infrastructuur.

 

§4. Wanneer diverse verenigingen eenzelfde veld gebruiken, wordt de 371,84 euro verhoudingsgewijze verdeeld; eveneens wanneer het terrein slechts een beperkt deel van het jaar gebezigd wordt.

 

Artikel 2

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde decreet.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Goedkeuring toelagereglement 2022 onderhoud van sportterreinen.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Modaliteiten overeenkomst met TW 3000 inzake renovatie voetbalterreinen gemeentelijke voetbalsite Tielt-Winge, Tiensesteenweg 11 (werkjaar 2022)

Motivering

 

Feiten en context

TW 3000 huurt gemeentelijke voetbalterreinen. Voor de renovatie van deze voetbalterreinen ontvangt de vereniging van het lokaal bestuur een toelage. Voor deze toelage dient een overeenkomst/toelagereglement goedgekeurd te worden.

 

Juridische gronden

        Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

        Gemeenteraadsbeslissing van 19 november 2020

        Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het lokaal bestuur acht het opportuun om de infrastructuur zo efficiënt mogelijk te renoveren en komt financieel tussen in de kosten van de renovatie van de sportinfrastructuur via een toelage. Hiertoe moet voor 2022 opnieuw een overeenkomst worden afgesloten zoals in de voorbije jaren gebeurde.

 

Financiële gevolgen

De goedkeuring van de overeenkomst impliceert een uitgave van 3.600 euro voor 2022.

 

De budgetten zijn voorzien in de meerjarenplanning op algemeen rekeningnummer 61690900 beleidsitem 074000.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Er wordt met TW 3000 vzw een overeenkomst “renovatie” afgesloten voor het werkjaar 2022 met volgende modaliteiten:

 

Artikel 2

De partijen vestigen een overeenkomst voor de bestaande voetbalterreinen gelegen in deelgemeente Sint-Joris-Winge, Tiensesteenweg 11, kadastraal gekend als Tielt-Winge, 4de afdeling, sectie C, nummers 18b2 en 19c1, groot 1ha16a, 14ca, goed en welgekend door de huurder, een overeenkomst met betrekking tot renovatie van de terreinen met oog op het werkjaar 2022.

 

Artikel 3

De renovatie zal bestaan uit: het egaliseren van de terreinen (aanvoer van de geschikte zanderige teelaarde en egalisatie), het inzaaien (doorzaaien) met sportgraszaden, het bemesten van de terreinen.

 

Artikel 4

De renovatie zal door TW 3000 vzw uitgevoerd worden en dit volgens de regels van de kunst.

 

Artikel 5

De kostprijs voor de renovatie voor de twee terreinen bedraagt maximaal 3.600 euro btw inbegrepen, op vertoon van factuur.

 

Artikel 6

De kosten worden gedragen door de eigenaar.

 

Artikel 7

De burgemeester en de algemeen directeur worden gemachtigd een overeenkomst met deze modaliteiten te ondertekenen.

 

Artikel 8

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 9

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals geregeld in het decreet over het lokaal bestuur." "

Goedkeuring modaliteiten overeenkomst/toelagereglement renovatie van gemeentelijke voetbalsite Tielt-Winge, Tiensesteenweg 11.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Modaliteiten overeenkomst met TW 3000 in functie van onderhoud voetbalterreinen gemeentelijke voetbalsite Tielt-Winge, Tiensesteenweg 11 (werkjaar 2022)

Motivering

 

Feiten en context

TW 3000 huurt gemeentelijke voetbalterreinen. Voor het onderhoud ontvangt TW3000 een toelage van het lokaal bestuur. Hiervoor dient een overeenkomst/toelagereglement goedgekeurd te worden.

 

Juridische gronden

           Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

           Gemeenteraadsbeslissing van 19 november 2020

         Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het lokaal bestuur acht het opportuun om de infrastructuur zo efficiënt mogelijk te onderhouden en ondersteunt TW3000 in het onderhoud via een onderhoudstoelage. Hiertoe moet voor 2022 opnieuw een overeenkomst worden afgesloten zoals in de voorgaande jaren.

 

Financiële gevolgen

Het afsluiten van een overeenkomst impliceert een uitgave van 1.800 euro voor 2022.

De budgetten zijn voorzien in het meerjarenplan op algemeen rekeningnummer 64902500 van het beleidsitem 074000.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Er wordt met TW 3000 vzw een overeenkomst “onderhoud” afgesloten voor het werkjaar 2022 met volgende modaliteiten:

 

Artikel 2 

De partijen vestigen een overeenkomst voor de bestaande voetbalterreinen gelegen te deelgemeente Sint-Joris-Winge, Tiensesteenweg 11, kadastraal gekend als Tielt-Winge, 4de afdeling, sectie C, nummers 18b2 en 19c1, groot 1ha16a, 14ca, goed en welgekend door de huurder, met betrekking tot het onderhoud (maaien en rollen) van voetbalterreinen A en B met oog op het werkjaar 2022.

 

Artikel 3

Het onderhoud zal bestaan uit: het maaien en rollen van de twee terreinen 

 

Artikel 4

Het onderhoud zal door TW 3000 vzw uitgevoerd worden en dit volgens de regels van de kunst voor de periode van 1 april 2022 tot en met 31 december 2022.

 

Artikel 5

De onkosten voor het onderhoud van de twee terreinen bedraagt 200 (tweehonderd) euro per maand, zijnde 100 euro per terrein per maand btw inbegrepen.

 

Artikel 6

De totale kosten van 1.800 euro worden gedragen door de eigenaar.

 

Artikel 7

De burgemeester en de algemeen directeur worden gemachtigd een de overeenkomst met deze modaliteiten te ondertekenen.

 

Artikel 8

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 9

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals geregeld in het decreet over het lokaal bestuur." "

Goedkeuring modaliteiten overeenkomst in functie van onderhoud van gemeentelijke voetbalsite Tielt-Winge.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Principe afschaffing buurtwegen 88 en 91 Atlas der Buurtwegen Sint-Joris-Winge

Motivering

 

Feiten en context

Het Kieseghemschboschpad is opgenomen in de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge als weg nummer 88.

 

Deze weg is overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge 1,65 meter breed.

 

Het Motbroekveldpad is opgenomen in de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge als weg nummer 91.

 

De weg is overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge 1,65 meter breed.

 

De wegen situeren zich in het binnengebied van de Wingerstraat, Motbroekstraat en de Oude Leuvensebaan.

Het Kieseghemschboschpad verbindt de Motbroekstraat (ter hoogte van huisnummer 70) met buurtweg 91 (Motbroekveldpad) en verderop met de Oude Leuvensebaan.

Het Motbroekveldpad vormt een verbinding tussen de Wingerstraat (ter hoogte van huisnummer 84) en buurtweg 89 (het Mispeleerpad).

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Overeenkomstig de plannen is weg 88 deels gelegen langs de perceelsgrenzen van de betrokken eigendommen, deels loopt de bedding dwars over enkele percelen. Deze percelen worden voornamelijk gebruikt voor landbouwdoeleinden. Ter hoogte van de Motbroekstraat is de weg gelegen langs de tuinzones van 2 woningen.

 

Overeenkomstig de plannen is weg 91 gelegen langs de perceelsgrenzen van de betrokken eigendommen. Deze percelen worden voornamelijk gebruikt voor landbouwdoeleinden. Ter hoogte van de Wingerstraat is de weg doorkruist de weg de bedrijfszetel van een landbouwbedrijf.

 

Het gebruik van deze percelen zou geoptimaliseerd kunnen worden.

 

Het decreet op de gemeentewegen stelt dat het gemeentebestuur dient te waken over de uitbouw

van een veilig wegennet op lokaal niveau.

- De afschaffing van dit gedeelte van buurtweg 88, zoals vervat in het grafisch plan brengt deze doelstelling van het decreet niet in het gedrang. Het lokaal bestuur heeft nog steeds de intentie om wandelwegen met elkaar te verbinden om een aangenaam netwerk voor de trage weggebruiker te creëren, er werden in dit opzicht een aantal wandellussen uitgewerkt. Dit gedeelte van buurtweg 88 is niet in deze lussen opgenomen. Hetzelfde principe is van toepassing voor buurtweg 91.

- Parallel aan buurtweg 88 zijn buurtwegen 89 (het Mispeleerpad) en 45 (de Broekstraet) gelegen. Deze wegen zijn nog steeds opgenomen in de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge. Dit vormt een alternatief aanbod in de onmiddellijke omgeving. De afschaffing van buurtweg 88 brengt de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau bijgevolg niet in het gedrang.

- Beide wegen zijn gelegen in het plangebied van de ruilverkaveling van Sint-Joris-Winge. Echter, op de ruilverkavelingsplannen met betrekking tot de afschaffing van de wegen werden de wegen niet aangegeven. Dit duidt erop dat de wegen al voor de ruilverkaveling onbestaande waren.

- Ter hoogte van de Motbroekstraat (huisnummer 70), op of langs de bedding van buurtweg 88, werd een woning met bijgebouwen gebouwd. Het kadaster kent code 0005 toe als bouwjaar voor de woonst. Deze code duidt op een constructie gebouwd tussen 1919 – 1930. Het woonhuis dateert van voor de stedenbouwkundige wetgeving (1962). Er zijn bijgevolg geen bouwplannen voorhanden.

- Wat betreft buurtweg 91, moet gesteld worden dat bouwvergunningen werden afgeleverd op het betrokken perceel te Wingerstraat 84. Op de afgeleverde bouwvergunning inzake het bouwen van een woning (daterend van 11 maart 1982) wordt het pad niet vermeld. De wegbedding wordt evenmin aangeduid op het goedgekeurd bouwplan. In de voorwaarden van de vergunning wordt wel vermeldt dat de woning gebouwd moet worden op 6 meter van de rechter perceelsgrens. Op 2 juli 2002 werd een uitbreiding van de woning vergund. Deze uitbreiding situeert zich niet in de omgeving van de buurtweg. Op de op 13 oktober 1983 goedgekeurde bouwplannen inzake het bouwen van een stal wordt geen afweging gemaakt inzake de buurtweg. Op 20 maart 1986, 18 maart 1994, 13 oktober 1998 en 30 juni 2009 werden uitbreidingen van deze stal vergund, op deze plannen wordt de weg evenmin vermeld. Idem voor de goedgekeurde bouwplannen van 29 november 1991.

- Op 17 juni 2021 keurde de gemeenteraad de aanpassing en coördinatie van het algemeen politiereglement op het wegverkeer goed. Dit reglement heeft onder meer het teruggeven van de ruilverkavelingswegen aan de bewoners en de typische gebruikers, met name: landbouwers, fietsers, voetgangers en  ruiters tot doelstelling. Ten gevolge van deze aanpassing geldt een verboden toegang voor gemotoriseerd doorgaand verkeer uitgezonderd landbouwvoertuigen, fietsers, speepedelecs en bromfietsers klasse A in de Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6, tussen de Oude Leuvensebaan en de Wingerstraat) en de volledige Oude Leuvensebaan (buurtweg 7). Deze wegen zijn parallel aan de voorgestelde af te schaffen wegen gelegen en worden bestemd voor plaatselijk verkeer. Het aantal woningen langs deze wegen is gering. Het effect van het reglement zal bijgevolg merkbaar zijn en een gunstig effect hebben voor de trage weggebruiker. Bovendien zijn deze wegen uitgerust met één rijvak wat de beleving van de gebruiker ten goede komt.

 

Een andere opgelegde doelstelling is de herwaardering en de bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen zowel op recreatief als functioneel vlak. Deze doelstelling wordt evenmin geschonden.

- De verbinding die dit gedeelte van buurtweg 88 uit de Atlas der Buurtwegen tussen de Oude Leuvensebaan en de Motbroekstraat is heden onbestaande. De verbinding bewerkstelligt de verbondenheid van de Oude Leuvensebaan met de Motbroekstraat. Dezelfde verbinding wordt gemaakt via buurtwegen 89, 45 en de Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6) waardoor de voorliggende afschaffing geen schade toebrengt aan het huidige wegennet.

- De verbinding die dit gedeelte van buurtweg 91 uit de Atlas der Buurtwegen tussen de Wingerstraat en de buurtweg 89 is heden onbestaande. De verbinding bewerkstelligt de verbondenheid van de Wingerstraat met buurtweg 89. Dezelfde verbinding wordt mogelijk gemaakt via de Oude Leuvensebaan (buurtweg 7) en de Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6) waardoor de voorliggende afschaffing geen schade toebrengt aan het huidige wegennet.

- Op 17 juni 2021 keurde de gemeenteraad de aanpassing en coördinatie van het algemeen politiereglement op het wegverkeer goed. Dit reglement heeft onder meer het teruggeven van de ruilverkavelingswegen aan de bewoners en de typische gebruikers, met name: landbouwers, fietsers, voetgangers en  ruiters tot doelstelling. Ten gevolge van deze aanpassing geldt een verboden toegang voor gemotoriseerd doorgaand verkeer uitgezonderd landbouwvoertuigen, fietsers, speepedelecs en bromfietsers klasse A in de Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6, tussen de Oude Leuvensebaan en de Wingerstraat) en de volledige Oude Leuvensebaan (buurtweg 7). Deze wegen zijn parallel aan de voorgestelde af te schaffen wegen gelegen en worden bestemd voor plaatselijk verkeer. Het aantal woningen langs deze wegen is gering. Het effect van het reglement zal bijgevolg merkbaar zijn en een gunstig effect hebben voor de trage weggebruiker. Bovendien zijn deze wegen uitgerust met één rijvak wat de beleving ten goede komt.

 

De Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6), Oude Leuvensebaan (buurtweg 7), het Mispeleerpad (buurtweg 89) en de Broekstraet (buurtweg 45) uit de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge  maken dezelfde verbinding mogelijk.

 

Het bedoelde af te schaffen gedeelte van weg 88 situeert zich overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge op de kadastraal gesitueerde percelen te Tielt-Winge, 4e afdeling, sectie A, nummers:

         394A,in eigendom van:

         Geeraerts - Thirion, wonende te Wingerstraat 84, 3390 Tielt-Winge

                     Vincent Geeraerts, wonende te Wingerstraat 84, 3390 Tielt-Winge

         384P, 381A en 380W in eigendom van Geeraerts - Thirion, wonende te Wingerstraat 84, 3390 Tielt-Winge

         409H en 409G, in eigendom van Rosalie Portauwe, wonende te Motbroekstraat 70, 3390 Tielt-Winge

 

De af te schaffen oppervlakte van buurtweg 88 bedraagt 696m², op de volgende percelen, zoals hierboven uitgebreid omschreven:

                     394A, 331m²

                     384P, 41m²

                     381A, 106m²

                     380W, 65m²

                     409H, 84m²

                     409G, 69m²

 

Het bedoelde af te schaffen gedeelte van weg 91 situeert zich overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge op de kadastraal gesitueerde percelen te Tielt-Winge, 4e afdeling, sectie A, nummers:

         384H en 384P, in eigendom van Geeraerts - Thirion, wonende te Wingerstraat 84, 3390 Tielt-Winge

         404A, in eigendom van Trompet - Bronckaerts, wonende te Motbroekstraat 32, 3390 Tielt-Winge

 

De af te schaffen oppervlakte van buurtweg 91 bedraagt 462m², op de volgende percelen, zoals hierboven uitgebreid omschreven:

                     384H, 86m²

                     384P, 249m²

                     404A, 127m²

 

De eigenaars voegden een gemotiveerde nota toe, waarbij wordt voorgesteld om de bovenvermelde wegen af te schaffen overeenkomstig het toegevoegde plan.

 

Gelet op de bijgevoegde plannen van 21 september 2021, zoals opgemaakt door Landmeetkantoor Van De Velde - Peeters.

 

De bovenvermelde eigenaars nemen de kosten voor de procedure ten laste.

 

Het lokaal bestuur dient hiervoor de beleidsrichtlijnen uit artikel 4 van het Decreet houdende Gemeentewegen af te toetsen.

De principes uit artikel 4 luiden als volgt:

1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

 

Volgens de eerste voorwaarde dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste van het algemeen belang te staan.

Wat betreft het verzoek tot afschaffing van buurtweg 88 kan gesteld worden dat ter hoogte van Motbroekstraat 76 en de Oude Leuvensebaan via buurtweg 89 (Mispeleerpad) een verbinding gemaakt wordt tussen de Oude Leuvensebaan en de Motbroekstraat. Bovendien wordt de verbinding tussen de Motbroekstraat (ter hoogte van huisnummer 107, aan de overzijde) en de Oude Leuvensebaan tevens gegarandeerd via de Broekstraet (buurtweg 45 uit de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge). Deze wegen worden niet afgeschaft. De afschaffing van dit gedeelte van buurtweg 88 heeft bijgevolg geen impact op het algemeen belang. Een derde maal kan men de verbinding maken via een zijarm van de Motbroekstraat (buurtweg 5) richting de Oude Leuvensebaan.

Vermits deze wegen parallel aan en op verwaarloosbare afstand van buurtweg 88 gelegen zijn, wordt het algemeen belang niet geschonden door het afschaffen van buurtweg 88 uit de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge, gesitueerd tussen de Motbroekstraat en de Oude Leuvensebaan.

 

De verbinding van buurtweg 91 bewerkstelligt de verbondenheid van de Wingerstraat met buurtweg 89. Dezelfde verbinding wordt mogelijk gemaakt via de Oude Leuvensebaan (buurtweg 7) en de Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6) waardoor de voorliggende afschaffing geen schade toebrengt aan het algemeen belang.

 

Op 17 juni 2021 keurde de gemeenteraad de aanpassing en coördinatie van het algemeen politiereglement op het wegverkeer goed. Dit reglement heeft onder meer het teruggeven van de ruilverkavelingswegen aan de bewoners en de typische gebruikers, met name: landbouwers, fietsers, voetgangers en  ruiters tot doelstelling. Ten gevolge van deze aanpassing geldt een verboden toegang voor gemotoriseerd doorgaand verkeer uitgezonderd landbouwvoertuigen, fietsers, speepedelecs en bromfietsers klasse A in de Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6, tussen de Oude Leuvensebaan en de Wingerstraat) en de volledige Oude Leuvensebaan (buurtweg 7). Deze wegen zijn parallel aan de voorgestelde af te schaffen wegen gelegen en worden bestemd voor plaatselijk verkeer. Het aantal woningen langs deze wegen is gering. Het effect van het reglement zal bijgevolg merkbaar zijn en een gunstig effect hebben voor de trage weggebruiker. Bovendien zijn deze wegen uitgerust met één rijvak wat de beleving ten goede komt.

 

De wijziging of afschaffing van deze weg is in dit geval een uitzonderingsmaatregel die het wegennetwerk niet schaadt.

 

Vermits er voldoende andere verbindingen tussen de Wingerstraat, Oude Leuvensebaan en de Motbroekstraat in de onmiddellijke omgeving aanwezig zijn, kan het afschaffen van dit gedeelte van buurtwegen 88 en 91 uit de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge uitzonderlijk worden toegestaan.

 

De Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6) en de Oude Leuvensebaan (buurtweg 7) kunnen nog steeds gebruikt worden door de trage weggebruiker. Op 17 juni 2021 keurde de gemeenteraad de aanpassing en coördinatie van het algemeen politiereglement op het wegverkeer goed. Dit reglement heeft onder meer het teruggeven van de ruilverkavelingswegen aan de bewoners en de typische gebruikers, met name: landbouwers, fietsers, voetgangers en  ruiters tot doelstelling. Ten gevolge van deze aanpassing geldt een verboden toegang voor gemotoriseerd doorgaand verkeer uitgezonderd landbouwvoertuigen, fietsers, speepedelecs en bromfietsers klasse A in de Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6, tussen de Oude Leuvensebaan en de Wingerstraat) en de volledige Oude Leuvensebaan (buurtweg 7). Deze wegen zijn parallel aan de voorgestelde af te schaffen wegen gelegen en worden bestemd voor plaatselijk verkeer. Het aantal woningen langs deze wegen is gering. Het effect van het reglement zal bijgevolg merkbaar zijn en een gunstig effect hebben voor de trage weggebruiker. Bovendien zijn deze wegen uitgerust met één rijvak wat de beleving ten goede komt. De verkeersveiligheid van de trage weggebruiker is bijgevolg niet in het gedrang.

 

Alle betrokken eigenaars ondertekenden de aanvraag houdende de afschaffing van dit gedeelte van buurtwegen 88 en 91, er mag bijgevolg van uitgegaan worden dat de eigenaars de nodige maatregelen over de ontsluiting van de betrokken percelen getroffen hebben.

 

De bedoelde wegen bevinden zich niet ter hoogte van de gemeentegrenzen. Er is bijgevolg geen sprake van een gemeentegrensoverschrijdend perspectief.

 

Door de heropenstelling van de buurtwegen 88 en 91 zouden de betrokken percelen volledig belast door deze voetwegen. De betrokken eigenaars zullen in dat geval een ernstige waardevermindering ondervinden, hetgeen enorme schade zou berokkenen temeer de wegen gelegen zijn in de tuinzone van een woning en enkele betrokken eigenaars landbouwers zijn en deze percelen aanwenden in hun bedrijf. Verzoekers zien er ook het nut niet van in om hun landbouwpercelen te laten doorkruisen met voetwegen daar waar de volledige blok omringd is door publieke wandelpaden. Gezien er een voldoende aanbod aan trage wegen aanwezig is in de onmiddellijke omgeving, wordt de ruimtelijke behoefte van de trage weggebruiker niet geschonden door de wegen af te schaffen, hetzelfde geldt voor de toekomstige generaties. Het zou daarentegen getuigen van een geoptimaliseerd gebruik van de landbouwpercelen.

De Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6) en de Oude Leuvensebaan (buurtweg 7) kunnen nog steeds gebruikt worden door de trage weggebruiker. Op 17 juni 2021 keurde de gemeenteraad de aanpassing en coördinatie van het algemeen politiereglement op het wegverkeer goed. Dit reglement heeft onder meer het teruggeven van de ruilverkavelingswegen aan de bewoners en de typische gebruikers, met name: landbouwers, fietsers, voetgangers en  ruiters tot doelstelling. Ten gevolge van deze aanpassing geldt een verboden toegang voor gemotoriseerd doorgaand verkeer uitgezonderd landbouwvoertuigen, fietsers, speepedelecs en bromfietsers klasse A in de Motbroekstraat (buurtwegen 5 en 6, tussen de Oude Leuvensebaan en de Wingerstraat) en de volledige Oude Leuvensebaan (buurtweg 7). Deze wegen zijn parallel aan de voorgestelde af te schaffen wegen gelegen en worden bestemd voor plaatselijk verkeer. Het aantal woningen langs deze wegen is gering. Het effect van het reglement zal bijgevolg merkbaar zijn en een gunstig effect hebben voor de trage weggebruiker. Bovendien zijn deze wegen uitgerust met één rijvak wat de beleving ten goede komt. De ruimtelijke behoefte van de huidige en toekomstige trage weggebruiker blijft gerespecteerd ondanks de voorgestelde afschaffing van buurtwegen 88 en 91.

Ter hoogte van de Motbroekstraat (huisnummer 70), op of langs de bedding van buurtweg 88, werd een woning met bijgebouwen gebouwd. Het kadaster kent code 0005 toe als bouwjaar voor de woonst. Deze code duidt op een constructie gebouwd tussen 1919 – 1930. Het woonhuis dateert van voor de stedenbouwkundige wetgeving (1962). Er zijn bijgevolg geen bouwplannen voorhanden.

Wat betreft buurtweg 91, moet gesteld worden dat bouwvergunningen werden afgeleverd op het betrokken perceel te Wingerstraat 84. Op de afgeleverde bouwvergunning inzake het bouwen van een woning (daterend van 11 maart 1982) wordt het pad niet vermeld. De wegbedding wordt evenmin aangeduid op het goedgekeurd bouwplan. In de voorwaarden van de vergunning wordt wel vermeldt dat de woning gebouwd moet worden op 6 meter van de rechter perceelsgrens. Op 2 juli 2002 werd een uitbreiding van de woning vergund. Deze uitbreiding situeert zich niet in de omgeving van de buurtweg. Op de op 13 oktober 1983 goedgekeurde bouwplannen inzake het bouwen van een stal wordt geen afweging gemaakt inzake de buurtweg. Op 20 maart 1986, 18 maart 1994, 13 oktober 1998 en 30 juni 2009 werden uitbreidingen van deze stal vergund, op deze plannen wordt de weg evenmin vermeld. Idem voor de goedgekeurde bouwplannen van 29 november 1991. Het is niet wenselijk om de rechtszekerheid van de huidige gebruiker in het gedrang te brengen.

 

Financiële gevolgen

Er zullen financiële gevolgen zijn ten gevolge van dit dossier. Deze kunnen na het openbaar onderzoek en het schattingsverslag concreet becijferd worden in de beslissing van de definitieve vaststelling.

 

Bijlagen

Het dossier/opmetingsplan houdende de gedeeltelijke afschaffing van de buurtwegen 88 en 91 uit de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge.

 

Besluit:

13 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Tamara Vande Reyde, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
1 stem tegen: Marleen De Vry.
4 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken en Jo Smekens.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt het ontwerp van grafisch plan tot opheffing van de gemeentewegen, gekend als wegen nummers 88 (het Kieseghemboschpad) en 91 (het Motbroekveldpad) uit de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge voorlopig vast.

 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het grafisch plan tot opheffing van een gemeenteweg aan een openbaar onderzoek dat minstens binnen een ordetermijn van dertig dagen na de voorlopige vaststelling start.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan de regels van bestuurlijk toezicht zoals bepaald in het DLB." "

De gemeenteraad stelt het ontwerp van grafisch plan tot de gedeeltelijke opheffing van de gemeentewegen, gekend als wegen met nummers 88 en 91 uit de Atlas der Buurtwegen van Sint-Joris-Winge, voorlopig vast.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Afschaffing buurtweg 36 Houwaart

Motivering

 

Feiten en context

Het Gaylestraetkerkvoetpad is opgenomen in de Atlas der Buurtwegen van Houwaart als weg nummer 36.

 

Op 26 maart 1890 en 12 oktober 1956 werden wijzigingen van deze goedgekeurd door de bestendige deputatie. Het betroffen wijzigingen houdende de optimalisatie van het perceelsgebruik.

 

Deze weg is overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen van 1,65 meter breed.

 

De weg situeert zich tussen de Haldertstraat (ongeveer ter hoogte van huisnummer 103) en de Houwaartsebergweg (huisnummer 5).

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Overeenkomstig de plannen is de weg voornamelijk dwars over enkele percelen gelegen. Ter hoogte van de Houwaartsebergweg is de af te schaffen weg gesitueerd ter hoogte van de perceelsgrens met huisnummer 5.

 

Deze percelen waarop de weg gelegen is worden voornamelijk gebezigd voor landbouwdoeleinden en een huiskavel.

 

Het gebruik van deze percelen zou geoptimaliseerd kunnen worden.

 

Het decreet op de gemeentewegen stelt dat het gemeentebestuur dient te waken over de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau.

- De afschaffing van dit gedeelte van buurtweg 36, zoals vervat in het grafisch plan brengt deze doelstelling van het decreet niet in het gedrang. Het lokaal bestuur heeft nog steeds de intentie om wandelwegen met elkaar te verbinden om een aangenaam netwerk voor de trage weggebruiker te creëren, er werden in dit opzicht een aantal wandellussen uitgewerkt. Deze buurtweg 36 is niet in deze lussen opgenomen.

- Even hogerop is het tracé van buurtweg 37 (het Houwaertschenbergkerkvoetpad) gelegen. Deze weg vormt een verbinding tussen de Houwaartsebergweg en de Molenstraat. Verderop kan men via dit traject zelf de Heikant bereiken. De bedding van buurtweg 37 wordt ontsloten via buurtweg 14 (de Sint-Jobweg). Buurtweg 14 loopt langs Haldertstraat 103 richting buurtweg 37. Dezelfde verbinding blijft bijgevolg mogelijk.

 

Een andere opgelegde doelstelling is de herwaardering en de bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen zowel op recreatief als functioneel vlak. Deze doelstelling wordt evenmin geschonden.

De verbinding die buurtweg 36 uit de Atlas der Buurtwegen tussen de Houwaartsebergweg en de Haldertstraat creëert, is heden onbestaande. Dezelfde verbinding wordt gemaakt via het Houwaertschenbergkerkvoetpad (buurtweg 37) en de Sint-Jobweg (buurtweg 14) waardoor de voorliggende afschaffing geen schade toebrengt aan het huidige wegennet. Het gedeelte van buurtwegen 14 en 37 zijn wel opgenomen in het netwerk.

Deze weg werd enkele jaren geleden opnieuw opengesteld en is opgenomen in het provinciaal wandelnetwerk. Dit weggedeelte moet wel behouden blijven gezien de waarde voor het recreatief net.

 

De af te schaffen oppervlakte bedraagt 400m².

 

De bedoelde af te schaffen weg 36 situeert zich overeenkomstig de Atlas der Buurtwegen van Houwaart op de kadastraal gesitueerde percelen te Tielt-Winge, 2e afdeling, sectie B, nummers:

- 147, in eigendom van Mattheus - De Borger, wonende te Haldertstraat 103, 3390 Tielt-Winge.

- 103B, in eigendom van:

• Geeraerts - Thirion, wonende te Wingerstraat 84, 3390 Tielt-Winge

• Vincent Geeraerts, wonende te Wingerstraat 84, 3390 Tielt-Winge

- 104P, in eigendom van Seynaeve - Wynants, wonende te Haldertstraat 107, 3390 Tielt-Winge

- 111 en 110B, in eigendom van:

• Vranken - Nolmans, wonende te Haldertstraat 220, 3390 Tielt-Winge

• Griet Vranken, wonende te Haldertstraat 220, 3390 Tielt-Winge

- 109S, in eigendom van Verlinden - Halen, wonende te Houwaartsebergweg 5, 3390 Tielt-Winge

 

De eigenaars voegden een gemotiveerde toe, waarbij wordt voorgesteld om de bovenvermelde weg deels af te schaffen.

 

Gelet op de bijgevoegde plannen van 21 september 2021, zoals opgemaakt door landmeetkantoor Van De Velde - Peeters.

 

De bovenvermelde eigenaars nemen de kosten voor de procedure ten laste.

 

Het lokaal bestuur dient hiervoor de beleidsrichtlijnen uit artikel 4 van het Decreet houdende Gemeentewegen af te toetsen.

De principes uit artikel 4 luiden als volgt:

1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

 

Volgens de eerste voorwaarde dienen wijzigingen van het gemeentelijk wegennet steeds ten dienste van het algemeen belang te staan.

Wat betreft het verzoek tot afschaffing van buurtweg 36, kan gesteld worden dat deze weg de Sint-Jobweg (ter hoogte van Haldertstraat 103) verbindt met de Houwaartseberweg (ter hoogte van huisnummer 5).

Dezelfde verbinding wordt tussen de Sint-Jobweg en de Houwaartsebergweg gegarandeerd via de het Houwaertschenbergkerkvoetpad (buurtweg 37) uit de Atlas der Buurtwegen van Houwaart. Deze weg wordt niet afgeschaft. De afschaffing van dit gedeelte van buurtweg 76 heeft bijgevolg geen impact op het algemeen belang, gezien de ligging van een parallel alternatief traject op verwaarloosbare afstand.

Het lokaal bestuur heeft nog steeds de intentie om wandelwegen met elkaar te verbinden om een aangenaam netwerk voor de trage weggebruiker te creëren, er werden in dit opzicht een aantal wandellussen uitgewerkt. Dit bevestigt des te meer het algemeen belang van het openbaar gebruik van gemeentewegen. Buurtweg 82 is niet in deze lussen opgenomen, hierdoor wordt het gebrek van het algemeen belang van deze weg aangetoond.

 

De wijziging of afschaffing van deze weg is in dit geval een uitzonderingsmaatregel die het wegennetwerk niet schaadt.

Vermits er een andere verbinding tussen de Sint-Jobweg en de Houwaartsebergweg in de onmiddellijke omgeving aanwezig is, kan het afschaffen van buurtwegen 36 uit de Atlas der Buurtwegen van Houwaart uitzonderlijk worden toegestaan.

 

De Sint-Jobweg (buurtweg 14) en het Houwaertschenbergkerkvoetpad (buurtweg 37) kunnen nog steeds gebruikt worden door de trage weggebruiker, de verkeersveiligheid van de trage weggebruiker is bijgevolg niet in het gedrang.

 

Alle eigenaars ondertekenden de aanvraag houdende de afschaffing van buurtwegen 36, er mag bijgevolg van uitgegaan worden dat de eigenaars de nodige maatregelen over de ontsluiting van de betrokken percelen getroffen hebben.

 

De bedoelde wegen bevinden zich niet ter hoogte van de gemeentegrenzen. Er is bijgevolg geen sprake van een gemeentegrensoverschrijdend perspectief.

 

Door de heropenstelling van de buurtweg 36 zouden de betrokken percelen grotendeels doorkruist worden door deze voetweg. De betrokken eigenaars zullen in dat geval een ernstige waardevermindering ondervinden, hetgeen enorme schade zou berokkenen temeer enkele betrokken eigenaars landbouwers zijn en deze percelen aanwenden in hun bedrijf. Verzoekers zien er ook het nut niet van in om hun landbouwpercelen te laten doorkruisen met voetwegen daar waar de volledige blok omringd is door publieke wandelpaden. Gezien er een voldoende aanbod aan trage wegen aanwezig is in de onmiddellijke omgeving, wordt de ruimtelijke behoefte van de trage weggebruiker niet geschonden door de wegen af te schaffen, hetzelfde geldt voor de toekomstige generaties. Het zou daarentegen getuigen van een geoptimaliseerd gebruik van de landbouwpercelen.

De Sint-Jobweg (buurtweg 14) en het Houwaertschenbergkerkvoetpad (buurtweg 37) kunnen nog steeds gebruikt worden door de trage weggebruiker, de ruimtelijke behoefte van de huidige en toekomstige trage weggebruiker blijft gerespecteerd ondanks de afschaffing van buurtweg 36.

 

Financiële gevolgen

Er zullen financiële gevolgen zijn ten gevolge van dit dossier. Deze kunnen na het openbaar onderzoek en het schattingsverslag concreet becijferd worden in de beslissing van de definitieve vaststelling.

 

Bijlagen

Het dossier/opmetingsplan houdende de afschaffing van de buurtwegen 36 uit de Atlas der Buurtwegen van Houwaart.

 

Besluit:

13 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Tamara Vande Reyde, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
1 stem tegen: Marleen De Vry.
4 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken en Jo Smekens.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt het ontwerp van grafisch plan tot opheffing van de gemeenteweg, gekend als weg nummer 36 uit de Atlas der Buurtwegen van Houwaart voorlopig vast.

 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt het grafisch plan tot opheffing van een gemeenteweg aan een openbaar onderzoek dat minstens binnen een ordetermijn van dertig dagen na de voorlopige vaststelling start.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan de regels van bestuurlijk toezicht zoals bepaald in het DLB." "

De gemeenteraad stelt het ontwerp van grafisch plan tot opheffing van de gemeenteweg, gekend als weg nummer 36 uit de Atlas der Buurtwegen van Houwaart voorlopig vast.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Contantbelastingsreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huisinzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep als de inzameling op het recyclagepark vanaf 1 februari 2022 en aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025 - aanpassing

Motivering

 

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze lokale belasting.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;

         Wat van 29 juli 1991 inzake de motivering van beslissingen;

         Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen;

         Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

         Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval van 16 september 2016;

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019;

         Politieverordening van heden betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

         Gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2020 - principe invoering DifTar.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen voor de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan 2020-2025.

 

De gemeente neemt deel aan EcoWerf, intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant.

 

Met ingang van 18 november 2003 deed de gemeente beheersoverdrachten aan EcoWerf voor de inzameling van verschillende afvalfracties en voor de exploitatie van het recyclagepark.

 

De gemeente is toegetreden tot het DifTar-systeem van huis-aan-huisinzameling in containers (gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2020) alsook voor de brengmethode naar het recyclagepark.

 

Door de raad van bestuur van Ecowerf is eind 2018 de vraag gesteld naar een onderzoek aangaande de haalbaarheid voor de inzameling van papier en karton in containers.

 

Door de raad van bestuur van EcoWerf is goedkeuring verleend aan de inzameling van papier en karton in minicontainers tijdens de zitting van 9 oktober 2019.

 

Het betreft een uniform inzamelsysteem van papier en karton in gele rolcontainers van 240 liter (een andere maat kan op aanvraag). Het huren en gebruiken van deze container is voor de inwoners optioneel. De inwoner heeft de mogelijkheid om het papier naar het recyclagepark te brengen. De inwoner betaalt het standaard tarief voor de huur van deze container. De containers worden bij ophaling niet gewogen;

 

De kosten voor inzameling van afval wegen zwaar door op de gemeentelijke financiën.

 

De gemeentelijke inkomsten en uitgaven dienen in evenwicht te zijn.

 

De kosten voor de huis-aan-huis inzameling en de inzameling op het recyclagepark zullen verhaald worden op de aanbieders via een contantbelasting.

 

De invoering van een dergelijke gedifferentieerde contantbelasting laat de gemeente toe om het principe van “de vervuiler betaalt” toe te passen, om alzo prioriteit te verlenen aan afvalvoorkoming en slechts in tweede instantie het hergebruik en tenslotte de recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen te stimuleren;

 

Het masterplan recyclageparken van EcoWerf werd goedgekeurd door de raad van bestuur.

 

Omwille van de praktische uitrol en transitie van dit gewijzigde inzamelsysteem voor bepaalde afvalfracties zal dit belastingsreglement niet voor het gehele aanslagjaar 2022 kunnen toegepast worden, maar in de praktijk dus pas vanaf 1 februari 2022 en vanaf dan gelden voor de aanslagjaren (rest) 2022 tot en met 2025, behoudens andersluidende tussenkomende raadsbeslissing(en).

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen. Deze belasting geldt als algemene en verplichte bijdrage van de burger, opgelegd door de gemeenteraad, aan de algemene uitgaven van het lokaal bestuur (en waartegenover geen individueel aanwijsbare tegenprestatie van de overheid staat en/of geheven wordt voor een dienstverlening die het algemeen belang dient) ter uitvoering van het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

18 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken, Jo Smekens, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
1 onthouding: Marleen De Vry.
Artikel 1

Het hierna volgende contantbelastingsreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huis inzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark vanaf 1 februari 2022 (en voor de rest van aanslagjaar 2022) en voor de aanslagjaren 2023 t.e.m. 2025, behoudens tussenkomende wijzigingen, goedgekeurd door de gemeenteraad:

 

Contantbelastingsreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huis inzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark vanaf 1 februari 2022 (en voor de rest van aanslagjaar 2022) en aanslagjaren 2023 t.e.m 2025 (versie 18.11.2021)

 

Artikel 1 - Belastbaar voorwerp of belastbaar feit

 

§ 1. Er wordt een contantbelasting gevestigd voor:

1° de huis-aan-huis inzameling van het gewoon huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval en grofvuil (en het daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval);

2° de inzameling van op het recyclagepark aangeboden afvalstoffen;

3° de inzameling van het gewoon huisvuil, het pmd-afval, het gft-afval en papier en karton via sorteerstraten.

4° de huis-aan-huis-inzameling van snoeihout.

 

§ 2. Definities algemeen:

 

Aansluitpunt (ASP):

 

1) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van inschrijving in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil,  pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden,

 

2) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente mét een woonfunctie, waarin een particulier huishouden gevestigd is dat op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden, en

 

3) iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente waarin een instelling van openbaar nut, een school, een vereniging die deel uitmaakt van de gemeentelijke cultuur-, sport- of jeugd-, senioren- of milieuraad, gevestigd is, die op basis van een machtiging van de gemeente zowel huisvuil, grofvuil,  pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

 

Aansluitpunt commercieel:

Iedere entiteit (gebouw, infrastructuur of domein) op het grondgebied van de gemeente met een commerciële functie, waarin beroepsactiviteiten worden ontplooid (vrij beroep, handel, zorgactiviteiten,…) die op basis van de inschrijving in het bevolkingsregister/handelsregister van de gemeenten zowel huisvuil, grofvuil, pmd, gft en papier en karton ter inzameling kan aanbieden.

 

De juiste oppervlakte van het commercieel aansluitpunt wordt vastgesteld hetzij op basis van de goedgekeurde bouwvergunning, hetzij op basis van de afgesloten huurovereenkomst.

 

Aorta: de databank waarin EcoWerf per gezin of per onderneming registreert:

         de relevante identificatiegegevens van het gezin of de onderneming en de referentiepersoon van het betrokken gezin of onderneming

         de relevante DifTar-gegevens inzake inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval, individueel en gedifferentieerd per afvalstroom, zodat ze afzonderlijk kunnen getarifeerd worden. De relevante gegevens zijn onder meer de aard van de aangeboden afvalstof, het gewicht ervan en het aantal afvalbewegingen.

 

Om toegang te krijgen tot de recyclageparken, moeten de gezinnen of ondernemingen op het grondgebied van de gemeente zich laten registreren. De registratie kan gebeuren bij de bevoegde gemeentedienst. Voor zover de gegevens van het gezin zijn opgenomen in het rijksregister (via het bevolkings- of vreemdelingenregister) is er geen afzonderlijke registratie vereist, maar voert EcoWerf de registratie uit op basis van deze gegevens.

 

Voor elk gezin of elke onderneming zoals omschreven in dit reglement is een registratie verplicht en is er maximaal één registratie mogelijk.

 

Per gezin of per onderneming in het bedieningsgebied wordt er in Aorta een formulier aangemaakt. Het formulier omvat voor het gezin of de onderneming de vermelding van de referentiepersoon, het adres, een bankrekeningnummer, een detail van de diensten waarvan gebruik kan worden gemaakt, een rekenstaat, het rijksregisternummer of nummer van het vreemdelingenregister van de referentiepersoon, het ondernemingsnummer, en het EcoWerf-klantennummer. Er wordt geregistreerd of het formulier wordt aangemaakt voor een gezin, een tweede verblijf (met een ander verzendadres), een gemeenschap of voor een onderneming, vereniging, school, gemeentelijke overheid of andere overheid. Indien de referentiepersoon bereid is deze gegevens te verstrekken, vermeldt het formulier ook één telefoonnummer en een e-mailadres van het gezin of de onderneming.

 

Op basis van het bedrag van de rekenstaat in de databank en in functie van de beschikbare diensten wordt bepaald of er aan de belastingplichtige betalingsuitnodigingen verstuurd worden en of de belastingplichtige in de voorwaarden verkeert om dienstverlening inzake inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval te ontvangen.

 

De gegevens van Aorta kunnen door EcoWerf worden aangewend voor het versturen van betalingsuitnodigingen.

 

Wanneer er niet langer beroep wordt gedaan op enige dienst inzake verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval wegens verhuis of overlijden, en dit door de gemeente gemeld wordt aan EcoWerf, zal EcoWerf de toegangskaart blokkeren of niet langer een toegangsmachtiging aan de identiteitskaart verlenen. Op vraag van de burger kan het eventuele onbestede tegoed op het rekeningnummer van de referentiepersoon terug betaald worden.

 

DifTar-rekening: de individuele rekening die per gezin of per onderneming in de databank wordt bijgehouden en waarop afzonderlijk worden ingeschreven :

         de volgens dit reglement verschuldigde contantbelasting;

         de volgens dit reglement verschuldigde kohierbelasting;

De rekenstaat geeft op elk ogenblik getrouw weer wat de schuld of het tegoed is van het gezin of de onderneming.

 

Gebruikersgroep:  een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilieadres geselecteerd worden, een elektronische toegangsbadge toegewezen krijgen en op deze wijze toegang krijgen tot een sorteerstraat en/of recyclagepark(en).

 

Ondergrondse afvalcontainer: een ondergronds inzamelrecipiënt, voorzien van een inwerpzuil met, afhankelijk van de aangeboden fractie een aangepaste inwerpopening. De container is voorzien van een elektronisch te openen deksel, enkel te openen bij aanbieding van een door EcoWerf gevalideerde toegangsbadge.

 

Referentiepersoon: de meerderjarige persoon die in Aorta als referentiepersoon voor het gezin of de onderneming wordt vermeld. Als de registratie gebeurt :

         voor een gezin, wordt van rechtswege de persoon die, volgens de opgave van het rijksregister, als referentiepersoon van het gezin, vermeld staat in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister, ook geregistreerd als referentiepersoon in de databank

         voor een onderneming is het een meerderjarige natuurlijke persoon die geacht wordt de onderneming rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

 

Recyclagepark: een bij toepassing van VLAREMA vergunde inrichting waar particulieren en eventueel ook bedrijven onder toezicht van op vastgestelde dagen en uren bepaalde gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en eventueel met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kunnen deponeren.

 

Sorteerstraat: een combinatie van (ondergrondse afvalcontainers) ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, pmd, gft en papier & karton.

 

Toegangskaart: elektronische badge op naam van de referentiepersoon die bij aanbieding toegang verleent tot de sorteerstraat en/of recyclagepark(en). De badge registreert de gebruiker en het volume of het gewicht van de aangeboden fractie. Elke gebruiker en bij uitbreiding ook de badge maakt deel uit van een door EcoWerf gedefinieerde gebruikersgroep.

 

§ 3. Definities afvalfracties:

 

Afgedankte elektrische en elektronische apparaten: Apparaten die elektrische stromen of elektronische velden nodig hebben om naar behoren te kunnen werken, en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die onder een van de categorieën, vermeld in artikel 3.4.4.2 van het VLAREMA, vallen en die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom. Daarin zijn ook alle onderdelen, subeenheden en verbruiksmaterialen begrepen die deel uitmaken van het product op het moment dat het wordt afgedankt. De volgende apparaten vallen niet onder deze definitie: apparaten die deel zijn van andere elektrische apparatuur, apparatuur die verband houdt met de bescherming van de wezenlijke belangen van de veiligheid van lidstaten, wapens, munitie en oorlogsmateriaal, tenzij het gaat om producten die niet specifiek voor militaire doeleinden zijn bestemd, en grote, niet-verplaatsbare industriële installaties van elektrische en elektronische gereedschappen en tuingereedschappen.

 

Asbestcement: Alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten, …

 

Boomstronken: Alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

 

Bouwafval: Zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit) , cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

 

Cellenbeton: Alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

E.P.S.: Zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten,…

 

Frituurolie en afgelaten motorolie: Alle soorten smeerolie en/of industriële olie, op minerale of synthetische basis ontstaan door de werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit in het bijzonder afgewerkte motorolie, frituurolie, met uitzondering van grote hoeveelheden motorolie, olie met pcb’s of andere giftige stoffen.

 

Gips en kalk: Bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt,…

 

Glas: Hol glas en vlak glas ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteiten, ontdaan van dopsels, deksels en sluitingen, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen en hittebestendig glas, gewapend glas, kristal, opaal glas, rookglas, autoruiten, plexiglas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, stenen, tegels, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s,…

         Hol glas  betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen...

         Vlak glas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen…

 

Gras- en bladafval: Alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuinonderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

 

Groenafval: Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Groente-, fruit- en tuinafval (gft): Organisch composteerbaar afval zoals schillen en resten van fruit (ook citrusvruchten), groenten en aardappelen; dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten; broodresten; koffiedik en papieren koffiefilters; papier van keukenrol; noten en pitten; vlees- en visresten, schaaldierresten (uitgezonderd mosselschelpen, oesterschelpen …); vaste zuivelproducten (kaasresten); eieren en eierschalen; fijn tuin- en snoeiafval (bladeren, gras, onkruid, haagscheersel, versnipperd snoeihout …); kamer- en tuinplanten; schaafkrullen en zaagmeel van onbehandeld hout; mest van kleine huisdieren (cavia, konijn). Dit alles ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of uit een bedrijfsactiviteit die vergelijkbaar is met een huishouden.

 

Grofvuil: Alle huishoudelijke afvalstoffen en voorwerpen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen en die omwille van de omvang, de aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen worden aangeboden, met uitzondering van: papier en karton, textiel, glas, kga (Klein Gevaarlijk Afval), gft (groenten, tuin– en fruitafval) en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval, pmd, oude metalen, houtafval, snoeihout en groenafval, afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA), autobanden, steenachtige fracties van bouw - en sloopafval en andere selectief ingezamelde afvalstoffen.

 

Harde plastics: Alle zuivere harde plastics zoals deuren, rolluiken, buizen, dakgoten, tuinmeubelen, bloempotten, plastic kleerhangers, speelgoed, wasmanden, emmers ... ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van plastic flessen en flacons (pmd), verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, tuinslang, verpakkingen van voedings- waren, plastic blisters en straps, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval),...

 

Herbruikbare goederen: Alle door de normale werking van een particuliere huishouding ontstane afvalstoffen die worden aanvaard door het erkend Kringloopcentrum en geschikt kunnen worden gemaakt voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed,…

 

Huishoudelijk afval: Alle afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van de particuliere huishouding en/of afvalstoffen ontstaan door een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Keramiek: Alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein,… met uitzondering van steenafval.

 

Klein Gevaarlijk Afval (KGA): De afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1. van het VLAREMA. 

 

Kurk: Alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking,…

 

Oude Metalen: Alle ferro- en non-ferro metalen voorwerpen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van ferro- en non-ferroverpakkingen, kga en elektrische en elektronische toestellen.

 

Papier en karton: Alle dag-, week-, en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding of ermee gelijkgestelde bedrijfsafvalstoffen, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeizakken,…

 

Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons (PMD): Plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen , schaaltjes, vlootjes en bakjes, potjes en tubes, folies, zakjes, drank- en conservenblikken, spuitbussen voor voedingsmiddelen of cosmetica, bakjes en schaaltjes, deksels, doppen en drankkartons, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit. De aangeboden plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons mogen geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

 

Sloophout: Alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

 

Snoeihout: Alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter van minder dan 10 cm), haagscheersel.

 

Steenafval: Zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest,…

 

Textiel: Alle niet verontreinigde kleding, huishoudlinnen, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), beddengoed, schoeisel, handtassen en lederwaren ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Artikel  2 - Belastingsplichtige

 

De contantbelasting is verschuldigd door de gebruiker op basis van de kostprijs van de specifieke dienstverlening en wordt aangerekend naar gelang van de soort en de hoeveelheid of het gewicht van het afval bij de huis-aan-huis-inzameling, de inzameling via het recyclagepark en de sorteerstraten.

 

Artikel 3 - Tarieven

 

§ 1. Huis-aan-huis inzameling

 

De contantbelasting voor de huis-aan-huis inzameling in functie van de fractie en het volume/gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5 kg nauwkeurig.

 

a) Huisvuil

 

Inzameling en verwerking

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per kg gewogen huisvuil

0,28

0,28

Per aanbieding 40 L-container

0,55

 

Per aanbieding 120 L-container

0,55

0,55

Per aanbieding 240 L-container

1,10

1,10

Per aanbieding 360 L-container

1,65

1,65

Per aanbieding 1100 L-container

5,59

5,59

Voorrijkost per afroep

75

75

 

Gebruiksrecht container per maand

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

40 L-container

0,84

 

120 L-container

0,84

1,84

240 L-container

1,66

2,47

360 L-container

2,47

2,64

1100 L-container

4,58

7,07

Aankoop slot (optioneel)

25

25

 

b) Gft-afval

 

Inzameling en verwerking

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per kg gewogen gft

0,18

0,18

 

Gebruiksrecht container per maand

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

40 L-container

0,84

 

120 L-container

0,84

1,84

240 L-container

1,66

2,47

1100 L-container

4,58

7,07

Aankoop slot (optioneel)

25

25

 

c) Pmd

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per zak van 60 L

0,15

0,15

 

d) Grofvuil

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Voorijkost op afroep

12,50

12,50

Verwerking per begonnen 0,5 m³

7,50

7,50

 

 

of

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

1-persoonsbed

7,50

7,50

2-persoonsbed

15

15

Zetel: 1-zit

7,50

7,50

Zetel: 2-zit

15

15

Zetel: 3-zit

22,50

22,50

Stoel (2 stuks)

7,50

7,50

(Tuin-)tafel

7,50

7,50

 

e) Snoeihout

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

Per bussel

5,00

5,00

 

f) Papier en karton

 

 

Particulieren (euro)

KMO (euro)

40 L-container

0,84

 

240 L-container

0,84

2,47

1100 L-container

4,58

7,07

 

§ 2. Inzameling via sorteerstraat op gewicht

 

De contantbelasting in functie van het gewicht van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen in een sorteerstraat wordt hieronder weergegeven. De gewichtsmeting is tot op 0,5kg nauwkeurig.

 

 

Particulier (euro)

KMO (euro)

Huisvuil (kg)

0,28

0,28

GFT (kg)

0,18

0,18

Beheerskost (maand)

3,53

7,06

 

§ 3. Inzameling via DifTar recyclagepark op gewicht

 

De contantbelasting in functie van het gewicht (per kg) van de ter inzameling en verwerking aangeboden afvalstoffen op het recyclagepark wordt hieronder weergegeven.

 

 

Particulier (euro)

KMO (euro)

Grofvuil

0,28

0,28

Gras en blad

0,18

0,18

Harde plastics

0,08

0,12

Sloophout

0,08

0,12

Boomstronken

0,04

0,08

Snoeihout

0,04

0,08

Steenafval

0,04

0,08

Cellenbeton

0,04

0,08

Gips

0,04

0,08

Keramiek

0,04

0,08

Tarief grote hoeveelheden

Vanaf een totale aanvoer

op jaarbasis boven de 2.000

kg worden de KMO-tarieven

van toepassing op de

betrokken particulier.

 

 

Het minimaal aangerekende gewicht bedraagt 5 kg.

 

De contantbelasting op het brengen van de hierboven vermelde afvalstoffen naar het recyclagepark (toegangstarief) wordt vastgesteld op 1,00 euro per bezoek vanaf het 13e bezoek, ongeacht de wijze van aanbieding.

 

De andere, niet in deze tabel (sub §4.) opgenomen fracties (zoals asbest, autobanden, matrassen) kunnen gratis afgeleverd worden op het DifTar recyclagepark.

 

Artikel 4 - Hoofdelijkheid van de belastingsschuld

 

Indien het afval wordt aangeboden door een gezin dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon van het gezin en alle meerderjarige leden van het gezin die in de woongelegenheid van de referentiepersoon verblijven.

 

Indien het afval wordt aangeboden door een onderneming of vereniging dan is de belasting hoofdelijk verschuldigd door de referentiepersoon en de onderneming, zijnde iedere natuurlijke – of rechtspersoon die de onderneming uitmaakt of de leden van de vereniging, indien deze geen rechtspersoonlijkheid heeft.

 

Artikel 5 - Wijze van inning

 

§ 1. De personen die gebruik maken van de door de gemeente voorgeschreven containers zijn de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking verschuldigd op het ogenblik dat de kiepbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd. De contantbelasting betreffende het gebruik van de container is maandelijks verschuldigd.

 

§ 2. De gebruiker van de sorteerstraat is de contantbelasting betreffende de inzameling en verwerking van afvalstoffen verschuldigd op het ogenblik dat de gebruiker afvalstoffen aanbiedt aan de ondergrondse afvalcontainer en de elektronische toegangskaart van de gebruiker deze beweging registreert. De contantbelasting betreffende het gebruik van de sorteerstraat is maandelijks verschuldigd.

 

§ 3. Iedere gebruiker van een container/sorteerstraat dient vooraf een bedrag te storten op de DifTar-rekening en dit in functie van de gebruikte containers:

 

Aantal en type containers

Voorschot (euro)

1 of meerdere 40 L-. of 120 L-containers of een particuliere gebruiker van een sorteerstraat en een 240L papier en karton-container

50,00

per container van 240 L of een niet-particuliere gebruiker van een sorteerstraat

100,00

per container van 1.100 L of per set van 3 360 L containers

500,00

per 240L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is

25,00

per 1100L papier en karton-container indien dit de enige container op het aansluitpunt is

75,00

 

§ 4. Bij elke registratie van een kiepbeweging en het gewicht van het meegegeven afval of in geval van sorteerstraat bij een gewichtsmeting, zal de contantbelasting zoals bepaald in artikel 3, in mindering worden gebracht van het vooraf betaald bedrag. De contantbelasting zal worden afgerond tot op 2 cijfers na de decimaal.

 

Artikel 6 - Wijze van inning

 

§ 1. Iedere referentiepersoon die geregistreerd staat in Aorta beschikt over een DifTar-rekening waarmee voor bepaalde dienstverleningen van EcoWerf betaald kan worden.

 

Zodra het beschikbare bedrag lager is dan 10,00 euro wordt een  betalingsuitnodiging gestuurd naar de referentiepersoon. Het aanzuiveren van de DifTar-rekening is mogelijk door betaling via overschrijving of door betaling met Bancontact in het recyclagepark.

 

De containers zullen niet meer geledigd worden of de sorteerstraat zal niet meer toegankelijk zijn van zodra de vervaldatum van de herinnering is verlopen en het beschikbare bedrag lager is dan 0 euro.

 

Bij afmelding (verhuis, overlijden, …) wordt de DifTar-rekening gesloten en wordt het nog beschikbare bedrag teruggestort op rekeningnummer van de begunstigde, tenzij de begunstigde nog een openstaande schuld heeft aan de gemeente. Een eindafrekening wordt afgeleverd aan de begunstigde.

 

§ 2. De personen die gebruik maken van de voorgeschreven pmd-zakken zijn de contantbelasting verschuldigd bij de aankoop ervan op de door de gemeente vastgestelde plaats(en).

 

§ 3. Bij een DifTar gewichtspark is de contantbelasting verschuldigd door de bezoeker (particulier en KMO) die de afvalstoffen aanbiedt en is betaalbaar, na gewichtsbepaling, via de DifTar-rekening of met de betaalkaart (Bancontact).

 

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering nog niet verlopen is, zal de bezoeker van het recyclagepark hierop attent gemaakt worden en nog slechts één maal de mogelijkheid hebben om het tarief voor betalende fracties via de DifTar-rekening te betalen. In dit geval zal ook steeds gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld.

 

Indien het saldo van de DifTar-rekening ontoereikend is en de vervaldatum van de herinnering is verlopen, zal bij de ingang gevraagd worden om de DifTar-rekening aan te zuiveren met een minimaal bedrag dat gelijk is aan de schuld. Indien het saldo niet wordt aangezuiverd zal hij/zij geen toegang krijgen tot het betalend gedeelte en zal de uitgang geweigerd worden met de vraag om het openstaande saldo aan te zuiveren. Men zal ook geen gebruik meer kunnen maken van de inzameling op afroep tot het saldo werd aangezuiverd.

 

§ 4. Voor de vervanging van een verloren, beschadigde en/of gestolen toegangskaart of een extra toegangskaart wordt een contantbelasting gevraagd van 5,00 euro. Dit bedrag zal aangerekend worden via de DifTar-rekening.

 

Niet-inwoners of toekomstige inwoners van de gemeente kunnen, voor het aanbrengen van afval afkomstig vanuit de gemeente, een kaart voor het recyclagepark aanvragen bij het gemeentebestuur. De kaarten worden uitgeleend voor een periode van maximum 3 maanden, tegen een waarborg van 50,00 euro.

 

Artikel 7 - Wijze van inning

 

Bij ontstentenis van betaling wordt de contantbelasting conform artikel 4, § 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen omgezet in een kohierbelasting.

 

Door de opname in een kohier verkrijgt de belasting vanaf dan alle kenmerken van een kohierbelasting, met inbegrip van een betalingstermijn van twee maanden en een bezwaartermijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

 

De belasting is persoonsgebonden waardoor de gemeente de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van het positief saldo op een ander particulier ASP betreffende dezelfde persoon/referentiepersoon om het negatief saldo aan te zuiveren, alvorens over te gaan tot inkohiering.

 

Artikel 8 - Bezwaarprocedure

 

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar op afgiftebewijs indienen tegen deze contantbelasting bij het college van burgemeester en schepenen.

 

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning/aanrekening op de DifTar-rekening.

 

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding gestuurd, binnen vijftien kalenderdagen na indiening ervan.

 

Het bezwaar wordt behandeld volgens de bepalingen van artikel 9, § 4 en 5 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. De kennisgeving van de beslissing zal de instantie vermelden waarbij, en de termijn waarbinnen, er tegen de beslissing beroep kan aangetekend worden conform artikel 10 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 9

 

Deze belasting zal definitief zijn indien geen tijdige dan wel ontvankelijke bezwaren ingediend werden.

 

 

Artikel 2

§1. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking op 1 februari 2022.

 

§2. Het reglement van 19 november 2020 (en aanpassing op 21 januari 2021) wordt vanaf 1 februari 2022 opgeheven door deze beslissing.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 4

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan EcoWerf.

 

Artikel 5

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Het contantbelastingsreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huis inzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep, als de inzameling op het recyclagepark vanaf 1 februari 2022 (en voor de rest van aanslagjaar 2022) en aanslagjaren 2023 t.e.m 2025 is goedgekeurd.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen

Motivering

 

Feiten en context

Door een aantal technische wijzigingen en wijzigingen qua ophalings-/verzamelingsmodaliteiten voor bepaalde afvalfracties is de opmaak van een nieuw politiereglement betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wenselijk.

 

Juridische gronden

        Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikels 2, 40 en 41;

        Nieuwe Gemeentewet, in het bijzonder artikels 119, 119bis en 135, §2;

        Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (hierna het Materialendecreet genoemd), in het bijzonder afdeling 3 van hoofdstuk 3 huishoudelijke afvalstoffen, artikel 26 tot en met artikel 28;

        Het besluit van 17 februari 2012 van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (hierna het VLAREMA genoemd) en latere wijzigingen;

        Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2016 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Huishoudelijk Afval en Gelijkaardig Bedrijfsafval en latere wijzigingen;

        Samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval;

        Besluit van de Interregionale verpakkingscommissie van 20 december 2018 tot erkenning van de vzw Fostplus als organisme voor verpakkingsafval;

        Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24 juni 2013;

        De gemeenteraadsbeslissing van 19 november 2020 houdende vaststelling politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen).

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het lokaal bestuur heeft beheersoverdrachten verleend aan het intergemeentelijke samenwerkingsverband Ecowerf.

 

Er bestaat een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor een aantal afvalstoffen, zoals gedefinieerd in het VLAREMA, artikel 3.1.1.

 

Er bestaat een terugnameplicht voor verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong; dat minstens papier en karton, hol glas en pmd en restplastics van verpakkingen van huishoudelijke oorsprong selectief moeten worden ingezameld.

 

Ter bescherming van het leefmilieu is het noodzakelijk dat het huishoudelijk afval tot een minimum beperkt wordt en het afval maximaal selectief in gezameld wordt conform artikel 4.3.1 van Vlarema. Er moet prioriteit verleend worden aan afvalvoorkoming en hergebruik van afvalstoffen.

Het huishoudelijk afval moet maximaal selectief ingezameld worden met het oog op optimale verwerking.

 

Er wordt gestreefd om de inzameling van het huishoudelijk afval in de gemeenten zo optimaal  mogelijk op elkaar af te stemmen.

 

Het lokaal bestuur wil in overeenstemming met haar gemeentelijke zorgplicht zoals bepaald in artikel

26 van het Materialendecreet, het niet aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via de inzamelkanalen en bijgevolg ontwijkgedrag (zoals sluikstorten, sluikstoken, afvaltoerisme naar buurgemeenten, afvaltoerisme naar de werkgever, …) maximaal voorkomen.

 

Inwoners mogen de toegang tot het ondergrondse of bovengrondse brengsysteem voor huisvuil niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen.

 

Door de raad van bestuur van Ecowerf werd eind 2018 de vraag is gesteld naar een onderzoek aangaande de haalbaarheid voor de inzameling van papier en karton in containers.

 

Door de raad van bestuur van EcoWerf is goedkeuring verleend aan de inzameling van papier en karton in minicontainers tijdens de zitting van 9 oktober 2019.

 

Het betreft een uniform inzamelsysteem van papier en karton in gele rolcontainers van 240 liter (een andere maat kan op aanvraag). Het huren en gebruiken van deze container is voor de inwoners optioneel. De inwoner heeft de mogelijkheid om het papier naar het recyclagepark te brengen. De inwoner betaalt het standaard tarief voor de huur van deze container. De containers worden bij ophaling niet gewogen.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt het Politiereglement betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen vast, luidende als volgt:

 

Hoofdstuk I – Algemene bepalingen

 

Afdeling 1 – Definities en toepassingsgebied

 

Artikel 1 

 

§ 1. De definities opgenomen in het Materialendecreet, het VLAREMA en de bijhorende uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing op deze politieverordening.

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huishoudelijke afvalstoffen verstaan: afvalstoffen die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en afvalstoffen die daarmee gelijkgesteld worden, zoals gedefinieerd in artikel 3, §1, 17° van het Materialendecreet en bepaald in artikel 4.1.1 van het VLAREMA.

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, hierna vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen genoemd, verstaan: bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding, zoals gedefinieerd in artikel 1.2.1, 54° van het VLAREMA.

 

§ 2. Deze politieverordening is van toepassing op de inzameling en het beheer van alle huishoudelijke afvalstoffen.

 

Deze politieverordening is tevens van toepassing op de inzameling en het beheer van alle met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen die via een gemeentelijke inzameling worden opgehaald, ingezameld of aangeboden.

 

Artikel 2

 

§ 1. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden bij om het even welke selectieve inzameling aan huis (exclusief het recyclagepark):

 huisvuil;

 grofvuil;

 gashouders, munitie en/of andere ontplofbare voorwerpen;

 krengen van dieren en slachtafval;

 geneesmiddelen;

 niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

 

§ 2. De volgende afvalstoffen mogen niet worden aangeboden op het recyclagepark:

 huisvuil;

 groente- en fruitafval;

 gasflessen, met uitzondering van niet geperforeerde gasflessen voor éénmalig gebruik;

 grond en zand;

 krengen van dieren en slachtafval;

 geneesmiddelen;

 niet-hechtgebonden asbesthoudend afval;

 asbestcement afkomstig van bedrijven;

 munitie;

 radioactieve afvalstoffen;

 niet-vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

 

§ 3. Het is verboden afvalstoffen afkomstig uit andere gemeenten met om het even welke (selectieve) inzameling van huishoudelijke of hiermee gelijkgestelde afvalstoffen of recycleerbare producten mee te geven.

 

§ 4. De visuele controle op de aanbieding van afvalstoffen bij een gemeentelijke inzameling wordt uitgevoerd door het personeel van de gemeente, door haar intergemeentelijk samenwerkingsverband, door de inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of –makelaars die zijn aangesteld door de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband en door de parkwachter op het recyclagepark ingeval van inzameling op het recyclagepark. Degene die de visuele controle uitoefent mag de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op foutieve aanbiedingen en de nodige richtlijnen verstrekken.

 

Artikel 3 

 

§ 1. Alleen de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars, daartoe aangewezen door het college van burgemeester en schepenen of het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf ingeval van beheersoverdracht, zijn gerechtigd om huishoudelijke

afvalstoffen te aanvaarden of in te zamelen.

 

§ 2. Het is voor iedereen verboden om het even welke huishoudelijke afvalstof af te geven of voor inzameling aan te bieden aan andere geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars dan deze daartoe aangewezen bij dit reglement of door het college van burgemeester en schepenen.

 

§3. Dit geldt evenzeer voor inzameling ervan op privaat terrein.

 

Afdeling 2 – Verbranden en sluikstorten van afvalstoffen

 

Artikel 4 

 

Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om afvalstoffen te verbranden, zowel in open lucht als in gebouwen.

 

Artikel 5 

 

§ 1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om het even welke afvalstof te sluikstorten. Onder sluikstorten wordt verstaan het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof op niet-reglementaire plaatsen, op niet-reglementaire tijdstippen of in niet-reglementaire recipiënten en elke handeling strijdig met deze politieverordening en andere toepasselijke wettelijke bepalingen.

 

§ 2. Het is verboden modder, zand of afvalstoffen die zich voor of nabij de woning bevinden op de straten, in de greppels of in de rioolputten te vegen. Het is tevens verboden via de rioolputten of op enige andere wijze om het even welke afvalstoffen in de riolering te deponeren.

 

§ 3. Met het oog op thuiscomposteren is het voor particulieren toegestaan op eigen privéterrein een stapelplaats aan te leggen voor het composteren van eigen groente-, fruit- en tuinafval. Deze composteerruimte van minder dan 10 m³, niet zichtbaar van op straat, mag geen hinder veroorzaken voor de buurtbewoners.

 

Afdeling 3 – Aanbieding van afvalstoffen

 

Artikel 6

 

§ 1. De huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen)1 dienen aangeboden te worden zoals voorzien in deze verordening. Afvalstoffen die worden aangeboden op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van deze verordening worden niet aanvaard. Bij de huis-aan-huis-inzameling dient de aanbieder de niet-aanvaarde afvalstoffen dezelfde dag nog terug te nemen. De niet terugname conform dit reglement wordt beschouwd als sluikstorten zoals vermeld in artikel 5.

 

§ 2. Het toezicht op de aanbieding van afvalstoffen wordt uitgevoerd door de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars die van het college van burgemeester en schepenen of van het intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ingeval van beheersoverdracht de toelating kregen afvalstoffen in te zamelen en door de parkwachter in geval van inzameling via het recyclagepark. Deze geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars en de parkwachter mogen de aangeboden afvalstoffen controleren en de aanbieders wijzen op de foutieve aanbieding en de nodige richtlijnen verstrekken. Indien wordt vastgesteld dat de wijze van aanbieding niet conform de bepalingen van dit reglement geschiedt, worden de afvalstoffen aanvaard noch meegenomen.

 

Artikel 7  

 

§ 1. De afvalstoffen mogen slechts na 20.00 uur van de dag voorafgaand aan de dag waarop de ophaling van de afvalstoffen zal plaatsvinden buiten geplaatst worden, en moeten ten laatste om 07.00 uur op de dag van de ophaling buiten geplaatst worden. In juli en augustus dient dit om 06.00 te gebeuren.

 

§ 2. De huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) worden in de voorgeschreven recipiënten of wijze aangeboden aan de rand van de openbare weg en vóór het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is, zonder evenwel het verkeer van voertuigen, fietsers en voetgangers te hinderen. De aanbieder die afgelegen van de openbare weg gevestigd is of die langs wegen, plaatsen of stegen gevestigd is die niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, dienen de voorgeschreven recipiënten te plaatsen langs de dichtst bij zijn perceel grenzende openbare weg.

 

§ 3. De inwoners die het recipiënt buitenzetten zijn verantwoordelijk voor het eventueel zwerfvuil dat hiervan afkomstig is en staan zelf in voor het opruimen ervan.

 

§ 4. Afval dat wordt aangeboden in door de gemeente of door de intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ter beschikking gestelde containers dient met een gesloten deksel te worden aangeboden. De inzamelaar heeft het recht de container te weigeren indien het deksel niet gesloten is.

 

§ 5. Het is verboden de langs de openbare weg staande recipiënten te openen, geheel of gedeeltelijk te ledigen en/of te doorzoeken, met uitzondering van het bevoegde personeel in de uitoefening van hun functie.

 

§ 6. De geledigde recipiënten alsook de geweigerde recipiënten dienen door de aanbieder op de dag van lediging terug te worden verwijderd van de openbare weg

 

Artikel 8

  

§ 1. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen om een selectie van aansluitpunten die op basis van het domicilie-adres geselecteerd worden, hun afval te laten verwijderen via een sorteerstraat. Een sorteerstraat is een combinatie van (ondergrondse) afvalcontainers ten behoeve van de inzameling van de fracties restafval, gft, pmd, papier en karton en eventueel glas.

 

§ 2. De sorteerstraat is alleen toegankelijk met een door de gemeente of intergemeentelijke samenwerking EcoWerf ter beschikking gestelde toegangskaart of eID. Inwoners die door het college toegewezen zijn aan een bepaalde sorteerstraat, mogen hun de fracties die worden ingezameld in de sorteerstraat, niet meer aanbieden via de reguliere huis-aan-huis inzameling. Inwoners die niet door het college toegewezen zijn aan een bepaalde sorteerstraat, mogen hun afval niet in deze sorteerstraat deponeren met uitzondering van de fractie glas.

 

§ 3. De sorteerstraten zijn 24u per dag beschikbaar. De fractie glas mag niet worden aangeboden tussen 22.00 uur en 07.00 uur

 

§ 4. Het deponeren in sorteerstraten van andere afvalstoffen dan de aangeduide fracties is verboden. Het is verboden om naast de sorteerstraten afvalstoffen achter te laten.

 

Afdeling 4 – Afval op standplaatsen

 

Artikel 9

 

De uitbater van een private of openbare vaste of verplaatsbare inrichting aan of langs de openbare weg die voedingswaren of dranken verkoopt of aanbiedt die buiten de inrichting worden verbruikt (drankautomaat, snackbar, frituur, ijssalon, e.d.) dient op een behoorlijke wijze, voldoende duidelijk zichtbare en goed bereikbare afvalrecipiënten te voorzien en in te staan voor een correcte verwijdering en verwerking van het afval.

 

Artikel 10 

 

De diverse vrijkomende afvalstoffen dienen gescheiden te worden ingezameld in hun respectievelijke recipiënten. Deze recipiënten dienen voorzien te zijn van een duidelijk leesbaar opschrift dat aangeeft welke afvalstoffen het betreft.

 

Artikel 11 

 

De opstellingsplaats en het aantal inzamelrecipiënten, alsook de aard van de in te zamelen fracties kunnen door het gemeentebestuur worden bepaald.

 

Artikel 12 

 

De ambulante uitbater dient de recipiënten zelf tijdig te ledigen en het recipiënt, de standplaats en de onmiddellijke omgeving van de inrichting rein te houden.

 

Afdeling 5 – Afval van huisdieren

 

Artikel 13 

 

§ 1. De eigenaars en houders van (huis)dieren zijn verplicht te beletten dat de voetpaden en aanpalende huizen, groene bermen tussen voetpad en rijweg, begraafplaatsen, openbare parken, bossen, tuinen, speelpleinen en andere voor het publiek toegankelijke zones alsmede de fiets- en rijwegen bevuild worden door hun dieren. Enkel op voorziene locaties mogen de dieren zich ontlasten indien deze voorzien zijn op het gemeentelijk grondgebied.

 

§ 2. Indien toch uitwerpselen terecht komen op voornoemde plaatsen, zijn de eigenaar of houders van de (huis)dieren verplicht deze uitwerpselen te verwijderen en te deponeren in een straatvuilcontainer of een speciaal voorzien recipiënt voor hondenpoep of moeten zij er voor zorgen dat deze uitwerpselen verwijderd worden en voldoende verpakt en gemengd met huisvuil meegegeven met de gewone huisvuilinzameling.

 

De voormelde verplichtingen ontslaan de aangelanden echter niet van hun eigen verplichtingen inzake het rein houden van de openbare weg.

 

§ 3. De begeleiders van honden zijn verplicht een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier in bezit te hebben. Het zakje dient op verzoek van de politie te worden getoond.

 

§ 4. De bepalingen van artikel 13, § 1, 2 en 3 zijn niet van toepassing op blindengeleide- en assistentiehonden.

 

Afdeling 6 – Reclamedrukwerk en gratis regionale pers

 

Artikel 14 

 

§ 1. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in leegstaande panden of achter te laten op andere plaatsen, zoals geparkeerde voertuigen of het recyclagepark, dan de brievenbus.

 

§ 2. Door de gemeente wordt een zelfklever ter beschikking gesteld waarop wordt aangegeven dat reclamedrukwerk en/of gratis regionale pers niet gewenst zijn. Het is verboden reclamedrukwerk en gratis regionale pers te bedelen in brievenbussen die voorzien zijn van een dergelijke aanduiding.

 

§ 3. Klachten met betrekking tot de niet-naleving van artikel 14, § 1-2 worden bij voorkeur aan de gemeentelijke milieudienst en via mail op het e-mailadres sticker@ovam.be of per post aan de OVAM, dienst ketenbeheer en lokale besturen, Stationsstraat 110 te 2800 Mechelen gemeld.

 

§ 4. Indien de gegevens van de bedeler niet gekend zijn, dan zal de verantwoordelijke uitgever als aansprakelijke worden weerhouden. Is er geen verantwoordelijke uitgever vermeld, dan is het bedrijf waarvoor reclame wordt gemaakt of de organisator van de activiteit waarvoor reclame wordt gemaakt, aansprakelijk.

 

 

Hoofdstuk II – Inzameling van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 15 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval verstaan: alle afvalstoffen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding (en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit), die in het voorgeschreven recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden, met uitzondering van papier en karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval (en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval) of groenafval, pmd en andere verplicht in te zamelen selectieve afvalstoffen.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 16 

 

§ 1. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars toegankelijke straten, wegen en pleinen, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf .

 

§ 2. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval mogen niet worden meegegeven met een inzameling anders dan deze van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 3. Het is verboden voor de verwijdering van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval gebruik te maken van een recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 17 

 

§ 1. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in huisvuilcontainer met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het aangeboden gevulde recipiënt mag niet groter zijn dan

- 15 kg voor een container van 40 liter

- 50 kg voor een container van 120 liter

- 80 kg voor een container van 240 liter

- 80 kg voor een container van 360 liter

- 500 kg voor een container van 1100 liter

 

Een huisvuilzak van 60 liter mag niet meer wegen dan 20 kg.

 

§ 3. Het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval dienen aangeboden te worden in een toestand die geen risico inhoudt voor de veiligheid en/of gezondheid van de ophaler. Scherpe voorwerpen dienen zodanig verpakt te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van het huisvuil (en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval)¹.

 

§ 4. Er mag geen afval naast de container worden aangeboden. Een uitzondering hierop zijn extra zakken die ten laatste 1 werkdag voor de inzameling bij de intergemeentelijke samenwerking EcoWerf werden aangevraagd. Inwoners die occasioneel te veel huisvuil hebben, kunnen maximum 3 maal per jaar van deze uitzondering gebruik maken. Per keer kunnen maximum 6 extra zakken van maximum 60 liter worden aangevraagd. De zakken moeten toegebonden zijn en moeten makkelijk in de container passen. Bij 40-liter containers kunnen geen extra zakken worden aangevraagd. Indien niet-tijdig aangevraagde zakken naast de container worden geplaatst, wordt dit aanzien als sluikstorten . 

 

Er mag geen afval aan de buitenkant van de zak worden vastgemaakt.

 

Afdeling 4 - Gebruik van de huisvuilcontainer

 

Artikel 18

 

De huisvuilcontainer wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze huisvuilcontainer blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Artikel 19 

 

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de huisvuilcontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de huisvuilcontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies stelt de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe huisvuilcontainer. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 20 

 

De huisvuilcontainer blijft verbonden aan het adres waar hij is afgeleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de huisvuilcontainer mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 21 

 

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen huisvuilcontainer hebben moeten bij de gemeente een huisvuilcontainer aanvragen.

 

Artikel 22 

 

Inwoners mogen een huisvuilcontainer niet weigeren aangezien elke inwoner en elk gezin huisvuil produceert, hoe goed ze ook aan preventie doen of selectief inzamelen. 

 

 

Hoofdstuk III – Inzameling van grofvuil

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 23 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder grofvuil verstaan: afvalstoffen die door hun omvang, de  aard en/of het gewicht niet in het recipiënt voor de huisvuilinzameling kunnen geborgen worden en die huis aan huis ingezameld worden alsook de restfractie die overblijft voor verbranden of storten na aanbieding op het recyclagepark, met uitzondering van papier, karton, textiel, glas, klein gevaarlijk afval, groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval of groenafval, pmd-afval, afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, bouw- en sloopafval, houtafval, metalen gemengd, afvalbanden en andere verplicht selectief in te zamelen afvalstoffen.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 24

 

§ 1. Het grofvuil wordt zesmaal per jaar op aanvraag huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen. Het grofvuil wordt ook ingezameld op het recyclagepark. Herbruikbare goederen kunnen gratis worden aangeboden aan het kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten of op het recyclagepark.

 

§ 2. Voor de inzameling op afroep moet ten minste 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf met vermelding van de in te zamelen materialen. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagd grofvuil wordt aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten.  Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Het grofvuil mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een inzameling, andere dan deze van het grofvuil.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 25 

 

§ 1. Het grofvuil dient aangeboden te worden goed samengebonden in hanteerbare stukken. Het grofvuil mag niet in plastic zakken of andere plastic recipiënten of kartonnen dozen of papieren zakken aangeboden worden.

 

§ 2. Het gewicht van één afzonderlijk voorwerp of samengebonden bundel mag niet groter zijn dan 30 kg. Het grofvuil mag niet langer zijn dan 2 meter, niet groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³.

 

§ 3. Alle voorwerpen dienen zodanig aangeboden te worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de inzamelaars van de afvalstoffen.

 

§ 4. Het grofvuil moet aangeboden worden in vaste vorm zonder vrije vloeistof en moet verkleinbaar zijn met een breekinstallatie. Recipiënten onder druk, evenals poedervormige materialen die stofexplosies kunnen veroorzaken, worden niet aanvaard.

 

 

Hoofdstuk IV – Selectieve inzameling van glas

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 26 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder glas verstaan: hol glas en vlakglas, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vuurvaste voorwerpen, kristal, opaal glas, plexiglas, gewapend glas, serreglas, rookglas, spiegelglas, autoruiten,  ander hittebestendig glas, gloeilampen, spaarlampen, tl-lampen, porselein, aardewerk, beeldbuizen van tv’s,...

 

§ 2. Hol glas betreft alle lege glazen flessen en bokalen van dranken, fruit en groenten, voedingswaren, confituren, sausen,...

 

§ 3. Vlakglas betreft vlak glas uit de bouwsector, zoals venster- en deurglas en glas van gevelelementen. Hieronder valt niet het gelaagd glas (bijv. van voertuigen), loodglas, hittebestendig glas (bijv. pyrex, glas van kacheltjes), glas van zonnepanelen,...

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 27

 

§ 1. Hol glas/vlakglas wordt ingezameld op het recyclagepark. Hol glas wordt ook ingezameld in de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Het gebruik van de containers is uitsluitend voorbehouden aan de inwoners van de gemeente.

 

§ 2. Hol glas/vlakglas mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van glas.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 28

 

Het hol glas dient aangeboden te worden via de glascontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente. Hol glas dat naar de glascontainer gebracht wordt, dient, afhankelijk van de kleur, in de daartoe voorziene glascontainers te worden gedeponeerd. Hol glas dient bij de aanbieding ontdaan te zijn van deksels, stoppen en omwikkelingen en leeg en voldoende gereinigd te zijn.

 

Artikel 29 

 

§ 1. Het deponeren in glascontainers van andere afvalstoffen dan hol glas is verboden. Het is verboden om naast de glascontainers glas of andere afvalstoffen achter te laten.

 

§ 2. Het is verboden glas te deponeren in de glascontainers tussen 22.00 uur en 07.00 uur.

 

 

Hoofdstuk V – Selectieve inzameling van papier en karton

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 30 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder papier en karton verstaan: alle dag-, week- en maandbladen, tijdschriften en periodieken, reclamedrukwerk en ander drukwerk, publicaties, telefoon- en faxgidsen, schrijfpapier, kopieerpapier, computerpapier, boeken en papieren of kartonnen verpakkingen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van geolied papier of karton, papier met waslaag, carbonpapier, gelaagd papier, vervuild papier, vervuilde papieren en kartonnen verpakkingen, papieren voorwerpen waar kunststof of andere materialen in verwerkt zijn, kaarten met magneetbanden, behangpapier, cement-, meststof- en sproeistofzakken,...

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 31 

 

§ 1. Papier en karton wordt vierwekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Papier en karton wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Papier en karton mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van papier en karton.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 32 

 

§ 1. Het papier en karton dient aangeboden te worden in een huisvuilcontainer met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het aangeboden gevulde recipiënt mag niet groter zijn dan:

- 15 kg voor een container van 40 liter

-  80 kg voor een container van 240 liter

- 500 kg voor een container van 1100 liter

 

§ 3. Er mag geen afval naast de container worden aangeboden.

 

Afdeling 4 - Gebruik van de papiercontainer

 

Artikel 33 

 

De papiercontainer wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze papiercontainer blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het papier en karton.

 

Artikel 34 

 

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de papiercontainer. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de papiercontainer uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van papier en karton.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies stelt de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe papiercontainer. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 35 

 

De papiercontainer blijft verbonden aan het adres waar hij is afgeleverd. In geval van verhuizing is het

de inwoner niet toegestaan om de papiercontainer mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 36 

 

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen papiercontainer hebben moeten bij de gemeente een papiercontainer aanvragen.

 

 

Hoofdstuk VI – Selectieve inzameling van klein gevaarlijk afval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 37 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder Klein Gevaarlijk Afval, hierna kga genoemd, verstaan, de afvalstoffen zoals opgesomd in artikel 5.2.2.1 van het VLAREMA.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 38 

 

§ 1. Kga wordt ingezameld in een daartoe voorziene inrichting op het recyclagepark, tijdens de openingsuren van het recyclagepark.

 

§ 2. Kga mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van kga.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 39 

 

§ 1. Het kga moet, afzonderlijk van andere afvalstoffen, aangeboden worden  in een daartoe geschikt recipiënt, tenzij het fysisch onmogelijk is. Het aangeboden kga wordt zoveel mogelijk in de oorspronkelijke verpakking, inclusief buitenverpakking, aangeboden om de identificatie te vereenvoudigen. Indien nodig brengt de voortbrenger zelf de aanduiding(en) over de aard, de samenstelling en de eventuele gevaren van het kga op de verpakking aan. Producten van verschillende aard mogen niet worden samengevoegd. De aanbieder dient alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om het lekken en andere ongewenste effecten van het kga te voorkomen.

 

§ 2. Injectienaalden moeten worden aangeboden in een naaldcontainer die voldoet aan de ADR-reglementering.

 

Artikel 40 

 

§ 1. Het kga dat wordt aangeboden op het recyclagepark wordt door de parkwachter in de inrichting aansluitend bij het recyclagepark gedeponeerd. De aanbieder van het kga mag dit niet zelf doen.

 

 

Hoofdstuk VII – Selectieve inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 41 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groente- en fruitafval  verstaan: aardappelschillen, schillen van citrus- of andere vruchten, groente- en fruitresten, doppen van noten, theebladeren, koffiedik en papieren koffiefilters, eieren en eierschalen, vaste zuivelproducten, papier van keukenrol, dierlijk en plantaardig keukenafval en etensresten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, alsook mest van kleine huisdieren (geen vleeseters). Het tuinafval omvat versnipperd snoeihout, haagscheersel, gazonmaaisel, bladeren, onkruid, resten van groente- en siertuin, verwelkte snijbloemen en kamerplanten, zaagmeel en schaafkrullen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding. Het Groente-, Fruit- en Tuinafval wordt hierna gft-afval genoemd.

 

§ 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder organisch-biologisch bedrijfsafval verstaan:  groenafval, gft-afval of organisch-biologische bedrijfsafvalstoffen van vergelijkbare aard, samenstelling en hoeveelheid als huishoudelijke afvalstoffen, die ontstaan ten gevolge van activiteiten die van dezelfde aard zijn als activiteiten van de normale werking van een particuliere huishouding;

 

§ 3. Andere afvalstoffen zoals bijvoorbeeld timmerhout, grof ongesnipperd snoeihout, beenderen en dierlijk afval, wegwerpluiers, aarde, zand, saus, olie, vet, gekookte etenswaren, stof uit stofzuiger, as van open haard, houtskool, kunststof, ijzer, metaal, blik, kattenbakvulling, uitwerpselen e.d. worden niet als gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval beschouwd.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 42 

 

§ 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden minstens tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf .

 

§ 2. Gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval mogen niet meegegeven worden met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een selectieve inzameling, andere dan deze van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§3. Verontreinigd gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval worden niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 43 

 

§ 1. Het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval dienen gescheiden aangeboden te worden in gft-container met chip van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het recipiënt dient zorgvuldig gesloten te worden en mag noch scheuren, barsten of lekken vertonen.

 

§ 2. Het totale gewicht van het gevulde aangeboden recipiënt mag niet groter zijn dan

- 15 kg voor een container van 40 liter

- 50 kg voor een container van 120 liter

- 80 kg voor een container van 240 liter

 

Afdeling 4 - Gebruik van de gft-container

 

Artikel 44 

 

De gft-container wordt huis-aan-huis afgeleverd. Deze gft-container blijft eigendom van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf en wordt slechts voor gebruik aan de inwoners ter beschikking gesteld voor de duur van de inzameling van het gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

Artikel 45 

 

§ 1. De inwoners zijn persoonlijk verantwoordelijk voor het deugdelijk gebruik en onderhoud van de gft-container. Onder deugdelijk gebruik wordt begrepen dat de gft-container uitsluitend mag aangewend worden voor de opslag van gft-afval en organisch-biologisch vergelijkbaar bedrijfsafval.

 

§ 2. In geval van schade, diefstal of verlies dient de inwoner het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf hiervan onverwijld in kennis te stellen met het oog op de herstelling of de vervanging door een nieuwe gft-container. De kosten van herstelling of vervanging kunnen verhaald worden op de inwoner, in geval van oneigenlijk gebruik.

 

Artikel 46 

 

De gft-container blijft verbonden aan het adres waar hij is geleverd. In geval van verhuizing is het de inwoner niet toegestaan om de gft-container mee te nemen naar zijn nieuwe adres.

 

Artikel 47 

 

Inwoners die ten gevolge van een verhuizing binnen of naar de gemeente geen beschikking hebben over een gft-container kunnen bij de gemeente een gft-container aanvragen.

 

 

Hoofdstuk VIII – Selectieve inzameling van groenafval

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 48 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder groenafval verstaan: Organisch composteerbaar afval zoals plantenresten, haagscheersel, snoeihout, bladeren, organisch afval uit parken en plantsoenen, boomstronken, gazon - en wegbermmaaisel en kerstbomen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Snoeihout : Alle hout afkomstig van het normaal onderhoud van de tuin (met een diameter tot 10 cm), haagscheersel.

 

Gras- en bladafval: Alle vers gazonmaaisel en bladeren afkomstig van normaal tuin-onderhoud, met uitzondering van oud en rot gazonmaaisel en gras vermengd met grond.

 

Boomstronken: Alle boomstronken die na ontdaan te zijn van wortels en aarde kunnen worden ingezet in de groencompostering en/of kunnen worden verhakseld voor hergebruik.

 

Kerstbomen: Natuurlijke kerstbomen zonder pot, kluit of versiering.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 49 

 

§ 1. Het snoeihout wordt minstens viermaal per jaar huis-aan-huis, met de mogelijkheid op aanvraag, ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Snoeihout wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Voor de inzameling op aanvraag moet ten minsten 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagd snoeihout wordt aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten .  Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Snoeihout mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, het grofvuil of een selectieve inzameling, andere dan deze van snoeihout.

 

§ 4. Verontreinigd groenafval wordt niet aanvaard bij de selectieve inzameling.

 

§ 5. Gras- en bladafval en boomstronken worden enkel ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 6. Voor kerstbomen wordt een aparte inzameling voorzien. Kerstbomen mogen tevens worden

aangeboden bij de inzameling van snoeihout.

 

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding voor inzameling van snoeihout aan huis

 

Artikel 50 

 

§ 1. Het snoeihout dient aangeboden te worden in bundels samengebonden met natuurtouw.

 

§ 2. Het gewicht van de bundel mag niet groter zijn dan 25 kg.

 

§ 3. Het snoeihout dient samengebonden te worden aangeboden en de takken moeten een lengte hebben van min. 50 cm en max. 2 meter. De maximale diameter per tak is 10 cm.

 

 

Hoofdstuk IX – Selectieve inzameling van pmd

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 51 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder pmd verstaan: afval van plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen, schaaltjes, vlootjes en bakjes, potjes en tubes, folies, zakjes, drank- en conservenblikken, spuitbussen voor voedingsmiddelen of cosmetica, bakjes en schaaltjes, deksels, doppen en drankkartons bestemd voor gebruik door huishoudens of vergelijkbaar bedrijfsmatig gebruik.

 

§ 2. Pmd mag geen kga, glas, etensresten of andere afvalstoffen bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 52 

 

§ 1. Pmd wordt tweewekelijks huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Pmd wordt ook ingezameld op het recyclagepark.

 

§ 2. Pmd mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval, of een andere selectieve inzameling, andere dan deze van pmd.

 

§ 3. Verontreinigde pmd wordt niet aanvaard. De niet-conforme inhoud kan aangeduid worden met een sticker.

 

§ 4. Metalen verpakkingen die via de pmd-inzameling ingezameld worden zijn niet toegelaten bij de fractie metalen gemengd.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 53 

 

§ 1. Pmd dient aangeboden te worden in de blauwe pmd-zak met logo van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf.

 

§ 2. Pmd mag gemengd in het voorgeschreven recipiënt worden aangeboden.

 

§ 3. Het gewicht van één recipiënt mag niet groter zijn dan 10 kg en dient gesloten aangeboden te worden.

 

§ 4. Het maximum volume van de pmd bedraagt 8 liter.

 

§ 5. Er mogen geen verpakkingen aan de buitenkant van de zak worden vastgemaakt.

 

§ 6. Per aansluitpunt mogen per inzameling gemiddeld max. 4 zakken aangeboden worden.

 

 

Hoofdstuk X - Selectieve inzameling van Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (aeea)

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 54 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder aeea verstaan: apparaten die om naar behoren te werken, afhankelijk zijn van elektrische stromen of elektromagnetische velden en apparaten voor het opwekken, overbrengen en meten van die stromen en velden, die bedoeld zijn voor gebruik met een spanning van maximaal 1000 volt bij wisselstroom en 1500 volt bij gelijkstroom en die onderworpen zijn aan de aanvaardingsplicht.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 55 

 

§ 1. De aeea worden ingezameld op het recyclagepark. Aeea kan gebracht worden naar of meegegeven worden met de eindverkoper  of door andere inzamelkanalen opgezet door een producent  of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Herbruikbaar aeea kan worden ingezameld door een erkend kringloopcentrum waarmee de gemeente een overeenkomst heeft afgesloten. Voor heel klein aeea (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur zonder buiten buitenafmetingen van meer dan 25 cm) kunnen, indien voldaan wordt aan de toepasselijke voorwaarden van VLAREM en VLAREMA, specifieke inzamelacties opgezet worden, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein.

 

§ 2. Rookdetectoren en gasontladingslampen moeten naar het recyclagepark gebracht worden en onbeschadigd in het daartoe geschikte recipiënt gedeponeerd worden.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 56 

 

§ 1. De aeea mag geen afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte product.

 

§ 2. Alle aeea moet zodanig worden aangeboden dat ze geen gevaar oplevert voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

 

Hoofdstuk XI – Selectieve inzameling van metalen gemengd

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 57 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder metalen gemengd verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane soorten van metalen voorwerpen waarvan de grootte sterk kan verschillen, met uitzondering van kga, metalen verpakkingen die met de pmd-fractie ingezameld worden en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 58 

 

§ 1. De metalen gemengd worden ingezameld via het recyclagepark. De metalen gemengd worden tot zesmaal  per jaar op afroep huis-aan-huis ingezameld langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf bepaalde dagen.

 

§ 2. Voor de inzameling op afroep moet ten minsten 2 werkdagen vóór de inzameling een afspraak gemaakt worden met het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Praktische afspraken worden gemaakt over de manier van aanbieding. Indien niet-tijdig aangevraagde metalen worden aangeboden, wordt dit aanzien als sluikstorten. Afval dat niet tijdig werd doorgegeven, wordt niet ingezameld.

 

§ 3. Metalen gemengd mogen niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een selectieve inzameling, andere dan deze van metalen gemengd.

 

§ 4. Aanvullend op de bepaling in § 1 mogen gemengde metalen aangeboden worden in de vergunde inrichtingen van verwerkers, inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en –makelaars, op voorwaarde van:

 het naleven van de sorteerverplichting (artikel 4.3.1 van het VLAREMA);

 het rapporteren van de ingezamelde hoeveelheden aan de gemeente.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 59 

 

§ 1. De metalen gemengd moeten aangeboden worden op de afgesproken inzameldag.

 

§ 2. Het gewicht van een afzonderlijk voorwerp mag niet groter zijn dan 30 kg. De voorwerpen mogen niet langer zijn dan 2 meter, groter zijn dan 1 meter op 2 meter of 1 m³.

 

§ 3. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

 

Hoofdstuk XII – Selectieve inzameling van textiel

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 60 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder textielafval verstaan: alle niet verontreinigde kledij (textiel en lederwaren), schoeisel, handtassen, beddengoed, woningtextiel (gordijnen, overgordijnen, tafelkleden, servetten…), lompen,… die ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Afdeling 2 - Inzameling

 

Artikel 61 

 

§ 1. Het textiel wordt ingezameld in de textielcontainers die verspreid staan opgesteld in de gemeente of via de huis-aan-huisinzameling langs de straten, wegen en pleinen waar de inzameling is ingericht, op de data vermeld op de afvalkalender van het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf. Het textiel wordt eveneens ingezameld op het recyclagepark of de door de OVAM erkende kringloopcentra.

 

§ 2. Alleen de organisaties die vermeld zijn op de door de OVAM gepubliceerde lijst van geregistreerde inzamelaars, handelaars en makelaars van textielafvalstoffen en die toelating hebben van het college van burgemeester en schepenen of door het intergemeentelijk samenwerkingsverband EcoWerf ingeval van beheersoverdracht, waarmee ze een overeenkomst afgesloten hebben, zijn gemachtigd textielcontainers te plaatsen op zowel openbaar domein als op privéterrein toegankelijk voor het publiek of mogen huis-aan-huisinzamelingen organiseren.

 

§ 3. Het textiel mag niet worden meegegeven met het huisvuil en de gemengde fractie van het bedrijfsafval of een selectieve inzameling, andere dan deze van het textiel.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 62 

 

§ 1. Het textiel dient bij het deponeren in een container of bij inzameling aan huis in een degelijke en goed gesloten zak verpakt te zijn. Het aangeboden textiel mag niet nat of bevuild zijn.

 

 

Hoofdstuk XIII – Selectieve inzameling van herbruikbare goederen

 

Afdeling 1 - Definitie

 

Artikel 63 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder herbruikbare goederen verstaan: alle door de normale werking van een particuliere huishouding en een vergelijkbare bedrijfsactiviteit ontstane afvalstoffen die via het kringloopcentrum geschikt kunnen gemaakt worden voor hergebruik, zoals meubelen, kleding, kleine huisraad, boeken, elektronische informatiedragers, speelgoed, e.d.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 64 

 

§ 1. Voor de inzameling van herbruikbare goederen kan een beroep gedaan worden op het door de OVAM erkend kringloopcentrum, werkzaam op het grondgebied van de gemeente. Deze gratis inzameling kan gebeuren op afroep. De contactgegevens van het kringloopcentrum zijn terug te vinden via het gemeentelijk informatieblad, de afvalkalender en via de gemeentelijke diensten. Met herbruikbare goederen kan men ook op het recyclagepark en in het kringloopcentrum terecht.

 

§ 2. Het staat het kringloopcentrum vrij om aangeboden herbruikbare goederen te weigeren indien deze niet dienstig zijn voor het kringloopcentrum. In dit geval mogen de door het kringloopcentrum geweigerde herbruikbare goederen meegegeven worden met het huisvuil, het grofvuil of naar het recyclagepark worden gebracht (afhankelijk over welke fractie het gaat).

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 65 

 

§ 1. Voor de inzameling maakt de aanbieder een afspraak met het kringloopcentrum over de aanlevermodaliteiten.

 

§ 2. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen.

 

 

Hoofdstuk XIV – Andere afvalstoffen

 

14.1 Batterijen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 66 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder batterijen en accu’s verstaan: bron van door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie, bestaande uit een of meer primaire (niet-oplaadbare) batterijcellen of uit een of meer secundaire (oplaadbare) batterijcellen. De volgende batterijen vallen niet onder deze definitie: batterijen en accu's in apparatuur die bestemd is om de ruimte ingestuurd te worden, en batterijen en accu's in apparatuur die wordt aangewend in samenhang met de bescherming van wezenlijke belangen in verband met de veiligheid van de lidstaten, wapens, munitie, en oorlogsmateriaal, met uitzondering van producten die niet voor specifieke militaire doeleinden zijn bestemd.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 67 

 

De inzameling van afgedankte batterijen en accu's gebeurt via het recyclagepark en de eindverkopers die daarvoor geschikte recipiënten plaatsen in hun verkoopruimte en via andere inzamelkanalen opgezet door een producent of beheersorganisme in uitvoering van de aanvaardingsplicht  die daarvoor geschikte recipiënten ter beschikking stellen, onverminderd gemeentelijke bepalingen aangaande gebruik of inname van het openbaar domein. Samen met de afgedankte batterijen en accu's kunnen in deze recipiënten ook afgedankte zaklampen ingezameld worden. 

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 68 

 

§ 1. De batterijen mogen geen afvalstoffen bevatten die vreemd zijn aan het afgedankte product.

 

14.2 Gasflessen (butaan- en propaangasflessen)

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 69 

 

Een gasfles is een vat waarin een gas, in dit geval vloeibaar gemaakt propaan (lpg) of butaan onder druk is of was opgeslagen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 70 

 

§ 1. De inzameling gebeurt via FEBUPRO op wiens website (www.febupro.be) de inzamelpunten terug te vinden zijn.

 

§ 2. De inzameling van niet geperforeerde gasflessen voor éénmalig gebruik en gaspatronen gebeurt ook via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 71 

 

§ 1. De gasflessen moeten onbeschadigd en met gesloten kraan aangeboden worden.

 

§ 2. Het is strikt verboden zonder voorafgaandelijk akkoord van de leverancier de merknaam van gasflessen te verwijderen, ze een andere bestemming te geven, ze onwettig op te slaan of te exporteren.

 

§ 3. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

14.3 Geneesmiddelen

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 72 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder geneesmiddelen verstaan: restanten van geneesmiddelen als vermeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, met uitzondering van artikel 1bis van die wet, die farmaceutische specialiteiten zijn, en die aan een particulier werden verstrekt en waarvan hij zich ontdoet, wil ontdoen of moet ontdoen. Een specialiteit is elk vooraf bereid geneesmiddel dat onder een speciale benaming en in een bijzondere verpakking in de handel wordt gebracht. Lege glazen flessen van geneesmiddelen horen bij het verpakkingsglasafval.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 73 

 

§ 1. De inzameling gebeurt via de apotheek.

 

§ 2. Lege doordrukverpakkingen, verbanden, compressen, pleisters, watten doekjes, incontinentiemateriaal en luiers, teststrookjes en -strips, horen bij het huisvuil.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 74 

 

§ 1. De aanbieder moet het papieren verpakkingsafval en de bijsluiters verwijderen.

 

14.4 Vuurwerk en munitie en andere ontplofbare stoffen

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 75 

 

Voor toepassing van deze verordening wordt onder vuurwerk en munitie verstaan : restanten van vuurwerk en munitie als vermeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende algemeen reglement op de springstoffen, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 februari 2000.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 76 

 

Deze afvalstoffen mogen niet meegegeven worden met het huisafval (omwille van zware veiligheidsrisico's die deze afvalstoffen met zich meebrengen voor de ophalers/verwerkers). Daarnaast is het evenzeer van belang dat dergelijk afval niet wordt achtergelaten als zwerfvuil omwille van de risico's voor o.m. spelende kinderen.

 

Munitie moet steeds worden ingeleverd bij de politie.

 

Vuurwerk en andere ontplofbare stoffen van huishoudelijke en vergelijkbare bedrijfsmatige oorsprong zijn niet toegelaten op het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 77 

 

§ 1. Gescheiden van andere afvalstoffen en bij voorkeur in de originele verpakking om de identificatie te vereenvoudigen.

 

§ 2. Alle voorwerpen moeten zodanig aangeboden worden dat ze geen gevaar opleveren voor de geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en -makelaars van de afvalstoffen.

 

14.5 Gebruikte frituurvetten en -oliën

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 78 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder gebruikte frituurvetten en -oliën verstaan: alle voor voedingsdoeleinden gebruikte oliën van dierlijke of plantaardige oorsprong afkomstig van huishoudelijk of vergelijkbaar gebruik.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 79 

 

§ 1. De inzameling van gebruikte frituurvetten en -oliën gebeurt via het recyclagepark.

 

§ 2. Aanvullend kan de burger terecht bij eindverkopers die hiervoor de nodige recipiënten ter beschikking stellen in hun verkoopruimte.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 80 

 

§ 1. Het is verboden de gebruikte frituurvetten en –oliën te mengen met andere afvalstoffen of oliën van minerale oorsprong.

 

§ 2. De gebruikte frituurvetten en –oliën biedt men aan in een daartoe geschikte fles, bij voorkeur de oorspronkelijke verpakking of een ander type plastic fles.

 

14.6 Bouw- en sloopafval

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 81 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder bouw- en sloopafval verstaan: materiaal afkomstig van bouw-, infrastructuur-, sloop-, ontmantelings- of renovatiewerken, waaronder zuivere steenslag, betonblokken, versteende cement, gips, kalk, plaasterplaten (o.a. Gyproc), asbest-cementplaten (o.a. Eternit), cellenbeton (o.a. Ytong), keramiek, asfalt van opritten, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van grote hoeveelheden bouwafval, beton vermengd met ijzer, glas, hout en/of aarde.

 

Steenafval: zuivere steenslag, (gewapend) beton, versteende cement, betonnen palen … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van vervuilde steenslag (bv. met grond), asfalt, keramiek, gips en kalk, cellenbeton, asbest, …

 

Keramiek: alle keramiek ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit zoals wc-potten, lavabo’s, tegels, stenen borden en tassen, porselein …, met uitzondering van steenafval.

 

Gips en kalk: bouwafval uit gips en kalk zoals gipsplaten, kalk, gips, bezetsel … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit, met uitzondering van cement, stenen, asfalt …

 

Cellenbeton: alle schuimbeton ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een daarmee vergelijkbare bedrijfsactiviteit.

 

Asbestcement: alle voorwerpen uit gebonden asbest zoals eternieten golfplaten, schaliën, vlakke eterniet … ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding, met uitzondering van losse asbest, plastic golfplaten …

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 82 

 

§ 1. De inzameling van bouw- en sloopafval gebeurt via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 83 

 

Op het recyclagepark wordt een onderscheid gemaakt tussen steenafval, keramiek, gips en kalk, cellenbeton en asbestcement. Het bouw- en sloopafval dient gesorteerd aangeboden te worden.

 

Artikel 84 

 

Gebonden asbesthoudende materialen worden verpakt aangeleverd op het recyclagepark in transparante, plastic folie van minimum 100 micron of transparante, plastic zakken van minimum 100 micron. Dit verpakt asbesthoudend afval wordt nadien door de bezoekers voorzichtig gedeponeerd in de hiervoor voorziene asbestzakken.

 

Stofverspreiding moet maximaal voorkomen worden, waartoe de folie en zakken worden afgeplakt met stevige plakband. Op het recyclagepark mag geen enkele bewerking uitgevoerd worden op het asbestafval.

 

14.7 Sloophout

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 85 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder sloophout verstaan:  alle zuiver afvalhout afkomstig van constructiewerken, bouwmaterialen, meubilair en grote speeltuigen, ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit), met uitzondering van  geïmpregneerde houtsoorten (tuinmeubelen), hout vermengd met ijzer of glas, treinbilzen.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 86 

 

§ 1. De inzameling van sloophout gebeurt via het recyclagepark.

 

14.8 Geëxpandeerd polystyreen (eps)

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 87 

 

Voor de toepassing van deze verordenig wordt onder geëxpandeerd polystyreen (eps) verstaan: zuiver witte piepschuim ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit met uitzondering van gekleurd piepschuim, verpakkingschips, verpakkingspiepschuim afkomstig van voedingsmiddelen, vervuild piepschuim, styrofoamplaten …

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 88 

 

§1. De inzameling van eps gebeurt via het recyclagepark.

 

14.9 Harde plastics

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 89 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder harde plastics verstaan:

alle harde kunststoffen ontstaan door de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, m.u.v. EPS, thermohardende kunststoffen (o.a. vezelversterkte polyester), geschuimde en samengestelde kunststoffen (o.a. koelboxen en fietshelmen), kunststofverpakkingen die resten van gevaarlijke stoffen bevatten of daarmee zijn verontreinigd en pmd-kunststoffen.

 

§ 2. De aangeboden harde plastics mogen geen verpakkingen van voedingswaren, pmd, verpakkingen van gevaarlijke producten (kga), bouw- en isolatiematerialen, plastic blisters en straps, tuinslang, cd’s, dvd’s en videobanden (restafval) bevatten.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 90 

 

§ 1. De inzameling van de harde plastics gebeurt via het recyclagepark.

 

14.10 Kurk

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 91 

 

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder kurk verstaan: alle afvalstoffen uit kurk, afkomstig van de normale werking van een particuliere huishouding en/of een vergelijkbare bedrijfsactiviteit, zoals stopsels, deksels, sluitingen, tegels, wandbedekking,…

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 92 

 

§ 1. De inzameling van kurk gebeurt via het recyclagepark.

 

14.11 Autobanden

 

Afdeling 1 – Definitie

 

Artikel 93 

 

§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder autobanden verstaan afvalbanden voor personenwagens, 4x4, aanhangwagens en caravans afvalbanden met een maximale velgdiameter van 22 duim. Voor bestelwagens en lichte bedrijfsvoertuigen afvalbanden met een maximale velgdiameter van 17 duim. Voor motoren en scooters afvalbanden met een maximale velgdiameter van 21 duim.

 

§ 2. Banden afkomstig van professionele stromen; silobanden voor het afdekken van veevoeders, elke (brom)fiets-, vrachtwagen-, landbouw-, wegenbouw- en industrieband, banden afkomstig van sluikstorten, binnenbanden, rupsbanden en alle andere niet uit rubber vervaardigde banden behoren niet tot deze categorie.

 

Afdeling 2 – Inzameling

 

Artikel 94 

 

§ 1. De inzameling van autobanden gebeurt via het recyclagepark.

 

Afdeling 3 - Wijze van aanbieding

 

Artikel 95 

 

§ 1. De autobanden moeten zonder velg worden aangeboden.

 

§ 2. Er mogen maximaal 4 autobanden per aansluitpunt per jaar aanvaard worden.

 

 

Hoofdstuk XV – Het recyclagepark

 

Afdeling 1 - Algemeen

 

Artikel 96 

 

Het recyclagepark is een inrichting die tot doel heeft de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen mogelijk te maken met het oog op de maximale recyclage van deze afvalstoffen.

 

Artikel 97 

 

De intergemeentelijke recyclageparken zijn een netwerk van recyclageparken uitgerust met weegbruggen. Dit netwerk wordt in functie van de uitrol van het Masterplan Recyclageparken jaarlijks uitgebreid binnen het werkingsgebied van EcoWerf.

 

Artikel 98 

 

Aanvullend kan de dienstverlening aangevuld worden met mobiele recyclageparken. De toegang tot deze parken kan door de gemeente worden beperkt tot bepaalde welomschreven doelgroepen (bijv. wijk of woonblok). De ingezamelde fracties zijn vaak beperkter dan op de normale recyclageparken.

 

Artikel 99 

 

§ 1. De parkwachter kan te allen tijde het identiteitsbewijs van de bezoekers opvragen om te verifiëren of de bezoeker een inwoner van de gemeente is, dan wel een onderneming is die op het grondgebied van de gemeente is gevestigd. Indien de bezoeker dit niet kan aantonen, dan kan de toegang tot het recyclagepark ontzegd worden.

 

§ 2. Het recyclagepark is geopend op de door de opdrachthoudende vereniging EcoWerf bepaalde data en openingsuren. Buiten de openingsuren is het recyclagepark niet toegankelijk voor personen vreemd aan de dienst.

 

§ 3. Vrachtwagens en tractoren zijn niet toegelaten op het recyclagepark. De gemeente kan toelating verlenen aan tractoren. Bestelwagens met aanhangwagens mogen niet langer dan 9 m zijn en het brutogewicht van 10 ton niet overschrijden.

 

Afdeling 2 - Gebruik van het recyclagepark

 

Artikel 100 

 

§ 1. Op het recyclagepark mogen de hierna vermelde, vooraf maximaal gesorteerde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen aangeboden worden. De afvalstoffen mogen slechts na goedkeuring van de aanwezige parkwachter, enkel in de daartoe voorbestemde en van een duidelijke vermelding voorziene container, recipiënt of opslagruimte gedeponeerd worden.

1. Papier en karton

2. Hol glas (wit en gekleurd glas gescheiden)

3. Bouw- en sloopafval: inert bouwpuin

4. Gebonden asbesthoudend afval

5. Pmd

6. Textiel en lederwaren

7. Oude metalen (metalen gemengd)

8. Groenafval: snoeihout en haagscheersel, gras- en bladafval, boomstronken

9. Houtafval

10. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (aeea)

11. Klein gevaarlijk afval (kga)

12. Grofvuil

13. Herbruikbare goederen

14.   Eps (piepschuim)

15.    Harde plastics

16. Vlak glas

17. Kurk

18. Autobanden

19. Matrassen

 

§ 2. De parkwachter heeft het recht alle maatregelen te nemen voor de controle van de aangeboden afvalstoffen en kan hiertoe de recipiënten laten openen en ledigen. Indien de parkwachter zijn/haar goedkeuring niet geeft aan de verwijdering van de aangeboden afvalstoffen via het recyclagepark, dient de aanbieder deze terug mee te nemen om ze op een andere verantwoorde manier te verwijderen.

 

Artikel 101 

 

Tijdens de openingsuren is het recyclagepark permanent onder toezicht van de parkwachter.

 

Artikel 102 

 

§ 1. Het is de parkwachter toegestaan de aanbrengers van afvalstoffen buiten de omheining te laten wachten indien er zich reeds teveel mensen op het recyclagepark bevinden, evenals in functie van een goede verkeersregeling op het recyclagepark.

 

§ 2. Kinderen jonger dan 12 jaar dienen vergezeld te zijn door een volwassen begeleider.

 

§ 3. Het is verboden dieren te laten rondlopen op het recyclagepark.

 

Artikel 103 

 

§ 1. De afvalstoffen dienen gesorteerd te worden aangeboden, teneinde de verblijfsduur van de bezoekers op het terrein te beperken. De snelheid van de voertuigen is beperkt tot 5 km/uur. De motor dient stilgelegd te worden bij het lossen van de afvalstoffen. De bezoekers en de ophalers zijn ertoe gehouden de aanwijzingen van de parkwachter te volgen.

 

§ 2. Eens de afvalstoffen in de daartoe voorziene container worden gevoegd, mogen deze afvalstoffen niet meer opnieuw door een bezoeker van het recyclagepark worden meegenomen.

 

§ 3. Bezoekers met gebonden asbestafval dienen deze zelf voorzichtig te deponeren in de hiervoor voorziene asbestzakken. Stofverspreiding moet maximaal voorkomen worden. Er mag op het recyclagepark geen enkele bewerking op het asbestafval worden uitgevoerd.

Het aanleveren van gebonden asbestafval kan onderworpen zijn aan een online reservatiesysteem. Indien dit systeem actief is kan enkel met reservatie het asbestafval aangeleverd worden.

 

Artikel 104 

 

§ 1. De gebruikers van het recyclagepark moeten de omgeving van de containers en de overige ruimte van het terrein steeds rein houden. Zij kunnen door de parkwachter verzocht worden het door hen bevuilde terrein te reinigen.

 

§ 2. Tijdens de sluitingsuren van het recyclagepark is het verboden om afval voor de toegangspoorten te deponeren of over de omheining op het recyclagepark te gooien. Dergelijke handelingen worden gelijkgesteld met sluikstorten.

 

Artikel 105 

 

§ 1. Op het recyclagepark is het verboden te roken (uitgezonderd in de aangeduide rokerszone) of om op enige andere wijze vuur te maken. Het is verboden om enige beschadiging aan te brengen aan de omheining, containers, gebouwen, beplantingen of uitrusting.

 

§ 2. Het publiek betreedt het recyclagepark op eigen verantwoordelijkheid. De gemeente of intergemeentelijke samenwerking is niet aansprakelijk voor eventuele beschadiging van persoonlijke goederen, diefstal of lichamelijke letsels.

 

 

Hoofdstuk XVI – Gebruik van een gehuurde afzetcontainer

 

Artikel 106 

 

De inwoner die naast de reguliere inzameling zich wil ontdoen van afvalstoffen via een afzetcontainer, dient hiervoor steeds toelating te vragen aan het college van burgemeester en schepenen. Het is de inwoner zelf die deze toelating moet aanvragen. Deze aanvraag kan niet overgedragen worden aan de containerfirma die de container plaatst. De toelating kan gepaard gaan met een tijdelijk parkeerverbod.

 

Artikel 107 

 

Indien de afzetcontainer op de openbare weg geplaatst wordt, moet de betrokken container voorzien zijn van rode en witte strepen aan de voor- en achterkant en dit over minstens 1 vierkante meter per kant. Een verkeersbord met symbool D1 moet voorzien worden boven de container en een oranjegeel knipperlicht dient aangebracht te worden boven dit verkeersbord.

 

Artikel 108 

 

De toelating moet toegekend zijn, alvorens de afzetcontainer door de containerfirma mag geleverd worden. De termijnen (begin- en einddatum) van deze toelating moeten gerespecteerd worden. Indien de container niet is verwijderd tegen de dag zoals bepaald in de toelatingsbeslissing dan zal de gemeente de inwoner die de aanvraag heeft ingediend hiervoor aansprakelijk stellen.

 

 

Hoofdstuk XVII – Handhaving en Strafbepalingen

 

Artikel 109 

 

§ 1. Wanneer afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of op een plaats in strijd met deze verordening kan de burgemeester jegens de overtreder de onmiddellijke opruiming van de in artikel 5, § 1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de overtreder bezorgd. De overtreder beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de overtreder weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen.

 

§ 2. Indien geen overtreder kan aangeduid worden, kan de burgemeester jegens de eigenaar van het perceel waarop afvalstoffen werden achtergelaten in strijd met deze verordening de onmiddellijke verwijdering van de in artikel 5,§ 1 bedoelde afvalstoffen bevelen. Dit bevel wordt per aangetekend schrijven aan de eigenaar bezorgd. De eigenaar beschikt over een termijn van maximum één week, te rekenen vanaf de ontvangst van het bevel van de burgemeester. Indien de eigenaar weigert de afvalstoffen binnen de door de burgemeester vastgestelde termijn te verwijderen, is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de eigenaar, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen.

 

§ 3. Indien alsnog een overtreding wordt vastgelegd, kan de in artikel 7, § 3 bedoelde eigenaar de kosten van de verwijdering van de in artikel 5, § 1. bedoelde afvalstoffen verhalen op de overtreder.

 

§ 4. Ongeacht artikel 7, § 2 en 3 is de gemeente gemachtigd ambtshalve en op kosten van de overtreder, de betrokken afvalstoffen op te ruimen of te laten opruimen, wanneer de afvalstoffen worden achtergelaten op een wijze of een plaats in strijd met deze politieverordening of met andere wettelijke bepalingen.

 

§ 5. Naar aanleiding van een ambtshalve verwijdering, overeenkomstig artikel 7, § 2, § 3 en § 5, kan de burgemeester gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te achterhalen.

 

Artikel 110 

 

§ 1. In geval van overtreding van dit reglement kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken. De politie is bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in dit politiereglement.

 

§ 2. De inbreuken op deze verordening worden gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 119bis van de Gemeentewet, voor zover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen niet in andere straffen voorzien.

 

Overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 kunnen volgende administratieve sancties worden opgelegd:

 

1° een administratieve geldboete die maximaal 175 euro of 350 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is;

 

2° de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;

 

3° de administratieve intrekking van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;

 

4° de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

 

§ 4. De administratieve sanctie is proportioneel in functie van de zwaarte van de feiten die haar verantwoorden en in functie van de eventuele herhaling. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

 

De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen, geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.

 

 

Artikel 2

Deze verordening zal bekend gemaakt worden overeenkomstig de artikels 286, 287 en 288 van het Decreet Lokaal Bestuur.

 

Artikel 3

§1. Dit reglement treedt in werking op 1 februari 2022.

 

§2. De gemeenteraadsbeslissing van 19 november 2020 houdende vaststelling politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen (en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen) wordt opgeheven bij de inwerkingtreding van deze beslissing.

 

Artikel 4

Een afschrift van deze verordening wordt conform artikel 119 van de Nieuwe Gemeentewet, dadelijk toegezonden aan De Deputatie, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan die van de politierechtbank. Ter kennisgeving zal eveneens een afschrift worden toegezonden aan OVAM.

 

Artikel 5

Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan EcoWerf.

 

Artikel 6

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door de bepalingen van het Decreet over het Lokaal bestuur." "

Het politiereglement betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wordt goedgekeurd.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Toelagereglement omtrent sociale correctie op Diftar huis-aan-huis (verworpen)

Motivering

 

Conform met artikel 21 van het Decreet over het lokaal bestuur werd door raadslid F. Lemmens namens de fractie SAMEN dit punt aan de agenda toegevoegd, luidende als volgt:

 

Feiten en context

Voor het toekennen van een sociale correctie in de vorm van een creditering van de Diftar-rekening is een toelagereglement nodig.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 toelagereglement omtrent huisvuilzakken n.a.v. sociale correctie voor 2020 t.e.m. 2025;

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 omtrent het contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huis inzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep als inzameling op het recyclagepark;

         Gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2020 houdende principiële goedkeuring invoering Diftar in Tielt-Winge.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Om een medische correctie te bekomen is er een medisch attest nodig.

De voorbije jaren was er een gelijkaardig reglement in de vorm van een gratis rol huisvuilzakken. Door overstap naar het Diftar-systeem vanaf 2022 is er een praktische bijsturing van het systeem medische correctie vereist in uitvoering van artikel 2 van de gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2020.

De overstap naar Diftar betekent voor bepaalde doelgroepen ook een fors hogere afvalfactuur. Om de kosten voor deze doelgroepen binnen de perken te houden voeren we voor volgende doelgroep een sociale correctie in

         30€ / jaar - Voor de gezinnen met kinderen tot de leeftijd van 3 jaar

         18€ / Jaar - Voor de gepensioneerden, weduwen, wezen en invaliden en alle andere personen die genieten van een verhoogde tegemoetkoming van de mutualiteit

         30€ / Jaar - Voor de inwoner die voor zijn persoonlijk welzijn gebruik moet maken van incontinentiemateriaal

         30€ / jaar - Voor personen die een nierdialysebehandeling hebben ondergaan en in medische thuisbehandeling zijn.

         30€ / jaar - Onthaalouders

 

Bij consensus van de gemeenteraad - en logischerwijze - wordt dit toegevoegde agendapunt behandeld voor de bespreking van het agendapunt 'Toelagereglement omtrent medische correctie op DifTar huis-aan-huis'.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

3 stemmen voor: Marleen De Vry, Fons Lemmens en Yvette Duerinckx.
12 stemmen tegen: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
4 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken en Jo Smekens.
Artikel 1

Het toelagereglement omtrent huisvuilzakken n.a.v. sociale correctie voor 2020 t.e.m. 2025 wordt opgeheven met ingang van het nieuwe toelagereglement.

 

Artikel 2

Er wordt door de gemeente een sociale correctie, als tussenkomst in de kosten voor de huis-aan-huis ophaling van restafval, ten bedrage van 30 EUR per jaar (of 2,50 EUR per maand voor een onvolledig jaar) toegekend aan de referentiepersoon van het gezin waarvan tenminste één persoon behoort tot één van volgende categorieën, voor zover deze persoon gedomicilieerd is op het adres van de referentiepersoon:

a) Kinderen tot 3 jaar. De sociale correctie wordt niet toegekend voor de maand waarin het kind geboren wordt, wel voor de maand waarin het kind 3 jaar (36 maanden) wordt, zodanig dat voor elk kind gedurende maximum 36 maanden een sociale correctie wordt toegekend.

b) Personen die genoodzaakt zijn om incontinentiemateriaal aan te schaffen

c) Personen die een nierdialysebehandeling hebben ondergaan en in medische thuisbehandeling zijn, waardoor zij een verhoogde hoeveelheid restafval produceren.

 

Artikel 3

Voor de categorie vermeld onder art. 1 b) en art. 1 c) voor aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025 wordt aan de aanvrager een correctie toegestaan om medische redenen op basis van een attest afgeleverd door een medische instelling. Dit attest vermeldt expliciet dat de ziekte een abnormale hoeveelheid restafval met zich meebrengt.

 

Artikel 4

Het attest moet afgeleverd worden door een medische instelling (bv. ziekenhuis, dokter) en worden ingediend bij het gemeentebestuur van Tielt-Winge met expliciete vermelding van naam en adres van de aanvrager.

 

Artikel 5

Het college van burgemeester en schepenen aanvaardt het attest en geeft per individueel geval toestemming tot het toepassen van de correctie. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht en zijn/haar Diftar-rekening wordt gecrediteerd.

Het betreft een eenmalige toelage per jaar voor 2022 tot en met 2025.

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 6

Er wordt door de gemeente een sociale correctie, als tussenkomst in de kosten voor de huis-aan-huis ophaling van restafval, ten bedrage van 30 EUR per jaar (of 2,50 EUR per maand voor een onvolledig jaar) en per voltijds equivalent kind toegekend aan de referentiepersoon van het gezin waarvan een lid als onthaalouder werkt bij een door Kind en Gezin erkende dienst.

 

Artikel 7

De aanvraag tot het bekomen van de sociale correctie zoals vermeld onder art. 6 moet, samen met een attest van de door Kind en Gezin erkende bevoegde dienst, met vermelding van het aantal VE kinderen per maand, op een daartoe bestemd aanvraagformulier gericht aan het college van burgemeester en schepenen, vóór 1 juli voor het eerste semester en vóór 1 november voor het tweede semester. Het vereiste attest mag op het moment van de aanvraag niet ouder zijn dan 1 maand.

 

Artikel 8

Voor aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025 wordt er door de gemeente een sociale correctie, als tussenkomst in de kosten voor de huis-aan-huis ophaling van restafval, ten bedrage van € 18,00 per jaar (of 1,5 EUR per maand voor een onvolledig jaar) toegekend aan de referentiepersoon van het gezin waarvan tenminste één persoon behoort tot één van volgende categorieën, voor zover deze persoon gedomicilieerd is op het adres van de referentiepersoon en voor zover hij/zij het bewijs levert dat hij/zij behoort tot volgende categorie

RVV: statuut dat een verhoogde verzekeringstegemoetkoming voorziet voor volgende verzekerden (en hun personen ten laste) voor zover hun inkomen geen bepaalde grens overschrijdt (17.424,93 euro plus 3.225,83 euro per persoon ten laste):

 Wezen, invaliden, gepensioneerden en weduwen (zgn. WIGW)

 Rechthebbenden op een bestaansminimum (leefloon)

 OCMW steuntrekkers in het kader van de wet van 02.04.1965 en personen in budgetbeheer bij het OCMW

 Gerechtigden die het gewaarborgde inkomen voor bejaarden genieten Gehandicapten volgens de wet van 27.02.1987

 Rechthebbenden op verhoogde kinderbijslag (wegens lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van > 66%)

 Langdurig werklozen ouder dan 50 jaar

 

 

Artikel 9

Indien er per aansluitpunt meerdere personen zijn die tot de categorie vermeld onder art. 8 behoren, dan wordt de sociale correctie slechts één maal uitbetaald.

 

Artikel 10

Voor de categorie vermeld onder art. 8 moet een bewijs van de mutualiteit worden voorgelegd.

 

Artikel 11

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

Artikel 12

De gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2019 toelagereglement omtrent huisvuilzakken n.a.v. sociale correctie voor 2020 t.e.m. 2025 wordt door deze beslissing opgeheven.

 

Artikel 13

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan EcoWerf.

 

Artikel 14

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

De gemeenteraad keurt het toelagereglement omtrent sociale correctie op DifTar huis-aan-huis niet goed.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Toelagereglement omtrent medische correctie op DifTar huis-aan-huis

Motivering

 

Feiten en context

Voor het toekennen van een medische correctie in de vorm van een creditering van de DifTar-rekening is een toelagereglement nodig.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017;

         Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen;

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 toelagereglement omtrent huisvuilzakken n.a.v. sociale correctie voor 2020 t.e.m. 2025;

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 omtrent het contantbelastingreglement voor de inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval en daarmee vergelijkbaar bedrijfsafval dit zowel voor de huis-aan-huis inzameling, inzameling via sorteerstraten, inzameling op afroep als inzameling op het recyclagepark;

         Gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2020 houdende principiële goedkeuring invoering DifTar in Tielt-Winge.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Om een medische correctie te bekomen is er een medisch attest nodig.

 

De voorbije jaren was er een gelijkaardig reglement in de vorm van een gratis rol huisvuilzakken. Door overstap naar het DifTar-systeem vanaf 2022 is er een praktische bijsturing van het systeem medische correctie vereist in uitvoering van artikel 2 van de gemeenteraadsbeslissing van 17 december 2020.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

16 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken, Jo Smekens, Kris Cornelissen, Gerry Caluwaerts, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
3 onthoudingen: Marleen De Vry, Fons Lemmens en Yvette Duerinckx.
Artikel 1

Het toelagereglement omtrent huisvuilzakken n.a.v. sociale correctie voor 2020 t.e.m. 2025 wordt opgeheven met ingang van het nieuwe toelagereglement.

 

Artikel 2

Voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025 wordt aan de aanvrager een correctie toegestaan om medische redenen op basis van een attest afgeleverd door een medische instelling. Dit attest vermeldt expliciet dat de ziekte een abnormale hoeveelheid restafval met zich meebrengt.

 

Artikel 3

De medische correctie waarvan sprake in artikel 1, bedraagt op jaarbasis 22,50 euro.

 

Artikel 4

Het attest moet afgeleverd worden door een medische instelling (bv. ziekenhuis, dokter) en worden ingediend bij het gemeentebestuur van Tielt-Winge met expliciete vermelding van naam en adres van de aanvrager.

 

Artikel 5

Het college van burgemeester en schepenen aanvaardt het attest en geeft per individueel geval toestemming tot het toepassen van de correctie. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht en zijn/haar DifTar-rekening wordt gecrediteerd.

 

Het betreft een eenmalige toelage per jaar voor 2022 tot en met 2025.

 

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit reglement.

 

Artikel 6

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

Artikel 7

De gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2019 toelagereglement omtrent huisvuilzakken n.a.v. sociale correctie voor 2020 t.e.m. 2025 wordt door deze beslissing opgeheven.

 

Artikel 8

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan EcoWerf.

 

Artikel 9

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

De gemeenteraad keurt het toelagereglement omtrent medische correcties op DifTar huis-aan-huis goed.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Toelagereglement warmtescans (verdaagd naar de raad van 16 december 2021)

Motivering

 

Feiten en context

Voor de tussenkomst door de gemeente die ter aanmoediging aangeboden wordt bij het laten uitvoeren van een warmtescan is een toelagereglement nodig.

 

Juridische gronden

           Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Door financieel tussen te komen in een gedeelte van de kostprijs van bedoelde warmtescan wil het lokaal bestuur zijn inwoners aanmoedigen om een scan te laten uitvoeren voor het verder 'verduurzamen' van (oudere) gebouwen.

 

Geïnteresseerden vragen een warmtescan aan bij het lokaal bestuur. Deze geeft de gegevens door aan de aangestelde firma. De aanvrager betaalt de kosten aan deze firma en vult de subsidieaanvraag in, na goedkeuring wordt een bedrag van 200 euro terugbetaald door de gemeente.

 

Omwille van onduidelijkheden rond de modaliteiten van het reglement en het btw-statuut is bijkomend onderzoek vereist en wordt het agendapunt verdaagd naar de gemeenteraad van 16 december 2021.

 

Financiële gevolgen

De toelage bedraagt 200 euro per warmtescan.

Er is een jaarlijks budget voorzien van 5.000 euro op 032900/61690900.

 

Bijlagen

Geen bijlagen.

 

Besluit:

over de verdaging van het agendapunt naar de gemeenteraad van 16 december 2021eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt voor de jaren 2021 t.e.m. 2025 volgend gemeentelijk toelagereglement voor een warmtescan vast:

 

Artikel 1: Doel

Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten kan het college van burgemeester en schepenen een betoelaging verlenen voor het uitvoeren van een warmtebeeldscan en een opmaak van een bijhorend energierapport voor bestaande panden en gebouwen gelegen op grondgebied van de gemeente Tielt-Winge.

 

Artikel 2: Toekenningsvoorwaarden

§1. Om voor betoelaging in aanmerking te komen moet het gebouw aan volgende voorwaarden voldoen:

         Het gebouw moet gebruikt worden voor de huisvesting van personen, bedrijven met een economische functie, organisaties met een publieke functie, voor lokale verenigingen.

         Het gebouw moet vergund zijn en minimum 10 jaar oud op datum van uitvoering van de warmtescan.

         Het gebouw moet gelegen zijn op grondgebied van de gemeente Tielt-Winge.

 

§2. Om voor betoelaging in aanmerking te komen moet de aanvrager aan volgende voorwaarden voldoen:

         De aanvraag tot premie moet gebeuren door een natuurlijk of rechtspersoon die het gebouw, waarop de warmtescan van toepassing is, in volle eigendom of volle vruchtgebruik heeft.

         Per natuurlijk of rechtspersoon kan er maximaal één aanvraag per jaar worden ingediend.

 

§3. De warmtescan dient te gebeuren door erkende privé partner via aanbesteding gemeente.

 

Artikel 3: Bedrag

De toelage bedraagt 200 euro per warmtescan.

 

Dit binnen de perken van de voorziene kredieten in de gemeentelijke begroting. Indien blijkt dat er meer aanvragen zijn dan de voorziene kredieten, worden deze aanvragen het jaar nadien behandeld. De aanvragen worden behandeld in chronologische volgorde. 

 

Artikel 4: Aanvraag en uitbetaling

§1. De subsidieaanvraag voor de warmtescan dient ingediend te worden bij de dienst omgeving voor 31 december van het dienstjaar, op straffe van verval van subsidies.

 

§2. De aanvraag omvat:

Het volledig ingevulde en ondergetekende aanvraagformulier dat ter beschikking wordt gesteld, er wordt eveneens een kopie van de factuur toegevoegd;

 

§3. Per gebouw kan er slechts 1 aanvraag worden ingediend.

 

§4. De toelage wordt uitbetaald op het eind van het dienstjaar. Laattijdige betalingen kunnen geenszins leiden tot een schadevergoeding of interesten.

 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 3

Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het  lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

De gemeenteraad verdaagd het agendapunt toelagereglement voor een warmtescan naar de gemeenteraad van 16 december 2021.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Dossier nationaal park Demervallei

Motivering

 

Feiten en context

De provincie Vlaams-Brabant en Regionaal Landschap Noord-Hageland willen een samenwerking aangaan met de gemeenten Aarschot, Begijnendijk, Bekkevoort, Diest, Holsbeek, Lubbeek, Rotselaar, Scherpenheuvel-Zichem, Tielt-Winge en Tremelo om een coalitie te vormen voor de inrichting van het nationaal park Demervallei.

 

In een eerste fase werd er een goedkeuring gegeven door het college van burgemeester en schepenen, zodat er door een aangeduid lid van het schepencollege vergaderingen en werkgroepen gevolgd kunnen worden.

 

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Het voorstel tot nationaal park Demervallei zorgt voor veel opportuniteiten voor het lokaal bestuur en zijn inwoners. Het Walenbos zou het grootste bos in het dossier zijn en dus extra in de kijker staan. Een nationaal park geeft een (inter)nationale uitstraling. Het zal bijkomende kansen creëren voor nieuwe robuuste natuur en natuurontwikkeling. Het biedt kansen om het lokaal ondernemerschap de versterken en het promoot duurzaam toerisme en recreatie. Het trekt investeringen (subsidies) vanuit overheidsinstellingen aan (zowel Vlaams als Europees). Het dossier zorgt ervoor dat er een structurele ondersteuning vast ligt voor lange termijn.

 

Financiële gevolgen

Er zal pas ten vroegste eind 2022 of begin 2023 een financiële bijdrage van lokale besturen worden verwacht, indien het dossier wordt aanvaard en het nationaal park Demervallei mag worden opgericht. De maximum jaarlijkse kost zal verdeeld worden onder de gemeenten die instappen als coalitiepartner. De uiteindelijke jaarlijkse kost zal dus afhangen van het aantal deelnemende gemeenten. De jaarlijkse kost wordt tussen de 8.000 euro en 10 000 euro geschat.

 

Deze operatie moet budgettair voorzien worden via de aanpassing van het meerjarenplan.

 

Bijlagen

                     Conceptenota

                     Steunbrief

                     Uitnodiging IBO

                     Presentatie uiteenzetting dossier

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad van Tielt-Winge beslist om toe te treden tot de coalitie nationaal park Demervallei, als bijlage bij deze beslissing, en keurt het goed.

 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 3

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan Regionaal Landschap Noord-Hageland en provincie Vlaams-Brabant.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door de bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur." "

De gemeenteraad van Tielt-Winge keurt het voorstel goed om toe te treden tot de coalitie nationaal park Demervallei.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Inzameling en verwerking van het textiel in textielcontainers op standplaatsen in de gemeente Tielt-Winge - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

Motivering

 

Feiten en context

De inzameling van textiel in textielcontainers op standplaatsen in de gemeente werd nog niet door beheersoverdracht aan EcoWerf toebedeeld eerder dit jaar. Aanbesteding in eigen beheer is dus aan de orde, aangezien afvalophaling (ook de inzameling van textiel) een gemeentelijke opdracht is.

 

De huidige overeenkomsten met textielinzamelaars worden opgezegd.

 

In het kader van de opdracht “Inzameling en verwerking van het textiel in textielcontainers op standplaatsen in de gemeente Tielt-Winge” werd een bestek met nr. 2021/568 opgesteld door de ontwerper.

 

Juridische gronden

         Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

         Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

         De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

         De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van 139.000,00 euro niet).

         Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.

         Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 90, 1°.

 

Adviezen

Geen adviezen

 

Argumentatie

Door dergelijke aanbesteding kan het textiel op een uniforme en ordentelijke manier door één dienstverlener gebeuren: dit zal het voordeel hebben dat er één aanspreekpunt is voor de gemeente (bvb. in geval van problemen of klachten) en dat ook het straatbeeld en het openbaar domein verder worden 'opgeschoond'.

 

De beleidsvisie is om als gemeente het dossier inzameling textiel zelf eerst pogen aan te besteden; zo dit niet zou resulteren in een interessante aanbieding, dan kan later nog steeds worden ingestapt bij EcoWerf met een bijkomende beheersoverdracht voor deze optionele activiteit. Minstens voorlopig werd de beheersoverdracht voor textiel dus uit de lijst gehaald, die door de gemeenteraad van 15 april 2021 werd goedgekeurd.

 

Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Financiële gevolgen

De inkomsten worden ingeschreven in het budget.

 

Bijlagen

Bestek

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Het bestek met nr. 2021/568 en de raming voor de opdracht “Inzameling en verwerking van het textiel in textielcontainers op standplaatsen in de gemeente Tielt-Winge”, opgesteld door de ontwerper worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten.

 

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

 

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 4

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan EcoWerf.

 

Artikel 5

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door de toepasselijke bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur." "

De procedure wordt gestart.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen

Motivering

 

Feiten en context

De gemeenteraad keurde op 29 december 2009 het besluit op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en de indicaties ter bepaling van leegstand goed. Dit besluit werd gewijzigd in de respectievelijke zittingen van 20 mei 2010, 10 februari 2011, 15 november 2012 en 16 maart 2017.

 

Op 1 januari 2021 trad het besluit van de Vlaamse regering tot codificatie van de decreten betreffende het Vlaamse woonbeleid (Vlaamse Codex Wonen van 2021) en zijn uitvoeringsbesluit in werking. De Vlaamse Codex Wonen brengt alle bepalingen van het Vlaamse woonbeleid samen ineen enkele tekst en komt daarmee in de plaats van de Vlaamse Wooncode.

Het gemeenteraadsbesluit van 16 maart 2017 dient aangepast te worden naar aanleiding van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische gronden

         De grondwet, meer bepaald artikel 170 §4.

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuuurshandelingen en latere wijzigingen.

         Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2008.

         Het besluit lokaal woonbeleid van 16 november 2018.

         De Vlaamse codex Wonen van 2021.

         De subsidieaanvraag van het intergemeentelijke samenwerkingsverband Hartje Hageland WEST goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 juni 2019.

         Het reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen en de indicaties ter bepaling van leegstand van 29 december 2009, gewijzigd in de respectievelijke zittingen van 20 mei 2010, 10 februari 2011, 15 november 2012 en 16 maart 2017.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De gemeente Tielt-Winge is aangesloten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband Hartje Hageland WEST. Gemeenten aangesloten bij een intergemeentelijk samenwerkingsverband voor wonen zijn verplicht om leegstaande gebouwen en woningen op te sporen, te registreren en aan te pakken.

 

De verhuur- en verkoopprijzen van woningen zijn hoog en voor veel mensen wordt huren of kopen moeilijk betaalbaar. De gemeente streeft er dan ook naar om zoveel mogelijk beschikbare woningen ook effectief op de woningmarkt te krijgen. Door het bijhouden van een register van leegstaande woningen en het heffen van een belasting op leegstaande woningen zullen eigenaars gestimuleerd worden om de leegstaande woningen te renoveren of te verkopen. Op die manier komen deze woningen dan op de woningmarkt terecht.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen

 

Besluit:

14 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Marleen De Vry, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
4 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken en Jo Smekens.
Artikel 1

Het reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en gebouwen, wordt door de gemeenteraad goedgekeurd, luidende als volgt:

 

Reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen (versie 18.11.2021)

 

Artikel 1- Begripsomschrijvingen 

In dit reglement wordt verstaan onder:

1° administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister;

De gemeente draagt de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister over aan Hartje Hageland, intergemeentelijk samenwerkingsverband voor lokaal woonbeleid. Hartje Hageland fungeert als intergemeentelijke administratieve eenheid.

2° beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen;

3° beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

c) elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningwijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;

4° woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

5° gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

6° bedrijfsruimte: (art. 2 §1 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing) de verzameling van alle percelen waarop zich minstens één bedrijfsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen en waar een economische activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt. Deze verzameling heeft een minimale opp. van 5 aren;

7° kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;

8° leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie;

9° leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden;

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

10° leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen;

11° opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen. Dit is de datum van de administratieve akte;

12° zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

 

Artikel 2- Leegstandsregister

§1. De administratie houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit een lijst van leegstaande gebouwen en leegstaande woningen.

Nieuwbouwwoningen of nieuwe gebouwen worden maar als leegstaand beschouwd indien het gebouw of de woning het zevende jaar na afgifte van de stedenbouwkundige vergunning niet is aangewend overeenkomstig haar functie.

Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

Een gebouw dat of een woning die geïnventariseerd is als verwaarloosd, kan opgenomen worden in het leegstandsregister, en omgekeerd.

 

Een bedrijfsgebouw wordt niet opgenomen in dit leegstandsregister.

 

§2. Voor elk leegstaand gebouw en voor elke leegstaande woning wordt een dossier opgemaakt waarin de volgende gegevens worden opgenomen:

1° het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

2° de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

3° de identiteit en het (de) adres(sen) van de zakelijk gerechtigde(n);

4° het nummer en de opnamedatum;

5° de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname.

 

Artikel 3- Registratie van leegstand

§1. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstand belaste personeelsleden bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

§2. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij één of meerdere foto’s en een beschrijving, met vermelding van de indicaties die de leegstand staven, gevoegd worden. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als opnamedatum.

§3. De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meerdere objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende lijst:

A. Administratieve vaststellingen:

1. Er is geen inschrijving in het bevolkingsregister sinds de laatste 12 opeenvolgende    maanden;

2.  Er is geen aangifte van tweede verblijf;

3.  Het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen of een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;

4. Er is een aanvraag tot vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of niet-productiviteit.

B. Materiële vaststellingen ter plaatse gedaan:

1.   Vermoeden dat de woning niet wordt gebruikt in overeenstemming met de woonfunctie;

2.   Vermoeden dat het gebouw niet wordt gebruikt overeenkomstig de bestemming;

3.   Vermoeden dat van het gebouw meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte niet effectief wordt benut;

4. Van het gebouw wordt enkel de etalage gebruikt;

5. Onmogelijkheid om het pand te betreden, geen toegang of toegang verzegeld;

6. De onmogelijkheid om het gebouw te gebruiken of de woning te bewonen omwille van ernstige beschadigingen aan het dak en/of het buitenschrijnwerk en/of de gevels;

7. Dichtgemaakte raamopeningen (dichtgetimmerd, dichtgemetseld) of geblindeerde raamopeningen (dichtgeplakt, dicht geschilderd, …);

8. Winddichtheid van het pand is niet gewaarborgd (belangrijke glasbreuk, buitenschrijnwerk kan niet meer gesloten worden);

9. Waterdichtheid van het pand is niet gegarandeerd, zeer zware infiltraties via dak/gevel(s);

10.  Ernstige inpandige vernielingen: pand deels vernield of gesloopt;

11.  Affichering: TE KOOP;

12.  Affichering: TE HUUR;

13.  Neergelaten rolluiken of gesloten luiken;

14.  Ernstig vervuild glas- en / of buitenschrijnwerk;

15.  Uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus;

16.  Pand is helemaal / gedeeltelijk niet bemeubeld;

17.  Een niet of slecht onderhouden omgeving en/of (voor)tuin;

18.  Indicaties van renovatie of verbouwing.

C. Getuigenverklaringen, bijvoorbeeld door omwonenden, postbode, wijkagent, enz…

 

Artikel 4 - Kennisgeving van registratie

De zakelijk gerechtigde(n) wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving bevat:

- de administratieve akte;

- informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister;

- informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister.

 

Artikel 5 -  Beroep tegen registratie

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een zakelijk gerechtigde bij de beroepsinstantie beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

- de identiteit, het adres en de telefoonnummer of het emailadres van de indiener;

- de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;

- de vermelding of de indiener al dan niet gehoord wil worden op een hoorzitting;

- de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

Als  datum van het beroepschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair. 

§2. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd.

 

§3. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk:

- als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1, of;

- als het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, of;

- als het beroepschrift niet is ondertekend.

§4. Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit onverwijld mee aan de indiener.

Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

 

§5. De beroepsinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door het met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelslid. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

§6. De beroepsinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

§7. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand.

 

Artikel 6 - Schrapping uit het leegstandsregister

§1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie.

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 9°, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden.

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

Een (handels)huurovereenkomst kan nooit als bewijs gelden voor de beëindiging van de leegstand van een gebouw of een woning, aangezien deze geen enkele aanwijzing geeft omtrent de effectieve aanwending van het gebouw of de woning.

 

§2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

- de identiteit, het adres en de telefoonnummer of het emailadres van de indiener;

- de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;

- de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister.

Als datum van het verzoek wordt de datum van de aangetekende verzending gehanteerd.

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.

 

Artikel 2

§1. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het  lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

§2. Het reglement van 16 maart 2017 wordt opgeheven door deze beslissing.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Het reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen is goedgekeurd

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen

Motivering

 

Feiten en context

Op 1 januari 2021 trad het besluit van de Vlaamse regering tot codificatie van de decreten betreffende het Vlaamse woonbeleid (Vlaamse Codex Wonen van 2021) en zijn uitvoeringsbesluit in werking. De Vlaamse Codex Wonen brengt alle bepalingen van het Vlaamse woonbeleid samen in een enkele tekst en komt daarmee in de plaats van de Vlaamse Wooncode.

Het gemeenteraadsbesluit van 19 oktober 2017 dient aangepast te worden naar aanleiding van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische gronden

         De grondwet, meer bepaald artikel 170 §4.

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuuurshandelingen en latere wijzigingen.

         Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2008.

         Het besluit lokaal woonbeleid van 16 november 2018.

         De Vlaamse codex Wonen van 2021.

         De subsidieaanvraag van het intergemeentelijke samenwerkingsverband Hartje Hageland WEST goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 juni 2019.

         Het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen goedgekeurd op de gemeenteraad van 19 oktober 2017.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De Vlaamse Codex Wonen van 2021 stelt steden en gemeenten aan als regisseur van het lokale woonbeleid.

De gemeente Tielt-Winge is aangesloten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband Hartje Hageland WEST. De gemeente koos in de subsidieaanvraag 2020-2025 van Hartje Hageland WEST om verwaarloosde woningen gebouwen en woningen op te sporen, te registreren en aan te pakken.

Verwaarlozing van gebouwen en woningen op het grondgebied van de gemeente zorgt voor verloedering van de leefomgeving en moet voorkomen en bestreden worden.

het is wenselijk dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare patrimonium voor wonen optimaal benut wordt.

Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen

 

Bijlagen

                     Reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en/of gebouwen

                     Technisch verslag

 

Besluit:

14 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Marleen De Vry, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Kris Cornelissen, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
4 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken en Jo Smekens.
Artikel 1

Het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen wordt door de gemeenteraad goedgekeurd, luidende als volgt :

 

Reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen (versie 18.11.2021)

 

Artikel 1- Begripsomschrijvingen 

In dit reglement wordt verstaan onder:

1° bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen;

2° beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a)  een aangetekend schrijven;

b)  een afgifte tegen ontvangstbewijs;

c)  elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningwijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;

3° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

4° Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen: de inventaris, vermeld in artikel 3.19 van de Vlaamse Codex Wonen;

5° Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 3, §1 van dit reglement;

6° Registerbeheerder: de intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. Hartje Hageland WEST fungeert als intergemeentelijke administratieve eenheid.

7° Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 van dit reglement in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen is opgenomen;

8° Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

 

9° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

 

Artikel 2 - Vaststelling van de verwaarlozing

De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden, stellen de verwaarlozing van een woning of een gebouw vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Daarbij geldt een gebrek van categorie I voor één punt, van categorie II voor drie punten, van categorie III voor negen punten en van categorie IV voor twaalf punten. Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal 12 punten. Aan het verslag wordt minstens één foto van de woning of het gebouw toegevoegd.

 

Artikel 3 - Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

De gemeente houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen bij.

In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:

 het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

 de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;

 de identiteit en het adres van alle zakelijk gerechtigden;

 het nummer en de datum van de administratieve akte;

 de toestand van verwaarlozing van de woning of het gebouw, inclusief het technisch verslag;

 de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

 de eventuele voorbereiding van een onteigeningsplan waarbinnen het verwaarloosd gebouw zich situeert.

 

Artikel 4 - Registratie van verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. De registerbeheerder neemt een woning of een gebouw, waarvan is vastgesteld dat het verwaarloosd is, op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in artikel 6, §1, tweede lid, 4° of, wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is.

§2. Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 5 - Kennisgeving van de voorgenomen registratie

Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van het voornemen om de woning of het gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Deze kennisgeving bevat:

1° de genummerde administratieve akte;

2° het technisch verslag;

3° informatie over de gevolgen van de registratie, inclusief verwijzing naar dit reglement;

4° informatie over de bezwaarprocedure tegen de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

5° informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde(n). Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

 

Artikel 6 - Bezwaar tegen de voorgenomen registratie

§1. Tegen het voornemen, om een woning of een gebouw op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 5, kan de zakelijk gerechtigde bezwaar indienen bij de bezwaarinstantie.

Op straffe van nietigheid moet het bezwaarschrift:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn;

2° met een beveiligde zending worden ingediend;

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a) de identiteit en het adres van de indiener;

b) de vermelding van het nummer van de administratieve akte;

c) de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het bezwaarschrift betrekking heeft;

4° worden betekend binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de betekening van de beveiligde zending vermeld in artikel 5.

§2. Een laattijdig ingediend bezwaar tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 7.

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het bezwaarschrift.

§3. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

§4. Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§5. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van een bezwaarschrift een ontvangstbevestiging.

§6. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

§7. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van orde van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift.

§8. Wordt het bezwaar ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 7 - Schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. De registerbeheerder schrapt een woning of een gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 2, 12 punten of meer zouden opleveren. De zakelijk gerechtigde richt hiertoe een schriftelijk verzoek aan de registerbeheerder.

Op straffe van nietigheid moet dit verzoek:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn;

2° met een beveiligde zending worden ingediend;

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a) de identiteit en het adres van de indiener;

b) de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft.

Bij betekening per aangetekend schrijven geldt de datum van verzending als datum van de indiening van het verzoek tot schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

§3 Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§4. De registerbeheerder stuurt aan de indiener van het verzoek tot schrapping een ontvangstbevestiging.

§5. De registerbeheerder onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

§6. De registerbeheerder doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

§7. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 8 -  Beroep tegen weigering tot schrapping

§1. Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning of gebouw uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij de bezwaarinstantie.

Op straffe van nietigheid moet dit beroep:

1° ondertekend en gemotiveerd zijn;

2° met een beveiligde zending worden ingediend;

3° minimaal de volgende gegevens bevatten:

a) de identiteit en het adres van de indiener;

b) de vermelding van het adres van de woning of het gebouw waarop het verzoek betrekking heeft;

c) de weigeringsbeslissing;

4° worden betekend binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag na de betekening van de weigeringsbeslissing.

§2. De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

§3 Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

§4. De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van het beroep een ontvangstbevestiging.

§5. De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepen. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.

§6. De bezwaarinstantie doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen die ingaat de dag na de betekening van beroepschrift.

Als de kennisgeving vermeld in het eerste lid niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

§7. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Artikel 2

§1. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het  lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

§2. Het reglement van 19 oktober 2017 wordt opgeheven door deze beslissing.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen is goedgekeurd

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025 - aanpassing

Motivering

 

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze lokale belasting.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2008.

         Het besluit lokaal woonbeleid van 16 november 2018.

         De Vlaamse codex Wonen van 2021.

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019.

         Het reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen en gebouwen goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 november 2021.

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 over deze belasting.

         Het besluit van de Vlaamse regering van 11 september 2020 tot uitvoering van de Vlaamse codex wonen van 2021.

         Het besluit van de Vlaamse regering tot codificatie van de decreten betreffende het Vlaamse woonbeleid van 17 juli 2020.

         Collegebeslissing van 3 augustus 2021 over de wijziging van het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen voor de aanslagjaren 2020 t.e.m. 2025.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De verhuur- en verkoopprijzen van woningen zijn hoog en voor veel mensen wordt huren of kopen moeilijk betaalbaar. De gemeente streeft er dan ook naar om zoveel mogelijk beschikbare woningen ook effectief op de woningmarkt te krijgen. Door het heffen van een belasting op leegstaande woningen, zullen de eigenaars gestimuleerd worden om deze te renoveren of te verkopen. Op die manier komen deze woningen dan op de woningmarkt terecht.

In bepaalde situaties kan men een vrijstelling van belasting aanvragen. Enerzijds zijn er vrijstellingen die toegekend worden omwille van de aard van het pand anderzijds zijn er vrijstellingen die verbonden zijn aan de persoon die de woning bewoont. De vrijstellingen worden voorzien om de eigenaars de kans te geven om het pand terug op de woningmarkt te brengen.

 

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen voor de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan 2020-2025.

Een soortgelijke belasting gold voor het aanslagjaar 2021.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen. Deze belasting geldt als algemene en verplichte bijdrage van de burger, opgelegd door de gemeenteraad, aan de algemene uitgaven van het lokaal bestuur (en waartegenover geen individueel aanwijsbare tegenprestatie van de overheid staat en/of geheven wordt voor een dienstverlening die het algemeen belang dient) ter uitvoering van het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen

 

Besluit:

10 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
2 stemmen tegen: Fons Lemmens en Yvette Duerinckx.
5 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken, Jo Smekens en Marleen De Vry.
Artikel 1

Het gewijzigde belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen wordt door de gemeenteraad goedgekeurd voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025, behoudens tussenkomende wijzigingen, luidende als volgt:

 

Belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025 (versie 18.11.2021)

 

Artikel 1 – Aanslagjaren en belastbaar voorwerp of belastbaar feit

§1. Voor een termijn startend op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025 (aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025) wordt een belasting geheven op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

De definities van woningen, gebouwen, leegstaande woning, leegstaand gebouw en leegstandsregister zijn omschreven in artikel 1 van het reglement op de inventarisatie van leegstaande woningen goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 november 2021.

 

§ 2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

Artikel 2 – Belastingplichtige

§ 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§ 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

Ingeval er meerdere andere houders zijn van het zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.

 

§ 3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister.

Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de interlokale vereniging Hartje Hageland, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.

Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

 naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn

eigendomsaandeel;

 datum van de akte, naam en standplaats van de notaris;

 nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 3 – Tarief

De basisbelasting bedraagt:

- 990 euro voor een woning of gebouw

 

Dit bedrag is gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemt overeen met de index van november 2009. Het wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.

 

Deze belasting wordt met 25 % verhoogd (t.o.v. de basisbelasting) als een onroerend goed, een jaar, na de eerste inkohiering, nog altijd in het gemeentelijk leegstandsregister is opgenomen.

Deze belasting wordt met 50 % verhoogd (t.o.v.de basisbelasting) als een onroerend goed, twee jaar, na de eerste inkohiering, nog altijd in het gemeentelijk leegstandsregister is opgenomen.

Deze belasting wordt met 75 % verhoogd (t.o.v. de basisbelasting ) als een onroerend goed, drie jaar, na de eerste inkohiering, nog altijd in het gemeentelijk leegstandsregister is opgenomen.

Deze belasting wordt met 100 % verhoogd (t.o.v. belasting) als een onroerend goed, vier jaar of meer, na de eerste inkohiering, nog altijd in het gemeentelijk leegstandsregister is opgenomen.

 

Artikel 4 – Vrijstellingen

§ 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

 

1° de belastingplichtige die volle eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning. 

Deze vrijstelling geldt gedurende de eerste drie jaar volgend op de datum van de eigendomsverwerving;

 

2° de belastingplichtige die volle eigenaar is van meer dan één enkele woning. Deze vrijstelling geldt gedurende één jaar volgend op de datum van de eigendomsverwerving;

 

3° de belastingplichtige die kan bewijzen dat de woning verkocht is aan de hand van een onderhandse verkoopovereenkomst, ook al is de authentieke akte nog niet verleden.

Deze vrijstelling geldt gedurende het eerste jaar volgend op de datum van de onderhandse verkoopovereenkomst;

 

4° de belastingplichtige, indien deze houder van het zakelijk recht de laatste bewoner is van de geïnventariseerde woning die hij als hoofdverblijfplaats gebruikte, die tijdelijk of permanent in een erkende ouderenvoorziening verblijft of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische of penitentiaire instelling, of ziekenhuis. Het bewijs van het verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening, instelling of ziekenhuis waar de belastingplichtige verblijft.

Deze vrijstelling geldt gedurende de eerste drie jaar van het verblijf in een erkende ouderenvoorziening, instelling of ziekenhuis;

 

5° de belastingplichtige, indien deze houder van het zakelijk recht de laatste bewoner is van de geïnventariseerde woning die hij als hoofdverblijfplaats gebruikte, waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling geldt ook voor de verlengde minderjarige en voor hen die onder bewindvoering staan.

Deze vrijstelling geldt gedurende de eerst drie jaar van de periode die wordt aangegeven door de gerechtelijke beslissing.

 

§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning :

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan.

Deze vrijstelling geldt gedurende vijf jaar vanaf de definitieve goedkeuring van het onteigeningsplan;

 

2° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument.

Deze vrijstelling geldt gedurende de volledige duur van bescherming als monument;

 

3° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp.

Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

4° onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;

 

5° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen;

 

6° gerenoveerd wordt blijkens een meldingsplichtig werk en/of gedetailleerd renovatieschema waarvoor een minimuminvestering van 5000 euro gedaan werd en dat onder de volgende categorieën valt :

Categorie 1: structurele elementen: werken aan muren, vloeren, plafonds

Categorie 2: dak: volledige of gedeeltelijke vernieuwing van het dak van de woning

Categorie 3: buitenschrijnwerk: de volledige of gedeeltelijke vernieuwing van het buitenschrijnwerk

Categorie 4: technische installaties

a. plaatsing van een verwarmingsketel

b. de gehele of gedeeltelijke vernieuwing van de elektrische huisinstallatie

c. de hele of gedeeltelijke vernieuwing van de sanitaire installaties

 

Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van één jaar.

Deze vrijstelling kan tot tweemaal verlengd worden voor een periode van één jaar mits de vrijstelling opnieuw wordt aangevraagd en mits bewijs van de vorderingen van de werken wordt voorgelegd;

De belastingplichtige dient een gedetailleerd renovatieschema voor te leggen dat de volgende stukken bevat:

- een tekening of schets van het gebouw en/of de woning met aanduiding van de geplande werken;

- een volledige opsomming en korte beschrijving van de geplande werken;

- een raming van de kostprijs van de werken door een offerte voor de levering en plaatsing van materialen door een aannemer of een offerte voor de levering van materialen, indien de werken in eigen beheer worden uitgevoerd of een combinatie van beiden;

 

7° gelegen is langs de N2 in volgende gebieden:

- vanaf de Tweevijverstraat tot de Glabbeeksesteenweg;

- vanaf het kruispunt Kastanjeweg-Putteweg tot het Kruispunt Blerebergstraat-Statiestraat;

Op voorwaarde dat de woning of het gebouw in gebruik is door een geregistreerde entiteit opgenomen in de Kruispuntbank der ondernemingen.

Deze vrijstelling geldt zolang de geregistreerde entiteit aanwezig is.

 

 

Artikel 5 – Wijze van inning

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6 – Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7 – Bezwaarprocedure

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen de aanslag van deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

 

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 8 – Regelgeving

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest, rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. 

 

Artikel 2

§1. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het  lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

§2. Het reglement van 21 november 2019 wordt opgeheven door deze beslissing.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Het belastingreglement op leegstaande woningen en gebouwen is goedgekeurd voor aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen aanslagjaren 2022 tot en met 2025 - aanpassing

Motivering

 

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze lokale belasting.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012

         De grondwet, meer bepaald artikel 170 §4.

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en later wijzigingen.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2008  en latere wijzigingen.

         Het besluit lokaal woonbeleid van 16 november 2018

         De Vlaamse Codex wonen van 2021

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019

         De subsidieaanvraag van het intergemeentelijke samenwerkingsverband Hartje Hageland WEST goedgekeurd op de gemeenteraad van 20 juni 2019

         Het reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en/of gebouwen goedgekeurd in de gemeenteraad van 18 november 2021

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 over deze belasting

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De Vlaamse Codex Wonen van 2021 stelt steden en gemeenten aan als regisseur van het lokale woonbeleid.

De gemeente Tielt-Winge is aangesloten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband Hartje Hageland WEST. De gemeente koos in de subsidieaanvraag 2020-2025 van Hartje Hageland WEST om verwaarloosde woningen gebouwen en woningen op te sporen, te registreren en aan te pakken.

Verwaarlozing van gebouwen en woningen op het grondgebied van de gemeente zorgt voor verloedering van de leefomgeving en moet voorkomen en bestreden worden.

Het is wenselijk dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare patrimonium voor wonen optimaal benut wordt.

Het is nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen.

In bepaalde situaties kan men een vrijstelling van belasting aanvragen. Enerzijds zijn er vrijstellingen die toegekend worden omwille van de aard van het pand anderzijds zijn er vrijstellingen die verbonden zijn aan de persoon die de woning bewoont. De vrijstellingen worden voorzien om de eigenaars de kans te geven om de verwaarlozing van het pand op te heffen.

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen voor de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan 2020-2025.

Een soortgelijke belasting gold voor het aanslagjaar 2021.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen. Deze belasting geldt als algemene en verplichte bijdrage van de burger, opgelegd door de gemeenteraad, aan de algemene uitgaven van het lokaal bestuur (en waartegenover geen individueel aanwijsbare tegenprestatie van de overheid staat en/of geheven wordt voor een dienstverlening die het algemeen belang dient) ter uitvoering van het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

Besluit:

12 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
5 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken, Jo Smekens en Marleen De Vry.
Artikel 1

Het gewijzigde belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen wordt door de gemeenteraad goedgekeurd voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025, behoudens tussenkomende wijzigingen, luidende als volgt:

 

Belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025 (versie 18.11.2021)

 

Artikel 1 – Aanslagjaren en belastbaar voorwerp of belastbaar feit

§1. Voor een termijn startend op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025 (aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025) wordt een belasting geheven op de woningen en gebouwen die, gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

§2. De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit dit register, blijft de belasting verschuldigd bij het verstrijken van elke opeenvolgende periode van twaalf maanden.

 

§3. In dit reglement wordt verstaan onder:

1° bezwaarinstantie: het college van burgemeester en schepenen;

2° beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

c) elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningwijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;

3° Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

4° Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen: het register vermeld in artikel 3 van het gemeentelijke reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en/of gebouwen;

5° Registerbeheerder: de intergemeentelijke administratieve eenheid die door het gemeentebestuur wordt belast met de opmaak, het beheer en de actualisering van het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. Hartje Hageland WEST fungeert als intergemeentelijke administratieve eenheid;

6° Registratiedatum: de datum waarop een woning of een gebouw met toepassing van artikel 4 van het gemeentelijke reglement op de inventarisatie van verwaarloosde woningen en/of gebouwen, is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;

7° Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande;

8° Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom;

b) het recht van opstal of van erfpacht;

c) het vruchtgebruik.

 

 

Artikel 2 – Belastingplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de registratiedatum.

 

§2. Indien er meerdere zakelijk gerechtigden zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

 

Artikel 3 – Tarief

Het bedrag van de belasting wordt voor het eerste heffingsjaar, dit is de eerste onafgebroken periode van 12 maanden inventarisatie, vastgesteld op 3480 euro per woning of gebouw die als verwaarloosd in de gemeentelijke inventaris werd opgenomen.

 

Het tweede heffingsjaar wordt het bedrag van de belasting vastgesteld op 4470 euro per woning of gebouw die als verwaarloosd in de gemeentelijke inventaris werd opgenomen.

 

Het derde heffingsjaar wordt het bedrag van de belasting vastgesteld op 5460 euro per woning of gebouw die als verwaarloosd in de gemeentelijke inventaris werd opgenomen.

 

Het vierde heffingsjaar en volgende wordt het bedrag van de belasting vastgesteld op 6450 euro per woning per woning of gebouw die als verwaarloosd in de gemeentelijke inventaris werd opgenomen.

 

Artikel 4 – Vrijstellingen

Er wordt wegens overmacht een vrijstelling van de heffing verleend aan de zakelijk gerechtigde die aantoont dat de woning of het gebouw opgenomen blijft in het register om redenen onafhankelijk van zijn wil.

 

§ 1. Van de belasting is vrijgesteld:

1° de houder van het zakelijk recht die de woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en over geen enkele andere woning beschikt. De verklaring van hoofdverblijf wordt enkel aanvaard wanneer er tijdens de geïnventariseerde periode een effectieve inschrijving in de bevolkingsregisters van de gemeente Tielt-Winge is;

 

2° de belastingplichtige die sinds minder dan twee jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning;

 

3° de belastingplichtige die kan bewijzen dat de woning verkocht is aan de hand van een onderhandse verkoopovereenkomst, ook al is de authentieke akte nog niet verleden.

Deze vrijstelling geldt gedurende het eerste jaar volgend op de datum van de onderhandse Verkoopovereenkomst.

 

§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning :

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

 

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

 

3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

 

4° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

5° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

 

6° gerenoveerd wordt blijkens een meldingsplichtig werk en/of gedetailleerd renovatieschema waarvoor een minimuminvestering van 5000 euro gedaan werd en dat onder de volgende categorieën valt :

Categorie 1: structurele elementen: werken aan muren, vloeren, plafonds

Categorie 2: dak: volledige of gedeeltelijke vernieuwing van het dak van de woning

Categorie 3: buitenschrijnwerk: de volledige of gedeeltelijke vernieuwing van het buitenschrijnwerk

 

Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van één jaar volgend op de datum van opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Deze vrijstelling kan tot tweemaal verlengd worden voor een periode van één jaar mits de vrijstelling opnieuw wordt aangevraagd en mits bewijs van de vorderingen van de werken wordt voorgelegd;

 

De belastingplichtige dient een gedetailleerd renovatieschema voor te leggen dat de volgende stukken bevat:

-een tekening of schets van het gebouw en/of de woning met aanduiding van de geplande werken;

-een volledige opsomming en korte beschrijving van de geplande werken;

-een raming van de kostprijs van de werken door een offerte voor de levering en plaatsing van materialen door een aannemer of een offerte voor de levering van materialen, indien de werken in eigen beheer worden uitgevoerd of een combinatie van beiden;

Uit de vergunning of het renovatieschema moet duidelijk blijken dat de geplande werken leiden tot het wegwerken van de gebreken die vastgesteld en geleid hebben tot de inventarisatie.

 

7° het voorwerp uitmaakt van een niet vervallen sloopvergunning. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van één jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de sloopvergunning.

 

8° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30 van de Vlaamse Codex Wonen;

 

9° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 5.82 van de Vlaamse Codex Wonen.

 

Artikel 5 – Wijze van inning

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6– Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7 – Bezwaarprocedure

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen de aanslag van deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

 

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 8 – Regelgeving

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest, rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. 

 

Artikel 2

§1. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het  lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

§2. Het reglement van 21 november 2019 wordt opgeheven door deze beslissing.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Het belastingreglement op verwaarloosde woningen en gebouwen is goedgekeurd voor aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten Ga naar de bekendmaking

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Belastingreglement op ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen voor aanslagjaren 2022 tot en met 2025 - aanpassing

Motivering

 

Feiten en context

De financiële toestand van de gemeente verantwoordt de instelling en heffing van deze lokale belasting.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012

         De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en later wijzigingen.

         Het decreet van 23 december 2016 houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen.

         Het Bestuursdecreet van 7 december 2008

         De Vlaamse Codex Wonen van 2021

         De Vlaamse codex Fiscaliteit meer bepaald artikel 2.5.1.0.1 tot en met 2.5.7.0.3 en artikel 3.1.0.0.4 §2.

         Omzendbrief KB ABB-2019/2 ‘Coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit’ van 15 februari 2019

         Gemeenteraadsbeslissing van 21 november 2019 over deze belasting

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De gemeente is verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het woonpatrimonium. Ongeschikte en onbewoonbare woningen moeten dus voorkomen en bestreden worden.

Artikel 3.19 §1 van de Vlaamse Codex Wonen regelt de opmaak van een gewestelijke inventaris.

De gemeente ontvangt, overeenkomstig artikel 3.19 §2 van de Vlaamse Codex Wonen een uittreksel van de in de inventaris geregistreerde woningen die zich op haar grondgebied bevinden.

De gewestelijke reglementering voorziet in uitgewerkte beroepsprocedures tegen zowel de vaststelling van ongeschikt- en/of onbewoonbaarheid als tegen de opname in de gewestelijke inventaris.

Om die reden is het derhalve verantwoord dat de gemeente gebruik maakt van een bestaande gewestelijke inventaris van ongeschikte en/of onbewoonbare woningen voor de vestiging van een eigen gemeentebelasting.

Om het heffingsbedrag te bepalen werd de gewestelijke heffing en de gemeentelijke heffing van voor het inwerkingtreden van het decreet van het decreet van 23 december 2016 opgeteld.

In bepaalde situaties kan men een vrijstelling van belasting aanvragen. Enerzijds zijn er vrijstellingen die toegekend worden omwille van de aard van het pand anderzijds zijn er vrijstellingen die verbonden zijn aan de persoon die de woning bewoont. De vrijstellingen worden voorzien om de eigenaars de kans te geven om het pand terug op de woningmarkt te brengen.

 

De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen voor de uitvoering van het meerjarenbeleidsplan 2020-2025.

Een soortgelijke belasting gold voor het aanslagjaar 2021.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen. Deze belasting geldt als algemene en verplichte bijdrage van de burger, opgelegd door de gemeenteraad, aan de algemene uitgaven van het lokaal bestuur (en waartegenover geen individueel aanwijsbare tegenprestatie van de overheid staat en/of geheven wordt voor een dienstverlening die het algemeen belang dient) ter uitvoering van het meerjarenplan.

 

Bijlagen

Belastingreglement op ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen

 

Besluit:

12 stemmen voor: Rudi Beeken, Raf Alaerts, Gunther Clinckx, Jan Loddewykx, Germaine Willems, Gert Van denstorme, Manuela Vervoort, Tamara Vande Reyde, Fons Lemmens, Yvette Duerinckx, Annelore Wuyts en Agnes Van de Gaer.
5 onthoudingen: Tom Werner, Marthe Caeyers, Frederik Vranken, Jo Smekens en Marleen De Vry.
Artikel 1

Het gewijzigde belastingreglement op ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen wordt door de gemeenteraad goedgekeurd voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025, behoudens tussenkomende wijzigingen, luidende als volgt:

 

Belastingreglement op ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen voor de aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025 (versie 18.11.2021)

 

Artikel 1 – Aanslagjaren en belastbaar voorwerp of belastbaar feit

§1. Voor een termijn startend op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2025 (aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025) wordt een belasting geheven op woningen die minstens 12 maanden geïnventariseerd zijn in de gewestelijke inventarislijst van de Vlaamse overheid conform artikelen 3.19 tot met 3.23  van de Vlaamse Codex Wonen Het betreft de inventarisatie van ongeschikte en/of onbewoonbare woningen gelegen op het grondgebied van de gemeente Tielt-Winge.

 

§2. De belasting is verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning minstens twaalf opeenvolgende maanden in de gewestelijke inventaris werd opgenomen. 

 

§3. Zolang de woning niet geschrapt is uit de gewestelijke inventaris, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt.

 

§4. Definities:

1° administratie: de gemeentelijke administratieve dienst die door de gemeente wordt belast om, in samenspraak met de Vlaamse overheid, in te staan voor de lokale bewaking van de kwaliteit van de woongelegenheden conform de Vlaamse Codex Wonen en de Nieuwe Gemeentewet en mee te werken met de Vlaamse overheid om voor de opmaak van de gewestelijke inventaris inzake ongeschikte, onbewoonbare van het grondgebied van de gemeente Tielt-Winge;

 

De gemeente draagt de opdracht van onderzoekscontrole en vaststellingbevoegdheid van de kwaliteit van het woningpatrimonium over aan Hartje Hageland WEST , intergemeentelijk samenwerkingsverband voor lokaal woonbeleid. Hartje Hageland WEST fungeert als intergemeentelijke administratieve eenheid.

 

2° Vlaamse overheid: het agentschap Wonen-Vlaanderen;

 

3° Dienst fiscaliteit: de gemeentelijke administratieve dienst die door het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd om in te staan voor de vestiging, de inning en de geschillenprocedure van de gemeentebelasting op ongeschikte en onbewoonbare woningen;

 

4° Beveiligde zending:

beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven;

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;

c) elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningwijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;

5° Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of een alleenstaande, met inbegrip van niet-zelfstandige woningen (=kamers);

 

6° Kamer: een niet-zelfstandige woning, vergund volgens de stedelijke bouwvergunning, waarvan één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: toilet, bad of douche, kookgelegenheid, en waarvan de bewoners voor deze voorzieningen afhankelijk zijn van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt;

 

7° Gewestelijke inventaris: een register van geïnventariseerde woningen die door de Vlaamse overheid geregistreerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar;

 

8° Inventarisatiedatum: de datum waarop de woning of het gebouw voor de eerste maal in de gewestelijke inventaris wordt opgenomen;

 

9° Ongeschikt verklaarde woning: een woning die niet beantwoordt aan de veiligheids-, gezondheids- of kwaliteitsnormen, opgelegd door Vlaamse codex Wonen, en die door de bevoegde instantie als ongeschikt werd verklaard; 

 

10° Onbewoonbaar verklaarde woning: een woning die op grond van veiligheids- en/of gezondheidsaspecten niet meer mag bewoond worden en die door de bevoegde instantie als dusdanig onbewoonbaar werd verklaard conform de artikelen 133 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet of de Vlaamse codex Wonen.

 

Artikel 2 – Belastingplichtige

§1. De belastingplichtige is de natuurlijke- of rechtspersoon die als zakelijk gerechtigde werd opgenomen in de gewestelijke inventaris.  Met zakelijk gerechtigde wordt bedoeld de houder van : a) de volle eigendom, b) het recht van opstal of van erfpacht, c) het vruchtgebruik.

 

§2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld.  Ingeval er meerdere andere houders zijn van een zakelijk recht voor de woning, zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. 

 

§3. Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in § 1 van dit artikel, overdraagt aan derden, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van dit zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van de woning in de gewestelijke inventaris. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte. 

 

§4. Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in § 1 van dit artikel, overdraagt aan derden, is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per beveiligde zending, de gemeentelijke administratie op de hoogte te brengen door middel van een volledige kopie van de notariële akte. Bij ontstentenis blijft degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in § 1 van dit artikel, overdraagt aan derden, de belastingplichtige. 

 

Artikel 3 - Opname en betwistingen tot opname in de gewestelijke inventaris betreffende ongeschikte en/of onbewoonbare woningen.

§1. De opname van ongeschikte en/of onbewoonbare woningen gebeurt volgens het besluit van de Burgemeester.  De termijn van 12 maanden, vermeld in artikel 2, begint te lopen vanaf de datum van het besluit van de burgemeester.

 

§2. Hartje Hageland WEST stelt de Vlaamse overheid hiervan in kennis zodat de woning als ongeschikt en/of onbewoonbaar kan geïnventariseerd worden. De administratie van de Vlaamse overheid geeft de houder van het zakelijk recht hiervan kennis door middel van een registratieattest waarin de opname in de gewestelijke inventaris wordt bevestigd. 

 

§3. De betwisting tot opname in de gewestelijke inventaris met betrekking tot ongeschikte en/of onbewoonbare woningen kan niet in het kader van dit reglement inhoudelijk betwist worden aangezien de beroepsprocedure tegen een ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring wordt behandeld door de bevoegde Vlaamse minister of door de bevoegde rechtbank. 

 

 

Artikel 4 - Schrapping uit de gewestelijke inventaris

De ongeschikte en/of onbewoonbare verklaarde woningen worden uit de inventaris geschrapt op datum van het besluit van de Burgemeester tot opheffing van de onbewoonbaar- en/of ongeschiktverklaring of na aflevering van een conformiteitsattest.

Het controleonderzoek tot schrapping gebeurt op schriftelijk verzoek door de houder van het zakelijk recht aan het college.

 

Artikel 5– Tarief

Het bedrag van de belasting wordt voor het eerste heffingsjaar, dit is de eerste onafgebroken periode van 12 maanden inventarisatie, vastgesteld op 3480 euro per woning die als ongeschikt en/of onbewoonbaar in de gewestelijke inventaris werd opgenomen.

 

Het tweede heffingsjaar wordt het bedrag van de belasting vastgesteld op 4470 euro per woning die als ongeschikt en/of onbewoonbaar in de gewestelijke inventaris werd opgenomen.

 

Het derde heffingsjaar wordt het bedrag van de belasting vastgesteld op 5460 euro per woning die als ongeschikt en/of onbewoonbaar in de gewestelijke inventaris werd opgenomen.

 

Het vierde heffingsjaar en volgende wordt het bedrag van de belasting vastgesteld op 6450 euro per woning die als ongeschikt en/of onbewoonbaar in de gewestelijke inventaris werd opgenomen.

 

§2. De woningen die vóór de inwerkingtreding van het belastingreglement reeds werden opgenomen in de gewestelijke inventaris, blijven met behoud van de oorspronkelijke inventarisatiedatum belastingplichtig voor de toepassing van dit belastingreglement. 

 

§3. Zolang de woning niet uit de gewestelijke inventaris is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd vanaf het ogenblik dat een nieuwe periode van twaalf maanden inventarisatie verstrijkt.

 

Artikel 6 – Vrijstellingen

Voor de toepassing van de vrijstellingen gelden enkel de vrijstellingen die in dit belastingreglement zijn opgenomen:

 

§ 1. Van de belasting is vrijgesteld:

1° de houder van het zakelijk recht die de woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en over geen enkele andere woning beschikt. De verklaring van hoofdverblijf wordt enkel aanvaard wanneer er tijdens de geïnventariseerde periode een effectieve inschrijving in de bevolkingsregisters van de gemeente Tielt-Winge is;

 

2° de belastingplichtige die sinds minder dan twee jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.

 

§ 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning :

1° gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;

 

2° geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

 

3° krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

 

4° vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

 

5° gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen;

 

6° gerenoveerd wordt blijkens een meldingsplichtig werk en/of gedetailleerd renovatieschema waarvoor een minimuminvestering van 5000 euro gedaan werd en dat onder de volgende categorieën valt :

Categorie 1: structurele elementen: werken aan muren, vloeren, plafonds

Categorie 2: dak: volledige of gedeeltelijke vernieuwing van het dak van de woning

Categorie 3: buitenschrijnwerk: de volledige of gedeeltelijke vernieuwing van het buitenschrijnwerk

Categorie 4: technische installaties

a. plaatsing van een verwarmingsketel

b. de gehele of gedeeltelijke vernieuwing van de elektrische huisinstallatie

c. de hele of gedeeltelijke vernieuwing van de sanitaire installaties

 

Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van één jaar volgend op de datum van opname in de gewestelijke inventaris betreffende ongeschikte en/of onbewoonbare woningen.

Deze vrijstelling kan tot tweemaal verlengd worden voor een periode van één jaar mits de vrijstelling opnieuw wordt aangevraagd en mits bewijs van de vorderingen van de werken wordt voorgelegd;

 

De belastingplichtige dient een gedetailleerd renovatieschema voor te leggen dat de volgende stukken bevat:

- een tekening of schets van het gebouw en/of de woning met aanduiding van de geplande werken;

-een volledige opsomming en korte beschrijving van de geplande werken;

-een raming van de kostprijs van de werken door een offerte voor de levering en plaatsing van materialen door een aannemer of een offerte voor de levering van materialen, indien de werken in eigen beheer worden uitgevoerd of een combinatie van beiden;

 

7° het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 3.30 van de Vlaamse Codex Wonen;

 

8° het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 5.82 van de Vlaamse Codex Wonen.

 

Artikel 7 - Reeds geïnventariseerde woningen

De woningen die voorafgaand het aanslagjaar 2017 reeds op de gewestelijke inventaris werden opgenomen blijven met behoud van de oorspronkelijke inventarisatiedatum belastingplichtig voor de toepassing van dit belastingreglement. 

 

De belasting wordt gevestigd conform artikel 2 van dit belastingreglement.

 

Artikel 8 – Wijze van inning

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 9 – Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10 – Bezwaarprocedure

De belastingschuldige of zijn vertegenwoordig kan bezwaar indienen tegen de aanslag van deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

 

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 11 – Regelgeving

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en Invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest, rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. 

 

 

Artikel 2

§1. Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. van het Decreet over het  lokaal bestuur en treedt in werking de vijfde dag na bekendmaking conform artikel 288 van hetzelfde Decreet.

 

§2. Het reglement van 21 november 2019 wordt opgeheven door deze beslissing.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht zoals dit geregeld wordt in het Decreet over het lokaal bestuur." "

Het belastingreglement op ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen is goedgekeurd voor aanslagjaren 2022 t.e.m. 2025.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Wijziging van het gezamenlijk organogram van gemeente en OCMW Tielt-Winge

Motivering

 

Feiten en context

Het organogram van het lokaal bestuur Tielt-Winge moet een weergave zijn van de organisatiestructuur, de verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden in de organisatie. Deze wijziging van het organogram is een noodzakelijke stap binnen onze organisatie om te zorgen dat onze interne & externe dienstverlening gegarandeerd blijft. 

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

         Gemeenteraadsbeslissing van 20 mei 2021 betreffende de wijziging van het gezamenlijk organogram voor gemeente en OCMW Tielt-Winge.

         Gemeenteraadsbeslissing van 20 februari 2020 betreffende de vaststelling van het gezamenlijk organogram en de bijhorende personeelsformatie voor gemeente en OCMW Tielt-Winge.

         Gemeenteraadsbeslissing van 16 mei 2019 houdende de vaststelling van het gezamenlijk organogram voor gemeente en OCMW.

         Gemeenteraadsbeslissing van 20 december 2018 houdende de vaststelling van het gezamenlijk organogram gemeente en OCMW.

         Gemeenteraadsbeslissing van 19 april 2018 houdende vaststelling addendumnota in transitie naar een gezamenlijk organogram gemeente-OCMW ter verduidelijking van het gemeentelijk organogram - ingevolge het decreet lokaal bestuur met betrekking tot gewijzigde functiebenamingen voor decretale graden en passende functie.

         Gemeenteraadsbeslissing van 19 oktober 2017 tot vaststelling van de (gemeentelijke) personeelsformatie en organogram.

         Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 8 juni 2021 betreffende het principieel akkoord tot wijziging van het gezamenlijk organogram voor gemeente en OCMW Tielt-Winge.

 

Adviezen

Er werd een protocol van akkoord met de vakbonden op 26 oktober 2021 bekomen.

 

Argumentatie

Het organogram is de visualisatie van onze organisatie en laat duidelijk zien welke functies onder welke afdelingen vallen.

 

Bij de wijzigingen in het organogram is er rekening gehouden met de gezamenlijke missie en visie van ons lokaal bestuur, de input van beleid en medewerkers, de uitdagingen van professionalisering van het bestuur en het evenwicht tussen beschikbare mensen en middelen.

 

De wijziging van het organogram voor de personeelsleden van gemeente en OCMW is een noodzakelijke stap in de richting van de uitbouw van de diensten en de interne en externe dienstverlening:

         De functie afdelingshoofd ondersteunende diensten/jurist wordt opgesplitst in een functie afdelingshoofd ondersteunende diensten en een functie beleidsmedewerker/jurist. Deze laatste functie wordt in het organogram rechtstreeks onder de algemeen directeur geplaatst.

         Bij de personeelsdienst wordt 0,5 VTE geschrapt

         De functie van ondersteuner afdeling ondersteunende diensten wordt geschrapt uit het organogram omwille van de opsplitsing van de functie afdelingshoofd ondersteunende diensten/jurist.

 

Financiële gevolgen

De uitvoering van deze beslissing past budgettair binnen het lopende meerjarenplan.

 

Bijlagen

        Organogram

        Protocol

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt de wijzigingen in het organogram voor het personeel van het lokaal bestuur Tielt-Winge vast.

 

Artikel 2

Het nieuwe organogram treedt in voege op 1 december 2021.

 

Artikel 3

Onderhavige beslissing is onderworpen aan het algemeen bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 330." "

Wijziging organogram lokaal bestuur Tielt-Winge - 20211118

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Gedeeltelijke intrekking beheersoverdracht aan Fluvius m.b.t. FluviusGis en FluviusCenter

Motivering

 

Feiten en context

Ingevolge het kerntakendebat binnen Fluvius zal de dienstverlening m.b.t. GIS en datacenter niet langer aangeboden kunnen worden aan de vennoten.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Gemeenteraadsbeslissing van 22 januari 2015 houdende intergemeentelijk samenwerkingsverband CVBA PBE - toetreding tot GIS-activiteit

         Gemeenteraadsbeslissing van 17 oktober 2019 houdende uitbreiding van de huidige deelname bij PBE voor activiteit datacenter

 

Adviezen

Geen advies.

 

Argumentatie

Ingevolge het kerntakendebat binnen Fluvius zal de dienstverlening m.b.t. GIS en datacenter niet langer aangeboden kunnen worden aan de vennoten.

 

Deze diensten werden via beheersoverdracht door de gemeente overgedragen aan Fluvius. Deze activiteiten kunnen niet aan een andere partij worden overgedragen, zolang er geen gedeeltelijke intrekking van de beheersoverdracht aan Fluvius heeft plaats gevonden. Deze intrekking van de beheersovereenkomst is een noodzakelijke voorwaarde om een overgangsscenario te kunnen uitvoeren. Door deze intrekking herwint de gemeente de vrijheid om zelf te beslissen in welk scenario wordt ingestapt om deze dienstverlening (GIS-software en datacenter) in de toekomst uit te besteden (via een intercommunale of een eigen marktbevraging).

 

Op 18 augustus 2021 was hieromtrent overleg met Fluvius (zie bijgevoegde presentatie).

 

De gemeente gaat voorwaardelijk akkoord met het intrekken van de beheersoverdracht voor de nevenactiviteiten, mits formele bevestiging door Fluvius van volgende voorwaarden:

 

         De data-move vanuit de gemeente naar het Fluvius Datacenter is pas recent uitgevoerd en de gemeente heeft hierbij niet alleen de interne werklast gedragen, maar ook de financiële kosten voor deskundige ondersteuning van externe bedrijven ten laste genomen ; Fluvius is eindverantwoordelijk voor de data-move vanuit het Fluvius Datacenter naar een nieuwe locatie binnen België, biedt hiertoe de nodige technische ondersteuning en betaalt alle projectkosten geleverd door externe partijen.

         Betreffende de overdracht van FluviusGis naar een nieuwe dienstverlener geldt dezelfde voorwaarde als beschreven voor het Fluvius DataCenter

         Het basisprincipe voor overdracht vanuit Fluvius is continuïteit voor klanten, wat het behoud van een gelijkwaardig aanbod tegen een vergelijkbare prijs inhoudt. Indien aan dit basisprincipe niet voldaan kan worden, zal Fluvius de extra kost aan de gemeente vergoeden gedurende 15 jaren.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen.

 

Bijlagen

PPT-presentatie juni 2021

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeente Tielt-Winge trekt de beheersoverdracht aan Fluvius m.b.t. de volgende diensten FluviusGis en FluviusCenter in onder de voorwaarden, zoals bovengaand in deze beslissing vermeld.

 

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.

 

Artikel 3

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan Fluvius.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door de desbetreffende bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur." "

De gemeente Tielt-Winge trekt de beheersoverdracht aan Fluvius m.b.t. de volgende diensten FluviusGis en FluviusCenter in onder de voorwaarden, zoals bovengaand in deze beslissing vermeld.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Hofheide - mandaatbepaling buitengewone algemene vergadering 15 december 2021

Motivering

 

Feiten en context

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de agenda van de buitengewone algemene vergadering van Hofheide op 15 december 2021 en mandaat te verlenen aan de gemeentelijke vertegenwoordiger.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2019 tot aanduiding van de gemeentelijke vertegenwoordiger

         Statuten van Hofheide

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De gemeente neemt deel aan de opdrachthoudende vereniging voor crematoriumbeheer in het arrondissement Leuven 'Hofheide'.

 

Op 15 december 2021 vindt er een buitengewone algemene vergadering plaats. Uitnodiging werd via e-mail ontvangen op 15 oktober 2021. Voor de gemeentelijke vertegenwoordiger dient hiervoor een mandaat te worden bepaald.

 

De agenda voor deze vergadering is:

 

                     Goedkeuring van het verslag van de gewone algemene vergadering van 23 juni 2021

                     Budget 2022 en meerjarenplanning

                     Tarieven vanaf 1/1/2022

                     Varia

 

Bij gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2019 werd gemeenteraadsvoorzitter Agnes Van de Gaer aangesteld als gemeentelijke vertegenwoordiger in de algemene vergadering tot het einde van de legislatuur.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen directe financiële gevolgen verbonden aan deze beslissing.

 

Bijlagen

                     Uitnodiging BAV 15 december 2021

                     Verslag AV 23 juni 2021

                     Budget 2022

                     Meerjarenplan 2021-2024

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad stelt het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger inzake de agenda van de buitengewone algemene vergadering van Hofheide op 15 december 2021 als volgt vast: goedkeuring van alle agendapunten van de buitengewone algemene vergadering.

 

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit wordt verzonden aan de gemeentelijk vertegenwoordiger en aan Hofheide, uitsluitend op het e-mailadres directie@hofheide.be.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikel 326 en volgenden van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017." "

De gemeenteraad stelt het mandaat van de vertegenwoordiger inzake de agenda van de buitengewone algemene vergadering van Hofheide op 15 december 2021 als volgt vast: goedkeuring van alle agendapunten van de buitengewone algemene vergadering.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

EcoWerf - Mandaatbepaling - Bijzondere algemene vergadering - 15 december 2021

Motivering

 

Feiten en context

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de agenda van de bijzondere algemene vergadering van 15 december 2021 en mandaat te verlenen aan de gemeentelijke vertegenwoordiger.

 

Juridische gronden

         Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

         Gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2020 tot aanduiding van de gemeentelijke vertegenwoordiger

         Statuten van EcoWerf

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De gemeente is aandeelhouder van EcoWerf.

 

Op 15 december 2021 vindt er een bijzondere algemene vergadering plaats. Uitnodiging werd via aangetekend schrijven op 14 oktober 2021 ontvangen. Voor de gemeentelijke vertegenwoordiger dient hiervoor een mandaat te worden bepaald.

 

De agenda voor deze vergadering is:

1. Samenstelling van het bureau

2. Goedkeuring verslag van de algemene vergadering en buitengewone algemene vergadering d.d. 23 juli 2021

3. Financiën: Budgetten 2022, werkingsbijdragen 2022, opvraging gemeentelijke bijdrage werkingskosten 2022 (art. 15.2 statuten), gemeentelijke bijdrage werkingskosten 2021 om te zetten naar kapitaal (art. 15.2 statuten)

4. Toelichting nieuwe activiteiten 2022

5. Goedkeuring toetreding stad Aarschot tot Ecowerf

6. Diversen

6.1. Bestuurswissels

6.2. ...

 

Bij gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2019 werd raadslid Gerry Caluwaerts aangesteld als gemeentelijk vertegenwoordiger in de algemene vergadering tot het einde der legislatuur.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen verbonden aan deze beslissing.

 

Bijlagen

Bijzondere algemene vergadering Ecowerf

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

Het mandaat van de gemeentelijke vertegenwoordiger inzake de agenda van de bijzondere algemene vergadering van 15 december 2021 EcoWerf als volgt vast te stellen: goedkeuring van alle agendapunten van de bijzondere algemene vergadering.

 

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit wordt verzonden aan de gemeentelijk vertegenwoordiger en aan EcoWerf, ter attentie van mevrouw Gerda Bleus, uitsluitend op het e-mailadres gerda.bleus@ecowerf.be

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikel 326 en volgenden van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017." "

Het mandaat van de vertegenwoordiger inzake de agenda van de bijzondere algemene vergadering van 15 december 2021 van EcoWerf als volgt vast te stellen: goedkeuring van alle agendapunten van de bijzondere algemene vergadering.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

IGO DIV - mandaatbepaling algemene vergadering 17 december 2021

Motivering

 

Feiten en context

De gemeenteraad dient zich uit te spreken over de agenda van de algemene vergadering van IGO op
17 december 2021 en mandaat te verlenen aan de gemeentelijke vertegenwoordiger.

 

Juridische gronden

          Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

          Gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2019 tot aanduiding van de gemeentelijke vertegenwoordiger.

          Statuten van IGO DIV.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De gemeente neemt deel aan de intergemeentelijke samenwerking IGO DIV.

 

Op 17 december 2021 vindt er een algemene vergadering plaats (uitnodiging via mail ontvangen op 20 oktober 2021). Voor de gemeentelijke vertegenwoordiger dient een mandaat te worden bepaald.

 

De agenda voor deze vergadering is:

1. Goedkeuring verslag 25/06/2020

2. Goedkeuring begroting 2022

3. Goedkeuring jaarprogramma 2022

4. Varia

 

Bij gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2019 werd raadslid Kris Cornelissen aangesteld als gemeentelijk vertegenwoordiger in de algemene vergadering tot het einde van de legislatuur.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen verbonden aan deze beslissing.

 

Bijlagen

           Agenda algemene vergadering

           Verslag algemene vergadering

           Begroting 2022 - document 1

           Toelichting begroting 2022 - document 2

           Jaarprogramma 2022 - document 3

           Uitnodiging algemene vergadering IGO

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad beslist om het mandaat van de vertegenwoordiger inzake de agenda van de algemene vergadering van 17 december 2021 van IGO DIV als volgt vast te stellen: goedkeuring van alle agendapunten van de algemene vergadering.

 

Artikel 2

Een afschrift van dit besluit wordt verzonden aan de gemeentelijke vertegenwoordiger en aan IGO, uitsluitend op het e-mailadres info@igo.be.

 

Artikel 3

Deze beslissing is onderworpen aan de toepassingen van het bestuurlijk toezicht zoals blijkt uit artikel 326 en volgend van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017. " "

De gemeenteraad beslist om het mandaat van de vertegenwoordiger inzake de agenda van de algemene vergadering van 17 december 2021 van IGO DIV als volgt vast te stellen: goedkeuring van alle agendapunten van de algemene vergadering.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Adviesvraag De Watergroep betreft de oprichting van een dochteronderneming (inclusief statuten en intern reglement)

Motivering

 

Feiten en context

De Watergroep wenst over te gaan tot oprichting van een gezamenlijke dochteronderneming samen met FARYS/TMVW: hiertoe moet de gemeente als aandeelhouder advies verlenen omtrent de statuten en het intern reglement van deze gezamenlijke dochteronderneming.

 

Dit onderzoek start vanuit:

         De maatschappelijke ‘sense of urgency rond weerbaarheid van watervoorziening in context van klimaatverandering en geassocieerde risico’s rond droogte, waterschaarste, en waterverontreiniging;

         De dynamiek onder waterbedrijven rond samenwerking in kader van een integraal waterbeheer;

         De opportuniteit voor bedrijfseconomische efficiëntiewinsten en schaalvoordelen;

         Een business case gericht op het verrichten van gezamenlijke diensten voor beide moederbedrijven om de leveringszekerheid te verhogen en de watervoorziening en bevoorrading in het gezamenlijke werkingsgebied te optimaliseren, alsook op taken die beide bedrijven opnemen in kader van gezamenlijke beleidsuitdagingen

 

Juridische gronden

                     Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017

                     Statuten De Watergroep

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

De gemeente is aandeelhouder van De Watergroep.

 

Zoals aangekondigd op de meest recente vergaderingen van het aandeelhoudersbestuur drinkwater (28 en 29 september 2021), vraagt De Watergroep op de volgende vergaderingen van het aandeelhoudersbestuur drinkwater het advies van onze gemeente omtrent de statuten en het intern reglement van de gezamenlijke dochteronderneming die ze willen oprichten met FARYS/TMVW, de nodige documenten hiervoor zijn bijgevoegd.

 

Ze verwijzen daarbij naar het document dat gepresenteerd werd op de aandeelhoudersvergaderingen drinkwater waarin ze de studie naar de samenwerkingsopportuniteiten en de conclusies hebben toegelicht.

 

Het is de vertegenwoordiger in het aandeelhoudersbestuur drinkwater die het advies namens onze gemeente dient uit te brengen op de volgende vergaderingen van het aandeelhoudersbestuur drinkwater (14 of 15 december 2021).

 

Bij gemeenteraadsbeslissing van 24 januari 2019 werd raadslid Tamara Vande Reyde aangesteld als gemeentelijk vertegenwoordiger voor het aandeelhoudersbestuur drinkwater.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen direct toewijsbare financiële gevolgen.

 

Bijlagen

                     Mail De Watergroep

                     Studie naar samenwerkingsopportuniteiten

                     Statuten

                     Intern reglement

 

Besluit:

eenparig aangenomen.
Artikel 1

De gemeenteraad geeft positief advies omtrent de statuten en het intern reglement van de gezamenlijke dochteronderneming die De Watergroep wil oprichten met FARYS/TMVW.

 

Artikel 2

De gemeenteraad machtigt onze vertegenwoordiger in het aandeelhoudersbestuur drinkwater (raadslid T. Vande Reyde) dit advies namens de gemeente dient uit te brengen op de volgende vergaderingen van het aandeelhoudersbestuur drinkwater (op 14 of 15 december 2021).

 

Artikel 3

Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan De Watergroep en aan onze vertegenwoordiger in het aandeelhoudersbestuur drinkwater.

 

Artikel 4

Deze beslissing is onderworpen aan het bestuurlijk toezicht, zoals geregeld door de desbetreffende bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur." "

De gemeenteraad geeft positief advies omtrent de statuten en het intern reglement van de gezamenlijke dochteronderneming die De Watergroep wil oprichten met FARYS/TMVW

 

Publicatiedatum: 23/12/2021
Overzicht punten

Gemeenteraad 18 november 2021

 

Gedachtewisseling rapport Gemeentescan/Gemeentemonitor Tielt-Winge 2020

Motivering

 

Feiten en context

Op vraag van de gemeenteraad wordt de gemeentescan/gemeentemonitor met data van 2020 geagendeerd met oog op gedachtewisseling.

 

Dit document van ABB bevat een scan van de gemeente in 178 kerncijfers.

 

Op 16 september 2021 nam de raad al kennis van dit rapport, maar werd er aangedrongen op bijkomende gedachtewisseling op een later tijdstip.

 

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

Adviezen

Geen adviezen.

 

Argumentatie

Op vraag van de gemeenteraad wordt de gemeentescan/gemeentemonitor met data van 2020 geagendeerd met oog op gedachtewisseling.

 

Dit document van ABB bevat een scan van de gemeente in 178 kerncijfers.

 

Gelet op het overleg van de fractieleiders op 9 november 2021 (o.m. hieraangaande) zal dit agendapunt hernomen en behandeld worden op de zittingen van januari en februari 2022.

 

Het betaamt in het kader van de transparantie dat de gemeenteraad van gedachte kan wisselen over dit strategisch rapport.

 

Financiële gevolgen

Er zijn geen financiële gevolgen.

 

Bijlagen

Gemeentescan/gemeentemonitor (met data over 2020)

 

Besluit:

De gemeenteraad heeft een gedachtewisseling over het rapport Gemeentescan/Gemeentemonitor 2020." "

De gemeenteraad heeft een gedachtewisseling over het rapport Gemeentescan/Gemeentemonitor 2020.

 

Publicatiedatum: 23/12/2021